De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 21 januari pagina 5

21 januari 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1491 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. MAGGI's Soepen in tabletten, merk Kruisster, maken het mogelijk om in den kortst mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts met water, voortreffelijke krachtige soepen klaar te maken. Per tablet voor 2 flinke borden Fransche soepen 10 Ct. Pikante soepnn 13 MAGGI's Bouillon-Capsules, merk Kruisster, geven door oplossing in kokend water oogenblikkelijk een voortreffelijken voor het gebruik gereed zijnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen Consommé(extra sterk vleeschnat zonder vet) 12 Ct. Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 IIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIimJUIIIIIIIIIIIH van drie kinderen, gén weezen of halve weezen, maar in het bezit van beide ouders. De vader, nachtwaker, de moeder een slechte vrouw, die de kinderen des nachts in een ?donker hok opsloot, als zy andere mannen in haar kamer ontving! Ik zou al die arme, bleeke, vermagerde schepseltjes eens willen toonen aan u, ge lukkige moeders van gezonde aan niets gebrek hebbende kinderen! En ik zou willen vragen : Wat doet gij, om die arme kinderen een beter lot te geven? Want veel is er noodig en de Vereenigingen die zich het lot van die arme verwaar loosden aantrekken, hebben altijd geld te kort! Daarom moeten zoo velen worden geweigerd. Nu de Kinderwetten in werking zijn getre den, behoeven w& niet meer te vreezen, dat onze vriendjes en vriendinnetjes van ons worden weggenomen, door ouders, die al hét goede, door ons gezaaid, dreigen te verstikken. Want zéworden n met het gezin waarin ze, onder voortdurende controle, worden op genomen. En ze groeien op tot nuttige leden der maatschappij. Steunt dus de vereenigingen, die zich het lot der verweesden of verwaarloosden aan trekken ! Wie weet of de gunstige werking van de Kinderwetten niet ten gevolge zal hebben, dat er in verloop van tijd, bij dejaarlijksche begroeting, de post voor het gevangeniswezen uitgetrokken, niet aanmerkelijk kleiner zal zijn. Wij willen er het beate van hopen en gaan de toekomst vol vertrouwen tegemoet. Den Haag. H. VAN DER MOER. Isadora Dnncan's tiausscbool in de Lyceum-duo te Berlijn. De Lyceum-club is nu in vollen bloei. De verschillende commissies zijn georganiseerd en in actie, de permanente tentoonstelling van producten op kunstgebied wordt steeds rijker, het leven stroomt door alle aderen van wat in den aanvang alleen nog maar schoone vormen waren. Overdag en 's avonds zijn restauratiezaal en tea-rooms bezet met die elite der vrouwenwereld voor wie de Lyceumclub bedoelde aantrekkirjgs- en concentratie punt te worden. En minstens 2 il 3 maal per week zijn concert- of voordrachtenzaal geheel gevuld met de leden en haar vrou welijke en mannelijke gasten. De muziekcommissie heeft al veel gepraesteerd, en de plannen voor dit seizoen zijn nog lang niet uitgeput. Het bekoorlijkste van wat er totnogtoe heeft plaats gehad was wel de avond van 7 Januari, waarop Isadora Duncan met haar kleine leerlingetjes optrad, ditmaal in een ^private club, daar een bevel der politie van j.l. Dec. haar verboden heeft verdere opvoe ringen dezer kleine meisjes te arrangeeren, zooals zij een paar keeren met succes in midddagvoorstellingen van theaters gedaan had. Hierop kom ik straks nog even terug. Voorloopig moet gezegd worden dat men zich niets bevalligers kan voorstellen dan het dansen dezer 16 kleine wezentjes tueschen 5 en 11 jaren, met de wonder-gracieuse beweginkjes der mooie, door bepaalde buigingsoeteningen en rhythmisch ademhalen ontwikkelde lichaampjes. Langs de wanden der beide ineenloopende zalen zaten de toeschouwers, zoodat een tamelijk lange smalle ruimte vrij bleef. Bij MAGGI's Aroma, merk Kruisster, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleeschgerechten «ogenblikkelijk een verrassenden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Yerkrygbaar in flacons vanaf 30 Ct. UIT DE_NATUUE( CXLir. De Hazelaar bloeit. We komen nu in de week van de bloeiende hazelaars. Dat is altoos een welkome tijding, die de kleine grijze rolletjes brengen, als ze zich rekken en geel worden, de boodschap, dat de winter al haast weer om is. Ik zal van den winter geen kwaad zeggen, daarvoor is hij werkelijk te goed en te nuttig, al is hij nog zoo nat en duur aan hoestpoedera en liefdadigheidconcerten; ik houd wer kelijk van onze winters; die zijn maar zel den meer zulke barre plakkers als in den ouden tijd; ook zou ik den winter niet willen missen, omdat het de achtergrond en later de schaduw van den zomer is; hoeveel duidelijker zie en voel je de mooie dingen niet, nu ze een fliuken achtergrond hebben, waardoor ze in 't voorjaar zoo scherp uit komen. En zie, de gele hazelaar zegt midden in dezen donkeren winter al, dat de zomer op komst is, 't is een glimlichtje in de schaduw. 'k Weet nog best, dat ik zelf eerlijk meende dat de hazelnoten in warme landen groeiden, in Siciliëen Klein Aziëof zoo; en toch ston den er hazelaars niet ver van mijn ouders huis. Maar toen ik ze daar eenmaal gevon den en herkend had, is er ook geen Januari voorbijgegaan of ze hebben me blij gemaakt met hun gestuif; en meer dan eens heb ik echte onrijpe hazelnoten van mijn eigen haze laars geplukt, opgegeten en ook wel, met de huls er bij, verkwanseld. Ja, en als 't niet zoo lang geleden was zou ik 't niet durven vertellen; ik heb mijn hazelaars meer dan eens besnoeid, om een wenschtakje te snij den en daarmee uit schatzoeken te gaan; waarvan we natuurlijk op school door den leeraar hadden hooren vertellen. Nu wist ik wel, dat hazelaars niet gesnoeid mogen worden, als er veel bloem aan zal komen; maar wat geef je, als vijftienjarige bengel, om de mooie katjes en de vruchten, als er zoo iets als een goudmijn of tenminste een pot met,x>ude gouden munten te ont dekken valt. Want dat kan met een simpel hazeltwijgje ; de bazelroe is van de oudther de meest ge bruikte en betrouwbaarste wenschtak en waterpj<jfeet geweest. Ja, er zijn ook nog groote jepisehén in onzen geleerden tijd, die, als ze ergeli» een put zullen graven, eerst een hazeltalk|-snijden. , yolgelis de oudste en beste over leveringen moet het een gaffeltak zijn met een steel van precies drie vingerlengten, de beide gaflelstukken mogen maar n menschenduim lang zijn. Je neemt als je ergens een de piano stond Isadora Duncan, in haar wit Helleensch gewaad. Op een wenk kwamen van over 't podium, door de rijen der ook daar zittende heeren, als elfjes de vele kleine meisjes in heel licht gele jurkjes, ook met opgenomen Grieksche plooien en bloote voetjes, kleine Isadora's zoo naar het uiterlijk. Stil en licht als veertjes gleden ze de paar treden van het podium naar de zaal af en begonnen een voor een den langzamen dans pas, dien de piano aangafi Daarna een soort polka, een wals, alle de een na den ander, waarbij elks persoonlijkheid en individueele gratie uitkwam. Toen dansflguren, die ze te zamen uitvoerden met wuivende sluiers, en na 'n kleine pauze ronde dansen in heel fijne, eigenaardige witte jurkjes, met kransjes van rose-en-witte bloempjes in 't haar. Als een levend schilderij van Botticelli verrukte de gratie dezer kinderen de oogen. Vaak van een schoonheid om roerloos aan te zien was het snel wisselend lijnenspel der bewegende armpjes en beentjes en de fiere ranke houding van de lichaampjes, waarbij de bevallige houding der hoofdjes zoo zér meedeed om de bloemen-liefelijkheid te verhoogen. Zóó kinderen te doen dansen, dit ze ontroeren wie even maar vatbaar is voor het schoone van plastiek, voor lijn en bewe ging, dat is wel het werk eener ware kun stenares, eener vurige vereerster der wondere Antike, die hier als herrees binnen de wanden van een modern 20ste eeuwach salon. Even, met gesloten oogen, steeg er een visie van wit-marrneren zuilen onder 'n hooge blauwe lucht, van oefenspelen in de gvmnasia der oudheid, en een bloemen-omkranst symposion, schoonheid nverborgen van lijf en lijn en gebaar.... Toen trippelden de kindertjes weer het podium op en werden door hare verzorgster, gekleed in grijs-groene jurkjes tnet wit bont afgezet, witte kousen en sandalen aan de voetjes. En Isadora begon een rede. Zij verzorgt de kinderen geheel vooreigen rekening (het zijn arine, goed gebouwde, talentvolle kinderen die zij tot zich neemt) in de villa welke zij daartoe in het Grunewald ingericht heeft, en waar hare zuster en zij hen voorbereidt tot datgene wat zij van haar kleinen maken wil: een soort orchestrion van den dans, dat later evenals een philharmonisch orkest de wereld rond reizen zal, waarbij elk haar eigen persoonlijk levensrhythme zal leggen in den alleen als instrument daartoe gebruikten dans. Miss Duncan heeft al haar opgespaarde geld in die school gestoken, de kinderen worden er niet alleen zorgvuldig verpleegd, maar krijgen ook hetzelfde onderwijs als kinderen die de stadsscholen bezoeken. En nu heeft de politie haar optreden met de kinderen verboden. Op den duur kan de school echter niet zonder dat hulpmiddel ter stijving der kas bestaan. Het heet in het politie-bevel, dat de kin deren te weinig aangekleed zijn, de gewaden te kort en te doorzichtig. Het mag wel een typisch voorbeeld van valsche moraal-begrippen heeten, deze zoo kuische schoonheid als onzedelijk te verbieden en daarnevens de walgelijkste vertooningen in alle mogelijke variétés met den mantel der liefde te bedekken. Miss Duncan wendde zich nu om stenn tot de leden der Lyceum-dub. Zij had een nieuwe petitie aan den Ober-Polizei-Prüsident opge steld en verzocht in levendig maar gebroken pomp te zetten hebt, en niet goed weet waar 't gauwste en 't beste water in de grond te vinden is, de wenschroe in de hand; en wel zóó, dat elke hand n gaffelstuk losjes omvat en het vingerlang takeind naar voor en eenigszins naaf boven is gericht. Zoo loopt ge langzaam over het terrein, waar zich de wel moet bevinden, het oog gericht op 't eind van de hazeltwijg. Op 't oogenblik, dat de hazeltwijg precies boven de waterwei komt, buigt de tak duidelijk voelbaar naar beneden om. Ga daar maar gerust graven, er is water en 't is best. Tenminste als uw hazeltak een echte wenschroe was. En daar kon wel eens iets aan mankeeren ; want elke gaffellwijg, hoe goed gesneden, was daarom nog niet deugdelijk. Bij zoo'n wondere werking behooren wonderlijke ge bruiken; en als je die niet in acht neemt, is alle verdere moeite vergeefsch. Zoo moet de tak in drie snelle sneden van de struik gescheiden zijn met een mes, waarmee nog nooit een mensch gewond of een dier gedood is. Ook moet 't op tien bepaalde heilige dag gebeuren en de maan moet uit het oosten door den gaffel heenschijnen op 't oogenblik dat het mes er door gaat. Ge begrijpt, dat echte wecschroeden heel zeldzaam zijn, al is ook de hazelaar zelf bij Duitsch om de onderteekening van allen die het met haar denkbeelden eens waren. Het is te hopen om der wille der hooge kunst, die anders verloren zou gaan, dat de petitie succes heeft. In de club volgde nog een lang en geani meerd debat. Bezwaren van paedagogischen kant: het verloren gaan der naïviteit bij zoo vroeg bewuste kunst. Van socialistischen: het steeds bedenkelijke der toekomst van arme kinderen die danseuse worden. Maar ... geen enkel van aesthetischen aard. C. F. DierenmislMileliDp in Italië. Wat Caprice onlangs schreef over de die renmishandelingen in Italiëis aangrijpend vreeselijk. Hetjijdensbeeld dier arme gefo1' terden verrijst "iir'al zijne gruwzaamheid voor onze blikken, 't doet trillen van verontwaar diging de fijnste snaren van ons gemoed. Hunne jammerkreten weerklinken in onze ooren, beroeren onze harten en prikkelen onze energie tot daden van barmhartigheid. Italiëen Spanje zijn ver van hier. On bereikbaar voor ons medelijden zijn ze niet. Dat ons erbarmen zich uitstrekke tot aan gindsche zijde der Alpen en der Pyreneeën en daar zich metamorphoseere in hulp en bij stand, in verzachting van nameloos weel Dierenbeschermers van gansch de beschaafde wereld, daar in die wijde verten liggen vrucht bare arbeidsvelden voor uw werkenslust. Geen nanciëele offers worden hier vereischt doch slechts een ernstig willen, zich uitende in machtige suggestie. Dat uwe maatschappijen zich vereenigen tot ene schoone, collectieve daad van red dend medelijden of desnoods van straffende gerechtigheid! Dat zij zich wenden tot de autoriteiten der gei'ncrimineerde plaatsen met verzoek ver ordeningen te maken tot beteugeling dier menschonteereiide wreedaardigheden, omdat anders tallooze touristen de zegeningen van hun overvloed zullen doen genieten aan plaatsen, waar zachter zeden heersenen. Dan zal het eigenbelang zijn invloedrijke stem verheffen, dan /.al de publieke opinie die 'arme, tot bloedens toe gepijnigde schep sels in haar bescherming nemen en hunne beulen dwingen tot meerdere menschelijkheid. Dat zij zoo! Apeldoorn. WILLEMIEN-. Modes Dames-hoeden in de opéra comi/jue te Parijs. -- 'foiletten van mejuffrouw Piérat, (tts "hA'tfiijin de,Chailles. Fran sche lol ettéti «$*» troüwpUchtigheid. De bezoekers van de opéra comique te Parijs, zijn op hun stuk blijven staan. Voort durend klaagden zij over het onaangename feit. dat de weelderige afmeting der dameshoeden hun belette een ongestoorden kijk te hebben op hét tooneel. De aanhouders hebben hun zaak gewonnen. De directie van het theater verbiedt het dragen van hoeden aan dames, die plaats wenschen te nemen beneden in de zaal. Fleurig in den waren zin van 't woord en sierlijk is nu de aan blik van de zaal voor hen, die gezeten zijn in loges, balcon en galerij. Eleganter dan ooit kapt zich tegenwoordig de Parisienne, en, voor schouwburg-bezoek ons geen zeldzaamheid. Een Oostersche of Zuidelijke plant is 't ook al niet. Want de oudste Germanen hielden de hazelaar al in eere. 'k Kan me zoo voorstellen, dat die oude heeren, die geen vulkachels en gloeilicht kenden, hoe kranig ook in 't worstelen en drinken, de eerste voorteekenen van den komenden zomertijd met welgevallen begroet zullen hebbeu ; en de hazelaar was voor hen de allereerste die met zijn gele poederrol letjes en zijn roode pluimpjes opnieuw het zomerleven durfde beginnen ; n ten minste al weer,die bewees dat uit den witten doodschen winter nieuw leven bot'e; en dat ook na deze ijzige verstijving der natuur weer de zomer komen zou. Uit aet koude doode hout brak het leven door en zoo werd voor de oude Germanen de hazelaar het zinnebeeld van een leven ook na den dood. Den stervenden drukte men hazelnoten in de hand. En uit den tijd toen er al begraven en niet meer verbrand werd, zijn skeletten opgegraven met noten in de hand. Dat uit zulk sen graf wel eens een hazelstruik opgroeide was waarlijk geen wonder. En. gegeven de bekende familiariteit waar mee vroeger de menschen reet hun goden en met alle bovenaardsche wezens van hoogereu en lageren rang omgingen, is het niet te brengt zij coquette afwisseling van versiering in haar kapsel. Blonde kopjes tooien zich met n groote violetkleurige struisveer. Het begin van de veer gaat schuil in een flou" van blonde haren. Los en bevallig ligt de zacht-getinte struisveer op de kopjes, als ware zij toevallig opgenomen door een schalk briesje neergezweefd op een kapsel, waarvan zij de schoonheid releveert. Donkere kopjes tooien zich met Grieksche, dof-gouden ban den. Rosetten van gouden tulle met een paar bloemen er tusschen, links op het kapsel geplaatst, maken den indruk van doddige, miniatuur-hoedjes. Het weinig flatteerend Engelsche modetje, om zwart-fluweelen strik ken in 't kapsel te dragen vindt steeds minder bijval. Zacht wapperende aigrettes, groote en kleine dof-gouden, mat-zilveren, lichte of donkere schildpadden kammen en kammetjes met incrustaties van si mui of kleurige en straal-uitschietende steenen, worden ook veel in dameskapsels gezien, en zijn geschikt om de hoeden te vervangen, die men liefst geheel uit schouwburg- en concertzalen wil ver wijderen. * * * Niet alleen als actrice behaalde mejuffrouw Piérat van de Comédie Francaise een triomf in haar rol als hertogin de Chailles, maar ook als vrouw, om haar schoonheid, haar gratie en zeldzaam mooie toiletten. Itedfern is er ii geslaagd uiterste distinctie en relief te geven aan mejuffrouw Piérat's blonde en jeugdige verschijning, op den avond toen zij zich aan het Tout-Paris" als Lavedau's heldin moest vertoouen. In het eerste bedrijf, brengt de hertogin een bezoek in het sanatorium waar haar ongelukkige echtgenoot, de hertog de Chailles wordt verpleegd. Mej. Piérat draagt dan een beeldige robe van zacht-iuauve cachemire, met een hoedje in dezelfde kleur. De japon met boléro is gegarneerd met appliques van zijden fluweel, geheel in den tint van het cachemire. en versierd met paarlen en zijde borduursel, eveneens in zacht-tnauve toon. Ik herinner mij, <lat madame Bartet in dat eerste bedrijf een verrukkelijk toilet droeg van champagne kleurige voile, en een klein rond hoedje in de tint van de robe en ach terwaarts versierd met een touü'e licht-blauwe bloemen. In het tweede bedrijf, ten huize van den aidi Daniel, draagt la Piérat" een robe van zwart doorschijnend Ninon, op een zijden onder kleed van vieux-bleu. De robe is versierd met zwarte Chantilly-kant. Daarbij draagt zij een zwarten hoed met zwart kanten sluier. Dit lijkt mij een veel gelukkiger keuze, dan die van mevrouw Bartet, die in het tweede bedrijf een bruine robe draagt en een bruinen sluier op haar hoed. Bruine sluiers tiatteeren nooit, maar zeker niet op het tooneel. Mejuf frouw Piérat treedt in 't aanstaande voorjaar in tiet huwelijk met den kunstschilder Guiraud de Scevola, die van zijn verloofde een goedgelijkend en vélbewonderd portret ten voeten uit heeft geschilderd. * * -* Een keur schitterende toiletten waren te bewonderen in de kapel .Saint-Louis des Invalides, toen de bisschop monseigneur Touchet het huwelijk inzegende van jonkvrouwe Marie Brugère, dochter van den generaal Brugère met den heer Maxime Mauranges. Het toilet der bruid was een Empire-robe Hazelkatjes in Januari. verwonderen, dat de hazelaar een godenboom werd. Hij werd aan Donar gewijd en geen zoon of dochter van 't volk zou een omhei ning, die door hazelroeden was gevormd dur ven verbreken. Zulke lange dunne hazelloten stonden in 't rond om de plaats waar recht werd gesproken, omslingerd en vereenigd door een rooden draad ; hoe zwak de afslui ting ook leek, ze bleek sterker dan een van eikenstamiuen. Luide het vonnis dat een geeseling moest worden toegediend, de harige hazeltwijg was de aangewezen geeselroede, sterk en buigzaam, geheiligd en gevreesd. Wij, die allemaal zoo knap zijn in 't ver klaren van de verschijnselen in de levende natuur, kunnen ons moelijk meer indenken in het leven van die menschen en in hun be schouwing van die zelfde natuur, waarmee die oude volken zooveel meer te maken hadden dan wij, die zooveel vaker over hun leven en welzijn beschikte dan met ons tegen woordig het geval is. Bij ons weet ieder kind al, waarvoor dat gele poederwolkje dient, dat bij elke aan raking uit de slanke, bevallig bengelende hazelkatjes wegdrijft onder den zacht-blauwen winterhemel; wij zien in werkelijkheid of in gedachten, hoe op een andere hazelstruik fijne roode pluimpjes verlangend wachten, dat de zachte luchtstroom hun een paar van die zwevende stofjes brengen zal; hoe de pluimpjes ze vasthouden en hun den veiligen weg aanbieden om diep in den knop door te dringen, waar een paar eitjes schuilen. Die hebben maar n haast onzichtbaar korreltje van dat zwavelgele poeder noodig om een mooie bruine zoete hazelngot te worden, niet waar'.' Ja, wij weten tegenwoordig nog veel meer; we kennen of gissen de beteekenis van de roode kleur van die stompe pluimpjes, die 't meest en 't eerst aan de zonzijde van de ha/el struik voorkomen : het rood moet warmte maken uit licht; van de kleverige haren om de jonge loten en van elk deukje, elk kuiltje in de vreemd gevormde bloemgchubjes van 't katje weten wij Iets te zeggen: dat 't nuttig is om het vallend stuifmeel op te vangen uit twee bloempjes, die er vlak boven han gen ; om het te bewaren tot er bij zonneschijn en zoel winterkoeltje waait, of, om vaster aan een te sluiten bij 't invallen van guur weer. Wij begrijpen nu waartoe ze nuttig is die verbazingwekkende kwistigheid met de kost bare voortplantingsstof, het stuifmeel, dat immers maar op hoop van zegen aan de wufte winden wordt toevertrouwd. Ook wij weten die dingen nog pas zoo kort en niet eens alle volledig en volkomen zeker. Voor honderd jaar phantaseerden de weinige van ivoorkleurig satin liberty, smaakol ge garneerd met tulle en point d'Angleterre. De moeder der bruid, mevrouw Brugère, had haar keuze eveneens bepaald tot een robe Empire. Wie doet dit eigenlijk tegenwoordig niet? De mode is n-en-al Empire-huldiging, vooral voor gekleede en voor avond toiletten. Kranig zag mevrouw Brugère er uit in haar Empirekleed <?an crèpe de Chine in réséda-tint, een pracht stola van zibeline en een Empire toque versierd met marabout, voltooiden het toilet der bruidsmoeder. Cécile Brugère, zuster der bruid, droeg een aller liefst toilet van melk-witte mousseline de soie met kantgarneering en een grooten kastanjekleurigen hoed met touffes lichte rozen. Heel stemmig tusschen al die robes in zachte tint, was de moeder van den bruide gom, mevrouw Mauranges in stijlvolle, rigide robe van zwart fluweel, feitelijk het tra ditioneel toilet voor de moedig der jonggehuwden, maar een traditie waarmee onze actueele, zwierige, modieuse bruids mama's sedert langen tijd hebben gebroken. In onze dagen van wielrijdende, sportminnende, levenslustige, modieuse en coquette grootmoeders, zijn moeders van volwassenen jeugdiger dan ooit. Mevrouw Lucie Pal mier droeg een robe van zwarte Chantilly kant, rijkelijk met flonkerende gitten en paillettes versierd, op een onderkleed van witte tafzijde. Gravin O'Gorman droeg een stemmig toilet van zwarte kant. Beeldig was mevrouw Lachau in haar kostbare robe van point de Venise op onderkleed van mauve mousseline de soie. Daarbij een picture hat" van mauve fluweel. Mevrouw Daublot droeg een robe vau witte mousseline de soie met prachtige incrustaties van kostbaar zwart kant werk. Onder de dames, die de trouwplechtigheid bijwoonden, bevonden zich de echtgenoot e van den president die weldra zal aftreden en haar dochter, mevrouw de Saint-Prix, die een knappe, elegante verschijning is. De een voudige, beminnelijke mevrouw Emile Loubet, heeft in haar kleeding nooit die voor naamheid en distinctie weten te brengen, waarvan haar voorgangster, mevrouw Félix Faure, het geheim bezat. CAPRICE. * * * Warme pudding niet gestoofde peren. Benoodigdheden : l kilogram beste stoofperen, 250 gram witte suiker, l stuk pijpkaneel, drie colombijuen, 2 eieren en nog l eidooier, tiO gram witte suiker, de schil van een half citroen, enkele druppels cochenille, 2 deciliter melk. Bereiding : Schil en boor de peren, kook ze met l liter water, een stukje pijpkaneel, 250 gram suiker en cochenille tot de vruchten zeer gaar zijn. Neem dan de peren uit het vocht en laat dit dik inkoken. Wrijf een puddingvorrn in met boter, plaats een stuk beboterd papier op den bodem. Klop de eieren, voeg daarbij de suiker, de melk, de geraspte citroeaschil en enkele druppels cochenille. Snijd de colombijnen in kleine stukjes, leg ze in den vorm en stort daarover de vla van de eieren. Sluit den vorm met een papier. Plaats den vorm gedurende 40 minuten in een pan met warm water. Stort den pudding op een verwarmden schotel, verwijder het papier, schik de peren rondom den pudding en bedek de peren met de dik ingekookte stroop. geleerden, die het leven der natuur hun aan dacht waardig keurden er nog lustig op los. Wat moest dan zoo'n onwetende Germaan met zijn rijke verbeelding, die in en van de natuur leefde, wel denken en gevoelen bij 't zien van die geheimzinnige wolken goud stof, die uit de kale wintertwijgen van een hazelaar opstegen! Kon dat nu werkelijk niet een schat uit het binnenste der aarde zijn, die de hazelaar tot stof deed vergaan? En een plant die zoo innig met de aarde vertrouwd was, moest die ook niet de toovermacht bezitten, om dat verborgen goud aan te wijzen. Wij zijn nu wel wijzer; aardsche schatten laten wij liever opgraven door kaf fers en koelies; dat is zwaar werk, we krijgen ze langs een omweg veel gemakkelijker. Ook zou je tegenwoordig voor zoo'n echte tooverroe niet eens veel kunnen krijgen ; overal zit gou J en water in den grond; de kunst is maar 't er uit te halen. Toch worden er in den laatsten tijd heel wat meer hazelaars aangeplant dan vroeger. Wel niet om de hazelroe te snijden. Neen, om aardsche schatten gaan de menschen hoe langer hoe minder geven, gevoel voor schoon heid en belangstelling in gezondheid zijn de oorzaken, dat de hazelaar meer en meer de eer krijgt die hem toekomt. Zijn belofte in den winter van goede zomersche dagen die komen zullen; en zijn lekkere en voedzame noten, die in de naherfst de toevlucht van de vegetariërs en, als pseudo-atnandelen, van de banketbakkers zijn, zullen hem er boven op helpen. Ik vind het best dat er in Amsterdam zooveel staan: in 't Vondelpark; in Artis onder anderen over de ijsberen; 't was me een groot genoegen van de week in een jong park in Amsterdam, 't Oosterpark, wel twintig bloeiende hazelaars te vinden, sommige al meer boomen dan struiken. Dat bewijst meteen dat ieder, die ook maar een niet al te natten tuin heeft zonder bezwaar een hoekje, al is 't maar voor n tiinke hazelstruik kan in ruimen ; maar 't moet een zonnig hoekje zijn. Zet daar onder wat winteraconiet, sneeuw klokjes, anemonen, Siberische hyacinthjes en een paar vroege roode tulpen, dan hebt ge van Januari tot Maart wat te zien dat de moeite waard is; dan komt ook stellig van tijd tot tijd een mees of een roodborst onder de paraplu met zijn honderd gele franjepunten zijn vroegste lenteliedje zingen; want die vogeltjes houden net zoo goed als wij van alles wat er mooi is in de natuur. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl