De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 21 januari pagina 8

21 januari 1906 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1491 hunner omgeving ontslaat van den last door uiterlijk vertoon hun waardigheid te releveeren. En hu begreep ik uwe dwaling. Gij kent den huldigen pastoor alleen, gelyk hij zich wel eens voordoet aan een andersdenkende, niet wien hij zich niet op zijn gemak ge voelt, widns vertoon van superioriteit in vormelijke beleefdheid, of, in uw persoonlek geval, wiens roep van groote geleerdheid hem wellicht imponeert. Dit wil zeggen: gij kent hem niet, en, a fortiori, bleef zijn werk kring u een gesloten boek. Deze observatie bracht m\j er toe de stuk ken te lezen, die u ten dienste stonden voor uwe schets van den middeleeuwschen dorps pastoor. En daar bleek mij, dat veel be langrijks u was ontgaan, omdat ge, onbe kend met des pastoors huidigen werkkring, vele aanwijzingen niet hebt begrepen of niet hebt opgemerkt. De plaats ontbreekt mij hier om u voor te rekenen, dat de middeleeuwsche pastoor, als wiens ambtswerk gij niet anders dan mislezen, nu en da» preeken en het toedie nen der Sacramenten wist te vinden (de zielzorg voor de overledenen" schenk ik u thans), nog heel andere plichten nakwam zoodat hij zeker een wel besteden dag placht te hebben. Maar ik moge u toch verwyzen naar een alleropmerkelijkst stuk onder uwe bescheiden: de zelfverdediging van eenen pastoor uit de dagen der Hervorming. Want hieruit blijkt, dat de toenmalige opvatting van zyn ambt niet veel verschilt van de hui dige, die, al eischt zij in goede parochie's geen sloven en zwoegen, toch waarlijk heel wat arbeid en zeer veel ernstige zorgen meebrengt. Het is slecht" zegt de beleedigde man b.v. dat gij uwen pastoor, die voor u altoos waken moet, ja u in pest en alle ziekten bijstaan, ja in den dag des Oordeels rekenschap voor u geven zal, dat gij hem zoekt aan te klagen, te bezwaren, dat gij hem luttel in waarde houdt." Wat dit vermaan: vergeet toch niet, dat ik aan God rekenschap schuldig ben voor uwe zielen" aan kommervolle bemoeiingen reveleert, het is (en moest) u ontgaan, maar mij geeft dit het bewijs, dat de man zijn plicht deed en het vertrouwen, dat hij, ook waar het vrij willigen, onbetaalden arbeid" betrof, ijveriger was dan gij meendet. Voeg ik nu bij zijne priesterlijke verrichtingen, en de talrijke nuttige bijbaantjes," die gij zoo getrouw hebt vermeld, de vele moeilijker, tact- en toewijding-eischende werkzaamheden, waarvan ik in de aangehaalde woorden, en vaker in uwe bescheiden, de sporen vond, dan kom ik tot die aantrekkelijker voor stelling" van zijne persoon, waarvan ik vroeger gewaagde, maar die gij zoo vriendelijk waart voor het gevolg van mijnen hartstocht" te verklaren, hoewel toch de aanteekingen bij mijn oorspronkelijk opstel u reeds blijken konden geven van de studie, welke ik hier kortelijk resumeer. 1) Het is alweer eenige jaren geleden, dat ik deze studie maakte. Maar weet gij wat mij groot genoegen deed ? Onlangs kreeg ik het referaat van Kohier in handen, dat gij in mijn opstel vindt geciteerd, en daar vond ik, dat uit zeer volledige gegevens, betreil'ende eenen eind-middeleeuwschen pastoor in uitschjand gepubliceerd, door dezen protestantschen theoloog werd geconcludeerd: wenn auch zunüchst ber die Kleinigkeitskriimerei und Mechanik sich der Spott regen will, so zwingt jenesTagebuch doch den Eindruck ab, dasz ein gewissenhafter Pfarrer am Vorabend der Eeformation einen ernsten Pflichtenkreis besasz, der Treue erforderte, gen au so wie spater das evangelische Pfarrambt." Het bewijst alweder uw goede bedoeling, die ik toch ook nimmer heb betwijfeld, dat gij dit als mogelijkheid zelf hebt erkend aan het slot van uwe studie dat eigenlijk zoo weinig met den overigen inhoud rijmt. Maar indien gij uwe bescheiden met wat meer begrip van het katholicisme hadt kunnen lezen, dan zoudt gij er het bestaan hebben bewezen gevonden van al de goede eigenschap pen van den dorpspastoor, die gij thans slechts als potentieel vermocht aan te duiden. Liever dan op onze overige feitelijke ge schillen opnieuw in te gaan, herleid ik nu onze discussie tot hare algemeenheid en stel dan mijnerzijds als resultaat: 1. Er is geen reden a priori aan te nemen, dat een katholiek onderzoeker de middel eeuwen zou idealiseeren. 2. Het staat vast, dat de historicus bij de studie van tijdperken, waarin bepaalde geeste lijke stroomingen van grooten invloed waren, tot beter resultaat zal komen, naarmate bij in eigen liefde krachtiger middel vindt om die stroómingen te begrijpen. Om deze laatste these is het mij vooral te doen, daar zij eene opvatting teekent van de geestelijke wetenschappen" in het algemeen. Daar zij o. a. wil zeggen, dat in de litteratuur beschouwing beter de dichterlijk-voelende dan de filoloog zal slagen; in de kunsthistorie beter hij, die de kunst liefheeft, dan wie alle feiten en data kent; in de waardeering van godsdienstig leven beter de geloovige dan de indifferente geleerde. Dit, en niets anders, was van den aanvang mijn standpunt, gelijk ik, in concreto slechts dit ne heb willen betoogen : wat u per soonlijk betreft, dat uw begrip van het katholicisme om het vriendelijk tezeggen weinig geapprofundeerd is en, in het alge meen, dat de niet-katholiek noch het ver leden noch het heden' van het katholicisme ooit volledig begrijpen zal, zoo min ik herbaal het als de katholiek dit zou ver mogen ten opzichte van de Hervorming" en hare nakomelingschap. Dit neemt niets weg van mijne waardeering voor het zér vele, dat door u en andere niet-katholieken werd verricht om bij te dragen tot volledige kennis van het katholiek 1) Nog enkele aanduidingen. Uwe mededeelingen over concubineerende en gehuwde" priesters hebben zeer geleden onder het com bineeren van gegevens uit verschillende tijden waarop ik u wees. Moll gaf reeds over dit onderwerp veel nauwkeuriger, en aanmerke lijk voorzichtiger, beschouwingen. Ook gaat het niet aan eenen pastoor, die aan zijn oude getrouwe dienatmaagd een legaat of zijn boedeltje vermaakt, maar dadelijk van concubinaat te betichten: ik hoop, dat geen enkel hedendaagsch priester zich van zoo goede daad door uwe achterdocht zal laten weerhouden. Het ontstaan der memoristen" verklaart gij te onrechte als eene dubbeltjesquaestie. Voor wie in het katholicisme geen vreemdeling is, zijn de stukken in dit opzicht volkomen overtuigend. verleden van ons land: een prachtig mate riaal, dat slechts wacht op den arbeid van een begaafden katholieken geschiedschrijver, om in een levend historiebeeld te worden verwerkt en aan welks bestaan ik dan ook niet heb nagelaten, als eigenlijk bescha mend voorbeeld, mijne geloofsgenooten te herinneren. -???.,. Indien gij nu meent, dat van katholieke zijde niet even goede diensten zouden worden bewezen aan het protestantisme, moet ik u bescheidenlijk in overweging geven u beter te orienteeren. Ons leest gij nu eenmaal niet. Maar overtuig u dan van wat prof. Kohier waardeerends zeide over hetgeen in Duitschland in dit opzicht reeds is en wordt gedaan. Wil voorts bedenken, dat de katholieke histo riegrafie in ons eigen land, om verklaarbare redenen, nog slechts korten tijd zich heeft kunnen ontwikkelen en geef dan toe, dat het niet aan den wil, doch aan de mogelijkheid gehaperd heeft. Wil gelooven, dat ik allerminst eene zoo bekrom pen opvatting der historische studie voor sta, als beperking tot eigen kring zou insluiten al beken ik gaarne, dat niets my zóó impo tent lijkt als de ziellooze universaliteit, waarvan b.v. prof. Bussemaker'sLeidscheintreêredezoo onsmakelijke blijken gaf, of wijlen professor Muller's Gouden Eeuw het afschrikwekkend voorbeeld bood. Niet uit godsdienstige, doch uit weten schappelijke overtuiging, stel ik aan den historicus de liefde" tot eersten eisch en uwe verwijten, dat ik als religieus partij ganger dezen strijd zou voeren, deren mij daarom ganschelijk