De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 31 december pagina 8

31 december 1905 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1488 over de extatische visioenen van sommige leden der congregatie, dan zijn zij natuurlijk niet bereid om aan de realiteit dezer gezich ten te gelooven. Vraagt men hen, dan zullen zij zelfs toegeven, dat de ongezonde levens wijze, te groote ascese enz. enz. aanleiding heeft gegeven tot deze weinig sympathieke uitwassen der grootsche beweging. Maar ko men zij eenmaal tot de bespreking der boek jes van Gerard Zerbolt en andere visionnairen, dan verhindert deze protestantsche nuch terheid hen toch niet, om met den man den hemel in te gaan en over zijne ervaringen te spreken op een toon van sympathieke warmte. Mij dunkt sterker kan het wel niet: menig katholiek zou bij hen achterstaan. Ik herhaal: ik gevoel iets voor u w bezwaar. Maar als gij nu, waarde heer! van deze con cessie behoorlijk akte neemt, doe mij dan wederkeerig ook het genoegen, op uwe beurt te concedeeren, dat de innige belangstelling der katholieken voor een verleden, dat hun de voorgeschiedenis hunner meest heilige overtuiging verhaalt",' voor de beschrijving der middeleeuwen ook een notabel gevaar levert. Ik wil dit weder even verduidelijken. Onlangs sprak ik met een bekend katholiek historicus over de schets van het leven van een TTtrecbtschen kanunnik in de 15de eeuw, die ik roor een paar jaren schreef 3). Ik heb den man voorgesteld als een type van zijn stand, een. Durchschnitt. Mjjn interpellant beweerde: ik had hem te ordinair gemaakt; wij ka tholieken", zei hij, zien in zulk een kanun nik nog iets meer, eenen achtergrond, iets hoogers". En toen ik verder vroeg, bleek het zooals ik dacht: hij bedoelde's mans gehecht heid aan het katholieke geloof. Ik nu heb niet de geringste aanleiding om te betwis ten, dat heer Jacob van Driebergen (de persoon in questie) een trouw zoon zijner kerk, een oprecht geloovig katholiek is geweest; maar evenmin had ik ook de geringste reden om dit te beweren. Van den man als persoon weten wüalleen dit: hij werd door zijne collega's geëerd om zijne geleerdheid, zijn neus vertoont zekere bedenkelijke zwelling en hij had eene natuurlijke dochter. Alles, ik geef het toe, geen bezwaar tegen zijne oprechte en innige vroomheid, maar toch ook volstrekt geen reden om over die vroom heid te fantaiseeren l Toch, mijn interpelllant, die den toestand volkomen kende, zou dit, naar hjj verklaarde, hebben gedaan. D&t is het gevaar l De katholieke geschied schrijvers zijn zér geneigd de middeleeuwen te idealiseeren; zügevoelen zich verwant aan de middeleeuwsche levensbeschouwing, en als van die levensbeschouwing niets blijkt, dan zijn zij geneigd, die te onderstellen en lyrisch te verheffen. Zoo maken zij allicht de middeleeuwen veel katholieker dan zij naar mijne innige overtuiging geweest zijn. Ik resumeer. Ik heb er volstrekt niets tegen, dat de katholieken meer werk maken dan tot nog toe van de beoefening der middeleeuwsche geschiedenis. Inderdaad, mijne heeren! werkelijk is dit voor u veel gemakkelijker dan voor ons, die steeds ge vaar loopen blunders te maken, die voor u onmogelijk zijn. Welnu, gaat uwen gang! het zal mij verheugen. Maar ik weiger de beoefening der middeleeuwsche geschiedenis aan u af te geven. De middeleeuwen zijn ons gemeenschappelijk verleden; zij behooren aan wis beiden. Et nos vindicamus hereditatem patrum nostrorum! Zoo moge ons gemeenschap pelijk werk, het produkt van uwe liefde en van ons nuchter oordeel, der geschiedenis der middeleeuwen ten goede komen, die ons beiden lief is. Ik heb het boek van Buchberger besteld: moogt gij mij nooit meer betrappen op. voor u hinderlijke flaters! Geloof mij, misschien gaarne, Geheel den uwen, S. MULLEH Fz. 1) In het laatst verschenen nummer van: Van onzen Tijd. 2) In mijne Fruin-studiën (Tweemaandelijkecb. tijdschrift 1901). 3) De Lievendalers, (in de Gids van L904). Ontwerp-teekeningen van Der kinderen in Arti. De tentoonstelling van Derkinderen'a ontwerp voor de beschildering van de zaal in de Nieuwe Beurs, bestemd voor de Kamer van Koophandel en voor de officieele Recepties der stad Amsterdam, mag als een heuglijke gebeurtenis worden begroet. Het twaalf-tal teekeningen op J/IQ der werkelijke grootte werd dezer dagen in een der zalen van Arti voor het publiek ter bezichtiging gesteld en de kunstenaar had bovendien ook het uitnemende denk beeld om zijn composities in sobere en strakke omlijningen de vereenvoudi ging van meer-gedetailleerde potlood-teekeningen te doen publiceeren door het Handelsblad, waaraan de Redactie een korte en zakelijke verklaring toevoegde. Het zal daardoor iedereen mogelijk zijn' zich van den omvang der voorbereidende werkzaamheden behoorlijk rekenschap te geven. | De gevolgde maatregel omschrijft ook nog iets duidelijker de bedoeling en het karakter yan dit monumentaal kunstwerk, bestemd om het onuitwischbaar beeld van Amsterdam's geschiedenis van geslacht op geslacht over te dragen. Deze tentoonstelling is vooral zoo be langwekkend omdat de kunstenaar ons in staat stelt kennis te maken met het eerste en beslissendste stadium van zijn arbeid, alvorens over te gaan tot de uit voering. Het samenstellen en schikken der stof tot een regelmatigen gedachtengang;het verwerken van dezen gedachtengang tot welsprekende figurale en ornamentale voorstellingen in een aaneengesloten compositie die den vasten grondslag, de charpente vormt voor de schildering; de verdeeling der oppervlakken in rustige kleurmassa's, aansluitende bij het reeds bestaande indrukwekkende middenstuk, alles dus wat het omvangrijk werk vooraf behoorde te gaan is nu, op bewonderens waardige wijze, ten einde gebracht. En als wij ons voorstellen wat de ver wezenlijking dezer mooie ontwerpenfzal geven, wanneer de definitieve schildering een harmonische samenwerking van alle elementen zal hebben mogelij k gemaakt: gedachte en kleur, vorm en materie, een samenwerking zoo volkomen bereikt in 's Meesters prachtig glas-raam dan mogen wij Derkinderen wel van harte geluk wenschen met de schoone oplossing van dit belangrijk deel zijner moeilijke taak. Het is dan waarlijk te bejammeren, dat de geregelde voortgang van een zoo bijzondere opdracht, tot welker uitvoering de gelegenheid en de middelen uitteraard zeldzaam zijn, thans onderbroken is; dat de altijd willige en werkzame hand van dezen buitenge wonen man tot rusten ge dwongen wordt. Juist in dezen tijd, nu men allerwege met meer dan gewone warmte spreekt over de Hollandsche schilderkunst, nu men zich gereed maakt om den onvergetelijken Voorganger te huldigen en mét hem de geheele vaderlandsche kunst, juist nu hadden de schilderingen