De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 7 januari pagina 10

7 januari 1906 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMS TE B DAMMER WEEKBLAD VOOB NEDERLAND. No. 1489 Deze credietvragende onderneming neemt ook inschrijvingen aan op twee ton aandeelen in de mij n bon wm pij Totok, tegen den koers van 115 put. .Aandeelhouders hebben recht van voorkeur, evenals de obligatie houders, idp de door de aandeelhouders niet gevraagde stukken. De zusterinstelling de Redjcmg Lebong kon den koers van 600 pCt. niet handhaven. De productiecijfers van de eerste 11 maanden van 1905 zijn gunstig. In die periode werd gewonnen bijna 34.000 ounces goud f n ruim 197.000 ounces zilver, tegen bijna 30.000 ounces goud en 176.000 ounces zilver in het zelfde tijdvak van 1904. Dat zou voor de aandeelhouders nog al wat beloven. De ge schiedenis van deze bijna negenjarige onder neming gaf de Groene een tweetal jaren geleden. Na veel lijden werden de aandeel houders over 1903 verblijd met 20 pCt., over 1904 werd 22 pCt. uitgekeerd. Als het divi dend over 1905, in verband met de meerdere productie, bijv. berekend wordt op 25 i\ 30 pCt. dan geven deze stukken naar den tegen?woordigen koers ongeveer 4 5 pCt. rente. Is dat Voor een mijnbouwpapier niet wat weinig? De laagste koers was in 1904 nog slechts 23'4, de hoogste 285 pCt. De Transvalia's c. v. a. behaalden een avans van 110 Vi tot 118 en pref. dito's van 11154 tot 119}* pCt, Tabakken vroöljjk in verband met gunstige verwachtingen van den oogst. In de groep van de lichtende petroleum zette i de Russian hare rijzende beweging verder van 70 tot 83 pCt. voort. De Schibayeff kon van 461A tot 52>8, de Shell van 111 tot 116K en de Sumpal van 59^ tot 60 opwaarts gaan. De Moesi Ilir zal door de Koninklijke worden overgenomen. De Koninklijke publiceert over het laatste boekjaar bevredigende productiecijfers, twee millioen units meer dan verleden jaar. Voor de Int. Rttmeenécke verminderde de opbrengst van de eerste helft van het boekjaar van 27.3 tot 25.5 millioen K. G. In de lange lijst der amerikaansche spoorwegen vind ik in mijne wekelijksche koersverge lijking voor het meerendeel blauwe streepjes. Daardoor worden de koerverbeteriagen aan geduid. Atchison c. v. a. avanceerde van S7 tot 96%, Ches van 54% tot 56 K pCt., Rockies van 23% tot 24K, Denver van 37J>s tot 38 pCt., Ene van 46% tot 48^ pCt., Southern Railway van 34% tot 36% pCt., Union Pacifie 140% tot 147% pCt., commons Gulf van 33% tot 35% pCt., en pref. dito's van 00 . tot 68% pCt. De Kansas City Southern zou 5.1 millioen dollars 5 pCt. zesjarige notes uitgeven. Den aandeelhouders zouden deze stukken tegen den koers van 95 pCt. aangeboden worden. Een syndicaat zou gevormd zijn. Aanvragen tot deelneming daarin zouden reeds 3 of 4 maal het beschikbare bedrag overtreffen. Houders van pref. aand. Clev. Ome. Chicago en St. Louw kunnen als dividend 1J4 dollar incasseeren.deLake Shoreen Michigan Southern spoor heeft een halfjaarlijksch dividend aan gekondigd van 4 pCt. en de Penns. Rw. Cy een dito dividend van 5 pCt. De halfjaarlijksche uitkeering op de pref. Norfotl-'s is bepaald op 2 pCt. en de Pittsburgh Cinc. Chic. & St. Louis stelt voor de gewone een halfjaarlijksch dividend van l *A pCt. en voor de pref. aand. 2 pCt. beschikbaar. De Chicago Rock Mand <t Patitic Railroad zou groote sommen besteden voor verbete ringen en rollend materieel. Volgens mededeelingen van de directie, 14% millioen dol lars. Daarom is het dividend bepaald op IJf'pCt. tegen 2 pCt. verleden jaar; en om dezelfde reden is het Januari-dividend op de pref. aand. Koek Island gepasseerd. Voor vela amerikaansche spoorwegonder nemingen evenwel vind ik betere ont vangsten. En dat is ten slotte toch maar de hoofdzaak. Van de hollandsche sporen doet de H..TI. S.M. een beroep op de geldmarkt. Zij geeft een 3M pCt. leening van twaalf millioen gulden uit. Dinsdag a s. worden de aanvra gen ingewacht tegen den koers van 97 pCt. De tegenwoordige 3 K pCt. obligatiën ont moet ik heden op de prijslijst voor 071A pCt. Voor rustige beleggers schijnen deze stukken byna even aantrekkelijk ais N. W. S. Bij naasting of vervallenverklaring van de Mpij is de Staat der Nederlanden bevoegd zich als schuldenaar der leening in hare plaats te stellen. Ook de aandeelen verdienen wel de aandacht. De Staat toch is ten allen tijde tot naasting gerechtigd. En de Mpij kan de naasting vorderen, als gedurende twee achter eenvolgende jaren het uitgekeerde dividenJ, vermeerderd met de uitkeering aan den Staat, met de verplichte afschrijving op het lollend materieel en disagio en met de onverdeelde winst, minder dan 6 pCt. be draagt. Gedurer.de de laatste jaren keerde zij 4 pCt. aan de aandeelhouders uit. Van de buitenlandsche Sporen kon de Warschau- Weenen verbeteren van 124 tot 131 pCt., in verband met de berichten aan gaande het eindigen van de staking en bij de Amerikaansche diversen: Am. Car & foundry c. v. a. van 39/i tot 40 VïpCt., Am. Hide & Leather van 37-K tot 41 pCt,, de Commons Steels van 39*15 tot 42 Va pCt. en de pref. van 105!%5 tot 100%. Het 4e kwartaal 1904 zou nogal gunstig geweest zijn. Ook Peruvian avanceerden wat in verband met ontvangstvermeerdtring in December. Ten slotte aan houders van BruaseltcLe loten van 1886 de mededeeling dat voor conversie de stukken afgestempeld zouden moeten worden. Zij zouden de coupon per l Juli 1906, dadelijk kunnen incasseeren en deelnemen zoowel aan de vervroegde trek kingen als aan die van de nieuwe leening. De inwisseling van de obligatiën zou waarschijnlijk gedaan moeten worden tusschen 10 Januari en 15 Februari a.s. * * J. E. te H. Nog wat houden nu. Amsterdam, l Heerengr. 567, J 4 Jan. 190G. D. STIGTER. BussumBorneo. Soldatenvoeding. WelEd. heer D. van do- Sluijn, directeur veemarkt en abattoir Amsterdam Geachte heer van der Xltujs! Met belangstelling werd door mij kennis genomen van eenen door u tot mij gerichten open brief in dit blad van 31 Dec.; zelfs met zeer veel belangstelling, want ik merk daaruit, dat de inhoud van mijn schrij ven van 13 Dec. niet geheel wordt gene geerd en ik dus de hoop nog mag koesteren, dat aan den militien beter kwaliteit vleesch tot voedsel verstrekt zal worden. Houd mij echter ten goede, dat de weinig beteekenende inhoud van uwen open brief mij teleurstelde en m.i. volstrekt niet recht vaardigt, uwe voorbarige conclusie, dat wanneer ik u niet voor 15 Jan. beantwoordde, ij het recht had mijn schrijven ondooracht, niet der sake kundig en niet toepas selijk op de keuring bij de marine te ver klaren. Tegen de hoofdzaak van mijn betoog gaat gij niet in en kunt gij ook niet ingaan, want het is u even goed als mij bekend, dat de aannemingsom voor het vleesch te leveren aan de gevangenissen steeds hooger is dan de aannemingsom voor het vleesch te leveren aan leger en marine. Ik gaf te kennen, te vermoeden dat die aanneming som voor de gevangenissen hooger moest zijn omdat de controle bij de burgelijke maatschappij beter zal zijn dan bij de mili taire. Bekend genoeg toch is het, dat in dien de gevangene aanmerking op de voe ding heeft, hij die klacht zal uiten bij het bezoek van domino of pastoor en dat dus bekendheid aan die klacht zal worden ge geven. De militien zal zich echter wel twee maal bedenken eer hij klaagt; het klagen toch is in strijd met het militair régime smoel houden en gehoorzamen. Ik wees er op, dat volgens courantenberichten, voor het eerste halfjaar van 1906 de levering van vleesch voor de soldaten te Amsterdam is gegund aan Benjamin Noot voor ruim 54 et. per K . Het is u evengoed als mij bekend dat voor ruim 54 et. per K.G. geen goede kwaliteit vleesch geleverd kan worden. Gij weet ook dat Benjamin Noot geen filantroop is, die uit liefde tot den soldatenstand het beste vleesch voor den minsten prijs zal leveren, maar dat hij, wat zijn recht is, voordeel uit de leverantie zal trachten te halen. Hij, die met de gunning belast is, had dit ook moeten weten en bet was veel beter voor eenen dergelijken prijs, niet aan den minsten inschrijver te gunnen. Gij als directeur van het abattoir te Amsterdam keurt ook vierde kwaliteit vleesch goed, d.w.z. het wordt door u, voor de corsuuitie niet afgekeurd. Ik keur bij leger en marine de keuring als zoodanig niet af; ik wil niet beweren dat goedgekeurd wordt wat voor consumtie ongeschikt is, maar ik zou wenschen dat bij die dure departementen hoofere eischen aan het ie leveren rleesch zouden worden gesteld. Dit, wat de hoofdzaak van mijn betoog was, laat gij echter onaangeroerd maar vraagt nadere inlichting omtrent de ver zending van slachtvee van Purmerend naar den Helder om voor de marine te dienen en eenig deugdelijk bewijs dat de vleeschkeuring bij de marine te wenschen overlaat. Wat de wijze van verzending van het slachtvee van l'urmerend naar Den Heller, eigentlijk tot de zaak afdoet, is mij niet recht helder; ik wil echter gaarne aan uw verzoek voldoen en u niededeelen, dat bij open water zulks steeds geschiedt per motorschuit van schipper Ligthart. Uw onbekookte aanval nïopt mij, iets mede te deelen wat juist niet voor publi catie bestemd was. Uit de registers der vereeniging tot onder linge verzekering van voor de slachtbank bestemd hoornvee te Purmerend blijkt, dat in 1905 werden ingeschreven als verkocht aan de firma, die de marine te Herder heeft aangenomen, 124 stuks. Veertien maal werd onze gedelegeerde naar den Helder geroe pen, omdat bij slachting het. beest bleek aan tuberculose te lijden; nmaal werd schadevergoeding gewijgerd en 13 maal uitbetaald als volgt: l beest t. w. v. f 105.?schadevergoed. ?45. 165. ; 152.50 140.152.50 170. 177.50 170. 166. 145. 155. 140. 175. , 25. 50. 90. 25. 35.60. ., 20. ., %. 72.50 .. 65. 80. ,20.Gij, als der zake, kinidig, kunt beoordeelen, dat wanneer bij beesten ter waarde van ? 140 schadevergoeding van ? 80 en ? 90 wordt gegeven, welk soort beest dat is en in welke conditie dat vleesch moet verkeeren. Waren bovengenoemde beesten bij u aan het abattoir geslacht dan waren er misschien van vernietigd, maar zeker zouden zij gesteriliseerd of ingezouten zijn. Gij weet even u'oed als ik dat met het toekennen dier schadevergoeding in Den Helder en in de meeste plaatsen van ons land zoo goed als niets wordt bereikt. De beesten worden zoogenaamd uitgevliesd en daarna door marine, leger en publiek ge slikt, maar zoolang er geen rijkskeuring op het vleesch komt, zal hierin wel geen ver betering komen, (iij kent