De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 4 februari pagina 6

4 februari 1906 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAM ME U WEEKBLADV OORNEDERLAND. NCK M93 ' flet feesbiis ter BmomdeB te Haarlem, ingericht wordende tot Museum voor Schilderyen van FRANS HALS. EN ANDERE MEESTERS. Van het Groot-Heiligenland" te Haar'em ? et-n enge, oude straat met nog een twaalftal kleine huisjes met trapjesgevel, allen naast elkander de meerderen, die er zijn, worden afgebroken, komt men door eene poort op een ruime binnenplaats en ziet daar het fraaie groote binnenplaats, waarop thans nog de overblijfsels zqn van de vroegere- Oud-Hollandsche tuintjes, regelmatig. Aan de westzijde verheft zich het uit twee verdiepingen (ongerekend de zolders) be staande en met een koepeltorentje gekroonde hoofdgebouw. De zeer fraaie voorgevel wijst het jaar 1608 als den tijd der stichting aan; iets lager vindt men'de wapens van Holland en van Haarlem, en boven de hoofddeur nogmaals het wapen van Haarlem, benevens het wapenschild van het voormalige Oude mannenhuis. Poort van het Herv. Weeshuis (het voormalige Oümanhuis) in haar vroegeren toestand. De beide beelden aan de zijkanten zyn verdwenen, het middelste, een by zonder fraai stuk beelchou w werk, wordt bewaard in de groote zaal van het Weeshuis. gebouw voor zich, ingericht tot weeshuis. Het oümannetje, dat vroeger, gelijk de af beelding aanduidt, op bet midden der poort stond, is er later, afgenomen. Dit zeer schoone beeldje, dat in een der vertrekken van het huis bewaard wordt, versieren de inwonenden by feestelijke gelegenheden met groen, .en steken het een lange pij p tusschen de armen. In de Noordhollandsche Oudheden" be schrijven de bouwkundigen G. van Arkel en A. W. Weissman het gebouw als volgt: Het weeshuis heeft, aan de binnenplaats, een gevel van gebakken en gehouwen steen, die in het midden een topgevel vertoont, welke het jaartal 1608, en da wapens van Holland en Haarlem te zien geeft. Het fronton met de .daarin geplaatste klok, welke dezen topgevel bekroont, schijnt een later toevoegsel, dat gemaakt is, nadat de oor spronkelijke bekroning was afgebroken. De deur is een ryk werk der 18e eeuw. In den gang, die van deze binnenplaats naar het Groot Heiligland leidt, en met twee portieken van gebakken en gehouwen steen versierd is, ziet men een steen met wapen en daaronder in een cartouche uit het begin der 17e eeuw : Franciseut A. Bekestein TheodoricïF. fundi, gerotropkii. magna. pro. parte donator annuique. epuli. ad. IIII Octobr fundator. Van de beide portieken is vooral dat aan de binnenplaats, hetwelk boven de pilasters karakteristiek gebeitelde maskers vertoont, merkwaardig. Het portiek aan het Groot Heiligland is eenvoudiger, doch heeft Dorische pilasters en een leeuwenrnasker als sluitsteen. De eetzaal, heeft fraaie balksleutels met kraagsteenen uit het begin der 17e eeuw. Zooals men weet, wordt het weeshuis aan alle zijden' door gebouwen omringd. Door den aankoop zullen nu eenige perceelen verdwijnen. De buitenomtrek van het gebouw is, wegens in- en uitspringende hoeken en enkele open ruimten, zeer onregelmatig, alleen op de In het midden tan den uit slechts ne verdieping bestaanden oostelyken vleugel (tegenover het hoofdgebouw) is een poortvormige breede gang, leidende naar het Groot Heiligland en aldaar door eene groote dub bele deur afgesloten. De noordelijke en de zuidelijke vleugel; beide zich aansluitende aan het hoofdgebouw en aan den oostelijken vleugel, vertoonen elk aan den voorkant eene ry van elf lichtramen der bovenverdiepingen en, in de benedenverdieping ter wederzijde van de op de groote binnenplaats uitkomende deuren, vijf lichtramen. Deze beide vleu gels worden afgebroken om aaa nieuwe plaats te geven. De gewone ingang van het gesticht is op het Klein Heiligland en wordt daar aangewezen door het boven de deur geplaatste opschrift: Gereformeerd Weeshuis". Wie van dit gesticht meer wenscht te weten, worde verwezen naar de zeer uit voerige artikelen van den heer O vermeer, in de Haarlemsche Woninggids van l Febr. en in die, welke 8 Februari verschijnen zal. Tentoonst, der Ver, Voor (e Kunst" te Utrecbt. Zooals eenige jaren geleden Brugge, heeft ook thans Utrecht zijn tentoonstelling van middeleeuwsche kunstwerken. Men vindt er schilderstukken, beeldhouwwerken, metaal werken, textiele kunst, drukwerk en hand schriften, ceramiek, en nog van andere nijvere kunsten voortbrengselen. Deze opsomming is zeker voldoende om de belangstelling gaande te maken ! Voorraad is er hier dus ook in genoegzame mate. Ik heb me Utrecht wel eens gedacht als een protestantsch Brugge. Ook nu weder ? want zoo weinig onderlinge gelijkenis van trekken er is in het afgeleefde uiterlijk van deze twee steden, of zoo geheel anders zij hun roemruchtig verleden dotn verluiden Gevel aan de zyde der binnenplaats van het Herv. Weeshuis (het voormalig Oüinanhuis) te Haarlem, dat tot ?schilderij-museum zal worden ingericht. De kosten van aankoop zijn vastgesteld op ? 120.000, terwijl de verbouw een uitgaaf zal eischen eveneens van ? 120.000. door wat nog reöht staat uit verre tijden, zoo groot is ook het verschil van wat zij aan middeleeuwsche kunst op een tentoonstelling samen brachten. Er kan kwalijk geëischt worden, dat een Primitieven-tentoontoonstelling altijd zoo breed wordt opgezet als toen in Brugge, ook met een bescheidener poging kunnen we tevreden zijn. Maar, als daarmee een jubileum gevierd wil wezen, ter gelegeuheid van het eerste Decennium der Vereeniging voor de Kun-it" had toch de dronk daarop, bij wijze van een extra-tentoonstelling, zij het ook nog zoo matig, tenminste niet van troebel gehalte moeten zijn. En zijn ontegenzeggelijk bezienswaardige exemplaren in de verschillende rubrieken, enkele toch maar, de meerderheid bestaat uit dingen, die zich als kunstvoortbrengsel al te uitsluitend moeten doen gelden om hun ouderom, en hoogstens aan kunsthis torici, die zich bijzonder wijden aan dezen branche van het vak, eenige (of vele) oogenblikken van inspannend beturen kunnen geven. Het program tot herdenking van het tienjarig bestaan der Vereeniging door een buitengewone tentoonstelling, mocht zeker veel ingenomenheid verwachten; maar 't was misschien in den roes der feestvreugde, dat de Vereeniging haar reeds herhaaldelijk betoonde ijver ging besteeden aan het klak keloos bijeen garen van wat er maar op te scharrelen was aan oude kunst uit naaste omgeving. Er is echter een troost voor hen, die in al te gespannen verwachting naar Utrecht tijgen en van een wel wat koude reis thuis komen. Ze kunnen zich dan eenigzins schadeloos stellen door aan te gaan schellen aan het Aartsbisschoppelijk Museum, 't Is maar eenige straten verwijderd en ze zullen de onder vonden teleurstelling hebben te zegenen als de oorzaak, die hen eindelijk een al te lang verzuimd bezoek deed afleggen. W. STEEXIIOFF. Deze firma heeft den laatsten koop be machtigd uit de collectie Staats Forbesenis daardoor in het bezit gekomen van ver? ch idene schilderijen waaronder zeer belangrijke. 't Ware te wenschen dat, vóór dit fragment der beroemde verzameling weer verspreid wordt, het ter expositie werd gesteld, want daar zijn schilderijen onder die een verheu gend weerzien of een verrassende eerste ken nismaking kunnen bezorgen. Van Jacob Maria zag ik er onder van de beste soort, maar vooral valt er op te merken een schilderijtje uit zeer vroegen tijd, Thys-achtig eenigszins. Merkwaardig hoe hier het effectzoeken met het traditionneele doorkijkje a la Van Hove, levend werd om gewerkt. Dit is reeds een zoo volkomen meesterwerk, dat het den dunk van J. Maris als de grootste onder de tegen woordige hollanders wel versterken kan. Van Israels onder meer een zeer belangwekkend maanlandschap met schapen op den voorgrond die naar hun kooi gedreven worden; een schilderij met trert'end idyllische werking. Van Neuhuys een bijzonder knap doorge werkte aquarel en een niet minder belangrijk schilderij met een krachtige en verre door voering van alle partijen, zooals hij dat in zijn macht heeft. Ook. van Mauve zijn er teekeningen en van Willem Maris, maar ik wil m« bepalen by' de aanduiding van deze enkele stukken; het lijstje kan nog aanzienlijk verlengd worden. Dit diene alleen tot narieht, aan belangstellenden. Ik zag bij Buffa verder eenige nieuwe schilderijen van Voerman. Ik hoop een vol genden keer er nader op terug te komen, want met deze olieverf producten treedt Voer man weer op verrassende wijze naar voren. ' W. S. Nederlandsch-Indische Kunsttentoon stelling. De heeren dr. Oehler, eerste burgemeester der gemeente Krefeld en dr. Deneken, direc teur van het Kaiser-Wilhelm-Museum hebben een circulaire verzonden, waaraan wij het volgende ontleenen: De boven verwachting gunstig geslaagde Nederlandsche kunsttentoonstelling, die in het jaar 1903 inhetKaiser-Wilhelüi-Museuin te Krefeld werd gehouden, is oorzaak, dat de commissie van genoemd museum het plan heeft opgevat, teneinde deze tentoonstelling aan te vullen, in het voorjaar van 1906 eene Nederlandsch-Indische Kunsttentoonstelling te organiseeren. De overtuiging, dat de veel zijdige en interessante kunst der Nederland sche koloniën nog op verre na niet in die mate bekend is en gewaardeerd wordt, als zy wel verdient, heeft vooral den doorslag voor dit plan gegeven. Voorloopige besprekingen met Nederland sche kunstvrienden en deskundigeu op het gebied der Indische cultuur, hebben de hoop opgewekt, dat deze tentoonstelling meteven goed succes zal bekroond worden als de Nederlandsche tentoonstelling in 1903. Wat den inhoud dezer tentoonstelling be treft, zoo is reeds met het oog op de ruimte eenige beperking noodzakelijk. Het is niet het doel eene algemeene ethnograflsche ten toonstelling ter verduidelijking van het leven en de gebruiken der bewoners van Indiëte organiseeren, evenmin een zuiver industrieel overzicht van de producten van het land te geven, doch uit de verschillende voortbreng selen, hoofdzakelijk uit die van vroeger tijd, eene keuze te doen- van voorwerpen, die door hunne artistieke waarde, hunne natio nale eigenaardigheid, hunne schoonheid van vorm en kleur geschikt zijn, om belang stelling in breeden kring, vooral onder de kunstlievende bezoekers van het museum, te wekken. Wij rekenen hoofdzakelijk op het bijeenbrengen van uitmuntende werken der plastiek in steen, hout, ivoor en metaal (gedeeltelijk in afgietsels), verder op uit leder gesneden Wajangpoppen, gedreven en geci seleerd koperwerk, zwaarden, mooi van vorm, vrouwensieraden, oude voortbrengselen der batikkunst, die zich door patroon en kleur onderscheiden, weefsels, eigenaardig van patroon, vlechtwerk, benevens andere voorpen van decoratief-artistieke waarde. Wij hopen, dat onze plannen ook ditmaal van particuliere zijde zullen worden gesteund en rekenen in de eerste plaats op de hulp der eigenaars van geschikte voorwerpen in Nederland en in de Koloniën zelf. Buiten dien worden behalve de kunstvoorwerpen uit particulier bezit ook verkoopbare voor werpen voor de tentoonstelling aangenomen. ltllHIIMl(MMIIMMIIIIIIlllllll<HIII1(IIIIIIIIMIIIIIIIIIIII1IMIUIIIIIIIUIIIIIIIlMltMIIIIIH(lllilllllMIIIIIMIIIJIIHI1IIIIIHHIItlllinilll.lllllllll llimMIMIHIIlll Regentessen van het Oümanhuis (thans Weeshuis der Hervormden, weldra Museum) te Haarlem. Geschilderd in 1644 door Frans Hals. Prof. Dr. S. S. R08ENSTEIN f- (Naar de teekening van Haverman).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl