Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAM ME U WEEKBLADV OORNEDERLAND.
NCK M93
'
flet feesbiis ter BmomdeB te Haarlem,
ingericht wordende tot Museum voor
Schilderyen van
FRANS HALS. EN ANDERE
MEESTERS.
Van het Groot-Heiligenland" te Haar'em
? et-n enge, oude straat met nog een twaalftal
kleine huisjes met trapjesgevel, allen naast
elkander de meerderen, die er zijn, worden
afgebroken, komt men door eene poort op een
ruime binnenplaats en ziet daar het fraaie
groote binnenplaats, waarop thans nog de
overblijfsels zqn van de vroegere-
Oud-Hollandsche tuintjes, regelmatig.
Aan de westzijde verheft zich het uit twee
verdiepingen (ongerekend de zolders) be
staande en met een koepeltorentje gekroonde
hoofdgebouw. De zeer fraaie voorgevel wijst
het jaar 1608 als den tijd der stichting aan;
iets lager vindt men'de wapens van Holland
en van Haarlem, en boven de hoofddeur
nogmaals het wapen van Haarlem, benevens
het wapenschild van het voormalige Oude
mannenhuis.
Poort van het Herv. Weeshuis (het voormalige Oümanhuis) in haar vroegeren toestand.
De beide beelden aan de zijkanten zyn verdwenen, het middelste, een by zonder fraai
stuk beelchou w werk, wordt bewaard in de groote zaal van het Weeshuis.
gebouw voor zich, ingericht tot weeshuis.
Het oümannetje, dat vroeger, gelijk de af
beelding aanduidt, op bet midden der poort
stond, is er later, afgenomen. Dit zeer schoone
beeldje, dat in een der vertrekken van het
huis bewaard wordt, versieren de inwonenden
by feestelijke gelegenheden met groen, .en
steken het een lange pij p tusschen de armen.
In de Noordhollandsche Oudheden" be
schrijven de bouwkundigen G. van Arkel en
A. W. Weissman het gebouw als volgt:
Het weeshuis heeft, aan de binnenplaats,
een gevel van gebakken en gehouwen steen,
die in het midden een topgevel vertoont,
welke het jaartal 1608, en da wapens van
Holland en Haarlem te zien geeft. Het
fronton met de .daarin geplaatste klok, welke
dezen topgevel bekroont, schijnt een later
toevoegsel, dat gemaakt is, nadat de oor
spronkelijke bekroning was afgebroken. De
deur is een ryk werk der 18e eeuw.
In den gang, die van deze binnenplaats
naar het Groot Heiligland leidt, en met
twee portieken van gebakken en gehouwen
steen versierd is, ziet men een steen met
wapen en daaronder in een cartouche uit het
begin der 17e eeuw : Franciseut A. Bekestein
TheodoricïF. fundi, gerotropkii. magna. pro.
parte donator annuique. epuli. ad. IIII Octobr
fundator.
Van de beide portieken is vooral dat aan
de binnenplaats, hetwelk boven de pilasters
karakteristiek gebeitelde maskers vertoont,
merkwaardig. Het portiek aan het Groot
Heiligland is eenvoudiger, doch heeft Dorische
pilasters en een leeuwenrnasker als sluitsteen.
De eetzaal, heeft fraaie balksleutels met
kraagsteenen uit het begin der 17e eeuw.
Zooals men weet, wordt het weeshuis aan
alle zijden' door gebouwen omringd. Door
den aankoop zullen nu eenige perceelen
verdwijnen.
De buitenomtrek van het gebouw is, wegens
in- en uitspringende hoeken en enkele open
ruimten, zeer onregelmatig, alleen op de
In het midden tan den uit slechts ne
verdieping bestaanden oostelyken vleugel
(tegenover het hoofdgebouw) is een
poortvormige breede gang, leidende naar het Groot
Heiligland en aldaar door eene groote dub
bele deur afgesloten. De noordelijke en de
zuidelijke vleugel; beide zich aansluitende
aan het hoofdgebouw en aan den oostelijken
vleugel, vertoonen elk aan den voorkant eene
ry van elf lichtramen der bovenverdiepingen
en, in de benedenverdieping ter wederzijde
van de op de groote binnenplaats uitkomende
deuren, vijf lichtramen. Deze beide vleu
gels worden afgebroken om aaa nieuwe
plaats te geven. De gewone ingang van
het gesticht is op het Klein Heiligland en
wordt daar aangewezen door het boven de
deur geplaatste opschrift: Gereformeerd
Weeshuis".
Wie van dit gesticht meer wenscht te
weten, worde verwezen naar de zeer uit
voerige artikelen van den heer O vermeer,
in de Haarlemsche Woninggids van l Febr.
en in die, welke 8 Februari verschijnen zal.
Tentoonst, der Ver, Voor (e Kunst" te Utrecbt.
Zooals eenige jaren geleden Brugge, heeft
ook thans Utrecht zijn tentoonstelling van
middeleeuwsche kunstwerken. Men vindt er
schilderstukken, beeldhouwwerken, metaal
werken, textiele kunst, drukwerk en hand
schriften, ceramiek, en nog van andere nijvere
kunsten voortbrengselen. Deze opsomming
is zeker voldoende om de belangstelling
gaande te maken ! Voorraad is er hier dus ook
in genoegzame mate.
Ik heb me Utrecht wel eens gedacht als
een protestantsch Brugge. Ook nu weder ?
want zoo weinig onderlinge gelijkenis van
trekken er is in het afgeleefde uiterlijk van
deze twee steden, of zoo geheel anders zij
hun roemruchtig verleden dotn verluiden
Gevel aan de zyde der binnenplaats van het Herv. Weeshuis (het voormalig
Oüinanhuis) te Haarlem, dat tot ?schilderij-museum zal worden ingericht. De
kosten van aankoop zijn vastgesteld op ? 120.000, terwijl de verbouw een
uitgaaf zal eischen eveneens van ? 120.000.
door wat nog reöht staat uit verre tijden, zoo
groot is ook het verschil van wat zij aan
middeleeuwsche kunst op een tentoonstelling samen
brachten. Er kan kwalijk geëischt worden, dat
een Primitieven-tentoontoonstelling altijd zoo
breed wordt opgezet als toen in Brugge, ook
met een bescheidener poging kunnen we
tevreden zijn.
Maar, als daarmee een jubileum gevierd
wil wezen, ter gelegeuheid van het eerste
Decennium der Vereeniging voor de Kun-it"
had toch de dronk daarop, bij wijze van een
extra-tentoonstelling, zij het ook nog zoo
matig, tenminste niet van troebel gehalte
moeten zijn.
En zijn ontegenzeggelijk bezienswaardige
exemplaren in de verschillende rubrieken,
enkele toch maar, de meerderheid bestaat
uit dingen, die zich als kunstvoortbrengsel
al te uitsluitend moeten doen gelden om
hun ouderom, en hoogstens aan kunsthis
torici, die zich bijzonder wijden aan dezen
branche van het vak, eenige (of vele)
oogenblikken van inspannend beturen kunnen
geven. Het program tot herdenking van het
tienjarig bestaan der Vereeniging door een
buitengewone tentoonstelling, mocht zeker
veel ingenomenheid verwachten; maar 't
was misschien in den roes der feestvreugde,
dat de Vereeniging haar reeds herhaaldelijk
betoonde ijver ging besteeden aan het klak
keloos bijeen garen van wat er maar op te
scharrelen was aan oude kunst uit naaste
omgeving.
Er is echter een troost voor hen, die in al
te gespannen verwachting naar Utrecht tijgen
en van een wel wat koude reis thuis komen.
Ze kunnen zich dan eenigzins schadeloos
stellen door aan te gaan schellen aan het
Aartsbisschoppelijk Museum, 't Is maar eenige
straten verwijderd en ze zullen de onder
vonden teleurstelling hebben te zegenen als
de oorzaak, die hen eindelijk een al te lang
verzuimd bezoek deed afleggen.
W. STEEXIIOFF.
Deze firma heeft den laatsten koop be
machtigd uit de collectie Staats Forbesenis
daardoor in het bezit gekomen van ver? ch
idene schilderijen waaronder zeer belangrijke.
't Ware te wenschen dat, vóór dit fragment
der beroemde verzameling weer verspreid
wordt, het ter expositie werd gesteld, want
daar zijn schilderijen onder die een verheu
gend weerzien of een verrassende eerste ken
nismaking kunnen bezorgen. Van Jacob Maria
zag ik er onder van de beste soort, maar
vooral valt er op te merken een schilderijtje
uit zeer vroegen tijd, Thys-achtig
eenigszins. Merkwaardig hoe hier het effectzoeken
met het traditionneele doorkijkje a la Van
Hove, levend werd om gewerkt. Dit is reeds een
zoo volkomen meesterwerk, dat het den dunk
van J. Maris als de grootste onder de tegen
woordige hollanders wel versterken kan. Van
Israels onder meer een zeer belangwekkend
maanlandschap met schapen op den voorgrond
die naar hun kooi gedreven worden; een
schilderij met trert'end idyllische werking.
Van Neuhuys een bijzonder knap doorge
werkte aquarel en een niet minder belangrijk
schilderij met een krachtige en verre door
voering van alle partijen, zooals hij dat in
zijn macht heeft. Ook. van Mauve zijn er
teekeningen en van Willem Maris, maar ik
wil m« bepalen by' de aanduiding van deze
enkele stukken; het lijstje kan nog aanzienlijk
verlengd worden. Dit diene alleen tot narieht,
aan belangstellenden.
Ik zag bij Buffa verder eenige nieuwe
schilderijen van Voerman. Ik hoop een vol
genden keer er nader op terug te komen,
want met deze olieverf producten treedt Voer
man weer op verrassende wijze naar voren.
' W. S.
Nederlandsch-Indische Kunsttentoon
stelling.
De heeren dr. Oehler, eerste burgemeester
der gemeente Krefeld en dr. Deneken, direc
teur van het Kaiser-Wilhelm-Museum hebben
een circulaire verzonden, waaraan wij het
volgende ontleenen:
De boven verwachting gunstig geslaagde
Nederlandsche kunsttentoonstelling, die in
het jaar 1903 inhetKaiser-Wilhelüi-Museuin
te Krefeld werd gehouden, is oorzaak, dat
de commissie van genoemd museum het plan
heeft opgevat, teneinde deze tentoonstelling
aan te vullen, in het voorjaar van 1906 eene
Nederlandsch-Indische Kunsttentoonstelling
te organiseeren. De overtuiging, dat de veel
zijdige en interessante kunst der Nederland
sche koloniën nog op verre na niet in die
mate bekend is en gewaardeerd wordt, als
zy wel verdient, heeft vooral den doorslag
voor dit plan gegeven.
Voorloopige besprekingen met Nederland
sche kunstvrienden en deskundigeu op het
gebied der Indische cultuur, hebben de hoop
opgewekt, dat deze tentoonstelling meteven
goed succes zal bekroond worden als de
Nederlandsche tentoonstelling in 1903.
Wat den inhoud dezer tentoonstelling be
treft, zoo is reeds met het oog op de ruimte
eenige beperking noodzakelijk. Het is niet
het doel eene algemeene ethnograflsche ten
toonstelling ter verduidelijking van het leven
en de gebruiken der bewoners van Indiëte
organiseeren, evenmin een zuiver industrieel
overzicht van de producten van het land te
geven, doch uit de verschillende voortbreng
selen, hoofdzakelijk uit die van vroeger tijd,
eene keuze te doen- van voorwerpen, die
door hunne artistieke waarde, hunne natio
nale eigenaardigheid, hunne schoonheid van
vorm en kleur geschikt zijn, om belang
stelling in breeden kring, vooral onder de
kunstlievende bezoekers van het museum,
te wekken. Wij rekenen hoofdzakelijk op
het bijeenbrengen van uitmuntende werken
der plastiek in steen, hout, ivoor en metaal
(gedeeltelijk in afgietsels), verder op uit leder
gesneden Wajangpoppen, gedreven en geci
seleerd koperwerk, zwaarden, mooi van vorm,
vrouwensieraden, oude voortbrengselen der
batikkunst, die zich door patroon en kleur
onderscheiden, weefsels, eigenaardig van
patroon, vlechtwerk, benevens andere
voorpen van decoratief-artistieke waarde.
Wij hopen, dat onze plannen ook ditmaal
van particuliere zijde zullen worden gesteund
en rekenen in de eerste plaats op de hulp
der eigenaars van geschikte voorwerpen in
Nederland en in de Koloniën zelf. Buiten
dien worden behalve de kunstvoorwerpen
uit particulier bezit ook verkoopbare voor
werpen voor de tentoonstelling aangenomen.
ltllHIIMl(MMIIMMIIIIIIlllllll<HIII1(IIIIIIIIMIIIIIIIIIIII1IMIUIIIIIIIUIIIIIIIlMltMIIIIIH(lllilllllMIIIIIMIIIJIIHI1IIIIIHHIItlllinilll.lllllllll llimMIMIHIIlll
Regentessen van het Oümanhuis (thans Weeshuis der Hervormden, weldra Museum)
te Haarlem. Geschilderd in 1644 door Frans Hals.
Prof. Dr. S. S. R08ENSTEIN f- (Naar de teekening van Haverman).