evengoed als ik de zoogenaamde soklatenkoe"', ik zou wil len dat die speciale koe voortaan tot het verleden behoorde, maar dat zal niet ge beuren, wanneer aan de minste inschrijvers het vleesch tot te lage prijzen wordt gegund. Ik herhaal: de keuring bij leger en marine, als zoodanig, wordt door mij niet beoor deeld, maar de eischen aan het te leveren vleesch behooren hooger te worden gestold. Met verschuldigde gevoelens uw d\v. dn. P u r m e r e n d, Jan. 1900. ('i'i;x. UK GOEDE H/. III mm MIMI IMMI MMMIIMMI l IIIMI M H 11111111111III1111111 BOEKAANKONDIGING. Orchidee, door MEI ATI VAN JAVA. Utrecht, A. W. Bruna en Zoon. Alweer een feministische roman! Of is 't een antifeministisehe? Neen, dat geloof ik nit-t. Orchidee, bij verkorting Idee, is een studentje in de classieke letteren, haast een caricatuur, maar zij wekt meer mededoogen dan spot. Ze is het weerlo-oze slachtoffer van een onmogelijken vader, die van zyn doch tertje een soort wonderkind, iets heel bij zonders maken wil. Dat hij haar door slechte voeding en slechte opvoeding niet physiek en moreel ten gronde richt, is verhinderd door omstandigheden van zijn wil onafhan kelijk. Da vent heeft eigenlijk geen hart; hij neemt 't zijn lief, geleerd, onbeholpen meisje kwalijk, dat zij de oude baboe, die haar uit Indiëgevolgd is, wil verplegen; en zoo er toch nog zoo iets als een hart in hem gevonden wordt ten slotte, dan is het in de maagstreek, niet precies op de rechte plaats. Gelukkig, dat Idee met andere meisjes kennis maakt en vooral, dat zij den student Ludo ontmoet. Ludo is, als alle jonge mannen, die door vrouwelijke auteurs worden geteekend, een beetje lichtzinnig zij vinden niets erger dan, dat een man saai is maar hij is ook goedhartig en handig. Waartoe de kennismaking tusschen Idee en Ludo leidt, zal ik maar niet vertellen. Tot uw geruststelling diene dat 't boek blijeindig is. Er gaat Idee, als zij het werkelijke leven en de liefde leert kennen een nieuw licht op over de classieken. pag. 246. Zij had haar oude vrienden Cicero en Plato vroeger ook wel gelezen, maar nu haar hart ontwaakt is voor een meer dan plato nische liefde, voelt ze pas, wat er in die oude wijsheid schuilt. Overigens is Plato niet wat men noemt lichte lectuur. Eens zal Idee aan de wereld toonen, dat een geleerde docteres tevens zijn kan een echte, lieve en liefhebbende vrouw. Het zij zoo! Z n d m. v. H. Inhoud van Tijdschriften. De A'A'e Eeuw, Ie all. 1900 : Warhofd, door Adriaan van Oordt. Gedichten van J. Reddingius. Provincie en de conferentie. Schetsen van Frans Erens, door L. van Deyssel. ? Aanteekeningen o /er Tooneel, door Herm. Heijermans Jr. Williara Nicholson, door J. A. Idema?Greidanus. De Tweezaamheid, door H. van Treslong. Onze Eeuw, Jan. 1906 : Onder den Brandaris, door G. F. Haspels. Het Schillerjubi eum in 1905, door E. F. Kossmann. Het Amsterdamsche bouwconflict, door jhr. mr. H. Srnissaert. Een '"oorgeschiedenis van Europa, door prof. dr. K C. Kogge. Vleugels, door C. A. Worp?Kuland Holst. Onze Leestafel. De Beweging, Jan. 1906: Oog en Oor, door Fred. van Eeden. Sir Philip Sidney Jacqes Perk, (I), door dr. J. Prinsen Jlzn. Verzen, door L. S. Hijlsma. De Kleine Johannes, derde deel, (vervolg), door Fred. van Eed en. Uit den Cyclus Sint Jans Cot", door W. L. Penning Jr. Kantteekeningen op het Indische Begrootings-debat, door mr. P. Brooshooft. De Begrootingsdebatten, door mr. P. J. Troelstra. Boeken, Menschcn en Stroomingen, door Albert Verwey. Boekbeoordeeling. De Katholiek. Jan. 1900 : Niobe, door dr. Jos. Schrijnen. Valsche zekerheid ? door J. Th. Beijsens. De onschuld van den H. Cyrillus van Alexandriöaan den moord op Hypatia. Het geschilpunt, de voornaamste bronnen, de moderne schrijvers, door dr. L. J. Sicking RénéBazin, door M. S. Herfstliederen. Kerstmis-voor-gevoel-Nieuwjaar, door FelixKutten.?Letterkundige kroniek. Nieuwe uitgaven. Eigen Haard, No. l: De bittere druppel, door Louise B. B., I. Visch aan de Gelderschekade, met af b. De oude vischmarkt te Amsterdam, naar een foto van dr. E. Neuhamer. Een kwart-eeuw poütie-man, Hen drik Johannes Versteeg, door F. W. de Jong, met afb. Van den doeden zomer, door Naunie van Wehl. Stadsgezicht, door Jer". de Vries. Stadsgezicht, naar een aquarel van J. Maris, in bruikleen afgestaan aan het Rijks Museum te Amsterdam, 'door den heer J. C. J. Drucker te Londen. Het werken in samengeperste lucht, door Th. F. A. Delprat, met afb. Driekoningen, met afb. Feuilleton. IIIUinillllMINlM HLTSJES Wat züflaclt, en wat hij Naar het Italiaansch van PAOLA LOMÜROSO. Maria stond in het station en wachtte den trein af, die haar binnen weinig minuten haar man zou terugbrengen. Wat hadden die acht dagen, dat hij weg was geweest, haar lang toegeschenen! Een beetje angst, een beetje jaloerschheid, een beetje sentimentaliteit waren langzamerhand haar hart binnengedrongen en daardoor was haar liefde opgefrischt, evenals een stortregen de kleuren der kiezelsteenen, die droog in het zan<l liggen, weer verlevendigt. Zij was bang, 's nachts alleen te slapen slechts met het dienstmeisje in huis en nadat zij de veiligheidsketting had nagezien en met een kaars alle donkere hoekjes doorzocht, sprong zij bevend in bed en kneep haar oogen stijf dicht. Maar zelfs in haar slaap werd zij gefolterd door een bericht dat zij weken geleden in een courant had gelezen : hoe twee vrouwen, die alleen in huis waren, vermoord werden, terwijl de man aan de telefoon, op een afstand van zestig kilometer, alle phases der bloedige tragedie volgde. Dan dacht zij vol twijfel en vol verlangen erover na, wat hij op dit oogenblik wel zou doen. Zou hij aan haar denken, zou hij be zorgd over haar wezen, zou hij verlangend uitzien naar het oogenblik dat hij weer bij haar zou zijn ? Werd hij door den prikkel der jaloezie gekweld, nu hij niet kon weten wat zij zoo alleen uitvoerde? O, neen! Hoe graag zij het ook gewild had, hij had zich nooit verwaardigd in zijn brieven te vragen : Wie heb je gezien ? Wat heb je gedaan ? Ben je uit geweest ? En zij voelde het als een soort vernedering, dat hij zoo absoluut zeker van haar was, dat hij de kostbaarheid van haar bezit niet scheen te beseffen. En van deze overpeinzingen ging zij onge merkt over tot zoete herinneringen. Zij dacht aan hun teederheid als geëngageerd paar. aan de brieven, die zij eiken dag stuurden (samen hadden zij elkaar er ongeveer vijf honderd geschreven!) en aan het magnetische fluïdum. Als hij toen de courant las en zij hem dan strak aankeek met den wenseh, dat hij op zou staan en naar haar toekomen, dan ge hoorzaamde hij, omdat hij onder haar invloed was. Maar wanneer zij nu de proef nam, zeide hij: Wil je de courant hebben, lieve kind? Je krijgt hem zoo dadelijk." Terwijl zij zoo in zijn afwezigheid de gegeheele toonladder van die verschillende ondervindingen doorliep, had zij steeds voor hem gewerkt. Zij had het huis laten schoon maken en zijn sehijftafel en boekenkast voor hem opgeruimd. Alle leelijke, oningebonden boeken waren op de bovenste en de mooie bandjes op de onderste plank gezet, en op zijn lessenaar prijkten zooveel bloemen als op een klein altaar. En nu stond zij op hem te wachten, zooals vroeger, toen zij nog geëngageerd waren en hij met Kerstmis of met Paschen overkwam; en het oogenblik van aankomst was altijd het prettigst, want hun verder samenzijn werd overschaduwd door de gedachte aan het af scheid. Eindelijk komt de trein snuivend en bla zend binnen. Zij kijkt de wagons langs en daar staat bij al naast haar l Dag, lieveling." Zij zou hem graag hebben gekust, maar hij zeide, dat hij zwart was van den rook en den stof en haar schoone witte japon zou vuil maken. Dat was waar. Zij gingen samen het station uit en stapten in een rijtuig. Zij bad zoo graag gehad, dat hij zeide : Wat lief van je, me te komen afhalen!" Maar hij zeide: Wacht nog even, ik moet zien, of mijn kotters er wel zijn." En toen telde hij de verschillende stukken. Zij had zoo graag gehad, dat hij zeide : Arm kindje, wat heb ik dikwijls aan je gedacht eri het betreurd, dat ik je alleen moi'St laten ! ' Maar hij zeide ontstemd : Wat een hiite! Je mag van geluk spreken, lreve kind, dat je rustig tehuis kon blijven. Het is haast niet uit te houden ; 's zomeis met zoo'u stof, rook en hitte te reizen : Zij zeide : Dus ben je blij, dat je weer thuis bent?" O, natuurlijk, en vooral verheug ik me in het voo;uitzicht, zoo dadelijk een lekker koud bad te kunnen nemen." Heb je al mijn brieven gekregen?"' In die brieven had zij hem dag voor dag al haar verschillende genoegens, schrikken en teederheden geschreven. Maar in plaats van te zeggen : Arm vrouwtje, was je 's nachts zoo bang? Heb je veel aan mij gedacht ?" enz., antwoordt hij : Ja, allemaal gekregen en gelezen, en dat was geen kleinigheid ! Maar, lieve schat, wat zijn dat nu voor kindeiachtigheden, 's nachts niet te slapen en bang te zijn ! Het is hoog noodig dat je je leert beheerschen ; je bent geen kind meer l'1 Zij klimmen de trappen op en komen hun huis binnen. Hij gaat dadelijk naar zijn studeerkamer, en zij blijft op den drempel staan oni te zien wat de uitwerking is, wanneer hij merkt dat alles zoo schoon en netjes is. Wat een terpentijnlucht! En lieve God... wat een bloemen!., ik zal niets meer kunnen vinden .. . Waar is mijn verhandeling over de chemie, die ik hier neergelegd had ? Wat doen jullie vrouwen toch zcndeiling, als jullie opruimt!" Hij gaat naar de badkamer, terwijl zijn vrouw terneergeslagen voor het raam staat te wachten en met moeite haar tranen inhoudt. Is dit de zoolang verwachte blijdschap van zijn terug komst? Lieveling, zou je me even mijn scheergereedschap willen aangeven? Het ligt in den handkoffer." Zij reikt het hem aan en gaat weer terug naar den koffer, waarin zij verschillende dingen heeft gezien, die haar aandacht trekken. In een hoekje ziet zij haar brieven, die brieven, die hij, naar zijn woorden te oordeelen, nauwelijks heeft gelezen, netjes samen gebonden, en daar is ook de roode zijde, die zij hier in geen enkelen winkel heeft kunnen vinden en het boek waarvan zij lang geleden (misschien wel drie maanden) heeft gezegd, dat zij het zoo graag zou willen lezen... Zij stormt aangedaan de badkamer binnen. O lieve man, wat ben je toch goed! Je hebt aan de roode zijde en aan het boek gedacht, hoewel ik er niets van had gezegd !'' ,,Geen wonder ! Je hadt me zeker wel hon derdmaal verteld, dat je je werk niet af kon maken zouder die zijde. Dus knipte ik kort voor mijn vertrek een staaltje af; en zooals je ziet heb ik het erbij kunnen vinden." En het boek ! Wat lief van je, daaraan te deuken ! Daarvoor moet ik je een zoen geven. ..." En hij, in plaats van te antwoorden: Kom dan maar hier, lieveling!" zegt: Zoo dadelijk, hoor, als ik mij verder heb gewasschen." Ous je houdt toch veel van mij, lieveling? Je hebt aan mij gedacht?" Heb je ten oogenblik, ook maar een oogenblik daaraan getwijfeld? Dat is jou en mij onwaardig! Je bent mijn oogappel, mijn eenige liefde !" Zoo behoorde hij te antwoorden ! Maar in werkelijkheid zegt hij onverschillig: Laten we nu geen onzin praten. Ga liever eens kijken of het eten klaar is, want ik verga van den honger !" Hoe de (tegenwoordige) commandant van het Koloniaal Werfdepöt de werving aanmoedigt. Aandoenlijk treurige klucht (fragment) in nog onbekend aantal bedrijven, door TH. KI.EIJ. Ie Bedrijf', l'laats der behandeling : de bin nenplaats van de kazerne te Harderwijk. Personen : de commandant, de beide com pagnies-commandanten, de mr. kleermaker, twee foeriers, eenige nieuw aangenomen pas in uniform gekleede manschappen ; terzijde en op den achtergrond : Onder officieren, korporaals en soldaten. Tijd der handeling: 1ste halfjaar l'JOó, 's morgens l P i uur. De compagnies commandanten staan met de foeriers gereed om de nieuw gekleede menschen aan hun commandant te presenteeren ter beoordeeling of de kleeding goed passend is, (z. g. kleeding keuren). De commandant komt uit zijn bureel. De foeriers noemen de namen der man schappen, hun herkomst, hun ambacht of laatste betrekking, enz. Een foerier: Soldaat N. was wees jongen in het weeshuis te V." De commandant (barsch) : Zóó was jij weesjongen? En heb je dan niets geleerd ? kon je niets beters worden dan koloniaal '."' De soldaat (barsch) : Jawel overste ! maar 't is altijd mijn verlangen geweest om soldaat te worden." De c o m in a n d a n t (barsch) : Hm, zóó ! Nou, maar als je dan zoo graag soldaat wilde worden, dan had je beter gedaan bij 't Hollandsche leger te teekenen, dan behoefde je toch nog geen koloniaal te worden, hè?' De soldaat: Ja, overste ! maar ik wil juist graag naar Indië." De commandant: Nou, je moet 't maar zelf weten," (tot de kapiteins): 't is goed, dank je." Een onderofficier op den achtergrond! brengt den rechterwijsvinger aan het voor hoofd ; de compagnies-commandanten zien elkaar met verbazing, vragend aan ; de oversteverdwijnt in zijn bureel. (Allen af). Einde van het 1ste bedrijf. IIIIHtlMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIllllnilllllllllllllllllMIIMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII^ 3e Jaargang. 7 Januari 1906. Red.: C. H. BKOBKKAMP, Damrak 59, Amst. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Alle damvrienden zij een gezegend jaar toegewenscht. Probleem No. 49 is goed opgelost door: S. S. van Baaien, J. del Camho, K. C. de Jsnge, M, Woider, Amsterdam; K. Bouwes, N. Bouwes, D. Kikke, Edam; J. Luteijn, Groede; P. Muilwijk, Groot Ammers; R. C, Broekmeijer, W. van Daalen, J. Fortgens, W. J. A. Matla, C. F. Visse, Haarlem; J. Veersheijm, Hilversum; K. Koster, HoogCarspel; W, Vijn, Hoogewoud; J. Meijer, Nijmegen; T. J. Bouwes, Spijk (.Gr.); E. van Woudenbergh, Zwolle. Partij No. 28. Gespeeld in de Competitie wedstrijd te Amsterdam, 20 December 1.1., tusschen de heeren W. van Daalen met wit en N. Bouwes rnet zwart. Wit. Zwart. Wit Zwart. 1.33 28 18 23 42.40:29 17 22! 2.31 27 12 18? 43.27:18 13:22 3. 27 22! 18: 27 44. 42 37 16 21 4.32:12 23:32 45.32281 22:33 5.37:28! 7:18 40.29:38 21271. 0.39 33 27 47.38 33 10 14 7. 44 39 7 12 48.33 28? *) 14 20! 8. 41 37! 18 22 49. 43 38? 20: 29 9.28:17 12:21 50.3732 27311 10.37 32 13 18 51.28 22 31 30 11. 30 31 17 52. 22 17 30 41 12 33 29? 7 12 53.17 11 41 40 13.47 41 9 13 54. 32 27 40 32!1. 14.41 30 49 55.27 22! 32:49 15.3933 £024 56.11 7 293-4! 10.29:20 15:24 57. 7 2 3439 17.84 30 14 20 58.22 17 39 44 18.50 44 - 10 15 59.17 11? 44 50 19.4439! 1117! 00.11 O 49351 20.31 27? 21 20 Cl. 2 10 50 39 21.2721 10:27 62.1011? 3934! 22.32:21 20 31! 63.11 10 34 l 23.30:27 17:20 04 10 49 9 13 24. 40 41 O 11 65. 49 43 13 19! 25.41 37 11 10 00. 43 32 19 24 26. 37 31! 26: 37 67. 32 49 24 30 27.42 31 12 17 08.49 10 35 49 28.49 44 18 22! 09.10 11 30 35 29.27:18 13:22 70.4540 1:45 30. 38 32! 8 13 71. O l 49 43 31.33 1:8! 22:33 72. l O 43 10 32.39: 28 13 18! 73. 11 50 10 2 33.48 42 19 23 74. O 44 27 34.30:19! 23:14 75.44 49 7 l 35.31 27 5 10 70.49 44 l O! 30.35 30? 20 25! 77.44 49 45 18 37.30 24? 18 23! 78.49 44 18 4 38.28:19 14:23 79.4449 4 221 39.4439 913 80.50:11 0:44 40. 39 34! 3 9! 81. 49: 40 35: 44 41.34 29 23:31 verloren. *) Stand na den 47e zet van zwart' Zwart: 9, 14, 15, 25, 20. Wit: 24, 33, 37, 43, 45. Wij hebben deze serieus gespeelde partij alleen geanaliseerd met vraag- en uitroepteekens, zonder meer, om de amateurs gele genheid te geven een kleine studie hiervan te maken. Behoudens enkele positie-fouten, (in welke partij zullen die niet voorkomen?) meenen wij te Kunnen verklaren, dat hoogstzelden het middenspel van een partij beter werd uitgevoerd dan hier is geschied. Echter, in het eindspel werd niet altijd den juisten weg gevolgd. Indien b.v. bij den 48e zet 33-29 ware opgebracht, de partij zou voor wit vrijwel een gunstig verloop gekregen hebben. Na 33 28 kreeg zwart overwicht, doch moest nog zeer nauwkeurig spelen om zich van de winststelling te verzekeren. Na een inspanning van 4/4 uur, zette de heer Bouwes met eene sierlijke sluitzet de kroon op het werk, als loon voor zijn zware doch grootsche arbeid. De tweede partij tusschen deze voormannen was spoediger beslist, daar wit (den heer Bouwos) zich onbedacht liet insluiten. Jammer, dat ook deze partij niet is genoteerd, daar hieruit zwart (den heer Van Daalen) weder glorievol te voorschijn zou zijn gekomen. Ten einde plaatsruimte te winnen, hebben wij onderstaande tabel zooveel mogelijk in gekort. Na afloop van den wedstrijd geven wij weder de volledige uitslag der gedeelde partijen. Ook maken wij dan gelijktijdig be kend, de uitspraak van de Jury over de op gehouden partijen. In elk vakje staat boven aan het nummer van de partij. C O R RE S P O N D E XTI E-W E D ST R IJ D. Tabel der gespeelde zetten van Zwart. W. Z. P W. Z. p. w. Z. p. w. Z. p. w. Z. p. w. Z. p. w. No. 21. D F 15 20 \o 22. D H * No. 23. D K 9-13 No. 24. D M 24-29 No. 20. ]?: D 38-42 \o. 27. E G 13-18 No. 30. E N 2-7 No. 33. F E 14-19 No. 34. F 2 H 0 No. 35. F * K 21:12 No. 30. F M 17-22 No. 38. G 2 D 0 No. 39. G F 18-23 No. 42. G N 8-13 No. 45. H E IS- 22 Xo. 40. 11 G 9-13 No. 47. II K S- 13 No. 48. II 0 M 2 No. 57. K E S-13 No. 5 S. 'K G 19-23 No. 00. K M 9-14 No. 09. M E 3:14 No. 70. M G 9-13 No. 74. \ D 3-9 No. 75. X * F 19:1C Xo. 70. N II 16-21 No. 77. N K 0-11 Xo. 78. N M 35-49 ?? Voortzritting van partij : Xo. 22. H fout, op 30 kan niet. 35. K 17-22, F .28-J.-7 Gedw. 75. F 14-20, N 25:14

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl