De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 21 januari pagina 1

21 januari 1906 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

. 1906; NEDERLAND O n. d e JHt nummer bevat een bijvoegsel. r redactie -v-a.:n. «J. D E IC O O. Uitgevers: VAN HOLEEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden . . . . . . f 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar , » n mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . .' . , 0.121/» Dit blad verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capucines tegenover liet Grand Café', te Parijs. Zondag 21 Januari. Advertentiën van 1?5 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25 Reclames per regel ................. 0.40 Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma KUDOLi' MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer' firma. De prys per regel is 35 Pfennig. INHOUD: .VAN V^RBE EN VAN NABIJ: Ziekelijke nieuwsgierigheid. In geen geval bij het binnenlandsch bestuur, door Controleur B^B. SOCIALE. AANGELEGENHEDEN: Kindersterfte en arbeid van gehuwde vrouwen, door 8. FEUILLETON: Als de seringen bloeien. Naar het Peensch, van J. Blicher Clausen. ? KDN8T EN LETTEREN : Muziek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Tentoonstelling Kind en Kunst, door W. Steenhoff. Annie Salomons, Verzen, beoordeeld door Maurits Uyldert. Degrgsaard en het meisje", door Joh. W. Broedelet, beoordeeld door Alex Gutteling. VOOR DAMES: Arme kleinen, door H. van de Moer. Isadora Dqncan's dansschool in de Lyceum-club te Berlijn, door-C. F. Dierenmishandeling in Italië, door Willemien. ALLERLEI, door Caprice. UIT DE NATUUR, door E.Heimans.?Je Maintiendrai, met af b., door Brugmans. Les Delégués Marocains a Algésiras, door H. G. Ibels. Rembrandt als mensen en als kunstenaar, door A. W. Weissman. Twee lezingen over Baudelaire, door Pernot, (Rott. Kunstkring), door Plasschaert. Roomscbe mysteriën, door Jan Kalff. De wet telijke regeling van het Accountantsberoep en de Amst. Kamer van Koophandel, door Forti Pectore. FIN ANCIEELE EN O ECO NOMISCHE KRONIEK, door D. Stigter. Gekleurde Wolken, H. W. PhJ v. d. Bergh van Eysinga, beoordeeld door P. H. Hngenholtz Jr. INGEZONDEN. DAMRUBRIEK. SCHAAKSPEL. ADVERTENTIËN. Zlekelftke nieuwsgierigheid. "We weten nu volkomen zeker, dat Jbr. de (Jeer. niet meer in zqn --huisje Hilvörsuin, maar in het Huis van Bewa, ring..te. Amsterdam zich bevindt. Djt is voor de natie een zaak van Het ste gewicht; . hadden in de bladen al -mogen dat hij 's avonds om vijf uur door een rijkabrigadier en een rechercheur zou worden, afgehaald... per rijtuig,?maar "Woensdag ochtend kregen we uitvoerig en aföoend bericht. "* Het' luidde als volgt: Uit Hilversum w,ordt ons gemeld: Zooals wij gistermiddag seinden is jhr. De er gisteravond per landauer met twee - paarden naar, Ajnaiterdam overgebrachtl E^n jyó£r ,vjjf uur reed het rijtuig den tuin van de woning binnen. )e 'commisearis van politie waêop de Lindeheuyellaftn' aanwezig. Daar het ver voer zeer geheim was gehouden, waren er slechts weinig nieuwsgierigen. Het duurde een klein half uur eer jhr. De Geer bef rijtuig instapte, waarbij hij: geholpen moest worden. Een kleed verborg het instappen aan het oog der personen vóór het hek. '. Zijne vrouw en dochter spraken nog eenige minuten met hem, vóór het rijtuig staande. Dr. Godthelp, de huisarts, was aanwezig. ? . De brigadier der rijksveldwacht en een recheurcheur geleidden hem. Het afecheid was hartroerend." Hoe gelukkig toch dat er nog een pers is, als de justitie zulk een vervoer zoo weinig mogelijk opgemerkt wil laten geschieden; en ook, dat er, waar de familie den man of vader bij het instappen van het rijtuig door het uit spreiden van een doek aan het oog van de nieuwsgierigen vóór het hek trachtte téonttrekken, binnen het hek een reporter heeft gestaan, om ons.- te kunnen ver zekeren : het afscheid wüfe hartroerend En dan juist een reporter bedeeld met zoo'n kiesch gevoel. ' Het misdrijf en de misdaad werpen in onze maatschappij, het kan niet anders, ? vaak een niet te dragen smart en tot vertwijfeling voerende eHendéover de" onschuldige nabestaanden van den'ongelukkige, die zich zelf vergat. En het minste wel, wat men bij het aanschouwen of het bedenken van dat felste aller zielewondend, ja zielemoordend, leed kan doen... is zwijgend mee te treuren en te peinzen over zoo pijnlijk een levens raadsel. Maar neen. daar steekt zoowaar een krantenberiekije in: de vrouw en de dochter" vóór het rijtuig... nog eenige miaaten... achter het uitgespreide kleed... het afscheid was hartroerend Hoe jammer, dat zelfs de beste reporter toch nog beperkt is in zijn middelen. Als er eens voor de Hel een hek stond, en hij zich daarbinnen kon posteeren! * * * Indien het publiek aangaande De Geer niet meer had vernomen, dan dat hij, uit den trein gesprongen, onder gestreng toezicht van de recherche in zijn woning werd verpleegd en eindelijk bericht ware, dat hij ten deele hersteld haar het Huis van Bewaring was gebracht dan zou dit ongetwijfeld voldoende zijn ge weest. Maar dit mocht niet zoo zy'n. De pers achtte het blijkbaar haar plicht, zooveel 't maar kon, haar lezers met hem bezig te houden en alle mogelijke praatjes werden wereldkundig gemaakt. "Waartoe ? > Eenvoudig , om aan een ziekelijk soort van nieuwsgierigheid te voldoen. Natuurlijk, alles wat de fraude zelve betreft, wat dienen kan tot inlichting,, tot geruststelling of tot het aanbevelen van waakzaamheid aan de houders van aandeelen of pandbrieven i. e. w. al het zakelijke behoorde tot het publieke terrein gerekend te worden; hoe meer hoe beter daarvan. Maar hoe dikwijls zoekt men niet het persoonlijke, alsof het de speciale taak van de pers kon zijn, ooi van de "cause celèbre, vóór de terecht zitting komtr zoo veel mogelijk als nieuws blad "profijt te trekken, lettende op eene clientèle, die ten opzichte van deze soort van pers-spiritualia maar al te drankzuchtig is. Het laatste zoete slokje, dat geschonken werd, zagen wij gepresenteerd als volgt: Uit Gouda wordt óns gemeld: Het was op den tweeden Kerstdag, dat twee heeren te Gouda uit den trein stapten, aan het station een rijtuig namen en den 'koetsier gelasten naar Haastrecht te rijden. . Daar werd stilgehouden .voor het huis .van mevr.' de wed. LeF. de M., de heeren gingen binnen, doch kwamen reeds spoe dig weer terug, stapten in het rijtuig en reden terug naar het station' Gouda, van waar ze. weder per spoor vertrokken. Vermoed wordt thans, dat deze beide heeren zijn geweest de thans gevangen zittende De G. en Le F. de M., die dan bij de schatrijke tante van laatstgenoemde nog eene poging tot uitredding zouden hebben gewaagd. Of men" het in deze bij het rechte eind. heeft?" Nietwaar, dit smaakt naar meer; zij 't dan ook jammer, dat we niet zeker weten of de twee heeren de thans ge vangen zittenden waren, en of de schat rijke tante wel tehuis is geweest! Daar bestaat, gèlooven wij, geen ter rein, waarop duidelijker onze menschelijke minderwaardigheid uitkomt, dan dat waarop wij de misdadigers ontmoeten. In plaats van in het bewustzijn van verwantschap, ons tot medelijden geneigd te gevoelen, bedenkende hoe gelukkig het voor ons is van een ietwat beteren, althans eenigszins anderen aanleg te zijn; in plaats van te overwegen hoe we door geboorte en opvoeding, maar door ge boorte vooral, verschoond zijn gebleven van neigingen, die het leven dermate ontsieren en bederven, dat het voor ons zelf, en voor anderen wier bestaan aan het onze is gehecht, zijn waarde verliest; in plaats van ons er in téverheugen, dat, wij zelf, zwakker misschien nog dan de gevallenen, door het lot buiten omstandigheden zijn geplaatst, welke voor ons even noodlottig, misschien nog verderflijker zouden zijn geweest we .weten zeker dit schrijvende, de instem ming te ondervinden van honderden, die niét onder vier, maar onder hun "eigen twee oogen, zichzelf zullen bekennen geen haar béter, dan de in hechtenis genomen directeuren te zijn welnu, in plaats van dit alles, is voor maar al te vele onnadenkendèn zoo menige arrestatie van een medemensen een amusement. Eén amusement" zal men misschien een wat te hard woord vinden, maar we vragen: welk publiek zou een niet-kerkelijk dagblad vinden, dat weigerde zich te schikken naar dezen rinschen smaak van zijn beschaafde" en onbeschaafde lezers? Al datgene waaraan een kantje ^van menschelijke laagheid zit, behoort 'mede tot het best verzorgde deel van een 'krant. Het misdrijf en de, misdaad, zooals zij gepleegd, en dan later zooals zij berecht worden, welk een kleurrijke verhalen en ellenlang uitgesponnen verslagen, met hun humor, bun spannende tooneeltjës en quasi letterkundige verdiensten, brenfen zij niet aan duizendtallen van lezers, ie zich ten diepste beleedigd zouden gevoelen, wanneer ze bemerkten, dat men hen toch eigenlijk voor een chris telijk of onchristelijk schorum hield. En de redacteuren, die, als men hun boeken voorzette, welke het crimineele en lage tot schering en inslag hebben, dezen als lectuur zeker om paedagogiscüe redenen zouden veroordeelen gedoogen toch, dat bun krant, het dagelijksch geestesbrood vaii zoo'a groot aantal lezers, maar al te dikwijls op zulk een demoraliseerend geschrift gelijkt. * * * Het is ons bedoelen niet de redacties der bladen in het algemeen te beschul digen van een welbehagen te scheppen in dit veroordeelenswterdig bedrijf. Zooals de toestanden in binnen- en buiten land thans in dezen geworden zijn, zou men haast kunnen spreken van een force -majeure. Wij althans houden ons er van overtuigd, dat velen met tegenzin zich laten drijven op een stroom, dien zij niet kunnen keeren. Maar dat die stroom eenmaal gekeerd zal moeten worden -in het belang der beschaving, der zedelijke ontwikkeling, en van een teerder huma niteit, achten wij onbetwistbaar. Het zou ongetwijfeld .een uitvoerige beschouwing, en een tot in bijzonderheden afdalende studie vereischen, om tot eeae ook maar in het zeer algemeene vast te stellen slotsom te kunnen geraken, in hoe verre de dagbladpers van den tegenwoordigen tijd, die ieder lezer, schier eiken morgen, of morgen n avond, mededeeling doet van de verschrikkelijkste rampen, de dierlijkste misdaden, de geslepenste dieverijen, kortom van zooveel wat er op de wijde wijde wereld, die hoe langer hoe meer als ne woonplaats wordt, aan weêrzinwekkends, akeligs en afgrijselijks gebeurt .den lezers tot zegen strekt, wijl zij medewerkt tot ver zachting in stee van vergroving van het menschelijk gevQel. Zouden, zoo zijn wij geneigd te vi*ag~ën, met het oog op het milieu, waar binnen ons denken door de huidige nieuwspost wordt geleid, Colijn, de brave boerenzoon, en Poot's geruste landman" niet wat op ons- hebben voor gehad, waar hun slechts nu en dan iets aoor den duivel gekruids werd aangeboden, terwijl bij ons de disch van de^e soort van prikkelenden toespijs steeds rijkelijk voorzien is. ? Het is wel waar, men went aan het vergif maar wordt men er gezond door, wordt men PP sterker van ? En ware eens hst tegendeel het geval, op welk een debacle, niet voor onze uiterlijke, maar voor onze innerlijke be schaving, zou de vooruitgang van de pers, dien ook wij zoo gaarne van harte bewonderen, moeten uitloopen? L- Hoe dit zij, wij gèlooven, dat men zal dienen te komen tot een minder belangstelling wekken voor het lagere op moreel gebied waar die belangstelling een voudig personen geldt, en zij alleen strekt tot bevrediging van een nieuwsgierigheidshartstocht, ganschelijk niet geadeld door eenig streven tot verbetering der maatschappij. Dat streven, het nut der gemeenschap, we zijn er vast van Over-, tuigd, zal eenmaal de toetssteen,worden voor de opname van elk bericht ,pver personen, betrokken bij misdrijf of mis daad, onverschillig tot welken stand zij behooren. Bij moord en doodslag, dief stal en roof, bedrog en zooveel meer, steeds zal het voldoende zijn, in de soberste bewoordingen,voor zoover noodig, het feit ter kennisse van het publiek te brengen, en, zonder uitvoerige verslagen van de terechtzitting, later mede te deelen het uitgesproken vonnis. De jacht op het crimineele nieuws, en bovenal het strooperswerk, bij sommigen in zwang?zal eens worden gestaakt, verboden door de openbare meening der besten, als in strijd met de opvoeding des volks tot een hooger peil van beschaving. De pars zal leeren zwijgen, in deze en dergelijke gevallen voor haar de grootste deugd ; maar óók: zij zal leeren spreken, veel aanhoudender en luider dan tot dusver, waar zij geroepen is, door maatregelen van toezicht en voorzorg te eischen, de onschuldigen te beschermen tegen de gevaren, waarmee zij door geweldenaars, bedriegers en gewetenloozen worden be dreigd. De delinquenten zelf kan zij aan den strafrechter overlaten, en behoeft zij op geenerlei wijs der aandacht van het publiek aan te bevelen dit laatste heeft waarlijk geen hulp noodig, om hen met verachting of medelijden te gedenken, al naar mate eigen deugd het ruimte daartoe laat. In geen geval bg het Binnenlandsch-bestuur. Eeeds menigmaal van plan ouders en aankomende studeerenden in te lichten over de betrekking van ambtenaar bij het Binnenlandsch-bestuur in Ned. O.-Indië, lieten we dat tot nogtoe steeds achterwege. Veel goeds hadden we niet te melden en waar om zou men zijn eigen positie in 't oog van de wereld achteruitstellen'; 11 faut laver son linge sale en familie, heette het altijd, maar van flink wasscheii was nimmer sprake en 't bleef dan bij mopperen. K u evenwel, vooral in deii laatsten tijd, alle geriefelijkheden, die het leven in de diepe binnenlanden nog eenigszins dragelijk maakten, zijn weggenomen, de finantiëele omstandigheden dagelijks verslechteren en de promotiekans om het ooit tot Resident te brengen, bijna op nul is gekomen, achten we het, na ruggespraak met een groot aantal collega's, meer dan tijd 't publiek te onderrichten. Men leze dus het navolgende en zij gewaarschuwd! We zullen dan onpartijdig beginnen met de voordeelen en die zijn ontegenzeggelijk, dat men, na een betrekkelijk korte studie, een, vooral in den eersten tijd, 'vrij goed bezolgdigde, soms onafhankelijke betrekking -krijgt . en men verder (want na eenige jaren wordt de betaling vergelijkenderwijze minder) als men niet te ongelukkig is, is gevrijwaard voor broödsgebrek. Maar hier mee heeft men dan ook alles in 't voordeel gezegd. Vooral zij, die met het oog op net nogal groot schijnend aanvangstracteinent getrouwd uitkomen, merken maar al te spoedig, dat zij, vooral als er kinderen komen, met dat tractement niet of maar nauwelijks kunnen toekomen. En wat een ellende wordt er door hen niet geleden, als zij eens te kampen hebben met ziekte van vrouw en kinderen! In de verre bin nenlanden, op dagreizen ver van een ge neeskundige verwijderd, en van de beschaaf de wereld, d.i. de naastbijzijnde Europeanen, door 100-en-meer-mijlen-lange-wegen zoo goed als afgesloten, heeft zoo menig amb tenaarsgezin een dierbaren doode, die waar schijnlijk door een dokter gered had kunnen worden, te betreuren. En hoe de zenuwen lijden door het bij eigen huisgenooten werken met lapmiddelen, die helaas meestal maar al te verkeerd werken, weet iuen in elk gezin te vertellen. En de ongetrouwden ? Die zijn er vaak nog treuriger aan toe. Alleen, zonder aanspraak, zonder hulp sterft menigeen als een hond (nog geen jaar geleden werd dit met contr. J. treffend bevestigd) of gaat men lichamelijk en gees telijk ten onder. Gevallen van menschenschuwheid, krankzinnigheid en drankzucht komen maar al te dikwijls onder ambtenaren van B.B. voor. Van een gelukkig huiselijk leven is bijna nimmer sprake. Bij ziekte moet men vrouw en kinderen maar al te vaak ver wegzenden, wat treurig maar niet 'minder kostbaar is. De weinige spaarduitjes, die men misschien zou kunnen maken, gaan daaraan op. Onderwijs ontbreekt geheel. De kinderen hebben als eenige speelmakkerslnlanders,van wie ze de slechtste dingen leeren en moet men ze, wil men ze niet geheel en al zien verongelukken, reeds vroeg naar Europa zenden, waar ze maar al te vaak geëxploiteerd worden en ook nog verongelukken/'t Grootste deel van het tractement gaat er mee heen, de ouders lijden gebrek en de resultaten zijn meestal fering. En als men zelf ziek is? Ja, dan an men, zoo ziek als men is, eerst naar een, vaak bijna onbereikbaren geneesheer reizen, om na lang wachten en veel for maliteiten een verlofje te kunnen bekomen. Vacanties heeft men nooit. En hoe worden de verlof bepalingen dan nog uitgelegd? Vkaak wordt men bijna gedwongen al dade lijk wachtgeld (1/3 van het tractement) aan te vragen, en zelfs al is men geheel in en door den dienst (bijv. op excursie) ziek of verwond geworden, dan bekomt men nog geen langer verlof dan voor 2 maanden, de verre reis inbegrepen. Te zelfder tijd, dat de Maj. H. een zeer lang verlof kreeg, bekwam een ass. res., die op excursie in de onafhankelijke landen zijn been gekneusd had, binnen 2 maanden de aanzegging om, als hij niet beter was, maar wachtgeld aan te vragen. Niettegenstaande de dokter drin gend een verdere behandeling noodig oor deelde, werd toen maar doorgedïend. Mét lust ? Trouwens de voordeelen die officieren hebben bqven ambtenaren zijn, niettegen staande hun eeuwige ontevredenheid, vele. We noemen slechts: Ie. Kostelooze of goedkoope opleiding. 2e. Ingang van tractement, reeds bij be noeming in Holland. 3e. Een lang verblijf, met tractement, na de benoeming, iu Holland. 4e. ,De krijgsschool in Holland, waar ze met vol tractement een prachtige opleiding krijgen, die ze vaak, na een paar jaar, in particulieren dienst te gelde maken. 5e. Benoeming tot detachementscomman dant, bij geleiding van troepen naar Indië, met vol tractement en toelagen. 6e. /eer jong in dienst treden en reeds op 38 jarigen leeftijd recht hebben op pen sioen. 7e. Een opleiding en werkkring, die hen, als zij uit dienst treden, dadelijk geschikt maakt voor een betrekking in de burger maatschappij. Een ambtenaar B.B. heeft, behalve voor zijn betrekking, weinig aan verkregen kennis. 8e. Zeer kort of niet op wachtgeld zijn. Ambtenaren moeten soms maanden lang in een duur hotel te Batavia, waar zij hun geld en energie zien verdwijnen, wachten op een benoeming. 9e. Kostelooze geneeskundige en verlos kundige hulp en steeds in de nabijheid van een geneesheer. Amtenaren betalen yraag en vaak ? 50.?, ? 100.?tot ? 200.?en meer voor een enkele visite van een arts, die wel zoo goed wil zijn hun in de verre binnenlanden te bezoeken, 't Reglement voor de berekening der betaling is van 1825, loopt slechts tot 25 paal en is geheel verouderd. Een mooi iets voor \vould-be hervormers, om daar hun krachten aan te wijden. 10e. Altijd in aanraking met andera Europeanen en meestal werkzaam op plaatsen waar scholen zijn. I Ie. Bij het doen van examen voor topogr. dienst, talen, krijgsschool enz. kosteloos examen en reizen naar Batavia. Ambtenaren betalen alles, zelfs voor verplichte examens, bijv. notariaat. ? 12e. Bij productie ven arbeid, als top. dienst, triangulatie enz., zeer ruime betaling. 13e. Voor geschikten, nl. voor hen die den hoofdoff. rang halen, zeer vlugge ver dere promotie; voor de minder geschikteH' gelegenheid op jeugdigen leeftijd nog wat anders te beginnen. 14e. Zeer gemakkelijk verkrijgen van «nderscheidinsteekenen. Bijna 't geheele leger is gedecoreerd. 15e. Geschiktheid voor G. G., min. v. Kol. Dir. v. B. B. Inspecteur der Buitenbez.. Resident, Ass.-Res. enz., dit alles vooral onder een Chr. min. 16e. Een vrij gped pensioen, zelfs bij on geschiktheid. Na 20 jaar krijgt een kap. f 2100, een ambt. BB. van ?1500 to<; ? 1800 hoogstens. 17e. Bij allerlei gelegenheden, zelfs bij het afrijden van paarden, verhoogd pensi oen, als men een ongeluk krijgt. Een con troleur, wordt, zelfs als hij in en door den dienst een ongeluk krijgt, met een schijntje afgescheept. Toch is de kans om ongelukken te krijgen of om te k'omen voor ambt. B.B. stellig niet geringer. Gebeurt er iets, dan zijn zij, gezien het gebrek aan geneeskun dige hulp en andere bijstand, bijna altijd verloren. De voorbeelden zijn velen. En zoo zouden we kunnen doorgaan, als we niet vreesden te uitvoerig te worden. Ook wenschen we geenszins te ontkennen, dat VOOT onafhankelijke karakters het officiersbaantje weinig aantrekkelijks heeft en het B. B. meer gelegenheid geeft karakter te toonen. Er werd dan ook door ambtenaren B. B. * tot nogtoe met ijver en opgewekt heid gediend, de met weinige hulpmiddelen verkregen resultaten kunnen het getuigen. Ellende op tournees, soms een maanden lang verblijf in de diepste binnenlanden, nog nimmer door Europeanen betreden, levende om en bij de smerigste inlandere en zijn leven geen oogenblik zeker, alles werd met opgewektheid gedragen; als men thuis kwam, had men ten minste een be hoorlijk huis en erf en voelde men zich weer beschaafd man. Nu wordt dit alle$ anders. Gouvernemëntswoningen worden slechts bij uitzondering gebouwd. Men kan in een buurhuis trekken of zelf een bam boekrot j e opzetten en wordt dan nog op de huishuur beknibbeld. De levensstandaard is immers in de bin nenlanden veel lager!! Het gebruiken van gestraften, een noodzakelijk iets voor Eur. ambtenaren in de verre binnenlanden, die vaak voor 't hoogste loon en de beste woorden geen bedienden kunnen bekomen, is streng verboden. Bamboezen krotten, vuile erven, slecht eten voor mensch en dier, ziedaar de genoegens tot afwisseling van de ellen de op tournee geleden. Vroeger pakte men op tournee aan, thuis kon men bekomen, thans denkt menigeen: wat zal ik mij druk maken, laat ons heerendienst en belasting verlichten, we zien dan op tournee vroolijke gezichten, thuis is er al ellende genoeg: De ja-broers en ambtenaren^ met veel kin deren zullen 'blijven 'doordienen, flinke lieden loopen er uit. Maar voorloopig ge noeg en vermeenen wej dat 't een ieder wel duidelijk zal zijn, dat 't opschrift boven dit opstel niet ten onrechte is geplaatst. Controleur B. B. HiiiiitMitiiMiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiMiHimiiiiiiiiiiiMiiiiiiMiiiïiÏMumnmii Sociale, miiiiiiiiiitiiiitiiiiiiiiiiiiiiiraiiHiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiMiniiiHiiiiiiiiiimiiiiH Kindersterfte en aroeiilTangElinwiIeïronwen. Een vreeselijke klacht is verschenen. Een klacht, die moge doordringen ook tot den wetgever, niet, omdat de wetgever hier als met een tooverslag een toestand van licha melijke en geestelijke degeneratie eener fabrieksbevolking zou kunnen helpen ver beteren, een toestand die zoo gegroeid is doordien eenige menschengeslachten lang van de menschelijke arbeidskracht een over matig en verkeerd gebruik is gemaakt maar omdat, naar het zich laat aanzien, van den wetgever de eerste stoot moet uitgaan om dit menschelijk kwaad te stuiten! Ik bedoel nl. de klacht in het onlangs verschenen verslag der gezondheids-commissie te Maastricht, over de bovenmatige sterfte onder de arbeidskinderen gedurende de eerste levensjaren. In genoemd verslag wordt nl. medegedeeld, dat in de maand Juli 1904 stierven op een aantal van. 115 geboorten 42 kinderen beneden het jaar, en 6 van l?5 jaar, en in de ffl§an^Aüg. 1904 op een getal tan 97 geboorten, 54 kin deren beneden het jaar, en 8 van l?5 jaar. Inderdaad waar dit een normale toe stand geldt, d.w.z. niet eene, die door epi demie is veroorzaakt, maar dezelfde cijfers zich elk jaar weer zullen voordoen, zijn dit verschrikkelijke cijfers! De gezondheids-comrnissie, dit verschijnsel besprekende, schrijft deze buitengewone kin dersterfte ten deele toe aan de warmte in de genoemde maanden, maar de voornaamste oorzaak, meent zij, moet toch elders gezocht worden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl