Historisch Archief 1877-1940
s "r*-J *
149ft
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
gebeele kritiek betaald, gekocht. Maar de
iiadeelen blijven meer beferkt.'t Eigen werk
-wordt er niet zoo overschaterd door aanvoer
van elders. Een boek moet al heel wat
betee' kenen voor 't wordt vertaald en gelezen, en dan
nog staat 't voor Franschen vast dat hun
literatuur niet zoo makkelijk kan worden
overtroflen. 't Pralen in talen is er niet
zoo groot, en Berntr Conventie sluit over
matige aanvoer af. Maar behalve dit, ze zijn
ook wat enthoesiaster en wat milder in
?waardeering. Die mildheid schynen wij alleen
over te nemen als 't een produkt van over
de grenzen betreft.
We doen 't onbewust, we doen 't haast
vanzelf, 't zit ons in t bloed. Zoo kon men
oelangs een aanbeveling lezen van prof.
Hector Tieub over 'n Fransch boek (In Gulden
"Winckel), waarin hij, om 't medisch oordeel
heen, zich en passant literair beroept op een
Marcel Prévost, als autoriteit. Die naam
klinkt hier, maar in 1'raiikrijk zelf wordt
Marcel Prévost maar even goed genoeg geacht
oin gelezen te wolden in wachtkamers van
Amerikaansche dentisten. Vergelijk uu eens
de wy/;e van appreciatie over 'n Neder
landsen auteur, tiet ongunstige komt altijd
vooraan. In diezelfde week schreef, om iets
te noemen, de heer W. Pik over Emants.
Zeven achtste van z'n kriüekje wordt ge
bruikt om ons te laten zien welke ellendige
typen de schryver heeft uitgebeeld, om dan
aan 't eind te erkennen, dat Emants het toch
zoo wonderbaarlyk knap heeft gedaan en
dat het zoo'n werkelijk kranig werk is.
De bedoeling, zoowel van prof. Treub als
» van den heer Pik waren goed, maar beiden
deden typisch Hollandsch. Kluiven en knab
belen aan wat dichtbij is, begloriën wat van
verre komt; natuurlek volkomen ter goeder
trouw. De heer Pik zal verwonderd opkijken
als hij nu hoort dat zyn recensie een groot
aantal menschen doet zeggen : nee, dat nare
kibbelboek lees ik niet, en prof. Treub be
vroedt niet welk een verkeerde aanbeveling
hu deed om een M.ircel Prévost als literaire
autoriteit te noemen.
Is het dan wonder, dat ons volk ver van
de eigen literatuur blijft staan, tot schade
van de literatuur, maar ook tot schade van
't volt zelf. Een schrijver die groot werk wil
scheppen, die breed wil beelden, kan die
grootüche taak eerst dan recht aan als hij
weet dat _hy door zijn volk wordt gelezen.
Dan eerst ontvangt ZIJD werk den drang, de
groote wijding, en ondergaat hij de heftige
doorvoeling, speurt met wijde breede ziening.
't Is geen toeval dat groote mannen altijd
zijn verschenen in sterk-bewogen tijden.
Hebben zij die tijden gemaakt of waren
liet de omstandigheden die hen tot groote
geesten maakten? Ik denk 't eene zoowel
als 't andere. Welnu, by ons'is schrijven wel
degelijk persoonlijk uiten, en de
hoogopgevoerde vorm, de woordkunst op zich zelf.
werkt daartoe mee. Wie ietwat vergelijkend
leest merkt deugdelyk't verschil. Het
Nederlansch proza draagt eigen stempel. Ik geloof
Biet, dat ergens spontaner, eerlijker wordt
gewerkt, en ook resultaten verkregen dan
juist hier, de Vlamingen er onder begrepen
en vooral dat in geen literatuur zoo weinig
?wordt gespekuleerd op 't zoetlieve publiek;
de kunst werkt hier zuiver als verklaring,
't leven openbarend in de verschillende
verhoudingen, kunst gegrondvest op de realiteit,
dat is op 't leven zelf. We hebben geen
leentjebuur te spelen, want we geven ons
zelf, beelden uit de direkte werkelykheidom
ons heen, en zoolang we dit doen, behoeden
we ons zelf voor namaak werk Onze tegen
woordige litera'uur moge dan niet verfijnd
lieeten, ze is evenmin onwaar. Lees maar
wat vertaald wordt en merk het onderscheid.
Er verschynen, dat spreekt, ook in die an
dere literaturen zuivere werken, maar die
dringen niet algemeen door; ze blijven zelfs in
't eigen land tot 'n klein kringetje beperkt.
Voor een zuivere maatstaf zou men 't goedd
van alle landen moeten toetsen. Maar aan een
dergelijke studie zijn we nog niet toe. We heb
ben alleen 'o vergelijken wat in de dadelijke
gfeer valt om te bewy'zen, dat we niet de
mindere zijn.
De pure woordkunst der N. Gtds-beweging
is uitgebloeid. Zij bereikte 't geen zij tot doel
had gesteld en ' nu ontbreekt of verslapt
tusschen de voorstanders verdere samenhang.
Ieder gaat zijn weg. Hiermee komen we in
een faze van ontbinding. Maar misschien,
wie zal 't vooraf zeggen, leidt deze ontbin
ding juist tot nog grootere aspekten.
Tot dusverre blijkt de zege een eenigszins
Iwyfelachtige. Allerlei misbegrip is meege
komen en richt zich tegen ieder die modern
schry'ft. Het woord alleen is al voldoende
om velen op 'n afstand te houden, en
hier ligt de fout.
Als we eens beschikten over een
niet-moderne literatuur, zou die worden gewaardeerd?
Vermoedelijk nog minder. Wy Hollanders
voeEEN ONHANDIGHEID.
A'aar het Duitsch, van ALICE BEREXD.
Geheel onverwacht ontmoetten zij elkaar
weer aan den oever der zee, op den witten
strand weg, waarop zij jaren geleden een zomer
lang, dag aan dag naast elkaar gewandeld
hadden.Zij kwamen elkaar tegemoet,?hy keek
verbaasd en wist eerst niet, of hij haar al of
niet zou groeten, toen hij haar had bereikt.
Haar toen nam hij toch zijn hoed af, en sta
melde, verlegen glimlachend :
Bent u hier ..!"
Ja, ik ben hier," antwoordde zij, eveneens
glimlachend, niet verlegen, maar met fijnen
spot.
Hy' ging een eind met haar mede.
Juist zooals vroeger," dachten beiden,
terwyl zy' oppervlakkige woorden wisselden.
Den volgenden morgen kwamen zij elkaar
weer tegen aan het strand, en hij begroette
baar al moediger. Een koele morgen wind
kwam van over de zee aanwaaien en bracht
frischheid en vroolijkheid met zich mede. Zij
geraakten dadelijk in een opgewekt, plagend
gesprek. En ondertusschen keken zij elkaar
heimelijk van terzijde aan, om te onderzoeken,
hoe de jaren hen uiterlijk hadden veranderd.
Zij is eigenlijk nog bekoorlijker dan vroe
ger," dacht hij, hoewel zij er rijper en
vrouweHker uitziet, ondanks haar witte
meisjesachtige japon. Wat zou zij in die jaren
wel beleefd hebben ? Misschien gelukt het
my' ditmaal wel, misschien ..."
len ons veel te groot voor 'i kleine landje, dat
we beslaan; zoo werkt alles averechts. We zijn
op weg een goede literatuur te krijgen,
maar men is al weer bezig met af te
breken. Karakteristiek is, dat men 't mo
derne werk respek teert, de reëele waarde er
van kent, dat men ontzag er voor heeft, maar
tegelijkertijd schimpscheuten er op los laat...
alleen, omdat het modern i?.
We paan vermoedelijk naar een kritiek
punt. Ik herhaal : een literatuur kan eerst
haar dienst volbrengen als de werken wor
den gelezen, zooal niet door heel 't volk
dit is een te vrotre wensch maar dan
toch door de ontwikkelden van alle lagen,
van alle geledingen.
Zooals nu staat onze letterkunde op
zichzelf. De menschen, die boeken kunnen
koopen, komen voort uit beperkte kringen,
die de realiteit niet willen, en de anderen
hebben geen tijd en geen middelen, of zijn
door eigen zorgen te veel omstrikt om een
belangstelleLd oog te hebben voor wat rondom
opbloeit.
Maar zij die 't goed meenen, laten die
behoorlijk afwachten wat de toekomst zal
brengen, en vooral niet generaliseeren. Er
zijn modernen die excelleeren, er zijn minder
goeden en er zijn zelfs slechten. Als enkelen
al te grof schijnen of bombastisch afzakken
en anderen 'nog niet het hoogste geven, zoo
passémen dit niet vernietigend op allen toe.
Nu reeds is er verscheidenheid genoeg,
blijkens 't lijstje in vorig opstel gegeven.
Niet enkel achterbuurtsrealiteit, meer ook
scherpe psychologie en verbeelding. Men
leere het goede van 't minder-goede onder
scheiden en stake 't spel van algemeene
bewoordingen, want dit laatste kan nietanders
dan misverstand brengen.
G. VAX HULZEN'.
VoorwiefforfltVWertiiyerfraüsclit?
In dat land ging Krom door voor Recht
en .Hecht voor Kioui."
Een ongenoemde wijsgeer.
Eerst een feit en een paar onnoozele vragen.
'?Belgiëis een drietalig land : ongeveer
vier miljoen Vlamingen, '2/ümiljoen Walen,
50 a 6Ü.UÜO Duitschers wonen er.
De Walen spreken in overgroote meerder
heid een Waalsch patois en daarnaast min
of meer zuiver Fransch ; een kleine minder
heid, een heel .kleine, enkel Fransch alleen.
De Vlamingen spreken in overgroote meer
derheid Vlaamsch of Nederlandsch alleen;
een geringe minderheid Vlaamsch en Fransch;
een onmerkbaar aantalletje Fransch alleen."
Dat is het feit.
Welken indruk draagt nu de vreemdeling mede :
l o van de H aalsche, '2« ran de Vlaamsche steden /"
Deze zijn de vragen.
De Waalsche steden zijn, wat zij?logisch
en natuurlijk kunnen en moeten zijn:
in- en uitwendig zijn zij Fransch. Alle op
schriften van magazijnen,gasthoven,drank- en
eethuizen, openbare gebouwen, straten, zijn
er Fransch; in alle besturen bedient men er
zich van het Fransch; in alle omstandigheden,
buiten en binnen den familiekring, spreekt
het volk er Fransch of Waalsch.
Dat is ik druk er op orde, logica,
natuurlijke inrichting van het geheel leven.
Znn nu omgekeerd, in Vlaamsch Belgiëal
die onderscheiden uitingen van het maatschap
pelijk bestaan Nederduitsch, Vlaamsch?
De vreemde, die Brussel, Leuven, Gent,
Brugge, Oostende, Antwerpen, Kortrijk,
Yperen bezoekt, voelt zich verplaatst in een
atmospheer, die beantwoordt aan de ver
wachting, die hij, wetende waiir hij zich be
vindt, zich herinnerend wat hij elders in
Deensche, Noord «cue, Engelsche, italiaansche
steden ontmoette, van een Vlaamsche stad
moet hebben?
Kry'gt hij den indruk, dat hij is in een
Vlaamsch, zijn eigen nationaal leven hebbend
midden ?
De opschriften op de straathoeken zijn
Frausch alleen of tweetallig; die
opdeovergroute meerderheid van alle gebouwen, open
bare en andere, zijn Fransch! In alle admi
nistraties heerscht het Fransch en dient het
Vlaamsch, de landstaal, tot Asschepoetserl
Dat is, ik druk er ook nu op het
tegenovergestelde van logisch, natuurlijk,
normaal !
Dat is een valsche, een ongezonde, een
tegennatuurlijke toestand, en aldus zal
men bestempelen dezen toestand overal, be
halve alleen in dat land, waar Recht door
gaat voor Krom en Krom voor recht!..."
WTat zou nu alleen dezen toestand kunnen
wettigen, of ten allerminste verontschul
digend verklaren ?
Dit zou alleen kunnen een algeheele omme
keer van de bestaande werkelijkheid, namelijk :
dat de overgroote meerderheid van de
Vlaam?tr'iiiiiiuuiiiiiiiiiiiiiiii
Wat ziet hij er toch onbeduidend uit, met
zijn dunne blonde snor, zyn lichte oogenen
zijn onberispelijk wit pak," dacht zij. Zulke
mannen loopeu er bij dozijnen rond. Waar
heb ik indertijd toch mijn oogen gehad!
Ik meest mij werkelijk schamen, dat ik
bijna... Maar er is iets vermakelijka in, nu
weer hier met hem te wandelen ; hij schijnt
niets te vermoeden en zichzelf nog alty'd
onweerstaanbaar te vinden." En zij lachte
vroolijk.
Waarover hebt u zoo'n pleizier ?" vroeg
hij glimlachend
O, ik dacht alleen maar aan iets grappigs,"
antwoordde zij, nog steeds lachend.
Zy gingen verder over den zonnigen,
witten weg. Over het water klonk een schel
gefluit en een witte stoomboot kwam statig,
als een groote zwaan, door degolvenaan.
Zij schrok. Is de stoomboot daar al ? Dan
moet het al negen uur ziju. Dan mag ik my
wel haasten, om naar huis te komen!" riep
zy uit.
Waarom ?" zeide hij. Vroeger bekom
merde u zich nooit om den tijd! Wie kwam
toen altijd te laat aan de table d'höte? Juf
frouw Geida!" en hij maakte eenspottende
buiging voor haar.
O ja, vroeger!" zeide zii. Maar nu ".
Zij lachte over haar geheele frissche, blozende
gezicht. Nu heb ik niet alleen voor mijn
eigen ontbijt te zorgen, maar mijn kleine
jongen wacht op zijn ochtendinaal, dat hem
uit natuurlijke redenen, alleen door zijn
moeder kan, worden gegeven."
l." u hebt een "
Ja zeker, een allerliefsten, gezonden,
vrooly'ken, kleinen dikzak," riep zij lachend terug,
want zij was al een heel eind weg^eloopen.
Hij keek haar verbluft na, zooals zij daar
sche bevolking uitsluitend Fransch, en slechts
een onbeduidende minderheid nog de moeder
taal zou spreken.
Dat dit niet zoo is, zeiden wij al en ...
weet een ieder!
Laten wij het echter, voor de zooveelste
maal, nog eens met onwedtrlegbare cijfers
bewijzen.
Wij raadplegen het door het staatsbestuur
zelf uitfv^even
Recensement général du
31 Décembre 1900,
Brussel, A. Lesigne.
Daaruit blijkt het volgende, waarop wij de
aandacht wenschen in te roepen van allen,
wien Vlaanderen's recht heilig is.
In 't arrondissement Antwerpen spreken:
Nedeil. alleen 241 2-8
Nederl. en Fransch 05.973
Nederl. en Duitsch o 68(i
Kriderl. Duitsch en Fransch 10.972
tranich alleen 7.i'24
Dus is onze taal die van 321.11S personen
op 334.145.
Arrondissement Mechelen :
Nederlandsch alleen 91.830
Nederl. en Franscli 10.4S9
Nederl. en Duitsch 02
De dri-^ talen 055
Fransch alleen 811
Nederlandsch spreken er dus 114.042 op
114.950.
Arrondissement Turnhout:
Nederl. alleen Ti'.OOj
Ned. en Fransch 7 028
Ned. en Duitsch 42
De drie talen 3U9
Fransch alteen 3'4
84.585 op 84 988 spreken er onze taal.
Arrondissement Leuven :
?Nederl. alleen 115.007
Nederl. en Fransch 31.047
Nederl. en Duitsch 273
De drie talen 1.075
Fransch al'een 5.297
Spreken dus Vlaamsch 148.002 op 153.918.
Arrondissement Hasselt:
Vlaamsch alleen 53 085
VI. en Fransch 11.219
VI. en Duitsch 57
De drie talen 592
Fransch alleen 1.490
Op 00.402 personen spreken dus 01.850
onze taaL
Arrondissement Tongeren:
Alleen Nederl. 40.290
Nederl. en Fransch 11.750
Nederl. en Duitsch 194
De drie talen 402
Fransch alleen 4.598
't Vlaamsch is er de taal van 52.272 men
schen op 57.979.
Aalst, arrondissement van den
aartsVlaauasch-hater Charles Wo ite:
Niets dan Vlaamsch 105.304
Vlaamsch en Fransch 14.085
Vlaamsch en Duitsch 42
De drie talen 291
Frame ? alleen 344
Onze taal is de gewone taal van 117.382
op 117.885.
Arrondissement Dendermonde:
Enkel Nederl. 73.725
Nederl. en Fran^ch ^, 7.724
Nederl. en Duitsch 14
De drie talen 199
En e' Fr< nscli 178
Van 81.891 menschen spreken dus 81.062
onze taal.
Arrondissement van de Maatschappij met
den langen naam, Gent: Oyez, mor els, et vous
serez dijiés:
Alleen Vlaamsch 207.582
Vlaamsch en Fransch 49.071
Vlaamsch en Duitsch 182
De drie talen 2.548
Enkel Fransch, ter eere van de
vulgairen 2 470.
Van 203,112 gebruiken 260.090 geregeld
onze taal.
Arrondissement Brugge:
Enkel onze taal 80.116
Onze taal en Fransch 10.327
Onze taal en Duitsch 44
De drie talen 150
Enkel Fransch l 003
Vlaamse i spreken, op 98.450 personen,
96.043.
Overbodig zal 't wel zijn te spreken van
Eekloo, St-Niklaas, Oudenaarde, Diksmuide,
Maaseik, Kortrijk, Oostende, Roeselaere, enz.
In de arrondissementen Maaseik zijn er 114,
Eekloo 84, St Niklaas 238, Diksmuide 55,
Oostende 725, Roeselaere 04, Thielt 50, Veurne
71 personen die enkel Fransch spreken.
liet arrondissement Brussel is natuurlijk
en noodzakelijk het meest verfranschte van
alle. En toch. ...
221.855 personen spreken er onze taal alleen,
238.044 Nederl. en Fransch.
1.300 Nederl. en Duitsch.
in haar witte japon met haar rooden parasol
als een echt jong meisje wegliep.
Den geheelen dag hielden zijn gedachten
zich met haar bezig, en het ergerde hem,
dat hij haar niet meer tegenkwam, 's Mid
dags trachtte hij uit te vinden, in welk hotel
zy was, maar hij vond haar niet, hoewel de
badplaats niet groot wfs, en hij zelfs, geheel
tegen zijn gewoonte in, overal heen liep,
waar hij een zuigeling hoorde kraaien of
huilen.
Arm schepsel, zij woont zeker heelemaal
achter af," dacht hij, terwijl hij zijn dunne
blonde snor opdraaide. Zij is van zulk
een goede familie; ja, ja, dat komt van
die dwaze ideeën over vrijheid. Mij heeft
zij indertijd leelijk den bons gegeven,
maar ik zal een vriend voor haar zyn,"
en bij die gedachte richtte hij zich fier op,
en heel, heel diep in zijn hart dacht hij :
Misschien "
Eerst twee dagen later kwam hij haar
's morgens weer tegen. Hij was al zenuw
achtig geworden van het wachten en zoeken,
en zoodra zij elkaar begroet hadden, zeide
hij plotseling:
Waar logeert u eigenlijk, juffrouw?eh
juffrouw eh mevrouw Gerda?"
In het Kurhaus. Maar zegt u maar ge
rust mevrouw Gerda. Ik kon u onlangs in
de haast niet meer vertellen, dat ik behalve
een zoon ook, juist zooals het behoort, een
man heb." Zij lachte spottend.
Getrouwd!" Van louter teleurstelling zag
hij er bepaald onnoozel uit. En toen riep
de brave, correcte man, wien het eenige jaren
geleden ondanks alle verliefdheid duidelijk
geweest was, dat men een onvermogend
meisje, dat alleen in de wereld rondreisde,
onmogelijk ten huwelijk kon vragen, vol
ver13.979 de drie talen.
113 352 niet dan Fransch.
Vlaamsch is er de taal van 475.788 op
001.120 inwoners.
In werkelijkheid is het tweetalig stelsel
enkel in dd hoofdplaats van n enkel" in
Vlaamsch-Belgiëliggend arrondissement ge
wettigd : te Brussel.
In alle andere arrondissementshoofdplaatsen
zonder onderscheid, evengoed te Antwerpen,
Gent, Brugge, Leuven, Oostende, als te
Kek^oo. Dendermonde, Diksmuide, Hasselt,
enz., i-i de tweetaligheid een wraakroepend
misbruik, ingevoerd allaen en uitsluitend als
middel tot ontvlaamsching en verfransching.
Nergens, in geen enkel land, bestaat zulk
een toestand als hier! Neryens! Niet eens in
Pruisisch of Oostenrijksch Polen !
Overal weet het volk, ook zulk en dat,
in opzicht van kunst, wetenschap, beschaving,
niet eens in de schaduw van het onze, het
}'laainsch, kan staan, zich zelf te eerbiedigen
en te doen eerbiedigen.
Wanneer zullen de Vlamingen eindelijk
weer tiotsch genoeg worden op hun eigen
aard en taal, oui van de vreemden, die hun
land bezoeken, te vergen, dat zij vrede nemen
met hun eigen taal in opschriften, plakkaten,
besturen zooals diezelfde vreemdelingen vrede
nemen met het Ueensch in Denemarken, het
Zvveeilsch in Zweden, het Czeksch in Bohemen,
het KatalaaLsch in Katalonic, het Hongaarsch
in Hongarije?
Zyn wij minder dan Hongaren, Czekken,
Katalanen? Zou len wij, indien wij ons
zelf maar leerden eerbiedigen. niet veeleer
merr zijn dan die ?
Voor drie jaar was ik te Praag, hoofdstad
van liet Czeksche gedeelte van Bohemen.
Evenals hier de bemiddelden ook Fransch
kennen, kennen daar de bemiddelden ook
Duitsch.... Overigens zijn er in Bohemen
in 't algemeen evenveel Duitschers als
Gzekken. .. . Welnu in de geheele stad zijn er
geen tweehonderd, geen honderd tweetalige
opschriften op de huizen; de straatnamen
zijn alle uitsluitend Czekscti ; in de eethuizen
zijn alle spijslijsten Czekuch n JJudscli, en op
de eereplaats staat hei Czeksch : in de winkels
spreekt Uien den kooplustigentoein'tCzeksch,'
al is men ook gaarne bereid Duitsch te
spreken met den bezoeker, die geen Czeksch
tent.... In minstens een klein dozijn groote
en kleine theaters speelt of zingt menenkei
Czek-ch ! Dat is e>genw arde, dat is trots,
dat 'l/s bewustzijn .'
En toch wat verschil tusschen dat
Slavisch volk dat noot groot was en wellicht
nooit zal groot zijn in kunst, letteren weten
schap, kuituur, en 't onze, dat geen grooter
volk ielf iets moet benijden! Waarom dulden
wij dan, schaapachtig laf, dat een onbedui
dende, onvaderlandschgezinde minderheid ons
het gebruik opdringt van een vreemde taal,
van de taal onzer ergste vijanden? Zoo'ang
het waar zal zijn, dat Vlaanderen, ten gerieve
vau nog geen 100000 Vlamingen en Walen,
die zich te goed aehti-n Vlaamsch te leeren,
zich den schijn zal geven Fransch te zijn, zal
onze vernedering niet ophouden.
J. HOSTE.
* *
#
Wij namen dit artikel van den wakkeren
heer Hoste, uit de lrlaamnche (jitzet over,
omdat het zoo inlichtend is voor ons Ne
derlanders, die belangstellen in de Vlaam
sche zaak. Tevens wijl wij er een bevestiging
in zien van onze meening, voor eenigen tijd
uitgesproken, dat de Vlaamsche Beweging
niet voldoende sterk kan worden door
kunst, letteren, wetenschap, kuituur, maar
alleen door een verlevendiging van het
nationale reehtsbewustzijn. Mede tot ken
schetsing van een der redenen waarom het
zoo moeilijk is het Vlaamsch zelfs onder
Vlamen tot zijn recht te brengen laten wij
hier volgen.wat eens een Vlaamsche dame
ons schreef. Red.
* *
*
En mag ik u nu eens zeggen, waarin,
geloof ik, de hoofdoorzaak ligt van de min
achting of onverschilligheid der Vlamingen
ten opzichte hunner moedertaal?
De vlaamsche moeders hebben de schuld
daarvan, e meeste vlaamsche meisjes worden
in Belgische vrouwenkloosters opgevoed.
Daar leeren zij syftematisch de vlaamsche
taal minachten. C'est si commun, Ie
flamand!" zeggen de nonnetjes. En als de
burgermeisjes dan weer thuis komen, schamen
ze zich over de vlaamschsprekende ouders
en spreken liever fransch (en welk Francchl)
met hun vriendinnetjes of met de klanten
van vader's winkel. Ze zingen fransche
romances, lezen fransche romans, gebruiken
een fransch kerkboek, en vinden dat ze dan
heel chic zijn. Trouwen ze, dan moet het
baby een fransehen naam krijgen. En als
Jean-ke, Iiené-ke of Franrois-ke groot genoeg
is om mee wandelen te gaan, wordt er
IIIIIIIIIHIIUHIItlllMIHII
ontwaardiging uit: Dat is dus het einde
van het vrijheidslied? Ken simpel huwolijk '/"
Waarom simpel ? U kent mijn man immers
in het geheel niet. En kent u mij dan zoo
goed ?"
Wel, ik weet alleen maar, dat twee jaar
geleden een zekere juffrouw Gerda beweerde,
altijd vrij te willen blijven, omdat het huwelijk
alledaagsch en het graf der liefde was. Maar
het is waar, den moed om vrij te zijn, hebt
u indertijd ook niet gehad, want na mijn
brief bent u weggereisd zonder te antwoorden."
Ja, 'dat heb ik gedaan, en ik wil u wel
vertellen, dat u het geweest bent, die mij
van mij i viijbeidsdenkbeelden heeft genezen."
,,!*?:?'
Ja, u. Door een allerliefste kleine sma
keloosheid, die voorkwam in het slot van
uw brief, waarvan het eerste gedeelte mij
zeer gelukkig had gemaakt."
Smakeloosheid!" Hij bloosde van ergernis.
Wij zouden het zelfs grof beid kunnen
noemen. Er is een zeker soort grofheden,
dat wij vrouwen nu eenmaal niet kunnen
vergeven, lu dien bewusten brief verzocht
u mij, de uwe te worden, zonder kerkelijke
of burgerlijke geloften het zou een bond
tusschen twee vrije harten zijn. Ik verbeeldde
mij indertijd, dat ik u lief had. Ik had toen
juist, nadit ik mijn eerste succes als artiste
had gehad, den knellenden band van klein
geestige familieverhoudingen verbroken, en
ik zou waarschijnlijk blindelings in uw armen
geloopen zijn, wanneer niet aan het slot van
uw brief zooiets alleraardigst gestaan had.
Daar stond namelijk : Wees er van over
tuigd, dat gij bij mij veilig zijt voor elke
compromitteeiing. Ik ben een gentleman, ik
beloof alle brieven en alles wat u zou kunr.en
compromitteeren, terug te geven, wanneer, het
fransch met hem geradbraakt, als de menschen
hal hooren.
Dan is men des gens comme il faut."
Thuis spreekt men echter weer Vlaamsch,
omdat het gemakkelijker i?....
Waarom, vraagt u nu, vinden denonnefjes
het Vlaamsch zoo gemeen?
(Helaas! men kan hun daarin niet geheel
ongelijk geven.) Omdat door de meette Vla
mingen niets anders dan een plat dialekt
wordt gesproken, vooral iu Brabant. To
Leuven b.v. wordt het volgende zóó uit
gesproken:
Versche harde eieren
verkoopt de
soldatenvrouw van de
oude markt.
Ja, gij hebt gelijk.
Ik versta u niet, gij
spreekt niet zooals
wij.
Ik had het hem
gezeg 1.
Zijt ge
thuis?Vess ett are verkoept
de saldoetevra vau
d'aa inett.
Joe, goa ebt, geloak.
'k Verston a niet, ^oa
klapt niet lak woale.
'k aa t'in gezieöd.
Zedde toeas?
enz. enz.
Ik hoorde onlangs een Waalsch geleerde,
die met een voorname Vlaamsche vrouw ge
trouwd is, tot haar zeggen:
Ne parlo donc pas Ie flamand ! Tu es
beaucoup trop commune quand tu j.arles
Ie flamaud _____ "
Onder de juffrouwen uit hoogeren stand
is t natuurlijk nog veel erger: Le flamand,
c'est la langue des d miestiques." In dn rijke
huizen in Brussel' b. v. worden geen knecht! u
of meiden gehuurd die geen Fransch spreken.
Er zijn dan ook sedert eenigen tijd lutlelijke
pogingen gedaan om een beweging tot stand
te brengen ten voordeele eener beschaafd*}
Nederlandsche uitspraak in België, vooial
door het. weekblad n-.e Tijd te Brussel.
De Huiseigenaar,
Versoberen is No. l van Dt Huiseigenaar,
weekblad gewijd aan de belangen vau den huis
eigenaar. uitgave Verleur en Nolten, Amster
dam. Het blad heeft een driedubbel doel :
1. het bespreken van vragen voor den huis
eigenaar van veel belang ; 2. het voor den
huiseigenaar verzamelen van alles, trat op de
kantongerechtzittingen te Amsterdam op het
gebied van huurzaken bet andeld werd ; 3. het
vestigen van de aan lacht op aangekondigde
veilingen, aanbestedingen en uitgesproken
faillissementen.
Hoofdredacteur.
Als Hoofdredacteur van De Week Geïl
lustreerd en deWeieldkroniek zal met l Februari
optreden de heer A. J. C. H. .Tervooren.
NIEUWE UITGAVEN.
Afijn systeem, dagelijks 15 minuten aan de
gezondheid gewijd, d >or J. P. MULLER, met 41
af b. naar de natuur, drie tabellen enz. Uitliet
Deensch vertaald naar de 5e oorspr. uitgave.
Amsterdam, Seijffard's boekhandel.
Modtrne kunztitierkm, 4e jaargang, afl. L
Amsterdam, W. Versluijs.
Geschiedenis der welyeriiig op de müda'llgt
jeugd, door mr. A. D. W7. r>E V KIES en mr. F. J.
MiiiHiimiiiiiiimiiiHiiiiiiigiimiimiiimuimiiiiiiiiiiiiMiiMiiiiiiiiimiiut
40 cents per regel.
»» .......... l ...... Illllllllll ...... Illllllll ...... Illllllll ..... II
cht Victoriawate
OBERLAHNSTEIN.
cht Victoriawate,
OBERLAHNSTEIN.
Caille
FIJNSTE ZWITSERSCHE
(HOCOLTIDE
Cacao en SUIKER.
eens tusschen ons uit mocht zijn." Kijk
eens, beste vriend, mijn moeder, mijn tantes,
al mijn familieleden, hadden, mij smeekend
deugdzaam te blijven, voor mij op de knieën
kunnen liggen, dat zou mij koud heb
ben gelaten, ik zou toch naar u toege
komen zijn. Maar die troostrijke slotzin, waaria
zich zoo onhandig mogelijk de gewetealooze
egoï-t openbaarde, redde mij, en bewaarde mij
waarschijnlijk voor veel verdriet, misschien
ook wel voor het allerergste, want ik weet
niet, wat er gebeurd zon zijn op den dag,
waarop ik had moeten erkennen, dat ik mij
had weggegooid."
Hij was langzamerhand vuurrood geworden.
Bespottelijk ! Een kleine onhandigheid in
den stijl!" zeide hij beleedigd.
Ja, een kleine onhandigheid. De kleine
onhandigheid, vóór het begin reeds over het
einde te spreken. Hoe heb ik het ook weer
genoemd? Grofheid. Dat was misschien wat
te sterk, en vóór alles een beetje ondankbaar
tegenover deze kleine onhandigheid. Maar
kijk, hier zijn wij bij het Kurhaus, Vaarwel
voor vandaa», wijze gentleman." En met
vlugge schreden liep zij over het met kieze!
bestrooide voorplein van het Kurhaus.
Hij slenterde langs het strand, en dacht
terwijl hij met zijn wandelstok in het zee
wier sloeg :
Smakeloosheid! Grof heid I Zijn dat uit
drukkingen tegenover een gentleman !"
En na een poosje :
Te denken, dat als ik dien zin had weg
gelaten "
Dienselfden middag vertrok hij, omdat hij
het kleine badplaatsje saai en vervelend vond.