Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1491
hunner omgeving ontslaat van den last
door uiterlijk vertoon hun waardigheid te
releveeren.
En hu begreep ik uwe dwaling. Gij kent
den huldigen pastoor alleen, gelyk hij zich
wel eens voordoet aan een andersdenkende,
niet wien hij zich niet op zijn gemak ge
voelt, widns vertoon van superioriteit in
vormelijke beleefdheid, of, in uw persoonlek
geval, wiens roep van groote geleerdheid
hem wellicht imponeert. Dit wil zeggen: gij
kent hem niet, en, a fortiori, bleef zijn werk
kring u een gesloten boek.
Deze observatie bracht m\j er toe de stuk
ken te lezen, die u ten dienste stonden voor
uwe schets van den middeleeuwschen dorps
pastoor. En daar bleek mij, dat veel be
langrijks u was ontgaan, omdat ge, onbe
kend met des pastoors huidigen werkkring,
vele aanwijzingen niet hebt begrepen of niet
hebt opgemerkt.
De plaats ontbreekt mij hier om u voor
te rekenen, dat de middeleeuwsche pastoor,
als wiens ambtswerk gij niet anders dan
mislezen, nu en da» preeken en het toedie
nen der Sacramenten wist te vinden (de
zielzorg voor de overledenen" schenk ik u
thans), nog heel andere plichten nakwam
zoodat hij zeker een wel besteden dag placht
te hebben. Maar ik moge u toch verwyzen
naar een alleropmerkelijkst stuk onder uwe
bescheiden: de zelfverdediging van eenen
pastoor uit de dagen der Hervorming. Want
hieruit blijkt, dat de toenmalige opvatting
van zyn ambt niet veel verschilt van de hui
dige, die, al eischt zij in goede parochie's
geen sloven en zwoegen, toch waarlijk heel
wat arbeid en zeer veel ernstige zorgen
meebrengt.
Het is slecht" zegt de beleedigde
man b.v. dat gij uwen pastoor, die voor
u altoos waken moet, ja u in pest en alle
ziekten bijstaan, ja in den dag des Oordeels
rekenschap voor u geven zal, dat gij hem
zoekt aan te klagen, te bezwaren, dat gij
hem luttel in waarde houdt."
Wat dit vermaan: vergeet toch niet, dat
ik aan God rekenschap schuldig ben voor
uwe zielen" aan kommervolle bemoeiingen
reveleert, het is (en moest) u ontgaan, maar
mij geeft dit het bewijs, dat de man zijn
plicht deed en het vertrouwen, dat hij, ook
waar het vrij willigen, onbetaalden arbeid"
betrof, ijveriger was dan gij meendet. Voeg
ik nu bij zijne priesterlijke verrichtingen, en
de talrijke nuttige bijbaantjes," die gij zoo
getrouw hebt vermeld, de vele moeilijker,
tact- en toewijding-eischende werkzaamheden,
waarvan ik in de aangehaalde woorden, en
vaker in uwe bescheiden, de sporen vond,
dan kom ik tot die aantrekkelijker voor
stelling" van zijne persoon, waarvan ik vroeger
gewaagde, maar die gij zoo vriendelijk waart
voor het gevolg van mijnen hartstocht" te
verklaren, hoewel toch de aanteekingen bij
mijn oorspronkelijk opstel u reeds blijken
konden geven van de studie, welke ik hier
kortelijk resumeer. 1)
Het is alweer eenige jaren geleden, dat ik
deze studie maakte. Maar weet gij wat mij
groot genoegen deed ? Onlangs kreeg ik het
referaat van Kohier in handen, dat gij in mijn
opstel vindt geciteerd, en daar vond ik, dat
uit zeer volledige gegevens, betreil'ende eenen
eind-middeleeuwschen pastoor in uitschjand
gepubliceerd, door dezen protestantschen
theoloog werd geconcludeerd: wenn auch
zunüchst ber die Kleinigkeitskriimerei und
Mechanik sich der Spott regen will, so
zwingt jenesTagebuch doch den Eindruck ab,
dasz ein gewissenhafter Pfarrer am Vorabend
der Eeformation einen ernsten Pflichtenkreis
besasz, der Treue erforderte, gen au so wie
spater das evangelische Pfarrambt."
Het bewijst alweder uw goede bedoeling,
die ik toch ook nimmer heb betwijfeld,
dat gij dit als mogelijkheid zelf hebt erkend
aan het slot van uwe studie dat eigenlijk
zoo weinig met den overigen inhoud rijmt.
Maar indien gij uwe bescheiden met wat meer
begrip van het katholicisme hadt kunnen
lezen, dan zoudt gij er het bestaan hebben
bewezen gevonden van al de goede eigenschap
pen van den dorpspastoor, die gij thans
slechts als potentieel vermocht aan te duiden.
Liever dan op onze overige feitelijke ge
schillen opnieuw in te gaan, herleid ik nu
onze discussie tot hare algemeenheid en stel
dan mijnerzijds als resultaat:
1. Er is geen reden a priori aan te nemen,
dat een katholiek onderzoeker de middel
eeuwen zou idealiseeren.
2. Het staat vast, dat de historicus bij de
studie van tijdperken, waarin bepaalde geeste
lijke stroomingen van grooten invloed waren,
tot beter resultaat zal komen, naarmate bij
in eigen liefde krachtiger middel vindt om
die stroómingen te begrijpen.
Om deze laatste these is het mij vooral te
doen, daar zij eene opvatting teekent van de
geestelijke wetenschappen" in het algemeen.
Daar zij o. a. wil zeggen, dat in de litteratuur
beschouwing beter de dichterlijk-voelende dan
de filoloog zal slagen; in de kunsthistorie
beter hij, die de kunst liefheeft, dan wie alle
feiten en data kent; in de waardeering van
godsdienstig leven beter de geloovige dan
de indifferente geleerde.
Dit, en niets anders, was van den aanvang
mijn standpunt, gelijk ik, in concreto slechts
dit ne heb willen betoogen : wat u per
soonlijk betreft, dat uw begrip van het
katholicisme om het vriendelijk tezeggen
weinig geapprofundeerd is en, in het alge
meen, dat de niet-katholiek noch het ver
leden noch het heden' van het katholicisme
ooit volledig begrijpen zal, zoo min ik
herbaal het als de katholiek dit zou ver
mogen ten opzichte van de Hervorming"
en hare nakomelingschap.
Dit neemt niets weg van mijne waardeering
voor het zér vele, dat door u en andere
niet-katholieken werd verricht om bij te
dragen tot volledige kennis van het katholiek
1) Nog enkele aanduidingen. Uwe
mededeelingen over concubineerende en gehuwde"
priesters hebben zeer geleden onder het com
bineeren van gegevens uit verschillende tijden
waarop ik u wees. Moll gaf reeds over dit
onderwerp veel nauwkeuriger, en aanmerke
lijk voorzichtiger, beschouwingen. Ook gaat
het niet aan eenen pastoor, die aan zijn oude
getrouwe dienatmaagd een legaat of zijn
boedeltje vermaakt, maar dadelijk van
concubinaat te betichten: ik hoop, dat geen
enkel hedendaagsch priester zich van zoo
goede daad door uwe achterdocht zal laten
weerhouden. Het ontstaan der memoristen"
verklaart gij te onrechte als eene
dubbeltjesquaestie. Voor wie in het katholicisme geen
vreemdeling is, zijn de stukken in dit opzicht
volkomen overtuigend.
verleden van ons land: een prachtig mate
riaal, dat slechts wacht op den arbeid van
een begaafden katholieken geschiedschrijver,
om in een levend historiebeeld te worden
verwerkt en aan welks bestaan ik dan
ook niet heb nagelaten, als eigenlijk bescha
mend voorbeeld, mijne geloofsgenooten te
herinneren. -???.,.
Indien gij nu meent, dat van katholieke
zijde niet even goede diensten zouden worden
bewezen aan het protestantisme, moet ik u
bescheidenlijk in overweging geven u beter
te orienteeren. Ons leest gij nu eenmaal niet.
Maar overtuig u dan van wat prof. Kohier
waardeerends zeide over hetgeen in Duitschland
in dit opzicht reeds is en wordt gedaan. Wil
voorts bedenken, dat de katholieke histo
riegrafie in ons eigen land, om verklaarbare
redenen, nog slechts korten tijd zich heeft
kunnen ontwikkelen en geef dan toe, dat het
niet aan den wil, doch aan de mogelijkheid
gehaperd heeft.
Wil gelooven, dat ik allerminst eene zoo
bekrom pen opvatting der historische studie voor
sta, als beperking tot eigen kring zou insluiten
al beken ik gaarne, dat niets my zóó impo
tent lijkt als de ziellooze universaliteit, waarvan
b.v. prof. Bussemaker'sLeidscheintreêredezoo
onsmakelijke blijken gaf, of wijlen professor
Muller's Gouden Eeuw het afschrikwekkend
voorbeeld bood.
Niet uit godsdienstige, doch uit weten
schappelijke overtuiging, stel ik aan den
historicus de liefde" tot eersten eisch en
uwe verwijten, dat ik als religieus partij
ganger dezen strijd zou voeren, deren mij
daarom ganschelijk niet.
Gaarne zeg ik met Kohier: Die
konfessionellenGesichtspunktekönnenzurücktreten,
und Katholiken mit Protestanten Schulter
an Schulter den Kampf der historischen Wis
senschaft streiten?Man sollte...den Kampf,
so schwer es auch mitunter werden mag, auf
das hohere Niveau des Kampfes der Geister
um die Wahrheit hinaufheben, mit
Unbefangenheit und Freudigkeit an allem Ringen
nach Erkenntnis."
Dat uw laatste brief, in ons geschil, hiertoe
den weg heeft gebaand, doet mij uwe, psy
chologisch zoo verklaarbare, onbeleefdheden
gaarne vergeten.
Geloof mij,
's-Gra venhage, Uwen zeer dienst w.
15 Jan. 1906. JAN KALF.
Decorative Kunst."
Het Januari-nummer van Decorative Kunst
is in een nieuw meer sprekend gewaad, ont
worpen door Ludwig HohLw.ejp, verschenen.
Als altijd rijk geïllustreerd, bevat dit nummer
het volgende: Dr. Philipp M. Hulon behan
delt Ludwig Hohlwein; Dr. Wolfram
Waldschmidt das Heim eines Symbolisten" ; Clara
Ruge Amerikanische Keramik"; Dr. Erich
Willrich einige Worte ber modernes
Buchgewerbe zur Einführung von Wieynks Schrift
rianon" en voorts; Die meissner
Porzellanmanufaktur und die Gegenwart."
Paul Rink.
Bij Bufl'a is een tentoonstelling van het
werk van Paul Rink geopend.
Vocaal en Instrumentaal Concert.
Naar wij vernemen, wordt Zaterdagavond a.?.
te 8 uur in 't gebouw van de Maatschappij
voor den Werkenden Stand" door de ge
mengde zangvereeniglng Onderling Kunst
genot", directeur de heer A. Heyloo, een
vocaal- en instrumentaal concert gegeven,
waarvoor o.m, hunne welwillende medewer
king zuilen verleenen, de dames Anna
Rietmeijer (sopraan), Henriette C. v/d. Maas
(violoneel) en Lina de Jong (aceompagnatrice).
De wettelijke regel! yan liet
Acconntants
beroep en de Aisterd. Kamer T, Koophandel,
Onder bovenstaand opschrift las ik een
artikel in dit weekblad, geteekend door den
heer Carel M. de Vries Jzn., accountant te
Amsterdam.
Ik wensch op drie punten van het betoog
van den heer De Vries te reageeren.
1. Ik acht het onraadzaam, dat uit de
huidige titularissen, mocht eventueel eene wet
telijke regeling met staatsbenoeming worden
geschapen, de staats-accountants worden be
noemd, want op degenen onder hen, die met
de meeste autoriteit optreden d. z. de oudsten,
is volkomen van toepassing de oude Grieksche
geschiedenis van den beeldhouwer, die knielde
voor het beeld, dat hij zelf had geschapen.
Wil men nu eenmaal een nieuw staatsambt
in het teven roepen, ia godesnaam. (Ik zie
?alle Nederlandsche burgers ten slotte in
ambtenaren herdoopt en H. M. de Koningin
den minister van Handel reeds ontbieden,
als een jong accountant bij het betreden van
de Amsterdamsche beurs in haastigen spoed
een paar treden heeft overgesprongen).
Als alle heeren-accountants Ie klasse eens
werden onderworpen aan de eischen van het
examen, dat hunne organisatie hef ft in het
leven geroepen, dan zoudt ge, evenals in het
laatste der dagen, vreemde gezichten zien.
En nu.
- 2. De heer De Vries schrijft:
Zeker is het niet imperatief noodzakelijk,
dat bij elke N. V. accountantstoezicht worde
vereischt. Familiezaken, of kleine quasi
naaml. vennootschappen kunnen er mis
schien (?) buiten, doch bij elke onderneming,
waarbij het kapitaal door velen wordt ver
strekt, bij alle zaken waarbij het groote pu
bliek, kan geïnteresseerd zijn (bankzaken,
verzekeringmaatschappijen en ondernemin
gen van zeer grooten omvang) daar moest
eene permanente controle van
accountantswege niet mogen ontbreken. Bij de balans
moest het rapport van den accountant wor
den overgelegd (gepubliceerd in extenso)
gevende een helder overzicht en een grondig
geargumenteerde uiteenzetting van den stand
der zaken met vermelding van de oorzaken
van event. plaats gehad hebbende tegen
spoeden en verder zijne meening omtrent de
te verwachten resultatea. Er bestaat groote
kans, dat daardoor heel wat verwatering
(verlies) van kapitaal zal worden voorkomen.
Want niet alleen is eene permanente con
trole gewenscht, neen er moest geen zaak
kunnen worden opgericht, voor en aleer een
accountant zijn meening over de onderneming
naar beste kunnen heeft uitgesproken."
Ik vind dit gedeelte van zijn betoog zóó
fraai, dat ik me zal veroorlooven niet te
doen drukken het adjectief, dat mijne meening
het be,-te weergeeft.
Ik zal alleen eenige voorbeelden noemen
van zeer uiteenloopenden aard.
a. Eene levensverzekeringmaatschappij.
Alleen van een accountant, die speciaal
zijne studie van dit bedrijf heeft gemaakt,
kan en mag men een oordeel van beteekenis
verwachten omtrent: 1. ,,te verwachten resul
taten", 2. tegenspoeden", . de oorzaken
dier tegenspoeden" en 4. kans van slagen
bij het oprichten".
b. Eene naamlooze vennootschap voor
bijenteelt.
Ik vraag weer naar de oordeelkundige
meening van den accountant omtrent de
sub. a. bij de 4 verschillende punten genoemde
hoofdzaken.
Moet de accountant inderdaad beantwoorden
aan de hier onder a. en b. gestelde eischen
(ik nam slechts enkele uit vele), dan zal hij
onvermijdelijk naast accountant vakman"
moeten zijn en zich uit den aard der zaak
dus nevens zijne betrouwbare rekenkundige
studiën tot n vak (althans in onzen tijd
van specialiteiten) moeten bepalen, wil hij zijn,
wat de heer de Vries wil een goed accountant".
En waar die ''«^accountant in ons klein
landje zijn brood zal moeten verdienen, weet
ik niet.
Zelf meewerken in hetzelfde vak zou den
stand schaden, en werkzaam zijn in een ander
vak, daarvoor ontbreekt hem de tijd om
kennis op te doen. waar de kennis van de
accountancy :zelve> reeds zoo veel omvattend
moet zijn.
De accountant moge ten overstaan van de
aandeelhouders gelden als controleur der
Directie (sensu strictiori den boekhouder), de
quaestie van levensvatbaarheid en resultaten
van het bedrijf zal hij heusch als accountant
onmogelijk kunnen schatten naar waarde,
tenzij hij zijne controle beperkt tot slechts
n tak van bedrijf.
3. Ik schat den accountants-arbeid niet
gaarne op te hoogen waarHe, op grond
van mijne ervaring, dat deze accountant
onmogelijk overal vakman kan zijn daar, waar
zijne hulp wordt ingeroepen, want om mij tot
dezelfde voorbeelden te bepalen, beweer ik,
Js. VAN G1NKEL
===== ZEIST =====
FABRIKANT VAN
KUN8T-KOPEBWEEKEN m OUD-HOLLANDSCHE
MODERNE- EN ANDERE STLTLEK
?RKöCWflBEL
Gt6°W?FELIX
KEIZER£>GRACI-|T32<t
TEL. Z&O7
Deensche Kunst.
Groote collectie van Kunstvoorwerpen
uit de onderstaande fabrieken:
Koninklijke Porceleinfabriek,
Faieiicefabriek Aluminia",
Terralit" Fabrieken,
Koninkl. Hof Terracotta Fabriek
P. Ipsens XSnke,
alle te Kopenhagen.
Onze kunstzalen zijn dagelijks geopend van g?5.
CHABOT & ALBERS,
Interc. Telefoon 6519. Singel 164.
MARMEREN SCHOORSTEENMANTELS
J» J. BIESING,
Kunsthandel.
8-GRA.VENHA.GE,
Molenstraat 65,654 en 67.
Moderne Schilderijen,
Aquarellen en Gravures.
Panorama!
Amsterdam,
Plantage
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Oostersche Tapijten.
Va#le prijzen. Toegang tnrij.
Het Panorama Jermlem is dagelijb gecpeni
MODERNE MEUBILEERING
APARTE MODELLEN ,o,B-,eie
ontwerpen, eigen fabrikaat, bij onze ensembles wordt steeds op artistieke
kleur en combinatie gelet. Billijke prijzen.-t-
-i--i--i--i--i--i-H--i--tStalen en eekeningen op aanvrage. Levering franco met garantie. H
-i\'>'tu«jt n/i^i' a)ipr/.«li' i>rij.«:onr<i/ii cour Ktnitoor-Meubelen.
fleubileer-lnrichting
234 Spuistraat»77Damrak, Amsterdam
PHOENIX
dlaatd".
Si>c>o
baai
^\b» Safcvi
XVI, vma-wi e f a*ta.t . wc-tc-vv i
tHv
oot-ii
&et, ffc. ^oct eiget
v^t g«ptaat>t Ja
Spuisliaak 111,
op
ioc.
. ffdtfoon 6140.
IEELDHOMDE
n» J. f. DE URAAFHÜTm.
Ouden Engweg 18.
VASEN ,% JAKDINIfiKE
TEGKLSCHIL.DBRIJEN ENZ.
MUSEUM « K l S ANTI,
ROKJN 95, (btillr tijde),
AMSTERDAM. ?
Toegang vrij.
AmSTERPAj
AARDEWERK
EM
VOLDOET AAN ALL
er\gr n\oderr\g ii\ri^l\}i
G. & J. COOL
AMSTERDAM. ROtTEflOAIVI. UTRECHT.
BLOEMGRACHT 77 DELFTSCHÉSTBAAT6I 8IJ.TSTRAAT 30
AAR
IT -DE -FABRIEK
ZU D-HOLAND
DEPOT-KALVER5TRAATI4-I