niet. Gaarne zeg ik met Kohier: Die konfessionellenGesichtspunktekönnenzurücktreten, und Katholiken mit Protestanten Schulter an Schulter den Kampf der historischen Wis senschaft streiten?Man sollte...den Kampf, so schwer es auch mitunter werden mag, auf das hohere Niveau des Kampfes der Geister um die Wahrheit hinaufheben, mit Unbefangenheit und Freudigkeit an allem Ringen nach Erkenntnis." Dat uw laatste brief, in ons geschil, hiertoe den weg heeft gebaand, doet mij uwe, psy chologisch zoo verklaarbare, onbeleefdheden gaarne vergeten. Geloof mij, 's-Gra venhage, Uwen zeer dienst w. 15 Jan. 1906. JAN KALF. Decorative Kunst." Het Januari-nummer van Decorative Kunst is in een nieuw meer sprekend gewaad, ont worpen door Ludwig HohLw.ejp, verschenen. Als altijd rijk geïllustreerd, bevat dit nummer het volgende: Dr. Philipp M. Hulon behan delt Ludwig Hohlwein; Dr. Wolfram Waldschmidt das Heim eines Symbolisten" ; Clara Ruge Amerikanische Keramik"; Dr. Erich Willrich einige Worte ber modernes Buchgewerbe zur Einführung von Wieynks Schrift rianon" en voorts; Die meissner Porzellanmanufaktur und die Gegenwart." Paul Rink. Bij Bufl'a is een tentoonstelling van het werk van Paul Rink geopend. Vocaal en Instrumentaal Concert. Naar wij vernemen, wordt Zaterdagavond a.?. te 8 uur in 't gebouw van de Maatschappij voor den Werkenden Stand" door de ge mengde zangvereeniglng Onderling Kunst genot", directeur de heer A. Heyloo, een vocaal- en instrumentaal concert gegeven, waarvoor o.m, hunne welwillende medewer king zuilen verleenen, de dames Anna Rietmeijer (sopraan), Henriette C. v/d. Maas (violoneel) en Lina de Jong (aceompagnatrice). De wettelijke regel! yan liet Acconntants beroep en de Aisterd. Kamer T, Koophandel, Onder bovenstaand opschrift las ik een artikel in dit weekblad, geteekend door den heer Carel M. de Vries Jzn., accountant te Amsterdam. Ik wensch op drie punten van het betoog van den heer De Vries te reageeren. 1. Ik acht het onraadzaam, dat uit de huidige titularissen, mocht eventueel eene wet telijke regeling met staatsbenoeming worden geschapen, de staats-accountants worden be noemd, want op degenen onder hen, die met de meeste autoriteit optreden d. z. de oudsten, is volkomen van toepassing de oude Grieksche geschiedenis van den beeldhouwer, die knielde voor het beeld, dat hij zelf had geschapen. Wil men nu eenmaal een nieuw staatsambt in het teven roepen, ia godesnaam. (Ik zie ?alle Nederlandsche burgers ten slotte in ambtenaren herdoopt en H. M. de Koningin den minister van Handel reeds ontbieden, als een jong accountant bij het betreden van de Amsterdamsche beurs in haastigen spoed een paar treden heeft overgesprongen). Als alle heeren-accountants Ie klasse eens werden onderworpen aan de eischen van het examen, dat hunne organisatie hef ft in het leven geroepen, dan zoudt ge, evenals in het laatste der dagen, vreemde gezichten zien. En nu. - 2. De heer De Vries schrijft: Zeker is het niet imperatief noodzakelijk, dat bij elke N. V. accountantstoezicht worde vereischt. Familiezaken, of kleine quasi naaml. vennootschappen kunnen er mis schien (?) buiten, doch bij elke onderneming, waarbij het kapitaal door velen wordt ver strekt, bij alle zaken waarbij het groote pu bliek, kan geïnteresseerd zijn (bankzaken, verzekeringmaatschappijen en ondernemin gen van zeer grooten omvang) daar moest eene permanente controle van accountantswege niet mogen ontbreken. Bij de balans moest het rapport van den accountant wor den overgelegd (gepubliceerd in extenso) gevende een helder overzicht en een grondig geargumenteerde uiteenzetting van den stand der zaken met vermelding van de oorzaken van event. plaats gehad hebbende tegen spoeden en verder zijne meening omtrent de te verwachten resultatea. Er bestaat groote kans, dat daardoor heel wat verwatering (verlies) van kapitaal zal worden voorkomen. Want niet alleen is eene permanente con trole gewenscht, neen er moest geen zaak kunnen worden opgericht, voor en aleer een accountant zijn meening over de onderneming naar beste kunnen heeft uitgesproken." Ik vind dit gedeelte van zijn betoog zóó fraai, dat ik me zal veroorlooven niet te doen drukken het adjectief, dat mijne meening het be,-te weergeeft. Ik zal alleen eenige voorbeelden noemen van zeer uiteenloopenden aard. a. Eene levensverzekeringmaatschappij. Alleen van een accountant, die speciaal zijne studie van dit bedrijf heeft gemaakt, kan en mag men een oordeel van beteekenis verwachten omtrent: 1. ,,te verwachten resul taten", 2. tegenspoeden", . de oorzaken dier tegenspoeden" en 4. kans van slagen bij het oprichten". b. Eene naamlooze vennootschap voor bijenteelt. Ik vraag weer naar de oordeelkundige meening van den accountant omtrent de sub. a. bij de 4 verschillende punten genoemde hoofdzaken. Moet de accountant inderdaad beantwoorden aan de hier onder a. en b. gestelde eischen (ik nam slechts enkele uit vele), dan zal hij onvermijdelijk naast accountant vakman" moeten zijn en zich uit den aard der zaak dus nevens zijne betrouwbare rekenkundige studiën tot n vak (althans in onzen tijd van specialiteiten) moeten bepalen, wil hij zijn, wat de heer de Vries wil een goed accountant". En waar die ''«^accountant in ons klein landje zijn brood zal moeten verdienen, weet ik niet. Zelf meewerken in hetzelfde vak zou den stand schaden, en werkzaam zijn in een ander vak, daarvoor ontbreekt hem de tijd om kennis op te doen. waar de kennis van de accountancy :zelve> reeds zoo veel omvattend moet zijn. De accountant moge ten overstaan van de aandeelhouders gelden als controleur der Directie (sensu strictiori den boekhouder), de quaestie van levensvatbaarheid en resultaten van het bedrijf zal hij heusch als accountant onmogelijk kunnen schatten naar waarde, tenzij hij zijne controle beperkt tot slechts n tak van bedrijf. 3. Ik schat den accountants-arbeid niet gaarne op te hoogen waarHe, op grond van mijne ervaring, dat deze accountant onmogelijk overal vakman kan zijn daar, waar zijne hulp wordt ingeroepen, want om mij tot dezelfde voorbeelden te bepalen, beweer ik, Js. VAN G1NKEL ===== ZEIST ===== FABRIKANT VAN KUN8T-KOPEBWEEKEN m OUD-HOLLANDSCHE MODERNE- EN ANDERE STLTLEK ?RKöCWflBEL Gt6°W?FELIX KEIZER£>GRACI-|T32<t TEL. Z&O7 Deensche Kunst. Groote collectie van Kunstvoorwerpen uit de onderstaande fabrieken: Koninklijke Porceleinfabriek, Faieiicefabriek Aluminia", Terralit" Fabrieken, Koninkl. Hof Terracotta Fabriek P. Ipsens XSnke, alle te Kopenhagen. Onze kunstzalen zijn dagelijks geopend van g?5. CHABOT & ALBERS, Interc. Telefoon 6519. Singel 164. MARMEREN SCHOORSTEENMANTELS J» J. BIESING, Kunsthandel. 8-GRA.VENHA.GE, Molenstraat 65,654 en 67. Moderne Schilderijen, Aquarellen en Gravures. Panorama! Amsterdam, Plantage Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil derijen, Oostersche Tapijten. Va#le prijzen. Toegang tnrij. Het Panorama Jermlem is dagelijb gecpeni MODERNE MEUBILEERING APARTE MODELLEN ,o,B-,eie ontwerpen, eigen fabrikaat, bij onze ensembles wordt steeds op artistieke kleur en combinatie gelet. Billijke prijzen.-t- -i--i--i--i--i--i-H--i--tStalen en eekeningen op aanvrage. Levering franco met garantie. H -i\'>'tu«jt n/i^i' a)ipr/.«li' i>rij.«:onr<i/ii cour Ktnitoor-Meubelen. fleubileer-lnrichting 234 Spuistraat»77Damrak, Amsterdam PHOENIX dlaatd". Si>c>o baai ^\b» Safcvi XVI, vma-wi e f a*ta.t . wc-tc-vv i tHv oot-ii &et, ffc. ^oct eiget v^t g«ptaat>t Ja Spuisliaak 111, op ioc. . ffdtfoon 6140. IEELDHOMDE n» J. f. DE URAAFHÜTm. Ouden Engweg 18. VASEN ,% JAKDINIfiKE TEGKLSCHIL.DBRIJEN ENZ. MUSEUM « K l S ANTI, ROKJN 95, (btillr tijde), AMSTERDAM. ? Toegang vrij. AmSTERPAj AARDEWERK EM VOLDOET AAN ALL er\gr n\oderr\g ii\ri^l\}i G. & J. COOL AMSTERDAM. ROtTEflOAIVI. UTRECHT. BLOEMGRACHT 77 DELFTSCHÉSTBAAT6I 8IJ.TSTRAAT 30 AAR IT -DE -FABRIEK ZU D-HOLAND DEPOT-KALVER5TRAATI4-I

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl