De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 4 februari pagina 5

4 februari 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

1493 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAN D. AMSTERDAM. HIESCH & (F, AMSTERDAM. L.UND1 5 FÉVFtlEtt ET JOUFtS SU1VA.WTS. VESÏTE DE TOCS NOS La vente se fera strictement au Comptant. HUI,,l, IMMIII IMIItllllllllllMIIMIIM Illllllllll IIIMMI l II IIIIMMMIIIIUMIIIIIM Illl" l HM IMM MIMI l MM IIMMIIIIMMMIIIIIIIMI Illllllll Illll MIMI l II Illl Illl dat binnen een paar jaar hier begonnen zal worden met deze invoering, die dan onvermydelyk naar bet vasteland zal overslaan. Verschillende liberale ministers zijn voor vrouwenkiesrecht: Sir Edward Grey, de secretaris van buitenlandsche zaken, ver klaarde zich evenals Sir Henry CampbellBannerman er voor en John Morley's sym pathie is bekend. John Burns sprak ia zijn verkiezingsadres zich uit voor alge meen kiesrecht voor mannen n vrouwen. Lloyd Gèorge -bekende zich onlangs eveneens een voorstander. Hoopvol als deze feiten op zichzelf zijn, nog hoopvoller is het, dat talryke nieuwe parlementsleden als vrouwenkiesrechters bekend staan. Sir Charles Dilke kreeg een stevigen groep jonge radicalen om zich heen. De veertig arbeidersafgevaardigden zy'n door de besluiten van het Trade Union Congres en van de laatste jaarvergadering van het Comitévoor Arbeidsvertegenwoordiging, welk Comitéde verkiezing van een paar dozyn arbeiderskandidaten bewerkte, gehou den voor vrouwenkiesrecht te ijveren. Er is zelfs sprake van, dat deze zaak door hen nog in dit jaar in het parlement ter sprake zal worden gebracht. Verschillende conservatieve afgevaardigden staan eveneens als voorstan ders bekend. En, last not leait, de oude radicaal Labouchère, die door zijn krachtigen tegenstand in het Lagerhuis reeds een paar voorstellen ten gunste van vrouwenkiesrecht van de baan wist te schuiven, heeft zich uit de politiek teruggetrokken. Al deze dingen wijzen er op, dat de Engelsche vrouwen staan aan den vooravond IIIIUItttllMllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIHIIIIIItllllllllllllH UIT DB NATUUR Februari. Al weer Februari. Voor ons natuurvrienden is de winter al weer voorbij. Al komt er nog een berg van sneeuw, en al vriest ook de heele Zuiderzee dicht, het doode getij, de korte stil stand in de natuur is om; en er is werking in de lucht, in de hoornen, in de grond. Ook in de bloemen, de vogels en de vlinders. De vogels vooral zy'n evenmin als wy onge voelig voor snerpenden sneeuwwind en vinnige vochtigheid, die nog komen zullen. En toch, aan hun drukke doen, aan hun blijde geluidjes, aan hun jagen en heen en weer fladderen is het te merken, dat zy aan de kwade Jagen niet meer deuken en den zomer al in 't hoofd hebben. Dit heeft \\einig of niets te maken met het feit, dat wy' zoo'n zachten winter hebben. Streng of zacht, als 't maar dooit, geeft in 't begin v«n Februari de zanglijster 't sein, dat het bloeien kan beginneu. Nu zijn in dit jaar de havelaars heel voorbarig aeweest, de leege katjes hangen dun en droog te wachten tot een flinke windvlaag ze afrukt van de steeltjes; ze d'en daar toch niets meer dan een herinnering wekken aan 't mooie stuiven van een paar weken geleden. Een heel enkel katje, vooral van de bruine hazelaars heeft nog voll'- roode stuifmeeldoosjes en van som mige twijgen steken de stam perkwastjes nog ver uit da knoppen. Maar de volle heerlijk heid is er af, in stille verborgenheid gaat nu de vrucht zich zetten, en eerst in September lokt de hazelaar ons weer tot belangstellend kijken naar zyn twijgen. Het sneeuwklokje heeft 't overgenomen. Van middag zag ik het eerste bloempje uit z\jn vliesje breken, een echt sneeuwklokje, want zijn groene stengel stak maar even uit boven de smeltende sneeuw. Vlak er naast opent de eerste winter-aconiet zijn gele napje, net, een lage boterbloem op een schoteltje. Ook het peperboompje gaf van daag al een bloeiend takje; de kleine lila en witte bloemen zitten op 't kale bruine hout wat te dicht opeen, en ze zyn te kort van steel om zoo'n takje heel mooi te doen zijn. Maar lief is 't toch wel; al was 't alleen, omdat het ook zoo'n optimistisch vroegertje is, dat om de koude en narigheid, die nog komen kan, heelemaal niet denkt, maar met zijn bloemenoogjes den zonnigen hemel inkijkt, volop genietend van 't heden. Ook de elzen gaan nu aan 't rekken en strek ken van hun bloemen, de paarse bladknop pen «orden dagelijks langer en de bloeinroUetjes hangen al slap neer; als 't weer zoo blieft, bloeien de meeste m 't laatst van van hare politieke emancipatie, die zij in alle opzichten verdienen. Londen. . J. K. v. D, VEER. De presidentsvrouwen der Franschc Republiek. Bij de jongste Presidentskëuze in de Fransche Republiek is natuurlijk ook weer het officieuse vrouwelijk hoofd de Presidents vrouw ter sprake gebracht. Wij hebben kortgeleden hier eenige huiselijke deugden van mevrouw Loubet vermeld en over mevrouw Fallières wordt nagenoeg hetzelfde vernomen. Zy zou, evenals madame Loubet, in staat zijn hare officieuse rol als Presidente lieftallig en verstandig op te vatteu en zich allerminst met politiek in laten. Ook van haiir ver wacht men, dat zij zich aan het behartigen en toepassen van weldadigheid wijdt, een veld zoo onafzienbaar groot in Parijs en de departementen van Frankrijk, dat een Pre sidentsvrouw als de brave mevr. Loubet alleen met het bezoeken van hospitalen, scholen, weeshuizen, toevluchtsoorden enz. enz. dag werk had. Een niet onaardig verslag geeft Edmond Claris in de Petite Bepublique over de andere presidentsvrouwen. Mevrouw Thiers (1871?1873) heeft geen hoofdrol gespeeld. Zij was zeer spaarzaam en hare voorname zorg besteedde zij aan het beperken der vrijgevigheid van haren man. Thiers self nam dikwijls een loopje met hare schrielheid en de huisvrienden op het Elys'ée waren vaak getuigen van vermakelijke scènes tusschen het echtpaar op dat punt. deze week. Op luwe zonnige plekjes was 't stuiven vandaag al in vollen gang. Verleden week in 't Vondelpark en dezer dagen in de hooge boomen van den voortuin in Artis liet de zanglijster naar zich omhoog ky'ken. Nog geen twee volle maanden is hij weg geweest uit Artis; want in de laatste week van November was hy' nog niet vertrokken niar zyn warme land" en nu is hij hier al sedert acht dagen terug. Helder en krachtig, dat het galmt over gracht en plein, dat het doordringt beele straten ver door gangan en kamers, werpt de moedige vogei zijn welkomstlied uit de hoogste boomen de Februari-luclit in. 't Zyn losse juichtonen, onmiskenbaar vol blijh'id, over moed en uittarting. Eerst klinkt het kort en reciteerend : ,,'k Ben er weer, 'k ben er weer, dit is myn tuin, mijn boom, mijn tak", en dan uitdagend : Kom maar hier, kom maar hier". Maar er komt nog geen tweede zanglijster, om het recht van den eersten bezitter te betwisten; hy is en blijft de eerste en de eenigste, dus de rechtmatige eigenaar; dat kalmeert hem en hy zit een oogenblik ru-itig uitgezakt" te mijmeren, neuriënd met half gesloten oogen. In zijn droom hoort hij vleu^elruischen in de wolken ; uit de nevelige verten naderen zachte klanken; dat zijn ook zanglijsters, wijfjes die pas aankomen; hij meent hun moede borstjeste hooren hijgen bij den laatsten inspannenden tocht. Met een gillenden schetter vliegt hij de lucht in, de geliefde te gemoet om haar in te halen met bekkenslag; hy valt terug op zyn boomtak, 't was niets dan verbeelding, een ver gissing, maar eene, die elk oogenblik heerlyke waarheid en blijde overgelukkige werkelijk heid kan worden. En weer gooit hij zijn ,,piedewiet piedewiet" uit de boomtoppen neer op 't natte grasveld, waar de sneeuw pas is weggesmolten en waar vier zwarte lijsters, jonge merels, naar wormen boren. Zij kijken op en hooren het nieuwe geluid, het eerste van het jaar. Wie kan die vreemde zanger zijn, die al zoo vroeg aan lenteleven en lentelieven denkt ? Zij verstaan zijn woorden niet, hun tijd van begrypen is nog niet gekomen. Alsof 't menschen waren, die niet kunnen velen, dat een ander hun vóór ia in begrijpen en ge voelen en daaraan uiting geven wil, zoo vliegen de zwarte lijsters op en schelden hun meester uit voor al wat leelyk is, voor nietsnutter, domoor en aansteller. Dat doen alleen de mannetjes merels, die met hun hoog oranje snavel; de bruine wijfjes blijven kalm, maar vinden 't goed. Wat doet ook zoo'n gevoelslij ster in de koude; laat hy wormen zoeken net als wij, dat is zwaar werk; wat zitten ze diep van daag! Eens by het déjeüner stond er een prachtige mand met perzikken op tafel en de wereld bekende TVmes-correspondent, de Blowitz, die bij het openen van de Qriental Express, nu 20 jaar geleden dat alleraardigste reisboek De Pontoise a Sfamboul schreef tegenover Adolphe Thiers zittend, werd door den President aangemoedigd een perzik te nemen ? Eet u ook een perzik ? Maar dadelijk liet mevrouw Thiers hooren: Z.e zijn eigenlijk voor van middag bestemd." Zonder een woord te zeggen, nam de de president een perzik, deelde die in twee stukken, gaf er een aan de Blowitz en, om toen nog vooral eens nadrukkelijk te doen zien, dat hij geen sshrielheid kon velen, nam hij een tweede perzik reikte die aan zijn vriend Barthélémy St. Hilaire en zei: Jij zult die wel heelemaal verschalken, lekkerbek." * * Mevrouw Mac Mahon (1873?1879) had als presidentsvrouw en als echtgenoote van een maarschalk van Frankryk, een zeer hooge meening van de haar op het Elysée toebedeelde rol. Schrander en trotsch (iets wat gewoonlijk niet, vooral niet bij vrouwen samengaat) was zij in alles de raadgeefster van haren gemaal. De maarschalk deed letterlijk niets zonder het haar vooraf gevraagd te hebhen. Zij bewoog haren echtgenoot» ina het mislukken van den Coup d'état, waarbij de Republiek ten val moest gebracht worden, zijn ontslag in te dienen. By het sertsiea'van hét lysée was zij diep ? bedroefd,'"öeen wonder, zij De zanglijster scoort zich niet aan de zwart e prozavogels en hij galmt zyn voelen uit of er in 't geheel .geen nijd, afgunst en hatelijkheid in de vógelwereld bestond. Dat kriebelt de zwarte merels al te erg; nog doorzingen als zy duidelijk te verstaan geven dat het nog lang had royalistische, zoo niet imperalistische neigingen en nu verliet zij de plaats harer grootheid zonder die verwezenlijkt te zien en bovendien met weinig meer dan een leege beurs. Haar gansche privaatvermogen was verbruikt om zich als presidentsvrouw waardig te handhaven. * * * Van mevrouw Grévy (1879?1884) zijn ge heel andere dingen bekend. Zij was in t igenstelling met haren zeer schrielen echtgenoot door zijn schoonzoon Wilson vaii den presi dentszetel gevallen goedmoedig, vrijgevig en strijdlustig als het er op aankwam Grévy's gierigheid te bekampen. In alle nezen jaren dat zij het Elysée bewoonden, werd daar nooit feest gevierd, veel minder een gala diner gegeven. Ja, zelfs zoover ging de gierigheid van- den president, dat hy het half millioen franken hem op de begrootingen voor reizen in de departementen toebedeeld, bij het Crédit de France, op de grootboeken der Nationale Schuld belegde. Mevr. Grévy heeft haren verbitterden echtgenoot ver bitterd over den stoot van schoonzoon in zijn ouderdom en verlatenheid voorbeeldigliefderijk getroost. * * Met mevrouw Carnot (1887?1894) trokken genotzucht en prachtlievendheid het Elysée binnen. Elegant, geestig, vlug en levendig vulde zij zeer gelukkig de afgemeten stijf heid en droogheid van haren mathematischen financier-president aan. Bleef-men hem niet ontzag naderen, haar deed men het net sympathie. . ^ IIMIIMIIIIMIIII lllllllllllllimillllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIHIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMI hek; en even mooi, zonder tergende by'klanken, alleen wat haastiger, galmt hij zijn strophen uit. Hij kan 't niet laten. Hij moet zingen van verwachten, verlangen en van alles wat zijn arm warm lijfje popelen doet. En de zwarten geven 't vervolgen eindelijk maar Zanglijster. (Uit Het Vogeljaar, van Jac. P. Thysse.) geen pas geeft en dat 't geluid hun valsch in de ooren klinkt. Zij zullen 't dan maar met geweld beletten; en ze jagen met hun tweeën den armen zanger op, van tak naar tak, uit den eenen boom naar den anderen. Wat geeft het hun ? Als zij de grijze zan ger maar een oogenblikje verpoozing laten, zet hij zich in postuur, al is 't op een tuinop, ze gaan weer wormen boren in 't gras. Zoo nu en dan kijken ze toch omhoog, en staan dan als in gedachten, die nog omhuld zijn. De zanglijster is ver weg gevlogen. Nu is vlak boven hen in de platanen een spreeuw aan 't zingen ge slagen. Die doet nog veel zomerscher dan da zanglijster, met meer variatie en meer brio; Mevrouw Carnot komt de eer toe als Pre sidentsvrouw het eerst aan hospitalen, asylen en scholen bescherming te hebben getoond en hulp verleend. * * Mevrouw Casimir Périer (1894?1895) heeft maar kort het Elysée bewoond. Toch was zij het die haren echtgenoot tot het aanvaar den der preeidentswaardigheid noodde en tevens hem tot aftreden noopte. Zij heeft den indruk achtergelaten van een schoone, jonge, eenigszins trotsche vrouw. Zy bezat een onverwinlyken tegenzin tegen het populariseeren van haar portret in cou ranten en tijdschriften. Zij ging daarin met echt vrouwelijke overdrijving te werk. Men verhaalt zelfs hoe zy eens een artiste-photograaf, haar woning verbood, toen hij haar uitnemend welgeslaagd portret aan een blad ter reproductie had afgestaan. * * Mevrouw Félix Faure (1895?1899) was van een volkomen tegengesteld gevoelen. Zij leefde en liet leven, al was «sy ook een tamelijk onbeduidende vrouw, die echter het groote talent had dan ook niet op den voorgrond te willen treden. De eigenlijke presidente was hare dochter Lucie, de zeer begaafde schilderes en dichteres. Zij was het, die meestentijds haren pronklievenden vader bij de recepties ter zyde stond en hem raadde voor zoover dat ging. Vér echter is dat nooit gegaan, anders had de zesde President der Derde Fransche Repu bliek niet ontijdig het ty'dige vaarwel gezegd. CAPRICE. minimin m MMIMMIIMIIIIIIIIMMIIIIMMIIIIIIIIIIMIIMIMIIIMIIII maar niet zoo ver-klinkend en voornaam; bovendien dit is hun genre niet; '.ij blijven wormen zoeken. Ook nog een andere vogel schuilt er in de buurt die zijn lenteliedje instu deert: de groenling; maar die doet 't zoo bescheiden, zoo heel zacht en voor zich heen, bepaald alleen voor eigen genot, dat geen merel, ja niet eens een musch er aanstoot in vindt en zich geprikkeld voelt tot critiseeren, tot schelden of kabaal maken. 'i Is nu een prettige tijd om al die begin nende levensuitingen van planten en dieren na te gaan. Als 't al weer wat verder in den tijd is, zoowat tegen dat de boomen bladeren krijgen, is 't niet meer by te houden. Nu gaat dat nog best voor ieder, die er ty'd en lust voor heeft. Wie ge.n ijzersterk geheugen heeft, moet op de wandeling naar park of veld een boekje meenemen, waarin ge 't een en ander kunt aan teekenen en krabbels maken, een vogel of een bloempje schetsen om bij gelegenheid anderen te vragen, wat het geweest kan zijn. Ook is 't wel mogelijk vogelgeluidjes door noten of nog beter doorjijntjes en punten aan te geven, dan weet een deskundige allicht bescheid en wordt ge op weg geholpen. 't Is in 't vroege voorjaar, dat ia van einde Januari tot half Maart, nog best te doen, alles wat er in ons landje bloeit, zingt of kruipt bij name en in daden te leeren kennen, zonder er handboeken en determineerlrsten by te halen. Ziet b.v. iemand in dezen ty'd een vlinder dan kan het haast niet missen of't is een Atalanta: roode band op de vleugels; een citroenvlimier: licht of donker-citroengeel met een oranje stipje midden op den vleugel; of and rs een witje, met of zonder zwarte vlekken. De eenige vleermuis, die nu tusschen half vijf en half zes zyn silhouet tegen den rooden avondhemel laat flapperen is de dwerg-vleermuis. Zoo maakt 't zeldzame van de verschijning in de vporlente 't meestal wel mogelyk van plant en dier aan de belangstellenden waar nemer den naam te zeggen, alleen door 't feit v..n de waarneming zelf en door korte beschrijving. Wie van zoo iets vroegs uit de natuur den naam wil weten, moet 't my maar per briefkaart vragen. Later in den tijd zou 't mij te druk worden en dan wordt 't ook lastiger (zonder opzending van 't voor werp van belangstelling) er met een ge zeker heid iets van te zeggen. E. HEIMANS. Vermelding van de nagekomen giften voor Beins, de volgende week. E. Hs. MII nu MI M iiliiiii MIIMIIIIIIIIIIIIIIIMI iiiilillll l iiiiiiiiiiii Hllllillllllllllll umi l llliliiiMMllilliiiiiliMil MiMnniMniiiiuuMniiiiMMnHnuMuuniiuiMUMnMMMUunMiiuuMMMMiHMnMuiMMMHHninininnnnHniiiiuMnnunHnnMnnnnniininuininnnniinniiiHnniMniininiiiniuHiiniiniiiiinnnniniinn iimimmmi IHAGGI's Soepen in tabletten, merk Krnisster, maken het mogelijk om in den kortst MAGGI's Bouillon-Capsules, merk Kruisster, _ . geven door oplossing in kokend water mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts oogenblikkelijk een voortreffelijken voor met water, voortreffelijke krachtige ;i het gebruik gereed zijnden bouillon. Per soepen klaar te maken. Per tablet voor ! capsule voor 2 koppen 2 flinke borden , Consommé(extra sterk vleeschnat Fransche soepen 10 Ct. zonder vet) 12 Ct. Pikante soepen IS -\ Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 IHAGGI's Aroma, merk Kruisater, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Verkrijgbaar in flacons vanaf 30 Ct.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl