Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMS TE B DAMMER WEEKBLAD VOOB NEDERLAND.
No. 1489
Deze credietvragende onderneming neemt
ook inschrijvingen aan op twee ton
aandeelen in de mij n bon wm pij Totok, tegen den
koers van 115 put. .Aandeelhouders hebben
recht van voorkeur, evenals de obligatie
houders, idp de door de aandeelhouders niet
gevraagde stukken.
De zusterinstelling de Redjcmg Lebong kon
den koers van 600 pCt. niet handhaven. De
productiecijfers van de eerste 11 maanden
van 1905 zijn gunstig. In die periode werd
gewonnen bijna 34.000 ounces goud f n ruim
197.000 ounces zilver, tegen bijna 30.000
ounces goud en 176.000 ounces zilver in het
zelfde tijdvak van 1904. Dat zou voor de
aandeelhouders nog al wat beloven. De ge
schiedenis van deze bijna negenjarige onder
neming gaf de Groene een tweetal jaren
geleden. Na veel lijden werden de aandeel
houders over 1903 verblijd met 20 pCt., over
1904 werd 22 pCt. uitgekeerd. Als het divi
dend over 1905, in verband met de meerdere
productie, bijv. berekend wordt op 25 i\ 30
pCt. dan geven deze stukken naar den
tegen?woordigen koers ongeveer 4 5 pCt. rente.
Is dat Voor een mijnbouwpapier niet wat
weinig? De laagste koers was in 1904 nog
slechts 23'4, de hoogste 285 pCt. De
Transvalia's c. v. a. behaalden een avans van 110 Vi
tot 118 en pref. dito's van 11154 tot 119}* pCt,
Tabakken vroöljjk in verband met gunstige
verwachtingen van den oogst.
In de groep van de lichtende petroleum
zette i de Russian hare rijzende beweging
verder van 70 tot 83 pCt. voort. De
Schibayeff kon van 461A tot 52>8, de Shell van
111 tot 116K en de Sumpal van 59^ tot
60 opwaarts gaan. De Moesi Ilir zal door de
Koninklijke worden overgenomen.
De Koninklijke publiceert over het laatste
boekjaar bevredigende productiecijfers, twee
millioen units meer dan verleden jaar. Voor
de Int. Rttmeenécke verminderde de opbrengst
van de eerste helft van het boekjaar van
27.3 tot 25.5 millioen K. G.
In de lange lijst der amerikaansche spoorwegen
vind ik in mijne wekelijksche koersverge
lijking voor het meerendeel blauwe streepjes.
Daardoor worden de koerverbeteriagen aan
geduid. Atchison c. v. a. avanceerde van S7
tot 96%, Ches van 54% tot 56 K pCt., Rockies
van 23% tot 24K, Denver van 37J>s tot 38 pCt.,
Ene van 46% tot 48^ pCt., Southern
Railway van 34% tot 36% pCt., Union Pacifie
140% tot 147% pCt., commons Gulf van
33% tot 35% pCt., en pref. dito's van 00
. tot 68% pCt.
De Kansas City Southern zou 5.1 millioen
dollars 5 pCt. zesjarige notes uitgeven. Den
aandeelhouders zouden deze stukken tegen
den koers van 95 pCt. aangeboden worden.
Een syndicaat zou gevormd zijn. Aanvragen
tot deelneming daarin zouden reeds 3 of 4
maal het beschikbare bedrag overtreffen.
Houders van pref. aand. Clev. Ome. Chicago
en St. Louw kunnen als dividend 1J4 dollar
incasseeren.deLake Shoreen Michigan Southern
spoor heeft een halfjaarlijksch dividend aan
gekondigd van 4 pCt. en de Penns. Rw. Cy
een dito dividend van 5 pCt. De
halfjaarlijksche uitkeering op de pref. Norfotl-'s is
bepaald op 2 pCt. en de Pittsburgh Cinc.
Chic. & St. Louis stelt voor de gewone een
halfjaarlijksch dividend van l *A pCt. en voor
de pref. aand. 2 pCt. beschikbaar.
De Chicago Rock Mand <t Patitic Railroad
zou groote sommen besteden voor verbete
ringen en rollend materieel. Volgens
mededeelingen van de directie, 14% millioen dol
lars. Daarom is het dividend bepaald op
IJf'pCt. tegen 2 pCt. verleden jaar; en om
dezelfde reden is het Januari-dividend op de
pref. aand. Koek Island gepasseerd.
Voor vela amerikaansche spoorwegonder
nemingen evenwel vind ik betere ont
vangsten. En dat is ten slotte toch maar de
hoofdzaak.
Van de hollandsche sporen doet de H..TI.
S.M. een beroep op de geldmarkt. Zij geeft
een 3M pCt. leening van twaalf millioen
gulden uit. Dinsdag a s. worden de aanvra
gen ingewacht tegen den koers van 97 pCt.
De tegenwoordige 3 K pCt. obligatiën ont
moet ik heden op de prijslijst voor 071A pCt.
Voor rustige beleggers schijnen deze stukken
byna even aantrekkelijk ais N. W. S. Bij
naasting of vervallenverklaring van de Mpij
is de Staat der Nederlanden bevoegd zich
als schuldenaar der leening in hare plaats
te stellen. Ook de aandeelen verdienen wel
de aandacht. De Staat toch is ten allen tijde
tot naasting gerechtigd. En de Mpij kan de
naasting vorderen, als gedurende twee achter
eenvolgende jaren het uitgekeerde dividenJ,
vermeerderd met de uitkeering aan den
Staat, met de verplichte afschrijving op het
lollend materieel en disagio en met de
onverdeelde winst, minder dan 6 pCt. be
draagt. Gedurer.de de laatste jaren keerde
zij 4 pCt. aan de aandeelhouders uit.
Van de buitenlandsche Sporen kon de
Warschau- Weenen verbeteren van 124 tot
131 pCt., in verband met de berichten aan
gaande het eindigen van de staking en bij
de Amerikaansche diversen: Am. Car &
foundry c. v. a. van 39/i tot 40 VïpCt.,
Am. Hide & Leather van 37-K tot 41 pCt,,
de Commons Steels van 39*15 tot 42 Va pCt.
en de pref. van 105!%5 tot 100%. Het 4e
kwartaal 1904 zou nogal gunstig geweest
zijn. Ook Peruvian avanceerden wat in verband
met ontvangstvermeerdtring in December.
Ten slotte aan houders van BruaseltcLe
loten van 1886 de mededeeling dat voor
conversie de stukken afgestempeld zouden
moeten worden. Zij zouden de coupon per
l Juli 1906, dadelijk kunnen incasseeren en
deelnemen zoowel aan de vervroegde trek
kingen als aan die van de nieuwe
leening. De inwisseling van de obligatiën
zou waarschijnlijk gedaan moeten worden
tusschen 10 Januari en 15 Februari a.s.
* *
J. E. te H. Nog wat houden nu.
Amsterdam, l
Heerengr. 567, J 4 Jan. 190G. D. STIGTER.
BussumBorneo.
Soldatenvoeding.
WelEd. heer D. van do- Sluijn, directeur
veemarkt en abattoir Amsterdam
Geachte heer van der Xltujs!
Met belangstelling werd door mij kennis
genomen van eenen door u tot mij
gerichten open brief in dit blad van 31 Dec.;
zelfs met zeer veel belangstelling, want ik
merk daaruit, dat de inhoud van mijn schrij
ven van 13 Dec. niet geheel wordt gene
geerd en ik dus de hoop nog mag koesteren,
dat aan den militien beter kwaliteit vleesch
tot voedsel verstrekt zal worden.
Houd mij echter ten goede, dat de weinig
beteekenende inhoud van uwen open brief
mij teleurstelde en m.i. volstrekt niet recht
vaardigt, uwe voorbarige conclusie, dat
wanneer ik u niet voor 15 Jan. beantwoordde,
ij het recht had mijn schrijven
ondooracht, niet der sake kundig en niet toepas
selijk op de keuring bij de marine te ver
klaren.
Tegen de hoofdzaak van mijn betoog gaat
gij niet in en kunt gij ook niet ingaan,
want het is u even goed als mij bekend,
dat de aannemingsom voor het vleesch te
leveren aan de gevangenissen steeds
hooger is dan de aannemingsom voor het vleesch
te leveren aan leger en marine. Ik gaf te
kennen, te vermoeden dat die aanneming
som voor de gevangenissen hooger moest
zijn omdat de controle bij de burgelijke
maatschappij beter zal zijn dan bij de mili
taire. Bekend genoeg toch is het, dat in
dien de gevangene aanmerking op de voe
ding heeft, hij die klacht zal uiten bij het
bezoek van domino of pastoor en dat dus
bekendheid aan die klacht zal worden ge
geven. De militien zal zich echter wel twee
maal bedenken eer hij klaagt; het klagen
toch is in strijd met het militair régime
smoel houden en gehoorzamen.
Ik wees er op, dat volgens
courantenberichten, voor het eerste halfjaar van 1906
de levering van vleesch voor de soldaten
te Amsterdam is gegund aan Benjamin
Noot voor ruim 54 et. per K . Het is u
evengoed als mij bekend dat voor ruim
54 et. per K.G. geen goede kwaliteit vleesch
geleverd kan worden. Gij weet ook dat
Benjamin Noot geen filantroop is, die uit
liefde tot den soldatenstand het beste vleesch
voor den minsten prijs zal leveren, maar
dat hij, wat zijn recht is, voordeel uit de
leverantie zal trachten te halen. Hij, die
met de gunning belast is, had dit ook
moeten weten en bet was veel beter voor
eenen dergelijken prijs, niet aan den minsten
inschrijver te gunnen. Gij als directeur van
het abattoir te Amsterdam keurt ook vierde
kwaliteit vleesch goed, d.w.z. het wordt
door u, voor de corsuuitie niet afgekeurd.
Ik keur bij leger en marine de keuring
als zoodanig niet af; ik wil niet beweren
dat goedgekeurd wordt wat voor consumtie
ongeschikt is, maar ik zou wenschen dat
bij die dure departementen hoofere eischen
aan het ie leveren rleesch zouden worden
gesteld.
Dit, wat de hoofdzaak van mijn betoog
was, laat gij echter onaangeroerd maar
vraagt nadere inlichting omtrent de ver
zending van slachtvee van Purmerend naar
den Helder om voor de marine te dienen
en eenig deugdelijk bewijs dat de
vleeschkeuring bij de marine te wenschen overlaat.
Wat de wijze van verzending van het
slachtvee van l'urmerend naar Den Heller,
eigentlijk tot de zaak afdoet, is mij niet
recht helder; ik wil echter gaarne aan uw
verzoek voldoen en u niededeelen, dat bij
open water zulks steeds geschiedt per
motorschuit van schipper Ligthart.
Uw onbekookte aanval nïopt mij, iets
mede te deelen wat juist niet voor publi
catie bestemd was.
Uit de registers der vereeniging tot onder
linge verzekering van voor de slachtbank
bestemd hoornvee te Purmerend blijkt, dat
in 1905 werden ingeschreven als verkocht
aan de firma, die de marine te Herder heeft
aangenomen, 124 stuks. Veertien maal werd
onze gedelegeerde naar den Helder geroe
pen, omdat bij slachting het. beest bleek
aan tuberculose te lijden; nmaal werd
schadevergoeding gewijgerd en 13 maal
uitbetaald als volgt:
l beest t. w. v. f 105.?schadevergoed. ?45.
165.
; 152.50
140.152.50
170.
177.50
170.
166.
145.
155.
140.
175.
, 25.
50.
90.
25.
35.60.
., 20.
., %.
72.50
.. 65.
80.
,20.Gij, als der zake, kinidig, kunt
beoordeelen, dat wanneer bij beesten ter waarde
van ? 140 schadevergoeding van ? 80 en
? 90 wordt gegeven, welk soort beest dat
is en in welke conditie dat vleesch moet
verkeeren. Waren bovengenoemde beesten
bij u aan het abattoir geslacht dan waren
er misschien van vernietigd, maar zeker
zouden zij gesteriliseerd of ingezouten zijn.
Gij weet even u'oed als ik dat met het
toekennen dier schadevergoeding in Den
Helder en in de meeste plaatsen van ons
land zoo goed als niets wordt bereikt. De
beesten worden zoogenaamd uitgevliesd en
daarna door marine, leger en publiek ge
slikt, maar zoolang er geen rijkskeuring op
het vleesch komt, zal hierin wel geen ver
betering komen, (iij kent evengoed als ik
de zoogenaamde soklatenkoe"', ik zou wil
len dat die speciale koe voortaan tot het
verleden behoorde, maar dat zal niet ge
beuren, wanneer aan de minste inschrijvers
het vleesch tot te lage prijzen wordt gegund.
Ik herhaal: de keuring bij leger en marine,
als zoodanig, wordt door mij niet beoor
deeld, maar de eischen aan het te leveren
vleesch behooren hooger te worden gestold.
Met verschuldigde gevoelens uw d\v. dn.
P u r m e r e n d, Jan. 1900.
('i'i;x. UK GOEDE H/.
III mm MIMI IMMI MMMIIMMI l IIIMI M H 11111111111III1111111
BOEKAANKONDIGING.
Orchidee, door MEI ATI VAN JAVA. Utrecht,
A. W. Bruna en Zoon.
Alweer een feministische roman! Of is 't
een antifeministisehe? Neen, dat geloof ik
nit-t. Orchidee, bij verkorting Idee, is een
studentje in de classieke letteren, haast een
caricatuur, maar zij wekt meer mededoogen
dan spot. Ze is het weerlo-oze slachtoffer van
een onmogelijken vader, die van zyn doch
tertje een soort wonderkind, iets heel bij
zonders maken wil. Dat hij haar door slechte
voeding en slechte opvoeding niet physiek
en moreel ten gronde richt, is verhinderd
door omstandigheden van zijn wil onafhan
kelijk. Da vent heeft eigenlijk geen hart;
hij neemt 't zijn lief, geleerd, onbeholpen
meisje kwalijk, dat zij de oude baboe, die
haar uit Indiëgevolgd is, wil verplegen;
en zoo er toch nog zoo iets als een hart in
hem gevonden wordt ten slotte, dan is het
in de maagstreek, niet precies op de rechte
plaats.
Gelukkig, dat Idee met andere meisjes
kennis maakt en vooral, dat zij den student
Ludo ontmoet. Ludo is, als alle jonge mannen,
die door vrouwelijke auteurs worden
geteekend, een beetje lichtzinnig zij vinden niets
erger dan, dat een man saai is maar hij is
ook goedhartig en handig.
Waartoe de kennismaking tusschen Idee
en Ludo leidt, zal ik maar niet vertellen.
Tot uw geruststelling diene dat 't boek
blijeindig is.
Er gaat Idee, als zij het werkelijke leven
en de liefde leert kennen een nieuw licht
op over de classieken. pag. 246.
Zij had haar oude vrienden Cicero en
Plato vroeger ook wel gelezen, maar nu haar
hart ontwaakt is voor een meer dan plato
nische liefde, voelt ze pas, wat er in die
oude wijsheid schuilt. Overigens is Plato
niet wat men noemt lichte lectuur.
Eens zal Idee aan de wereld toonen, dat
een geleerde docteres tevens zijn kan een
echte, lieve en liefhebbende vrouw. Het zij zoo!
Z n d m. v. H.
Inhoud van Tijdschriften.
De A'A'e Eeuw, Ie all. 1900 : Warhofd, door
Adriaan van Oordt. Gedichten van J.
Reddingius. Provincie en de conferentie.
Schetsen van Frans Erens, door L. van
Deyssel. ? Aanteekeningen o /er Tooneel, door
Herm. Heijermans Jr. Williara Nicholson,
door J. A. Idema?Greidanus. De
Tweezaamheid, door H. van Treslong.
Onze Eeuw, Jan. 1906 : Onder den Brandaris,
door G. F. Haspels. Het Schillerjubi eum
in 1905, door E. F. Kossmann. Het
Amsterdamsche bouwconflict, door jhr. mr. H.
Srnissaert. Een '"oorgeschiedenis van Europa,
door prof. dr. K C. Kogge. Vleugels, door
C. A. Worp?Kuland Holst. Onze Leestafel.
De Beweging, Jan. 1906: Oog en Oor, door
Fred. van Eeden. Sir Philip Sidney
Jacqes Perk, (I), door dr. J. Prinsen Jlzn.
Verzen, door L. S. Hijlsma. De Kleine
Johannes, derde deel, (vervolg), door Fred.
van Eed en. Uit den Cyclus Sint Jans
Cot", door W. L. Penning Jr.
Kantteekeningen op het Indische Begrootings-debat,
door mr. P. Brooshooft. De
Begrootingsdebatten, door mr. P. J. Troelstra. Boeken,
Menschcn en Stroomingen, door Albert
Verwey. Boekbeoordeeling.
De Katholiek. Jan. 1900 : Niobe, door dr.
Jos. Schrijnen. Valsche zekerheid ? door
J. Th. Beijsens. De onschuld van den
H. Cyrillus van Alexandriöaan den moord
op Hypatia. Het geschilpunt, de voornaamste
bronnen, de moderne schrijvers, door dr. L.
J. Sicking RénéBazin, door M. S.
Herfstliederen. Kerstmis-voor-gevoel-Nieuwjaar,
door FelixKutten.?Letterkundige kroniek.
Nieuwe uitgaven.
Eigen Haard, No. l: De bittere druppel,
door Louise B. B., I. Visch aan de
Gelderschekade, met af b. De oude vischmarkt
te Amsterdam, naar een foto van dr. E.
Neuhamer. Een kwart-eeuw poütie-man, Hen
drik Johannes Versteeg, door F. W. de Jong,
met afb. Van den doeden zomer, door
Naunie van Wehl. Stadsgezicht, door Jer".
de Vries. Stadsgezicht, naar een aquarel
van J. Maris, in bruikleen afgestaan aan het
Rijks Museum te Amsterdam, 'door den heer
J. C. J. Drucker te Londen. Het werken in
samengeperste lucht, door Th. F. A. Delprat,
met afb. Driekoningen, met afb.
Feuilleton.
IIIUinillllMINlM
HLTSJES
Wat züflaclt, en wat hij
Naar het Italiaansch van PAOLA LOMÜROSO.
Maria stond in het station en wachtte den
trein af, die haar binnen weinig minuten
haar man zou terugbrengen.
Wat hadden die acht dagen, dat hij weg
was geweest, haar lang toegeschenen! Een
beetje angst, een beetje jaloerschheid, een
beetje sentimentaliteit waren langzamerhand
haar hart binnengedrongen en daardoor was
haar liefde opgefrischt, evenals een stortregen
de kleuren der kiezelsteenen, die droog in
het zan<l liggen, weer verlevendigt. Zij was
bang, 's nachts alleen te slapen slechts
met het dienstmeisje in huis en nadat zij
de veiligheidsketting had nagezien en met
een kaars alle donkere hoekjes doorzocht,
sprong zij bevend in bed en kneep haar
oogen stijf dicht. Maar zelfs in haar slaap
werd zij gefolterd door een bericht dat zij
weken geleden in een courant had gelezen :
hoe twee vrouwen, die alleen in huis waren,
vermoord werden, terwijl de man aan de
telefoon, op een afstand van zestig kilometer,
alle phases der bloedige tragedie volgde.
Dan dacht zij vol twijfel en vol verlangen
erover na, wat hij op dit oogenblik wel zou
doen. Zou hij aan haar denken, zou hij be
zorgd over haar wezen, zou hij verlangend
uitzien naar het oogenblik dat hij weer bij
haar zou zijn ? Werd hij door den prikkel der
jaloezie gekweld, nu hij niet kon weten wat
zij zoo alleen uitvoerde? O, neen! Hoe graag
zij het ook gewild had, hij had zich nooit
verwaardigd in zijn brieven te vragen : Wie
heb je gezien ? Wat heb je gedaan ? Ben je
uit geweest ? En zij voelde het als een soort
vernedering, dat hij zoo absoluut zeker van
haar was, dat hij de kostbaarheid van haar
bezit niet scheen te beseffen.
En van deze overpeinzingen ging zij onge
merkt over tot zoete herinneringen. Zij
dacht aan hun teederheid als geëngageerd
paar. aan de brieven, die zij eiken dag stuurden
(samen hadden zij elkaar er ongeveer vijf
honderd geschreven!) en aan het magnetische
fluïdum.
Als hij toen de courant las en zij hem dan
strak aankeek met den wenseh, dat hij op
zou staan en naar haar toekomen, dan ge
hoorzaamde hij, omdat hij onder haar invloed
was. Maar wanneer zij nu de proef nam,
zeide hij:
Wil je de courant hebben, lieve kind?
Je krijgt hem zoo dadelijk."
Terwijl zij zoo in zijn afwezigheid de
gegeheele toonladder van die verschillende
ondervindingen doorliep, had zij steeds voor
hem gewerkt. Zij had het huis laten schoon
maken en zijn sehijftafel en boekenkast voor
hem opgeruimd. Alle leelijke, oningebonden
boeken waren op de bovenste en de mooie
bandjes op de onderste plank gezet, en op
zijn lessenaar prijkten zooveel bloemen als
op een klein altaar.
En nu stond zij op hem te wachten, zooals
vroeger, toen zij nog geëngageerd waren en
hij met Kerstmis of met Paschen overkwam;
en het oogenblik van aankomst was altijd
het prettigst, want hun verder samenzijn werd
overschaduwd door de gedachte aan het af
scheid.
Eindelijk komt de trein snuivend en bla
zend binnen. Zij kijkt de wagons langs en
daar staat bij al naast haar l
Dag, lieveling."
Zij zou hem graag hebben gekust, maar
hij zeide, dat hij zwart was van den rook en
den stof en haar schoone witte japon zou
vuil maken.
Dat was waar. Zij gingen samen het station
uit en stapten in een rijtuig.
Zij bad zoo graag gehad, dat hij zeide :
Wat lief van je, me te komen afhalen!"
Maar hij zeide:
Wacht nog even, ik moet zien, of mijn
kotters er wel zijn."
En toen telde hij de verschillende stukken.
Zij had zoo graag gehad, dat hij zeide :
Arm kindje, wat heb ik dikwijls aan je
gedacht eri het betreurd, dat ik je alleen
moi'St laten ! '
Maar hij zeide ontstemd :
Wat een hiite! Je mag van geluk spreken,
lreve kind, dat je rustig tehuis kon blijven.
Het is haast niet uit te houden ; 's zomeis
met zoo'u stof, rook en hitte te reizen :
Zij zeide : Dus ben je blij, dat je weer
thuis bent?"
O, natuurlijk, en vooral verheug ik me
in het voo;uitzicht, zoo dadelijk een lekker
koud bad te kunnen nemen."
Heb je al mijn brieven gekregen?"' In die
brieven had zij hem dag voor dag al haar
verschillende genoegens, schrikken en
teederheden geschreven.
Maar in plaats van te zeggen : Arm
vrouwtje, was je 's nachts zoo bang? Heb je
veel aan mij gedacht ?" enz., antwoordt hij :
Ja, allemaal gekregen en gelezen, en dat
was geen kleinigheid ! Maar, lieve schat, wat
zijn dat nu voor kindeiachtigheden, 's nachts
niet te slapen en bang te zijn ! Het is hoog
noodig dat je je leert beheerschen ; je bent
geen kind meer l'1
Zij klimmen de trappen op en komen hun
huis binnen. Hij gaat dadelijk naar zijn
studeerkamer, en zij blijft op den drempel
staan oni te zien wat de uitwerking is,
wanneer hij merkt dat alles zoo schoon en
netjes is.
Wat een terpentijnlucht! En lieve God...
wat een bloemen!., ik zal niets meer kunnen
vinden .. . Waar is mijn verhandeling over
de chemie, die ik hier neergelegd had ? Wat
doen jullie vrouwen toch zcndeiling, als
jullie opruimt!"
Hij gaat naar de badkamer, terwijl zijn
vrouw terneergeslagen voor het raam staat
te wachten en met moeite haar tranen inhoudt.
Is dit de zoolang verwachte blijdschap van
zijn terug komst?
Lieveling, zou je me even mijn
scheergereedschap willen aangeven? Het ligt in
den handkoffer."
Zij reikt het hem aan en gaat weer terug naar
den koffer, waarin zij verschillende dingen
heeft gezien, die haar aandacht trekken.
In een hoekje ziet zij haar brieven, die
brieven, die hij, naar zijn woorden te
oordeelen, nauwelijks heeft gelezen, netjes samen
gebonden, en daar is ook de roode zijde,
die zij hier in geen enkelen winkel heeft
kunnen vinden en het boek waarvan zij
lang geleden (misschien wel drie maanden)
heeft gezegd, dat zij het zoo graag zou willen
lezen...
Zij stormt aangedaan de badkamer binnen.
O lieve man, wat ben je toch goed! Je
hebt aan de roode zijde en aan het boek
gedacht, hoewel ik er niets van had gezegd !''
,,Geen wonder ! Je hadt me zeker wel hon
derdmaal verteld, dat je je werk niet af kon
maken zouder die zijde. Dus knipte ik kort
voor mijn vertrek een staaltje af; en zooals
je ziet heb ik het erbij kunnen vinden."
En het boek ! Wat lief van je, daaraan
te deuken ! Daarvoor moet ik je een zoen
geven. ..."
En hij, in plaats van te antwoorden:
Kom dan maar hier, lieveling!" zegt:
Zoo dadelijk, hoor, als ik mij verder heb
gewasschen."
Ous je houdt toch veel van mij,
lieveling? Je hebt aan mij gedacht?"
Heb je ten oogenblik, ook maar een
oogenblik daaraan getwijfeld? Dat is jou en
mij onwaardig! Je bent mijn oogappel, mijn
eenige liefde !"
Zoo behoorde hij te antwoorden ! Maar
in werkelijkheid zegt hij onverschillig:
Laten we nu geen onzin praten. Ga liever
eens kijken of het eten klaar is, want ik
verga van den honger !"
Hoe de (tegenwoordige) commandant
van het Koloniaal Werfdepöt de
werving aanmoedigt.
Aandoenlijk treurige klucht (fragment)
in nog onbekend aantal bedrijven,
door TH. KI.EIJ.
Ie Bedrijf', l'laats der behandeling : de bin
nenplaats van de kazerne te Harderwijk.
Personen : de commandant, de beide com
pagnies-commandanten, de mr. kleermaker,
twee foeriers, eenige nieuw aangenomen pas
in uniform gekleede manschappen ;
terzijde en op den achtergrond : Onder
officieren, korporaals en soldaten.
Tijd der handeling: 1ste halfjaar l'JOó,
's morgens l P i uur.
De compagnies commandanten staan met
de foeriers gereed om de nieuw gekleede
menschen aan hun commandant te presenteeren
ter beoordeeling of de kleeding goed passend
is, (z. g. kleeding keuren).
De commandant komt uit zijn bureel.
De foeriers noemen de namen der man
schappen, hun herkomst, hun ambacht of
laatste betrekking, enz.
Een foerier: Soldaat N. was wees
jongen in het weeshuis te V."
De commandant (barsch) : Zóó was
jij weesjongen? En heb je dan niets geleerd ?
kon je niets beters worden dan koloniaal '."'
De soldaat (barsch) : Jawel overste !
maar 't is altijd mijn verlangen geweest om
soldaat te worden."
De c o m in a n d a n t (barsch) : Hm, zóó !
Nou, maar als je dan zoo graag soldaat
wilde worden, dan had je beter gedaan bij
't Hollandsche leger te teekenen, dan behoefde
je toch nog geen koloniaal te worden, hè?'
De soldaat: Ja, overste ! maar ik wil
juist graag naar Indië."
De commandant: Nou, je moet 't
maar zelf weten," (tot de kapiteins): 't is
goed, dank je."
Een onderofficier op den achtergrond!
brengt den rechterwijsvinger aan het voor
hoofd ; de compagnies-commandanten zien
elkaar met verbazing, vragend aan ; de
oversteverdwijnt in zijn bureel. (Allen af).
Einde van het 1ste bedrijf.
IIIIHtlMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIllllnilllllllllllllllllMIIMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII^
3e Jaargang. 7 Januari 1906.
Red.: C. H. BKOBKKAMP, Damrak 59, Amst.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Alle damvrienden zij een gezegend jaar
toegewenscht.
Probleem No. 49 is goed opgelost door:
S. S. van Baaien, J. del Camho, K. C. de
Jsnge, M, Woider, Amsterdam; K. Bouwes,
N. Bouwes, D. Kikke, Edam; J. Luteijn,
Groede; P. Muilwijk, Groot Ammers; R. C,
Broekmeijer, W. van Daalen, J. Fortgens,
W. J. A. Matla, C. F. Visse, Haarlem; J.
Veersheijm, Hilversum; K. Koster, HoogCarspel;
W, Vijn, Hoogewoud; J. Meijer, Nijmegen;
T. J. Bouwes, Spijk (.Gr.); E. van
Woudenbergh, Zwolle.
Partij No. 28. Gespeeld in de Competitie
wedstrijd te Amsterdam, 20 December 1.1.,
tusschen de heeren W. van Daalen met wit
en N. Bouwes rnet zwart.
Wit. Zwart. Wit Zwart.
1.33 28 18 23 42.40:29 17 22!
2.31 27 12 18? 43.27:18 13:22
3. 27 22! 18: 27 44. 42 37 16 21
4.32:12 23:32 45.32281 22:33
5.37:28! 7:18 40.29:38 21271.
0.39 33 27 47.38 33 10 14
7. 44 39 7 12 48.33 28? *) 14 20!
8. 41 37! 18 22 49. 43 38? 20: 29
9.28:17 12:21 50.3732 27311
10.37 32 13 18 51.28 22 31 30
11. 30 31 17 52. 22 17 30 41
12 33 29? 7 12 53.17 11 41 40
13.47 41 9 13 54. 32 27 40 32!1.
14.41 30 49 55.27 22! 32:49
15.3933 £024 56.11 7 293-4!
10.29:20 15:24 57. 7 2 3439
17.84 30 14 20 58.22 17 39 44
18.50 44 - 10 15 59.17 11? 44 50
19.4439! 1117! 00.11 O 49351
20.31 27? 21 20 Cl. 2 10 50 39
21.2721 10:27 62.1011? 3934!
22.32:21 20 31! 63.11 10 34 l
23.30:27 17:20 04 10 49 9 13
24. 40 41 O 11 65. 49 43 13 19!
25.41 37 11 10 00. 43 32 19 24
26. 37 31! 26: 37 67. 32 49 24 30
27.42 31 12 17 08.49 10 35 49
28.49 44 18 22! 09.10 11 30 35
29.27:18 13:22 70.4540 1:45
30. 38 32! 8 13 71. O l 49 43
31.33 1:8! 22:33 72. l O 43 10
32.39: 28 13 18! 73. 11 50 10 2
33.48 42 19 23 74. O 44 27
34.30:19! 23:14 75.44 49 7 l
35.31 27 5 10 70.49 44 l O!
30.35 30? 20 25! 77.44 49 45 18
37.30 24? 18 23! 78.49 44 18 4
38.28:19 14:23 79.4449 4 221
39.4439 913 80.50:11 0:44
40. 39 34! 3 9! 81. 49: 40 35: 44
41.34 29 23:31 verloren.
*) Stand na den 47e zet van zwart'
Zwart: 9, 14, 15, 25, 20.
Wit: 24, 33, 37, 43, 45.
Wij hebben deze serieus gespeelde partij
alleen geanaliseerd met vraag- en
uitroepteekens, zonder meer, om de amateurs gele
genheid te geven een kleine studie hiervan
te maken.
Behoudens enkele positie-fouten, (in welke
partij zullen die niet voorkomen?) meenen
wij te Kunnen verklaren, dat hoogstzelden
het middenspel van een partij beter werd
uitgevoerd dan hier is geschied. Echter, in
het eindspel werd niet altijd den juisten weg
gevolgd. Indien b.v. bij den 48e zet 33-29
ware opgebracht, de partij zou voor wit vrijwel
een gunstig verloop gekregen hebben. Na
33 28 kreeg zwart overwicht, doch moest nog
zeer nauwkeurig spelen om zich van de
winststelling te verzekeren. Na een inspanning
van 4/4 uur, zette de heer Bouwes met eene
sierlijke sluitzet de kroon op het werk, als
loon voor zijn zware doch grootsche arbeid.
De tweede partij tusschen deze voormannen
was spoediger beslist, daar wit (den heer
Bouwos) zich onbedacht liet insluiten. Jammer,
dat ook deze partij niet is genoteerd, daar
hieruit zwart (den heer Van Daalen) weder
glorievol te voorschijn zou zijn gekomen.
Ten einde plaatsruimte te winnen, hebben
wij onderstaande tabel zooveel mogelijk in
gekort. Na afloop van den wedstrijd geven
wij weder de volledige uitslag der gedeelde
partijen. Ook maken wij dan gelijktijdig be
kend, de uitspraak van de Jury over de op
gehouden partijen. In elk vakje staat boven
aan het nummer van de partij.
C O R RE S P O N D E XTI E-W E D ST R IJ D.
Tabel der gespeelde zetten van Zwart.
W.
Z.
P
W.
Z.
p.
w.
Z.
p.
w.
Z.
p.
w.
Z.
p.
w.
Z.
p.
w.
No. 21.
D
F 15 20
\o 22.
D
H *
No. 23.
D
K 9-13
No. 24.
D
M 24-29
No. 20.
]?:
D 38-42
\o. 27.
E
G 13-18
No. 30.
E
N 2-7
No. 33.
F
E 14-19
No. 34.
F 2
H 0
No. 35.
F *
K 21:12
No. 30.
F
M 17-22
No. 38.
G 2
D 0
No. 39.
G
F 18-23
No. 42.
G
N 8-13
No. 45.
H
E IS- 22
Xo. 40.
11
G 9-13
No. 47.
II
K S- 13
No. 48.
II 0
M 2
No. 57.
K
E S-13
No. 5 S.
'K
G 19-23
No. 00.
K
M 9-14
No. 09.
M
E 3:14
No. 70.
M
G 9-13
No. 74.
\
D 3-9
No. 75.
X *
F 19:1C
Xo. 70.
N
II 16-21
No. 77.
N
K 0-11
Xo. 78.
N
M 35-49
?? Voortzritting van partij :
Xo. 22. H fout, op 30 kan niet.
35. K 17-22, F .28-J.-7 Gedw.
75. F 14-20, N 25:14