Historisch Archief 1877-1940
6
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1488
Twee Kunstvrienden.
(De Jacobsen).
Mag ik mijn lezers eens even een
figuur te binnen brengen, die, door 't
noemen van den naam alleen, ongetwijfeld
nu wel weer vóór hen staat, ook al heeft
de reeds afgelegde levensweg, meer of
minder den afstand vergroot, die voor
hen gejegen is, tusschen 't heden, en
den tijd, dat Moeder de Gans" vermocht
hun te brengen heerlijke spanningsuurijes,
J. C. JACOBSEN.
die later dan in droombeelden werden
voortgezet?
De Markies de Carabas" ... Niet waar,
ge herinnert u hem nu best, dien held
uit de Gelaarsde Kat." Ge weet nu,
hoe telkens die naam genoemd wordt,
als de vorst, reizend in een hem onbe
kenden streek, door 't een of ander ge
troffen, den naam wil weten van wie
dat bewerkstelligd had. Steeds luidde
't antwoord op des vorsten vraag: De
Markies de Carabas is de man."
Mij is iets dergelijks dezen zomer
gebeurd.
Nauw den voet gezet in Kopenhagen,
bij mijn allereersten, beperkten rondgang
reeds, trof mij 't groote aantal kunst
werken, aan openbaren weg, in parken.
En als ik vroeg, wien men dit of dat
te danken had, dan, schier zonder uit
zondering werd n en dezelfde naam
genoemd: Jacobsen.
Jacobsen en 't enorme stadsdeel:
NyCarlsberg, hun territoor, ze zijn n met
den reusachtigen bloei, waarop nu sinds
meer dan dertig jaar, Kopenhagen terecht
trotsch mag zijn. Maar óók verder, vél
verder dan Denemarken's bodem klinkt,
als die van gropten kunstkenner, van
kunstbevorderaar in de hoogste
beteekenisvan-dat-woprd, de naam Jacobsen. In
Amerika, in Frankrijk, in Duitschland,
in hél Scandinaviëwordt deze naam
genoemd, als van een waarachtigen
Maecenas sprake is. Alleen in Holland is
mij gebleken, dat het doen van deze
beide groote mannen meer bekendheid
mag erlangen. '
Als de meeste groote figuren in 't land
van Andersen, stamt ook de
Jacobsenfamilie uit een landbouwersgeslacht.
Met niets dan jonge kracht, frisschen
moed en helder brein is, in 't begin van
de nu voorbije eeuw, de grootvader van
den tegenwoordigen Jacobsen, van 't land
naar stad gekomen. Hij heeft zich toen
als loop-, leerjongen in een brouwerij
verhuurd... Als eigenaar dier, door hem
sterk vergroote brouwerij, waarin hij alles
heeft toegepast, wat de moderne
wetenS. A. SINDING, Barbarenmoeder.
schap in deze richting ter verbetering
had aangegeven, als schatrijk man is hij
overleden 1).
Wat door omstandigheden dezen ener
gieken en krachtigen van geest, niét ten
deel is kunnen vallen, hij heeft er voor
gezorgd, dat zijn zoon dit deelachtig werd:
Een opvoeding, die bovenal gericht was
op algemeene ontwikkeling is J. C.
Jacobson geworden.
Tijd eq geld daaraan geofferd, waren
inderdaad wél besteed.
Bij grooten en ruimen blik op het
practische leven, woonde in den zoon
machtige drang naar wetenschap; vooral
de geschiedenis, het doen der Antieken
trok hem aan. Maar ook der studie van
modern-sociale
gegund.
toestanden werd tijd
'oen dan ook dezen Jacobson het be
wind der brouwerij in handen kwam,
nam niet alleen deze onderneming een
reusachtigen vlucht, maar werden door
den eigenaar vrijen tijd plus enorme
sommen besteed ter beoefening, zoowel
als ter bevordering van wat van jongs
af zijn biezondere belangstelling had
weten te wekken.
Het Gamle"-[oude]-Carlsberger bier, 't
werd de algemeene drank voor heel Scan
dinavië. De eigenaar van de Garis berger
brouwerij werd de weldoener van zijn land.
Aan de toen zoo krachtig en algemeen
ondernomen opgravingen in antieken
bodem, werden schatten door Jacobsen
besteed. Doch ook in eigen land werden
niet alleen mannen der wetenschap door
hem krachtig gesteund, maar bevorderde
hij op gelijk-gulle wijze het belang van
zijn steeds in aantal groeiend personeel,
stond zijn beurs wijd open, zoodra een
of andere nuttige instelling op
philantropisch gebied geholpen moest worden.
Toen kwam in 1859 een groote ramp
over Denemarken.
De trots van 't land, van hél Scan
dinavië, het nig-mooie, door den
kunstkennenden koning Christiaan IV gestichte
slot, het kasteel Frederiksborg, gebouwd
in Vlaamsche Renaissance van de beste
periode, 't werd door vlammen vernield.
Van den enormen schat aan meubelen
aan kunstvoorwerpen, aan schilderijen,
alles dateerend van de Italiaansche
Renaissance tot 't begin der 19e eeuw,
bleef niets gespaard. Slechts wat de kapel
aan kostbaarheden bevatte, vermocht
men te redden.
Koningshuis en Staat hebben toen,
met de hulp van een geldloterij, de
benoodigde gelden bijeen gebracht voor den
herbouw van het machtige kasteel. Verder
ging de financieele kracht niet.
Toen heeft brouwer Jacobsen ettelijke
En het werk, door den vader begonnen,
door den zoon, Carl Jacobsen is het
voortgezet. Bemerkt zij echter, dat waar
des vaders neiging meer gericht was
naar wetenschap dan naar kunst, de
J. GAUTIIERIN, Le Paradis perdu.
zoon met niet minder ruime hand ijvert
ter bevordering van laatstgenoemde. Met
nog jonge kracht Carl Jacobsen is
nu een drie-en-zestiger met nog
frissche lust blijft hij steeds zich wijden
aan de door hemzelven gestelde taak.
En deze taak is, behalve het volgen van
de voetstappen zijns vaders in zake ver
beteringen op sociaal gebied, het volk,
zijn volk: de Denen, op te voeden dooi
de ontwikkeling van hun schoonheidsgevoel.
Cereszaal. Oude glyptotheek.
millioenen kronen beschikbaar gesteld
voor het inwendige. Onder zijn toezicht,
en met hulp van vakmannen, heeft men
in het nauwkeurig naar het orgineel
gecopieerde slot, zooveel zulks doenlijk,
de daarbij behoorende meubels en kunst
voorwerpen bijeen gebracht, zoodat deze
schat van architectuur en kunstzaken
ook nu weer een enorm geheel vormt.
Toen echter, tijdens deze restauratie,
bleek, dat voor herrijzing van de z.g.n.
ridderzaal de grootste van de ± 70
vertrekken, die dat gebouwen-complex
telt ? Jacobsen's gift ontoereikend was,
werd door dezen voor dat doel opnieuw
een millioen beschikbaar gesteld!
Zoo is nu in alle pracht en heerlijkheid
de wonderschoone, en in zoo
machtigmooie omgeving gelegen burcht herrezen,
niet alleen nu dienend tot leerschool
voor wie in Scandinaviëzich kennis van
toegepaste kunst uit vroeger eeuwen
wil eigen maken, maar tevens, als w
llokkend einddoel voor stadbewoners, zoo
in den zomer, \ het heerlijke park door
grachten, breed als meeren, omringd, in
vollen tooi prijkt. De in Denemarken
zoo bezonder goedkoope
(staats)spoorwegtarieven maken zulke gezonde uitstapjes
voor een elk mogelijk 2).
En niet lang daarna, is door dezen
Jacobson het academie-fonds voor weten
schap gesticht geworden. Overtuigd, dat
weten en kunnen de beide faktoren zijn,
waardoor een klein land hoog zich kan
houden te midden der grooteren, heeft
hij op het Carlsbergtr terrein een ge
bouw doen verrijzen, waar alles ter be
schikking staat voor den man van studie.
Rust, comfort, een reusachtige bibliotheek,
hij vindt 't daar bijeen.
En 't is aan datzelfde fonds te danken,
dat menig wetenschappelijk werk, wat
anders onuitgegeven, bijna vruchtelooze
arbeid had moeten blijven, nu't daglicht
heeft mogen zien. Zoo heeft o. m. Vimmers'
Runengeschiedenis" een standaard
werk haar uitgave dat fonds te danken.
Maar óók hebben, dank dit fonds nu
reeds sinds meerdere jaren opgravingen
op Rhodos plaats gehad, waarvan de
resultaten als van bijzonder groote
waarde voor kunst en wetenschap mogen
gelden.
En nóg ligt in de toekomst zeer zeker
veel, dat, dank deze
over-millioenengaande stichting, ten algemeene nutte zal
geschieden.
Wat daarvoor door Jacobsen tot heden
is gedaan, het klinkt schier aan het
ongeloofelijke.
Behalve de enorme som, door hem
onmiddellijk ter hand gesteld, toen men
besloten was, tot de stichting van een
museum met een daaraan verbonden
bibliotheek ter bevordering van kunst
industrie, behalve de beide sierlijke
bronzen groepen, aan de stadszijds ge
plaatst van de fraaie koningin-Luise brug,
en den aan de Lange brug" door Bissen Jr.
vervaardigden Jongeling - te - paard"
schonk Jacobsen der stad tal van uit
stekende afgietsels naar Antiken, alsook
Chapu's Jeanne d'Are, Caïn's Leeuw en
Leeuwin. Uitgezonderd de laatste, ver
sieren alle deze beelden het op de vroegere
wallen ontstane Orstedpark, in 't centrum
schier, der stad gelegen.
Maar in 't niet verdwijnt dit alles mét
de groote geldschenkingen aan hospitalen
enz, door dezen Maecenas-philantroop
gedaan, bij zijn, der staat geschonken,
schatten, zoowel als die, welke lang
zamerhand een plaats vinden tusschén de
14 zuilen van de hoofdfagade, zijn allen
door Jacobsen geschonken, terwijl hij ook
een aanmerkelijk deel heeft bijgedragen
tot den bouw van het door Dahlerup
ontworpen drievleugelig Museum.
In de bogen zijn tot heden geplaatst de
meesterlijke afgietsels van de
Laokoongroep en van den Mozes van
MichelAngelo, terwijl een beeld van Dubois een
derden boog vult. Buiten, vóór den linker
vleugel, ziet men Rodin's Burgers van
Calais", voor den rechter: Meunier's
Zaaier" en Ertswerker".
Mijn doel is niet, hier in bijzonder
heden te treden omtrent een collectie
kunstschatten meest allen
chefsd'oeuvre, die 't respectabele cijfer van
1050 representeeren. Slecht zij aangestipt,
dat men in deze Glyptotheek een vol
komen overzicht krijgt van wat de Scan
dinavische beeldhouwkunst sinds haar
bloeitijd begonnen met Thorvaldsen
(1777?1844 en met Herman E. Freund
1786?'1840) tot op heden aan waar
achtig meesterwerk heeft geleverd. 3)
Jerichau, de drie Bissen's, maar óók den
te vroeg gestorven Zweed: Hasselberg
(1850?'94) wiens heerlijk werk: Sneeuw
klokje'1 terecht een succes-fou op de
Parijsche internationale tentoonstelling
van 1889 heeft verworven, maar óók het
krachtige, het machtige werk van den
Noor Stephan Sinding is daar in volle
schoonheid, in'vlekkeloos marmer te be
wonderen.
Op een kleine collectie uitgezochte
werken van Constantin Meunier, volgt
een Engelsche, met vijf hoofdwerken
o. a. een Atleet-met-slang-spelend, van
Leighton, een Italiaansche, met acht, en
een Duitsche representatie met 18 wer
ken. Maar dan komt een verzameling
Fransche beeldhouwwerken uit onzen
tijd, zooals die, qua collectie zoowel als
qua qualiteit, nergens buiten het
Luxembourg te vinden is. Laat inij hier slechts
enkele namen noemen: Barrias vertegen
woordigd door twaalf werken, w. o. De
eerste begrafenis, Mozart als kind, Boucher,
Caïn, Carpe.aux, Charpcntier, \urne après
la Mort], Paul Dubois (o.a. Narcissé) en
de beide heerlijke figuren: Moed en Be
zonnenheid, verder: Falguière, kortom al
wat de moderne Fransche school aan
grootmeesters op beeldhouwkunstig ge
bied gebracht heeft, 't vindt daar een
plaats.
Alle deze meesters en de velen, niet
door mij aangestipte, zijn met meerdere
werken gerepresenteerd en de Fransche
collectie bevat niet minder dan lol num
mers.
Laat mij nu, zeer vluchtig slechts, gaan
over de verzameling plaquettes en me
daillons, op de eerste verdieping te zoe
ken. In acht-en-dertig proeven van me
dailleerkunst vindt men een overzicht
van wat Deensche kunstenaars daarin
vermogen,'; honderd-zeven-en-twintig wer
ken van buitenlandsche meesters zijn daar
aanwezig waaronder werk van Chaplain,
Charpentier, Dupré, Patey, Roty enz.
Over de Deensche schilderkunst zwijg
ik liever ; deze staat op verre na niet op de
hoogte, door haar zuster: de Beeldhouw
kunst bereikt, dus ook in deze verzameling
valt ten dien opzichte, niet veel te bewon
deren. Ook ten opzichte van de zeer kleine
oud-IIollandsche schilderijen-collectie is
't beter 't zwijgen toe te doen. Van
Rembrandt en van Frans Hals heb ik
nergens zulke ongunstige representaties
gezien. Daarentegen is blijkbaar met
voorliefde weer 't werk van den Franschen
schildersbent uit de Barbizonsche-periode
verzameld: Een prachtige Millet (Dood
en Houthakker) een voortreffelijke Carolus
Duran ; Corot, Delaunay , Bougereau,
Bastien Lepage, Paul Dubois, allen schier
zijn hier met rn of meer nummers bijeen.
Verder nog wat Spaansche kunst, o.a.
een eminent werk van Villegas (aquarel)
een enkel Italiaansche schilderij, maar
ook een zeldzaam-mooie Defregger" en
een goede Blaas". Ziet daar, zeer vluchtig
aangegeven, wat deze Glyptotheek biedt.
Hierbij zij nog aangestipt dat sinds eenige
jaren op last van den schenker, men
begonnen is aan een uitbouw, ten doel
hebbend, deze verzameling met die van
S. A. SIXMNO, slavin.
Musea: de oude en de nieuwe
Ny-Carlsberger Glyptotheek.
Op een der fraaiste Boulevards, ontstaan,
zooals schier geheel nieuw-Kopenhajren,
op de vroegere vestingwallen, is, in 1888,
het Museum voor moderne kunst: de
Ny-Carlsberger Glyptotheek geopend.
De daarin zich bevindende
kunstde oude" Glyptotheek voortaan n
geheel te doen vormen. Tot heden ligt
laatstgenoemde verzameling op 't villa
terrein van Ny-Carlsberg. Opgravingen
uit Griekenland, en wat in den bloeitijd
daartoe behoorde, maar ook van Egypte,
van het llomeinsche rijk, ze zijn in de
oude Glyptotheek als evenzoo vele kunst
schatten van grenzenlooze waarde aan
wezig en, schoon deze verzameling eerst
dateert van 1887, kan zij ten volle
wedijveren in belangrijkheid op kunst
gebied met allen aan deze zijde der Alpen.
Te ver zou voeren, zelfs een korte
aanstipping, als die, welke ik der nieuwe
Glyptotheek wijdde. Wat aan reliëfs,
aan mozaiek-werk, aan beelden en minia
turen daar bijeen is, 't zou menig bladzijde
zelfs bij de vluchtigste behandeling vullen.
De z.g.n. Feestzaal" de Eerezaal" 4)
CARL JACOBSEN.
ze bevatten schatten die voor liefhebbers
inderdaad alleen reeds de reis naar het
in'vele opzichten zoo hoogst-belangrijke
Deensche land ten volle waard is.
Eén zaak, kenschetsend den gever van
zooveel goeds, den schenker van zooveel
schoons 5) zij hier echter toch aangestipt :
Boven de ingangen van de in lange rij
elkaar opvolgende vertrekken der oude
glyptotheek heb ik spreuken, gezegden
ontdekt, die waard zijn, hier te worden
herhaald, omdat zij, beter dan veel
woorden, teekenen den mensch Carl
Jacobsen. Eenigen slechts:
Laboremus pro Patria" las ik daar.
n boven een anderen ingang: I
kunne ikke tjene Gud og Mammon".
(Men kan niet God en Mammon tegelijk
dienen.)
Een derde opschrift luidde: Een goede
naam is meer dan geld."
BARRIAS, Adam en Eva met 't. lijk van Abel.
Behoeft men duidelijker aangeving ten
opzichte van de verhouding van dien
industrieel tegenover het geld?
In de directe omgeving van Jacobsen's
eenvoudige villa treft niets dan een aan
den zoom van het oprijpad geplaatste
mausoleum ter nagedachtenis aan zijn
voor eenige jaren overleden levens
gezellin.
Dat teekent den man:
Gelukkiger huwelijk, mér waarachtige
zieleverbindtenis dan bestaan heeft tus
schen dat menschenpaar is niet denkbaar.
En in de nabijheid van het
Ny-Carlsberger terrein 6) ligt aan de Valby
Langgade de Jeztiskcrk, het wonder
schoone godshuis door Carl Jacobsen
gesticht en bergend het stoffelijk over
schot der tot heden o verleden familieleden.
Bijzonder goed doet daar aan het, een
eigenaardigen indruk makende, niet
groote, maar van nobelen zin getuigende
gebouw, de op plm. l1 L> M. van de kerk
staande fraaie Campanile (klokkentoren).
Een groot Crucifix, op vlak grasveld voor
den ingangspoort verhoogt machtig de
impressie van wijding die waart om dat
geheel.
In volle harmonie met den buitenbouw
staat het inwendige der Jezuskerk. Is
Bissen's goddelijk crucifix daarbuiten,
het waardige Praeludium, Sinding maakte
met zijn altaarfries: Christus de armen
geopend als in opname van alle martelaren,
die zich van beide zijden naar hem be
geven, een werk dat zich volkomen daarbij
aansluit, ja, wat inderdaad als het
glanspunt van het grootsche geheel kan ge
rekend worden. In het familiegraf rusten
tot heden: J. C. Jacobsen, wiens vrouw
de oude villa op Gamle Carlsberg be
woont, en mevrouw Ottilie Jacobsen, de