misschien kunnen worden ingewijd en een nieuw kunstwerk zou zijn toegevoegd aan de lange reeks waarop wij trotsch mogen zijn. Maar de vertraging zal vooral groote spijt opwekken om het beteekenis-volle der opdracht zelve, de zinrijke voorstelling van Amsterdam's geschiedenis, die in deze zaal toch niet mocht ontbreken. Er is dan ook stellig reden tot dankbaarheid, dat het Stadsbestuur kon besluiten tot de vereerende opdracht aan Derkinderen en wij mogen er niet aan twijfelen of er zullen termen worden gevonden die den kunstenaar in staat stellen het aan gevangen werk voort te zetten en den verloren tijd te herwinnen. P. DUPONT. Perles de la poésie franqaise contemporaine, 7e druk, herzien en aanmerkelijk ver meerderd door E. E. B. LACOMBLÉ. Uitgevers Van Holkema en Warendorf, Amsterdam. Deze verzameling Fransche verzen der 19e eeuw is zeker geen nieuweling voor den Hollandschen liefhebber van Fransche poëzie. Het feit, dat deze bloemlezing het reeds tot zeven edities gebracht heeft, bewijst vol doende, dat het lezend publiek er door ge baat is. Meer dan een kwart eeuw geleden verscheen de eerste uitgave bij H. Pijttersen te Sneek, en in 1888 had reeds de vierde het licht ge zien. Ik herinner mij nog zeer goed, dat eerste, nederige bundeltje, met zijn paarsachtigen omslag, heel wat verschillend van zijne lijvige afstammelingen, vooral van de onoogelijke, althans onhandige 4e editie, bijna tweemaal dikker dan de derde; en een gewicht!... Het boekdeel, dat wij gaan bespreken ziet er aanlokkelijker uit; het dunne, ietwat zijde achtige papier, de wat donkerder inkt maken eene voor hand en oog aangenamer indruk; alleen kan de mijnheer", die op het omslag Vol Hardt En Waeckt" mij niet bekoren. Stop dien Heer een lange Goudsche pijp in den mond, geef hem een krant in de hand en zet hem op een pak tabak, daar zal hij een beter figuur slaan. Verbeterd en aanmerkelijk uitgebreid", staat er op het titelblad. O ver het verbeteren" straks. Wat de uitbreiding betreft erkennen wij volmondig, dat er reden bestaat zulks te beweren. Bij tien der reeds in vroegere edities voorkomende dichters, waaronder Victor Hugo (3), Henri de Régnier (4), Edmond Rostand (3), Emile Verhaeren (3) zijn in het geheel negentien nieuwe gedichten ge voegd. Tien nieuwe dichters, met een sterretje aangegeven, verschaifen ons ruim zestig verzen meer. Dat zijn meer dan tachtig dichtkinderen; geen kleine nakomelingschap voorwaar. Of dat nu allemaal paarlen" mogen heeten, blijft eene subjectieve vraag, voor geen af doende oplossing vatbaar. Vergun mij echter hier een paar voorbeelden aan te halen van wat ik niet onder paarlen zou rangschikken; het eene alleen om de vorm, het andere om vorm en inhoud. Zie eens hoe RudolpheDarzens in l'Icone reeds in vroegere edities voor komend het enjambement toepast! Zelfs de minder goede, deal te zeerdichtvrijheidminnende dichters der 16e eeuw, hadden niet zooveel... durf. En wat te zeggen van dicht regels als deze: Ajin que, lorsgue ta vision me poursuit... Geen paarl, neen ! Darzens heeft getracht, in een reeks strophen, een mooi, fijn kerkraam af te schilderen; het doel lag hoog, glas en kleuren waren genoeg voorhanden, maar de lijnen loopen grillig bochtig en de kleurmenging is schril. Paarlemoer ontdekt men evenmin in Jasante de la Vielle" : Een jammerklacht van z'n oudje door Jean Rictus. Of zijn het soms Hollandsche paarlen", dingen als : Geliefde zoon, je moeder laat je weten, Als dat ze jou nog lang niet heeft vergeten... (uit den brief van eene moeder aan haar zoon, die in de Nor" zit). Of ook: Vaarwel, Marie, ik ga je nou verlaten, Ik heb geteekend bij de zeesoldaten ... Een drietal hartroerende gedichten'', wel! Laten wij troostend hierop doen volgen, dat La Sagesse des boeufs"(E. Rostand) La Grève" en La lune jaune" (H. de Régnier) en meer andere, voor echte dichtpaarlen mogen doorgaan ; La lune jaune" ook, ten spijt zelfs van de zeer hinderlijke taalfout in de tweede strpphe. Maar gelijk reeds gezegd is, blijft het mooi of leelijk vinden van een vers, eene zuivere sub jectieve kwestie, die elkeen het recht heeft naar eigen gemoed of geest voor zichzelf op te lossen. BR''^^'^"^ Is deze uitgave eene verbeterde" te noe men ? De vroegere indeeling der dichters in générations" of dichtscholen was noch kwaad, noch onlogisch. Onze 19e eeuw telt wel dege lijk drie dichtscholen: de Romantieken, de Parnassiens en de Symbolisten. Wel zijn er veel tijdgenooten, die men noch onder de Parnassins, noch onder de Symbolisten kan rangschikken. Die hadden eene afzonderlijke rij kunnen vormen. Met eene kleine inleiding kon de bewerker volstaan en het publiek ware beter ingelicht geweest. Bij eiken dichter vindt men eene zeer beknopte levensbeschrijving, met vermelding zijner werken. In plaats daarvan of daarnaast, ten minste wat de voornaamste dichters betreft, zagen wij gaarne eene korte, maar zaakrijke aanduiding der hoofdbronnen van inspiratie, alsook de sterkst kenmerkende zijden van den dichttrant. En hiermede weet de heer Lacombléwel weg, getuige de reeks prozaschrijvers welke reeds door zijne zorgen het licht zagen bij P. Noordhoff te Groningen. De bewerkers van bloemlezingen behooren in de allereerste plaats secretarissen van het publiek te zijn, gelijk Ste. Beuve het van den criticus in het algemeen verlangde. En hiermede bedoelde hij : het lezende publiek zoodanige inlichtingen te verschaffen, dat het daarin stof genoeg vindt om zich een eigen meening te kunnen vormen, berus tende op de hem eerlijk voorgelegde gegevens. En werd nu daardoor de bundel Perles de la poésie" te lijvig, welnu men passéde schaar flink toe; er kunnen heel wat zoo-. genaamde paarlen wegvallen, wier afwezigheid de snoer slechts lichter en schitterender zou maken. En zoo kwam er ook gelegenheid de ware, groote zienera onder de dichters meer tot hun recht te laten komen. Lamartine en Alfred de Vigny moeten zich met een nederig plaatsje tevreden stellen, terwijl Francois Coppée niet minder dan achttien bladzijden beslaat; ongeveer drie maal zooveel als de twee anderen. Victor Hugo, gelijk Mme. Sév rine het eens spottend zeide, neemt nog altijd en aanmatigend de plaats in, die anderen even rechtmatig zou toekomen; aan Alfred de Musset bijvoorbeeld. Bij de keus der gedichten kon de samen stelling ook wat meer rekening houden met hetgeen wij gemakkelijkshalve zouden noe men : les variations sur un mème thème." Aan de gedichten van Victor Hugo is nu gevoegd : Paroles sur la dune"; als pendant lijkt ons Ce qu'on entend sur la montagne" onontbeerlijk, en de beide gedichten een gouden sleutel om door te dringen tot in de inspiratiecel van dezen allermerkwaardigsten uitvinder van dichtvormen. Het rijn twee visioenen, hem ingegeven door een ver toeven op de duinen; Paroles sur la dune" is zuiver subjectief; het andere ge dicht is eene machtige transcriptie van de levensvreugde der natuur en het menschelijk morrend zwoegen hier op aarde. Oceano nox" kon dan zonder eenig verlies verdwijnen. Wij maken kennis met Stella Maris" van J. Autran; waarom ons ook niet geschonken het in-grootsche sonnet van Heredia? Naast de Colibri" van Leconte de Lisle zou die van Alfred de Vigny zonder schroom zijn schitterend vleugelgevrom kunnen laten hooren. Is Le gué" van Sully-Prudhoinme soms slechts een oesterschelp naast de paarl van Pailleron? Onder de niet.Frausch geboren dichters komen zes landgenooten van mij voor, zes Zwitsers. Eugène Ramhert en Alice de Chambrier mogen zeker genoemd worden; inaar deze laatste zag ik liever heelernaal niet aan gehaald, dan zooals het hier geschiedt. Zeker, Soir au village" geeft een aardig kijkje op een der treti'ende zijden van haar dichterlijke inborst; maar hoe hooger, schooner en men schelijk breeder is de vlucht van die, op een en twintig jarigen leeftijd, ontvloden ziel, in gedichten als: Les Sphinx, Le Chant du cygne, l'Inaccessihle, Ai'eule, Sentier perdu, aïteinaal gedichten van zuiver objectieve opvatting, bij voorkeur symbolistisch aan gelegd. Zie hoe Sully-Prudhomme haar kunst beoordeeld, in zijnen brief, aan 't hoofd van haar dichtbundel Au-Deltïgeplaatst. Paul Gautier, Louis Duchosal, Henri Warnery, Virgile Rossel, om er maa r vier te noemen, mochten heusch eerder in aanmerking komen dan Cougnard, Carrara, Fuster en Ribaus. Men geloove niet, dat wij de 7e editie van Perles de la poésie franc/aise" en haar voor gangsters hebben willen afbreken. Poëzie lijkt ons, beuen ten dage, misschien meer onrwaraz ? ra&fflKcn ? UITVOÉRIRG PLAFOHD - at IDAnDBÖCHILKRinG ? «tt. OHTlU?RPSn VOOR MIQ5T11AALDUKR& RKLAfltë'S ? BO?KBARD?n ? 121. DROUOT ?+? H- WKSSEB A Co. -t- +? » LANGE HOUTSTRAAT 7 & 2 * - ~ - Den Haajj - - > - TELEFOON INTKBC. »T4 . . GROOTSTE INRICHTING VOOR COMPLETE MEUBILEERING == IN ALLE STIJLEN = = = = ANTIQUITEITEN = = EIGEN MEUBELFABRIEK MARMEREN SCHOORSTEENMANTELS G. & J. COOL AMSTERDAM. ROTTERDAM. UTRECHT. BLOEMGRACHT// DELFT5CHESTRAAT6I BILTiTRAATjO J. J. BIESING, Kunsthandel» 's-GRA.VENHA.GE, Molenstraat 65,65'en 61 Moderne Schilderijen, Aquarellen en Gravures. MODERNE MEUBILEERING APARTE MODELLEN *. +* ontwerpen, eigen fabrikaat, bij onze ensembles wordt steeds op artistieke kleur en combinatie gelet. Billijke prijzen. -t- H-H-H-H-H-H-H-^--.Stalen en Teekeningen op aanvrage. Levering franco met garantie, -f- HVraagt onze speciale prijscourant voor Kantoor-Meubelen. D 4 A F \T IV fteubileer-lnrichting l 11 W Cl 11A 334 Spuistraat,77Damrak, Amsterdam MEUBEL-BAZAR, Singel 263 283, t>y de Paleisstraat, Kantoor-Meubelenen:. J. MEIJERIKK MEIJER. Telefoon S9B8. Prgs. . ? 3O. nma J. f. DE GBAAFF-fflram Onden Engweg IS. BEEüDEfl, VASEN *, JARDINIÈRES TEGELSCHILDERIJEN ENZ. MUSEUM GR1SANT1, ROKIN 96, (Stille tijde), AMSTERDAM. Toegang vrij. AmSTERDAffl AARDEWERK EK TEGELS STEENDRUKKERU VOLDOET AAN ALLE EISCHEN Ytt dtaatd". QCV4-W ' pfaatjeo. XVI) »i«f tapijt, of t, tyt. boot *l fL 695. 111, &OQ& ftcwco op \ ofikjoon 6140. AARDEWERK SSedüHOEFH : UIT-DE-FABRIEK I ZU D-HOILAND DB=GT'KALVER5TRAAT'I+I

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl