De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 14 januari pagina 2

14 januari 1906 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1490, in zijn ontslag eene onrechtvaardigheid ziet, die hij tot eiken prijs wil hersteld zien ? Tot dusver het zeer belangwekkend artikel van Mr. van Engen. En wij vragen: Is deze handelwijze tea opzichte van een hoofdofficier niet ergerlijk? Is hier geen onrecht gepleegd ? In de zaak Reitsma werden beoordeelingslijst en overplaatsing als wapen gebezigd, ook daar durfde men niet tot strafoplegging over te gaan. Deze laat immers wettig reclame toe ! Doch te Harderwijk konden die middelen niet dienen. Hier wordt naar het pensionneeringswapen gegrepen mee verkrachting van de rechtspositie. Majoor Kley zal trachten herstel van grieven te verkrijgen. - Gegeven de bestaande toestanden houde hij ons ten goede dat wij betreffende het resultaat niet optimistisch zijn gestemd. v. P. De Ign Dragten?Groningen. Een strijd tusschen poorters en dorpelingen. In den laatsten tijd wordt er voor de tot standkoming van een locaalspoor van Gro ningen over Dragten naar Leeuwarden met kracht gewerkt door enkele ingezetenen \an de beide groote ste Jeu van het Noorden, waardoor misschien de uitvoering van de zoo gunstig ontvangen en ver gevorderde tramplannen zouden kunnen worden ver traagd. Hoofdzakelijk spannen zich ervoor de in beide steden gevestigde vereeuigingen tot bevordering van vrn<!iii(l?liH<ji'Hcer..eer en in de laatste dagen zelfs de Centrale" vereenigiiig tot deii bloei van Groningen. Het kan daarom zijn nut hebben, dat deze zaak ook nog eens van plattelandszijde wordt bezien omdat de belanden van groote steden en platteland niet altijd samengain. Zoo bestaat er ten opzichte van deze zaak o. a. dit belangrijk verschil, dat men . ten plattenlande niet zoozeer de behoefte gevoelt aan cn-einddirKjenoerkeer als wel aan 't veikeer van eigen land- en gewestgenooten en zelfs van dat van de naaste buren. Wij hebben hier in 't Xoorden voor beelden hoe heilzaam dit baurteerkeer voor ? de plattelanders werkt, waarop wij straks zullen wijzen. Eerst zullen wij eenige be schouwingen houden en eenige feiten laten spreken naar aanleiding van hetgeen er \oigens de nieuwsbladen vóór een locaal spoor en tegen een stoomtram langs boven genoemde lijnen is aangevoerd. \Vij hopen, dat de liefde voor een tram zoo noodig ' daardoor zal toenemen. Tor verdediging van een spoorweg is onlangs in eene vergadering te Groningen opgetreden de heer Kalif, arnbteijaar bij de Hollandsche Uzeren Spoorwegmaatschappij, welke maatschappij volgens den voorzitter zoo belust is op de exploitatie van dezen spoorweg. De heer Kalff wijst erop, dat de Kamer ' van Koophandel en de Kaadsjommissic te Groningen ten onrechte een voordeel zien in het vele stoppen van een tram, dat maar ergernis en groot tijdverlies geeft. Voor plattelanders, die, zooals ik reeds aan voerde, juist voordeel bij Lmti-teerkeerhebben, zal de ergernis niet zoo groot zijn en het tijdverlies behoeft dit ook niet te wezen. Er wordt verder voorgerekend, dat men, om met een tram van Groningen naar Dragten een afstand van :>o' K.M. te ?komen, 2/4 uur noodig zal hebben. De lijn van Hoogeveen naar Nieuw-Amsterdam "is 35 KM. lang. Deze afstand wordt met zeer veelvuldig stoppen er zijn vijftien officitele hallen op zijn vlugst door den stoomtram afgelegd in 2 uur en twee mi nuten en op zijn langzaamst in 2 uur en twaalf minuten. Dagelijks rijden er ze.-; trammen heen en ;w trammen terug allen in aansluiting op het Staatsspoor en /onda gs oin\ De heer Kalff rekent onsalldén voor, wat een retour Groningen?Dragten per spoor zal kosten en laat de enkele reis buiten berekening. Hij komt dan tot het resultaat dat een retour He klasse per spoor /' 1.10 zal kosten en per train /' j.l') en tot de conclfisie dat het vervoer per spoor d HU 25 pCt. goedkooper is dan per tram. NV ij ?weten niet, of de tramkaartjes op do lijn Dragten?Oroningen, duurder zullen wor den dan die van andere stoom trammen, maar de enkele reis zal per tram toch zeker goedkooper zijn dan per spoor. En nemen ?wij nu eens het tarief van andere stoom trammen. Voor den afstand Hoogeveen 'Nieuw-Amsterdam (.'!5 K.Af.') der eerste Drentsche stoointrarnwegruaatschappij be taalt men /' <).ï>r> per reis tweede klasse dus voor heen en terug of retour (zonder dat men aan eenigen tijd gebonden is), ,2 X f O.ö^of f 1.10 evenals voor 't locaal spoor, dat i!vn K. M. langer zou worden! Voor het traject Zwolle Erica van de Dedemvaart-whe stoomtramweg maatschappij, lang 72 (?2 X ??><>) K.M. betaalt men per tram slechts ? 1.O7"" dus nog 2^ nnt mi.ni/cr dan een retniir (m&t beperkten tijd) over een afstand van 86 K.M. (=: 72 K.M.) per spoor. Zooals gezegd, heeft de -heer Kalff nage laten of vergeten zich over de prijzen der enkelu reizen per spoor uit te laten, wat met met het oog op -rondreizen toch nog wel eens voor zal kunnen komen. Dan wijst de heer Kalff op het voordeel van een locaal spoor boven een stoomtram voor het goederenvervoer. Wij weten al te goed, hoe er geklaagd wordt door de Drent hen: ren, dat ,tot hun groote teleur stelling en tot groot ongerief" verschillende plaatsen aan den Noord-Ooster-Locaalspoor?weg niet zijn opengesteld voor 't vervoer van stukgoederen (o. a. in 't adres van den voorzitter en secretaris van de Asser Han delsvereniging aan Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat dd. 6 December jl.) en adressen van gemeentebesturen en vereenig-ingen (Gaxself-een Ot/oorn) aan de be trokken maatschappij. Per tram worden met zoogenaamde boodschapskaarten de goe deren in plaatsen langs de lijnen gelegen tegen zér laag tarief aan huis bezorgd! Wat het vee vervoer betreft, dit heeft veel vuldig per tram plaats en is veelal goed kooper en gemakkelijker dan per spoor. Do heer Kalft' wijst vooral op het vervoer naar het buitenland, maar Duitschland is voor den invoer van ons vee gesloten. Open stelling is niet spoedig te verwachten! De bewering van den heer Kalff, dat het snelle verkew zeer kan meewerken voor een goede ontwikkeling der bevolking en der landerijen en dat dit van overwegend be lang is voor streken als Peize, Ruien, Leek en het geheele westerkwartier, streken, welke zich zoozeer ontwikkelen kunnen op 't gebied van land- of tuinbouw meenen wij te mogen betwijfelen. Wie eenigszins met deze streken bekend is, zal moeten toegeven, dat deze zich over 't algemeen steeds beter zullen leenen voor veeteelt Men denke slechts aan de uitgestrekte lage hooi- en weidelandeii! Zijn de spoorwegen bevorderlijk voor de ontwikkeling van land en tuinbouw vooral op vervoer van tuin bouwproducten wordt gewezen dan moeten wij daarvan de resultaten zoeken in streken langs de locaalspoorwogen in 't noorden van Groningen en Friesland. Ondernemers mogen echter wel bedenken welk een ramp het is voor den tuinbouw in enkele streken van Holland dat Duitschland dt-a invoer van hunne producten zoo goed als onmo gelijk maakt, waarop o.a. bij de behande ling van de Staatsbegrooting in do tegen,. woordige Kamerzitting is gewezen! Wat de ontwikkeling der bevolking be treft, waarop de heer Kalft' zinspeelt, hier voor behoeven wij slechts op de Groninger Veenkoloniën te wijzen. Die geven in dit opzicht een leerzaam voorbeeld, dat door tramverkeer te platten lande het vereenigingsleven en daarmee de ondernemings geest en vooral de handelsgeest, zoo hoog noodig voor vooruitgang op stofte ijk ge bied, wordt opgewekt en aangekweekt. Wij herinneren ons nog den dag, dat wij Veen dam per omnibus moesten bereiken. Daar achter lag Wildervank en dan daar achter een zeer lange minder florissante streek: Stadskanaal, Musselkanaal, ter Apelkanaal met de verschillende monden" en dan kon men in Pruisen stappen ! Het was in den tijd dat de stad Gronin gen hare dure verkoopingen van straatvuünis te Veendam hield en het bestuur doof' was voor de rechtmatige klachten der landbouwers om de conditiën naar billijke eisenen te veranderen, een der redenen waarom men in de veenkoloniën sommige Groningers mannen uit de Middeneeuwen ' noemde! Te Stadskanaal verleenden destijds do Groninger grossiers of hunne vertegen woordigers op enkele dagen van het jaar in de hotels audiëntie om bestellingen van hunne afnemers in ontvangst te nemen. Tegenwoordig zijn te Stadskanaal zelf grossiers gevestigd, evengoed als in Dragten en Gorredijk. Dat dj toestan len in do Veenkoloniën geheel ten goede veranderd zijn, de bewo ners zullen het gaarne willen beamen, dat het tramverkeer hoofdzakelijk deze gunstig*"1 ommekeer in die weinige jaren teweeg heei't gebracht. Een spoorweg laat de dori><>n en r/idt/ichtru. kond''1 liggen oen tram brengt er op'jawektheid en certiei' en veel meer genegenheid om in te stappen. De Veenkolonial'S landboa wbond, die wonderen verrichtte op 't gebied van on derneming?o. a. in haar strijd tegen stad en fabrikanten heeft haar bloei en macht hoofdzakelijk te dan'.:en aan 't bestaan van trani3. Zij vergaderde in 't begin jaar lijks in verschillende plaatsen, waar aangesloten landbouwvereenigiiigen waren gevestigd, wat tengevolge van het uitge breide tramnet door die koloniën niet alleen mogelijk, maai' ook zeer gemakkelijk wus. Wat de/e bond met hare afdeelingen ver richt heeft op't gobisd van handel en onder neming men denke hier o. a. aan de opge richte coöperatieve aardsippelmeeliabrieken die 't Eureka" van de vereenigde fabri kanten spoedig weer deden verdwijnen behoeft hier niet te worden opiresomd. Waren diezelfde veenkoloniën in die vroe gere jaren door ceu spoorweg met de steden verbonden geworden en zonder trams ge bleven, deze resultaten zouden ongetwijfeld nooit zijn verkregen. Voor plaatsen met veel natuurschoon als Jt/>dr», Leek (men denke aan de oude landgoederen Mensinga", Terheijl" en Xienoord") Jirutjtt'ii, OUtrtirp en JieKtuti'i'iiciiinj geeft het tramver keer veel meer verlier dan een spoorweg. Men vo&tige hierbij de aandacht op /.iiid- \ laren - (dat sedert j xren reeds een spoor- | wegstatiou had j vóór en na de tram--or- | binding en verder aan de nog allijd stille dorpjes daar zoo kond" bezijden een spoor lijn gelegen en aan 't verschil mot die welke door een vertier brengende tram zijn ver bonden. Een spoorwegmaatschappij kiest in den regel een weg, die technisch het gun stigst is, en mijdt daartoe zelfs de hoofd dorpen een tramlijn doet zooveel mogelijk de dorpen aan. h'-.rt, llunjer en Oi'norn blijven altijd zoolang ze geen tram hebben -- do stille dorpen van voorheen. GV«, Oosterltexxi'li'll, >'/<??/( eil h'l'lH V01'heugen zich sedert korten tijd in een druk en v rooi ijk vertier, dank zij de voorwaarde door de provincie Drenthe bij 't verleeneu van subsidie gesteld om do tramlijn een omweg langs deze dorpen te doen nemen. Om van de Drentsche dorpen van (lasselternijveen tot Coevorden per locaalsi oor in de hoofdplaats Assen te komen en terug bestaat met de thans bestaande dienstrege ling slechts twee keeren per dag eene goode gelegenheid daar de beide andere treinen te Gasselternijveen geen geschikte aanslui ting hebben. Naar gemakkelijk en gesi'hikt tramverkeer zal men op deze lijn nog huig te vergeefs kunnen itzien ! Vooral bij concurroerendo spoorwegmaat schappijen is de aansluiting in den regel niet in 't voordeel van 't reizend publiek. Nog eens het bunrtverkeer is van 't grootste belang voor de betrokken streek Groningen?Dragten waar aansluiting wordt verkregen met de bestaande tram lijn naar Sneek en de verdere Friesche lijnen. Voor de Veenkoloniën zal veel eerder de be hoefte blijken aan een nieuwe spoor wegver binding. De lijn Stadskanaal?Ter A pel met verdere aansluiting aan de Duitschc lijnen zal wel een kwestie van korten tijd zijn. Nu reeds blijken enkele stations en wissels van de lijn Assen?Stadskanaal te klein te wezen. Daar zijn de toestanden echter geheel anders do bevolking neemt daar veel sterker toe dan in eenige plattelandsstreek in hot Noorden. Huilen en l'ei;-telden l Januari 1844 samen .'1148 inwoners, op l Januari 1905 ólTli. /toriji-r en Oiluoi n samen op die tijdstippon respectievelijk .'!!)'.):! en 17.2Ï7 en de gemeente Emmen op i l Januari 1844 slechts 2450 en op l Januari 1903 reeds 22,908. De laatste gemeente zal, met het oog op de groote verveningen en daaropvolgende cultuur nog het sterkste in zielental blijven toenemen, zoodat'een spoor wegverbinding Ter Apel?Hoogeveen onzes inziens binnen korten tijd veel meer noodig zal blijken dan een dergelijke verbinding van Groningen en Leeuwarden met Sneek en Dragten. In de laatste memorie van ant woord geeft de Minister van Waterstaat dan ook te kennen, dat'Vet plan voor den aanleg van een locaalspoor weg van Sneek of Bozum over Dragton naar Groningen door zijne Excellentie niet kan worden bevonlerd. Op de onlangs gehouden vergadering van de t'c.n/i'üln te Groningen is door vele voor standers van een locaalspoor»og zonder twijfel meer gelet op de belangen van den groothandel der twee groote steden dan op het algemeen belang, vooral op dat van het platteland. DECKXTUM.ISATIE en vrrlu'j'i'nig run Jen ' iitïldenstand is in den tegenwoordigen tijd het zeer toe te juichen pract sche doel van de regeeringen en in het onderhavige geval zullen deze ongetwijfeld veel sterker be vorderd worden door een stoomtram dan door een locaalspoorwog. Wij hopen dan ook, dat de betrokken besturen en particulieren den aanleg van de stoomtram Groningen?Dragten met kracht en met spoed zullen bevorderen tot alKe.neenen bloei van deze schoone lande lijke streek. Een l'roriitciüal. ml in (te Hoofdstad, Het is reedj lang bekend dat Ilenri Marteau een vioolkumtenaar is van buitengevvoue gaven. Zijp. heei-lijke toon, waarin hij alle gewaarwor linaren der ziel kan neer leggen, z'jn nimmer f.ilemle techniek, zijn onber.spelijke zuiverh' i l, ook in de grootste moeilijkheden, zijn voortreffelijke phraseeringskunst, zijn zin voor dynamische schakeeriügen, kor' o. n alle eigenschappen die hij zoo rijkelijk ten toon spreidt op zijn wonderschoon irutrament, hebben hem een plaats verschaft onder de allereerste kun stenaars van den tegr-nwoordiuen tijd. Dat Marteau steeds geneigd is in de bres te springen voor werken van onbekende meesters, moge misschien minder bekend zijn, het bleek ten duidelijkste, toen hij fjon derdag 4 dezer een vioo concert voord:oeg van Emanuel .Moor. De naam van dezen componist was mij tot dusverre slechts bekend uit annonces in mu'.iekbladen, van uitgevers die zijne eompositiën a Iverteeren. £00 wist ik dat ile«e volgens het programma, in J 801 geooren componist, als opus .V,), (i;) en (il, heeft uit gegeven cnn strijk- quartet, een klavieisonate en eeu violuiicel conc< rt. liet werk dat duur Marteau werd voor gedragen, draagt het opuscijfer (12 en bestaat uit vier deelen. Op aaudiingen van Marteau s-chijut de componist een scherzo tii-sscben hft vrue^ere e'erste eu tweede deel te hebben ingelaseht, zoodat het concert afwijkt van den gewonen driedeeligen vorm. Daartegen l/,a\ wel geen ernstige oppositie gevoerd worden. Elk toondichter mag de vrij heid hebben den traditioneelen klassieken vorm uit te breiden, indien zijn gedachtengang hem hiertoe noo Izaakt. Het komt- mij voor dat de componist goed gedaan heeft, dtn raad van zijn vriend op te volgen ; want tiisscheii het niet al te snelle eerste deel en het Adagio maakt het Presto (tweede deel) een zeer goed ell'eet. In zekeren mi zou ik dat stuk zelfs als het best geslaagde der vier deelcu willen hese hou wen. Er zit de meeste eerih-id in en het loopt vlot. Minder heuben mij de andere deelen kunnen bekoren, ondanks enkele goede eigenschappen. Voor mijn ge voel mis ik daarin de eenheid, die het scherno kenmerkt. Moor werkt te rhapsodisuh. lüj had voor een dergelijke schrijfwijze een ande ren vorm moeten kie/.en. liet concert in n Satz zou veel beter geschikt geweest zijn, om zij a ideeën uit te drukken. \u kan men de muening niet kwijt raken, dat de klassieke vorm hem knelt en drukt en belemmert zich vrij uit te spreken. Jn het programma leest niüii de opmerking, dat de componist het concert wil beschouwd zien als een drama tische scène, waarin de solist zonder ophou den de hoofdrol moet spelen. Uit is voor waar een zeer zonderlinge opvatting van een vioolconcert dat in ?.ij n hooi'ddeelen den sonateen rundovorm tot grondslag geeft. Gaarne wil ik toegeven dat enkele thema's goed gevonden bleken te zijn. Tot een recht dankbare uitwerking kon zelfs de onver gelijkelijke voordrachtskunst van Marteau het conc rt echter niet brengen. Nog een ander concert stond op het pro gramma; n.l. een violoncelconcert van onzen gewaardeerden gast Marteau. Tot mijn leed wezen kan tk over dit nummer niet gunstig oordeelen. Het komt mij voor, dat Marteau geen andere reden gehad heeft om dat stuk zijn ontstaan te schenken, ' als de zucht om ook eens een concert te componeeren. Een zeer uiterlijk motief dus. Van innerlijken drang kon ik niets bespeuren. Het stuk is gemaakt, het is in elkaar gezet, niet ge voeld. Kn wanneer uu de kunde en de com positie-teen uiek van Marteau maar zoover ontwikkel'! waren geweest, om liet stuk toch interessant te maken; wanneer h. v. de instru mentatie, of de motief bewerking de aandacht had kunnen bezig houden, dan nog zou men zich eenigszins kunnen heenzetten over het gemis, aan vinding en zich troosten met de gedachte, dat niet alle geroepenen ook uitverkorenen zijn. Doch dat is helaas niet het geval. Het orchestrale gedeelte van het concert verheft zich niet boven het peil van dilet tantisme. Het mooiste motief is sprekend het hoofdthema uit het Finale van Schumanu's vierde symphonie; een paar andere thema's, eveneens niet kwaad aangewend, worden ons als Schotsche thema's voorge steld. De eenige eigenschap, die het concert gemeen heeft met meer beroemde werken uit de violoneeliitteratuur is zijn moeilijk heid. Den lieer (ierard Hekking, die het concert uit hec hoofd speelde voor een dergelijk incourant werk geen kleinigheid en er blijkbaar al zijn kunnen en talent aan ten koste legde, had ik gaarne' een dankbaarder taak toegedacht. De niet zeer sterke toejuichingen golden blijkbaar in hoofdzaak hem. Pijnlijk moet het voor den steeds zoo gevierden violist geweest zijn, al j componist zoo weinig succes gevonden te hebben. Het zou mij niet verwonderen, als hij op dit oogenblik graag een goed deel van zijn bijval als violist had willen omruilen in grootcr waardeering voor zijn compositie. Het is toch een mefrm.len voorkomend psychologisch verschijnsel, dat een kunstenaar naar het onbereikbare haa'ct, met versmading zelfs van aangeboren natuurgave; en dat te sterker, naar mate het vurig verlangde min der te bereiken is. Mar;eau dirigeerde zelf zijn concert, en bewees daarmede dat hij ook oj> dit terrein vermoedelijk evenmin rijke lauweren zal plukken. De orchestwerken hielden de eer van den avond op. liet waren de ouverture van de opera der Improvisator'' van d'Albert en ,,le Carnaval rornaiu" van Berlioz. Met bijzonder veel genoegen hoorde ik d'Albert's ouverture; het is een pittig, geestig stuk, frisch van gedachte en kernachtig van in houd, alleen maar wat kort, hetgeen echter voor den inhoud der opera wel van pas zal zijo. Over Berlioz' piachtig klinkend en schitterend orchestwerk behoeft niets nieuws te woideii gezegd. De lieer Mengelberg behaalde er een groot tucciS nifde. Het concertseizoen is thans op zijn drukst. Avond aan avond is er wat te doen in de concertzaal zelfs dikwijls twee en meer uit voeringen op n avond. Noch de plaatsruimte in dit blad, noch mijn tijd laten toe alles te relevef ren, zoodat ik voor ditmaal nog slechts een paar woorden wil wijden aan het Koscquirtet uit Weenen. dat thans Toor de tweede maal ons land bezoekt. Sedert de Bohemcrj begonnen zijn hun bewonderenswaardig samenspel wereldkundig te maken, hebben talrijke andere binnen-en huitenlandïche quartetgezei^chappeu van hunne gaven doen blijken, zonder echter het eeistgenoeir.de vieital artisien te even aren. Niettemin was het iii liet vorige jaar reeds aanstonds duidelijk, tlat het Kotcquartet uit Weenen met eere zijn plaats mag innemen onder de qnartelgezel^chappen van beteekenis. Ook dit jaar traden de uitmun tende qudliteiten van de heeren llosc, 11 usitzka, l-'ischcr en Buxbaum in het helderste licht. Zij sp;el'lcn het quartet in Jj-dur van llaydr, opus \3~i van Beethoven en opus 07 van Brahms Het laatste quartel hoorde ik van hen en werd opnieuw getroil'en door den echt gezonden rnuzikalen zin, de ongekunstelde voordracht en de voortreffelijke rhythmiek van hun spel. Niet aftijd kon ik charme vin den in hun loonontwikkeling, speciaal in het forte. Men werd daarbij wel wat veel herinnerd aan het nuiterieele der instru menten. Dit deed zich het meest gevoelen in het eerste Allegro. Bijna geheel niet in het Amlaute. Hier was ook de klank steeds van superieur gehalte. In het derde gedeelte had do alt gelegenheid de mooie melodie, vol rhythmische afwisseling, tot haar recht te djeii komen. Ook het Allegretto met variaties, werd subtiel en met veel fijnge voeligheid gespeeld. De vier kunstenaars uit Weenen hebben hun publiek hier gevonden : zij kunnen de overtuiging koesteren, dat hun sympathiek optreden hier hun een plaats verzekert onder de meest gewaardeerde kunstuitingen, welke in de hoofdstad mogen worden aangeteekend. A.vr. AVKKKAMP. Literair nu II. (*1>A>. Misverstand zal ten allen tijde ont«tann. Daarvoor is niet te waken. Maar merkwaardig is het toch, dat zij die zichze f geroepen achten om goede begrippen te verspreiden, afdwalen en malle meeningen proklameeren dat het 'n aard heeft. Oorzaak hiervan is de literaire toestand van 't oogenblik zelf. De modernen hebben de ou-le garde totaal verslagen en uitgedreven, zelfs zóó, dat geen kampioen, geen vertegenwoordiger, zelfs geen nakomende telg meer bestaat, /ij, die nu schrijven hebhen den verfrisscl.enden invloed van de JV. (i'itlx ondergaan, ; ook al is 't in hun proza niet meer zoo dadelijk te merken. Men durft niet zoo lukraak, niet zoo slap, zoo valsch, zoo ongevoel! de zinnen neerHappen als voor 'Sli. De opruiming heeft winstgevend gewerkt, dit valt niet weg te redeneeren. Maar de antipathie tegen dénieuwlichters is gebleven, werkt door met schimpscheuten ijn geniepigheidjes. Dit gaat ongeveer als volgt : Een boek is naar hun meerling gooi. dan erkent men 't min of meer gul, bespreekt 't werk in neutralen zin, maar deunt 't boek niet naar hun meening dan hebben dadelijk de modernen 't gedaan. Verder valt ouk te be twijfelen of velen die met pak en zak over liepen tot de ware broeders behooren, al weten ze de jongeren nog zoo te vleien. On zuivere stroomen zijn over 't literaire land geslagen, en die laten haar bezinksel achter. En met dit drab wordt nu roudgesmeten. Bij elk'> sterke produktie ontstaan uitwassen, en om elke planeet zijn kleine sterren, dat is niet alleen hier, maar overal 't geval en zoo is 't gegaan door alle tijden heen. En de vluchtige of onkundige recensent verwart dan sterretjes met planeten, en neemt de uitwassen voor wcrkelijken groei. Och ja, ons landje dat zoo prat gaat op univ.-rzeele kui tuur, heeft overvloed van derde en vierde rangsmensehen, die toch gaarne in de eerste rij willen staan. Al is de gi oote cornunsvoyagenr in de letteren dood, zijn tehim waart nog steeds rocd. Zijns gelijken in oppervlak kigheid zijn er weer bij tientallen. Ze praten nu eens de een. dan de andere na, al naar gelang de winden waaien, en ze 't werkje ongestoord kunnen verrichten. De breede plaats, die de dagbladpers gaat innemen, maakt het werkje wel voordeelig. Parasieten? Welnee, ze lichten het publiek in. Ze doen het naar hun beste overtuiging, wat wil men meer. Aüeen vertellen ze wel eens wat verkeerd in den snellen .stroom der vele bladzijden, die zij hebbenvol te schrijven. Ze weten't nu o zoo precies wat er aan onze literatuur ontbreekt. Er is n.l. te veel achter buur',, te veel proletarische kunst, en te weinig fantazie, te weing dat voldoet aan 't hart en 't gevoel. De wenk wordt vaderlijk en jonk vrouwelijk gegeven, en in allen ernst gemeend. Maar stel, dat de auteurs die gingen opvol gen. Dan... ja, dan zou men spoedig een overdaad in die aangeduide richting krijgen. Bapperloot, dat zou kostelijk zijn. Men heeft 't dus in de literatuur tfs bestellen, evenals in een modewinkel. De smaak wisselt, heeren en dames die schrijven, verandert gauv uw etalage. Hurn, men zou zoo zeggen, waarom passen zulke al-weters die raad niet voor zichzelf toe? De menfchen hier be loeld noemen zich ook literator. Hun weg, hun breede weg staat dus open, en de kansen zijn juist zoo schoon. Ontbreekt do kunst die aan 't hart en ver s-tand van ons volk voldoet, welnu verschaft die zelf. Gaat nw gang. Zet u voor de lite raire poffertjeskraam, de beenen wijd gespreid, schept op met uw groote lepel 't beslag' en bakt uit het willig deeg de poffertjes, de wafelen, de beignets. naar den zin van 't ge acht publiek. Niemand belet u di*. Integen deel velen zien reikhalzend ^uit, volgend uw eigen advies, naar dit kostelijk gebak. Ge oogst roem en geld, en dit is bij 't bakken van kunst niet het onbelangrijkst deel, ik insinueer niet te erg. Gij, die zoo haarlijn weet hoe het in den literairen winkel zou me eten uitzien, slaat zelf de vingers om uw schrijverspen, maar gooi en smijt niet met beweringen zooals een jongleur met z'n ballen. Doen is beter dan bedillen. Zie, 't blijkt vreemd gesteld in sommigo hoofden. Pas zijn we eenige jaren bezig om 't gebouw van een eigen literatuur op te trekken of allentwege laten medearbeiders het moeizaam werk staan, om op te tre len als bevitters. In 't groote kasteel kwamen nog maar enkele gedeelten gereed, ternauwernood de gelljkvloersche kamers en de kelders, en reeds wil men kant en klaar afgewerkt zien de ruime zalen, d^ hooge torens. Men verlangt, 't is niet onaardig, oorspronkelijkheid, maar ..eveneens de bizondere kwaliteiten van alle literaturen volmaakt erbij. We moeten be zitten de esprit van den Franschrnan, 't vermakelijk-luclilige vanden Kngelschen auteur, het d iepzoekende van den 'Noor, eri als 't Kan bet gemoedelijke van onzen Oostelijken nabuur. Want ook voor dat genre beslaan gretige harten. Gesteld, dat we zulke duivelskunstenaars werden, zouden we dan nog ons eigen zijn? 't Kan, waarom niet, maar zoo'n gebouw met allerlei stijlen moet er toch bar gek uitzien. Wij Hollanders zijn een grappig vo.k. Wo willen vóór alles ons-zelf zijn, en kijken tegelijk lieflonkend naar al wat van verre komt. Er zijn o zoovelen, die over de gren zen trekken '^ook in 't geestelijke) en dan terugkomen met allerlei mals in hun hoofd. 't Is goed niet kortzichtig te willen wezen, de dingen breed te zien, de verschillen te onderscheiden, niet chauvin te zijn, maar men verlieze zich zelf niet. Wat is inniger, aan doenlijker, geeft meer volloening dan de liefde tot bet eigene? De univerzeele Protz en de afgunstige, die, aldoor naar buunnans rijkdom kijkt, dat zijn de misgewassen, die 't echte verstikken. En wat betreft de talrijke opzichters bij 't gebouw der literaire kunst? Och, die deden beter de handen uit de mouwen te steken, dan orn te kontroleeren hoe ver 't met 't zaakje staat, 't Is al te lachwekkend zoo veel onderbazen op 'n werk te hebben. Ernstige, doorwerkte kritiek, al is die kri tiek faliekant mis, hindert niet, want in 't Ifatste geval treft het den kritikus zelf. En 't gebeurt meer dan men wel meent. Er zijn al hee! wat grootheden getuimeld en er zak ken nog meer. 't Is verbazend hoe reputaties prachtig slinken, dit is zeker troostend, maar ondertusschen hebben ze hun slecht werk al gedaan. Zuivere kunstenaars hebben niemand noodig, die vinden hun eigen gebreken zelf, Diepingaande studie over 't werk van eenisc auteur zal dit bewijzen. Maar er blijven altijd nog, waarvoor vingerwijzingen nuttig zijn. De taak van den recensent ligt meer in't on derwijzen van 't leespubliek «Jan om lesjes uit te deelen aan werkers, die ver boven hem staan. Want goede, eerlijke literaire kunst, kunst die tevens onopgesmukte weergave is van 't leven, kan niet zoo dadelijk algemeen worden doorvoeld en meegeleefd. Daarvoor hebben de meeste le/.ers heiaas een te be lorven smaak. De gave om te onderscheiden is maar aan enkelen toegewezen, al rekent zich ieder, ook de onbeduidendste mensch. wel tot eeri beslis:e ineening bevoegd. Dit komt, omdat een verhaal of roman vojr de meesten niets anders beteekent dan een geschiedenisje over personen en toestanden, al of niet naar zijn zin. 't Hangt dus af van den toevalliger! lezer of 't boek voor hem wordt een prul of een meesterstuk. Handelen de uitgebeelde personen zoo ongeveer naar zijn meening dan noemt hij 't werk voortreffelijk, verkon digen ze daai entegen ideeën, die niet met de zijne stroken, of spreken ze een taal, die hem niet welgevallig is, dan keert hij zich met walging af. a bah, zoo'n boek.' Dit verklaart het snk=es van vertaald werk. De literatuur valt dadelijk weg en 't onder werp wordt alles. Zoo'n Parijsche mondaine, een Spaansche cigarrera, eec Amerikaansclm gomldelver, of ook een Dtiitsche jonker, zu staan zoo ver van ons af. We gtnit ten ervan en lijden niet mee, zelfs de grootste droef heid wordt getemperd, Zoo'n boek kan werke lijkheid geven, maar dan bekeken uit den snel trein, en gauw vergeten. Eet eens op hoe do menschen tranen als tuiten huilen bij de vert oning van Marguerite Gauthier" en innerlijk toch onbewogen blijven, zoodat ze in't zelfde moment zouden kunnen schimpen op een Hollandsche ('atnelia-dame, die te dichtbij in eeu loge zit. Dit enkel voorbeeld bewijst genoeg, wat ik hier bedoel. De mr dernc literatuur is voor velen wel'n weinig te door dringend, omdat de onderwerpen zoo dichtbij liggen. De burgerij hiervan te willen genezen, want hieruit bestaat het lezerstal, ik bedoel de gezeten burgerij, zou te veeleischend wezen. Maar zoo goedgunstig behoeven we niet te zijn met de voorlichters, die kunst hebben te berechten. Zoo'n kroniek in een dag- of weekblad wordt door duizenden gelezen. En die lezers zien dan bevestigd wat ze als gewone menschen, zoo ongeveer dachten. Daar behje 't, zeggen ze, daar staat het klaar en duidelijk. 't Misverstand neemt nu verhoudingen aarr. Te meer, als zoo'n meening wordt verkon digd door iemand, die over eenigen literaireii naam beschikt, al dateert zijn roem ook \ au jaren her. Dat is de schaduwzijde van den Lteratorjournalist, den onniachtigen, aezakten schrij ver, die zijn niet-kunnen in klinkende schal en munt omzet. 't Is in andere lan len niet veel beter, mis schien nog erger, in Erankrijk b.v. wordt de

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl