Historisch Archief 1877-1940
DE A M i T E R A M M E II W E EK B L A'D V Q OH NEDERLAND.
No. 1496
vrouwen, die hier lev.en, zij de presidente
worden zou?
Jjcanitiéd'un grand homme est un
bienfait des dii-ux!
Maar hoe komt het, dat deze vrouw, ver
koren onder duizenden -zij was de dochter
van een. fabrikant, ook net precies de
vrouw was, geschikt aan het hoofd te staan
van de Republiek? AVaar haalde zij de
hono-g^qualiteiten, die haar sieren?
La moiïiéd'un grand homme estun
bienfait de.x dieux.
Parijs. ' H. \V.
Bank.
Hollanisclie
K o 1 1' c r il a m, Eebr. 1006.
Mijnheer de Redacteur.
Dato 10 Fobr. jl. kwam in de meeste dag
bladen het volgende belangrijke bericht vour:
Ho'landsche Hypotheekbank.
Aangezien het onmogelijk is gebleken met
juistheid aan te gevea welke paudbrieven der
Ho 1. Hyp. Bank die reeds waren u i t g
eloot" (ilc spatieering is van mij), weder in
omloop zijn gebracht, hect't de directie
besloten eene lijst uit te geven van die
paridbiievon welke deugdelijk zijn", enz. enz.
Hier wordt dus gesproken van pandbiieven,
die reeds uitgeloot waren, terwijl in de
bekende vergadering der TIoll. Hyp. Bank door
den voorzitter mr. Eyssell, raadsheer in den
Hoogcn Kaud, pertinent verklaard is geworden,
dat de vernietiging van uitgelote pandbrieven
steeds geschied is er dus g e e n e uitgelote
pamlbrievcu in omloop 7,ijn.
Hie-r is dus eene opheldering dringend nood
zakelijk. /ij u de gezamenlijke dagbladen, die
? bovengenoemd communiquéverspreid hebben
(o. a. li-et H/mdelslilitil), alle verspreiders van
valsehéb, 'richten o l' heeft mr. Eyssell, lid vau
deii Hoógen Raad, in deze ^ergade.-ing onwaar
heden staan Ie verkondigen!' En indien werke
lijk ? het laatste, voorheen ondenkbare geval,
. juist, mocht ija, wat voor waarborgen hebben
w 'j dan dat ook op andere gewichtige punten
niet eene zeilde taktiek van onjuistheden is
gevolgd !J
Een tweede punt dat eveneens helaas veel
te denken geeft, zijn de incdedeclingen in een
financieel blad, dal uit officieel*; .stukken aan
toont, dat de Ilollaudsche Hyp. Bauk en de
lirma Van Nellesteyn '& Co. (waarvan firmant
is het lid van deu rand van toezicht, db hoer
C. J. v. Nclles'cyn) zeer eigenaardige transac
ties gesloten hebbeu, waarbij o a. de heer (r) Ie
vrc de .\lo.ntigny als belegging (of ais beloo.
n hip;?) eene -Ie hypotheek tot '5 pet. (zegge drie
percent) rente ontving. Yioiide hypotheken tut
3 pet. rente (als belegging althans) zijn zeld
zaam en worden uitsluitend gesloten door
philanthropen. Nu zal Ie Fèvre de Montigny
op niemand den indruk van een philatithroop
.maken; tenzij uit de beurs van audercïii, wes
halve ook over dez» merkwaardige -transactie
met de, firma vau Xellestcyn & Co,- eenig
opbeïderiug niet misplaatst /on y.ijn.
Ecu derde, punt dat helaas eveneens ? te
deuken geeft, is de lichtsehuwheid van de be
heerders der Bank. Waar ieder ander er prijs
op zou stellen dat' door de benoeming van eeu
commissie van onpartijdigen de eerlijkheid eu
goede trouw van alle commissarissen volkomen
zou blijken, beweegt men daarentegen hemel
en . aawle om toch vooral niet de minste in
lichtingen te geven. Tot directeur wordt de
verkiezing doorgedreven (ik behoef niet in
herinnering te brengen op welke wijne) van
den heer Vas Visser, lid van den raad vau
toezicht en mede-corninissaris van de Geer &
Ie Fèvrc in de Bouwmaatschappij ,,de Eendracht".
Ik wenseh in geen enkel opzicht iets op den
heer Vas Visser at' te geven, maar in de be
staande omstandigheden moest men niet een
' lid van den raad van toezicht als directeur
voorgedragen hebben. Dit zal door een ieder
gevoeld worden en ten overvloede is dit in de
vergadering zelf ook nog betoogd. Men werd
echter steeds met algemeenheden afgescheept,
zoodat ten slotte een aantal personen de
verLotte uit den kolenkelder.
Naar liet Duitsch, van J. K. SCUNITZER.
Wij zijn al twee jaar met elkaar bevriend,
ik en de kleine Lotte, zoo lans; ik in de
stille traat woon, waarin haar vader in den
kelder van het huU tegenover het inynezijn
steenkolenhandel heeft.
Welis vaar ia zij nog geen tien jaar oud,
maar dat ia voor onze vriendschap geen
hinderpaal, want Lotte is een verstandig kind,
dat over vele practische vraagstukken van
het dageüjksuh loven een volkomen, vol
wassen" oordeel heeft en, onder welke omstan
digheden ook, flink haar woord weet te doen.
Daarbij heeft zij i"!3 allerlief-it moederlijks
over zich, dat wél bij het open voorhoofd en
de ernstige grijje oogen, maar volstrekt niet
bjj het bmtale wipneusje past, iets
moederlijks, dat tegenover haar speciale bescherme
lingen, de op de straat spelende kinderen,
geheel tot zijn recht komt, maar ook inden
omzang tnet mij zich niet geheel en al kan
verloochenen. Zij helpt mij namelijk wel eens
in het huishouden en doet boodschappen
voor mij, als ik eens zonder dienstmeisje ben.
Als de kinderen over haar spreken, noemen
ze haar Lotte uit den kolenkelder", hoewel
er niet het minste spoor van haar vaders
zaak aan haar te zien is. Integen teel,
zij ziet er altijd uit, alsof zij zich zoo even
heeft gewasschen, zóó frisch en teer
afgezien van een paar sproeten rondom het
wipneusje is de rozige kleur van haar lief
gezichtje. En haar kleeren zijn altijd keurig."
Dezer dagen heb ik mijn vriendinnetje van
een nieuwe zijde leeren kennen.
Ik kwam terug van een wandeling en vond
den drempel van het huis bezet. Drie kleine
'meisjes van vier tot zeven jaar zaten daar
naast elkaar en maakten geen aanstalten mij
er door te laten.
Wil jullie wel eens weggaan van de koude
stoep", zeide ik, wanneer jullie niet op staan
komt de portiers vrouw en gooit er een emmer
water over leeg, en dan vries jullie vast, en
dan moet jullie hier blijven zitten, totdat
het weer warm wordt."
.Ta... a...", zeide een vau de kleintjes min
of meer bedrukt en schoof haar poppewagen
een beetje op zij, zoodat ik er desnoods door
had gekund, ,ja.... a... maar we mogen niet
weg, we moeten hier blijven wachten..."
Op
gadering verlieten, (zie verslag Nederl. Finan
cier, Dagelijksche Beurs Cour. 27 en 29 Januari.)
Ook de weigering om de 'hoeren (?) De eer
en Ie Fèvre iu staat,van faillissement
te verklaren berust mijns inziens weder op het
zelfde beginsel, om alles zoo geheim mogelijk
te behandelen. Daarenboven is de/.e handelwijze
in hooge mate onbillijk tegenover de bezitters
van zoogenaamd verduisterde' paudbiieven.
Ik kan voorloopig niet aannemen, dat er n
rechtbank ter wereld is, die deze ongelukkige
houders van te goeder trouw gekochte pand
brieven zou laten opdraaien voor de abuizen en
nalatigheden van den raad van toezicht maar dit
neemt toch- niet weg, dat de absolute onmoge
lijkheid hiervan niet uitgesloten is.. Kn in dat
geval zouden deze slachtoffers toch althans een
claim hebben op de privéeigendommen van l)c
Geer en Ie Fèvre. Maar wat zou deze claim
beteekciien, wanneer ondertussehcn deze
eigendomme» oadcrsha/ids finaal geliquideerd /ou
den worden, alvorens de recht bank in hoogste
instantie uitspraak gedaan zal hebben'r De Hol
landsche I-Typ. Bank eu de Zekerheidstelling
zullen wel zorgen bij liquidatie niet tekoit te
komen en dezelfde pandbiiefhouders worden
ten tweeden male de dupe van de historie.
Ik wenseh mij voorloopig hiertoe te.'cpalen.
Zij, die finanliecle bladen lezen, /ijn genoeg
zaam op de hoogte, dat, van alle zijden de han
delwijze van commissarissen streng veroordeeld
wordt, er is mij nog geen enkele welwillende
er tiek ouder de oogen gekomen. Algemee:i
wordt erkend, dat liet beginsel : N xjlesse
oblige" hier met voeten getreden wordt.
Dosondauks zijn iu het college vertegenwoordigd :
oud ministers, leden van de Ie en lle kamer
in van den Raad van State, Commissarissen
der Koningin en last nol l ast eeu lid van den
Hoogcii Raad. Ongelukkigerwijze is het aantal
lezers vau financiële blad-en vrij l.eperkt en
komt dus de alkeuring niet zoo algemeen onder
de oogen als' comiii s-arisscn verdienden en met
het belang der zaak dienstig zo.i zijn, weshalve
ik h :t niet, overbodig oordeelde do/..' nnaestie
o >k eens in minieren kring te bespreken.
Commissarissen, speciaal de Haild v,.u Toezicht,
schijneiv 'niet iu te /;<>u ol' xjn althans ziende,
U i nd, dat de 01*11 i ge h a ndel-v ij/.e die als gentlemen
van hen verlangd wordt, is dat zij zich aan
sprakelijk stellen voor alle geld-lijke nadeden,
die door nalatigheid hunnerzijds /i]ii ontstaan,
op redelijke! wijze uit te maken door eene com ?
missie vau onpartijdige,!!. Al_le tegenovergestelde
maatregelen als het betwisten van te goeder
trouw gekochte pandl,noren, /ij» daarentegen
hemel tergende onrechtvaardigheden, waarvan
men ais'manuen van eer geen gebruik diende
te maken.
, Ik acht het zeer waarschijnlijk, dat commis
sarissen de meest beproefde taktiek van dood
zwijgen zullen in toepassing brongen en zullen
voortgaan in de richting (üc zij ingeslagen
hebb ?», maar ik woaschte alleen te laten
uil-komen dat er ook op waardiger wijze kau ge
handeld worden.
Eertijds handelde men naar de spreuk, die
nu 'uit de mode schijnt te zijn
Tont perilu fors riionneiir".
Maar commissarissen der Iljllandsche
Ilvpatheekbanfc die/ie» ailhaus voorzichtig -te zijn,
dat men niet vau een auder uiterste gaat
.spreken, n.l.i
Uien perdu que l'hoimeur".
C. BALGUEIUE GUÉIUX.
Jl o 11 e r d a m, J'Vbmari ] 'JOG.
* *
*
Wij plaatsen het bovenstaande, niet
als bewijs van instemming, maar met het
doel liet onder de oo^en van velen te
brengen, opdat algemeen bekend worde
hoe in de Nieuwe Rottenl. Courant
iemand, voluit ouderteekenenil, een ge
tuigenis aflegt omtrent den rotten toe
stand, die hier in finanticele kringen zou
heersenen. Tot weerlegging stellen wij
onze kolommen open. Red.
Ja.... Op Lotte uit den kolenkelder."
Dan zal ik ook maar blijven wachten,
kinderen, ik heb Lotte jui^t wat te vragen "
Lotte zal ' ns een verhaaltje vertellen",
deelde de oudste van het drietal mede.
Ja", viel de kleinste ha.ir levendig in de
rede, over een vreoseijjk zwarten nsger uit
de comedie... ja... a...." *
Ze heeft alleen maar vergeten hoe hij
heet, en is ze nog even naar den kelder,
om het papier te halen...."
Daar staat op hoe de zwarte ne^er heet",
zegt het kleinste en zet een paar groote
oogen op.
Na deie opheldering bekommeren de kin
deren zich verder niet om mij. Zij houden
zich bezig met den poppewagen, duwen hem
heen en weer en beginnen met hun dunne,
schelle stemmetjes te zingen:
Slaap kindje, slaap,
Je vader is een schaap,
,.Je moeder is al even stom
En daarom ben je zelf zoo dom."
Hoe kom jullie aan dat liedje?" vraag
ik lachend.
Van Lotte uit den kolenkelder!" ant
woorden ze, alle drie tegelijk, eu daar
komt ze aan!" springen op, loopen Lotte
tegemoet en klemmen zich aan haar vast,
terwijl de poppewagen van den rand van het
trottoir tuimelt en omvalt.
Lotte heeft de situatie met een enkelen
blik overzien. Met een energiekon ruk schudt
zij de kinderen van zieh af en wijst hun den
omgevallen wagen, die dan ook zoo gauw
mogelijk weer in orde wordt gebracht. Zij
zelf komt naar mij toe om mij goeden dag
te .zeggen.
Lotte, wat is dat voor een wiegeliedje,
dat de kinderen daar zingen?"
O, dat van mijn vader is een schaap en
mya moeder is al even stom"';" antwoordt
zij lachtend. Grappig, vindt u niet ? Ja,
dat heeft mijn grootvader gemaakt!" En
iets als trots straalt uit haar oogen. Weet
u, mevrouw, als onze Frits huilt,?hij heeft
lait van de tandjes, zi^t u, dan neemt
grootvader hem op zijn arm en zingt dat
liedje. En dan is Frita dadelijk zoo stil als
een muis."
Alle dramatische werken van Henrik Ibsen
vloeien in mijn gedachten in n tot deze
enkele hymne op de theorie der erfelijkheid,
die de drie kinderen weer op nieuw hebben
aangeheven ,Je vader is een schaap.. ,.
je moeder is al even stom...."
Daar valt mijn blik op het programma,
dat Lotte in de hand houdt. Otheilo" staat
er op.
Inziet in fle Hoofflstad,
Het is reeds een achttal jaren geiecïefl sedert
de beroemde pianist Lainond ons land voor
het eerst bezocht. Hij gaf toen eeu paar
klavier-avonden, waarop vooral Beethoven
en Brahms rijk * vertegen woor li^d waren
Zijn succes was VMer jiroot, zoo zelfs dat hij
Ui^chentijds uitgenoodigil werd op een
matinee iu het Concertgebouw bet concert
van Tschaikowsky te spelen. Later kwam
hij nog ee«s hier voor de z.g. jrroute tournee,
omvattende do steden Amsterdam, l>en Haag,
ILuulein, Rotterdam, Arnhem en U rechten
daarna gal tiij zijn Beethoven-avonden.
Inderdaad, als Beethovenspeler mag men
Lamond beschouwen als een der allereerste
kunstenaars op zijn instrument. Iu de
voordracht vau Beethovensche sonaten zal
hij niet licht overtroffen worden ; tooral de
groote sonaten, met ernstig, grootseh of ge
passioneerd karakter, liggen buitengewoon
goed in zijn natuur.
Was Beetho /en een man, door den aard
van zijn gemoedsgesteldheid van de gewone
fiivole wereld ge ieel afgescheiden, was hij
een kunstenaar die nooit degurist van amle/en
zocht, m.iar eenigs-.ins stroef in zieh zelven
gekeerd, steeds ziju eigen weg ging bij
Lainond is zulks min of meer ook het geval.
Het is niet alleen de karakteristieke k 'p
van Lauiond, die aa-n Beethoven herinnert,
maar ook de boven opgesomde hoedanigheden,
die wijzen op een zielever wantschap tussehen
den grooten .componist en den pianist,
Limuvl hal zieh uil de collectie sonaten
van Beethoven uitgekozen de ..Appassionata '
op. 57, iu f uioll. Daarmede had hij een
gelukkige keu-e gedaan, want deze sonate
past uiliiemt'iul iu het karakter van den
pianist.
Diepe ern-4, edel pathos en sombere harts
tocht zijn de ^rondtrekken van het eerste deel
der sonate. Hoe sprekend zijn niet dediie noten
die het hoofdmotief uitmaken! Iv.'uvoudïgu
aceoordnoteu, m «ir wat heeft Beethoven er
mede gedaan ! Vau het tluisterend.-ite
pianis8imo tot het sterkste forte, geven zij een
geheole scala vau meusehelijk tragische
ge waar \vordingen weer!
De amlere, in elkaar overgaande gedeelten
completeeren liet beeld van trots en kracht,
van bitter lijden en heftigen strijd. Slechts in
het Andante worden enkele snaren aan geroeid
vau mildere en zachtere stemming. In weinig
werken heeft Beethoven zich zelven, zijn
eigen persoonlijkheid, zóó weergegeven als
in de Appas&ionata". Kn toen men daar
Lam on d zag zitten voor het klavier, geheel
ontrukt aan zijn omgeving, en verdiept iu
zijn kunst, toen was het of de groote meester
in ziju persoon voor een oogt'iiblik was her
rezen en -zich verwaardigde den toehoorder
een b!-ik te doen werpen in de geheims'e
diepten zijns harten. Zóó groot was de indruk
dien Lamoud met'Baethoven's opus 57 maakte.
Eveneens heeft ook de pianist ons getroffen
door de reproductie van B.ieh's chromati
sche phantasie en fuga". l'rachtig heeft hij
het gecompliceerde stuk voor onze ooren
oi.twikkeld en ons onder de impressie ge
bracht van Baeh's wel oude, maar in geenen
deele verouderde kunst.
Met deze twee werken was voor mijn
gevoel het belangrijkste deel vau het pro
gramma achter den rug.
Wel bewees ook Lamond dat hij Chopin
voortreffelijk weet te interprêteeren de
Berceuse en de Wals in Ges, o a. waren mees
terstukjes van fijnheid in den aanslag en gra
tie in de voordracht wel wist hij ook
aan de virtuose muziek van Liszt recht te
doen wedervaren, getuige b.v. de Soiree de
Vienne' No. , de Marche militaire" en de
Lotte, je bent toch niet bij Otheilo"
geveest?", vraag ik een beetje verschrikt.
Ja zeker ... Naar de voorstelling vo 3r
leerlingen van de openbare scholen... Ik
ben immers al vier jaar op school," ant
woordt zij zelfbewust.
Eu wou je die kinderen nu over Othello"
vertellen ?" examineer ik verder.
Vertellen... vertellen!" roepen de klein
tjes, die blijkbaar niet erg- erover gesticht
zijn, dat ik Lotte zoolang in beslag neem.
Maar ik kan haar nog niet loslaten.
Maar vertel eens, Lotte, heb je er wel
veel van begrepen.? En met wie ben je er
eigenlijk heen geweest?'.
Wel, met Pauline. Die zit al in de ze,vende
klas ... En ik heb alles heel goed kunnen
hooren, want wij hadden wat een mooie
plaats voor vijftig pfennig "
Nu, maar dan wil ik toch ook eens
luisteren naar wat je te vertellen hebt,"
zeide ik g rusigesteld.
De drie kinderen gaan om ons heen
staan.
Ja, ziet u," begint Lotte aarzelend, in
het begin heb ik niet zoo heel goed ge
luisterd. Als het in de zaal donker wordt,
moet ik altijd eerst eens goed om me heen
kijken, want ik vind het altijd zoo'n beetje
griezelig zoo in het donker, met al die
massa's gezichten om je heen. En toen," gaat
zij heel ernstig voort, toen ik nu juist eens
goed wou gaan hooren, wat ze daar op het
tooneel tegen elkaar zeiden, toen ging het
ook weer, niet. Want ziet u, naast mij zat
een heel oude dame, en die zat vreeselijk te
huilen. En daardoor kon ik heelemaal niets
verstaan. Ik had natuurlijk erg medelijden
met die mevrouw, en daarom vroeg ik haar,
waarom ze nog huilde. En toen zei ze, omdat
het een treurspel was. Dat staat ook op het
programma. In de pauze heb ik haar ge
vraagd, of het niet genoeg is, als je alleen
maar treurig bent bij een treurspel. En toen
zei zij dat ze het niet kon laten, te huilen,
maar dat ze het ook heel prettig vond het
doen. En toen ben ik maar op Paulines
plaats gaan zitten."
Ea heb je toen eindelijk kunnen ver
staan, wat »r op het tooneel gezegd werd?"
vroeg ik, toen*Lotte een oogenblikje zweeg.
Zij knikte ernstig.
Ja, toen kon ik het goed verstaan. Nu,
een poosje ging alles nog goed op het tooneel.
De menschen praatten zoo'n beetje met el
kaar. Nu ja, dat was nog niets bijzonders.
Maar later..." haar oogen werden grooter
en begonnen te schitteren later, toen
Otheilo, de Moor van F'netië" verkouden
Tarentelle Venezia e Napoli", welke nummers
met veel bravour werden vertolkt eu den
kunstenaar geestdriftige toejuichingen be
zorgden maar toch, van Lamocd wil men
meer en beters. Vergenoegt men zich bij
.anderen met deze virtuozenmu'.iek, van La
moud wil men Beethoven en nog eens Beet
hoven ho >ren.
De Etude van eigen compositie, door den
concertgever gespeeld, is een allerliefst stukje
salonmu/.iek.
Het publiek was den geheelen avond zeer
warm gestemd; na do sonate droegen de toe
juichingen het karakter cener ovatie.
ANT. AvioiiKAMi'.
m*wmmtH*iitimiMMii«»unii«fiiiinM**MiniMii«iiu«iHiMMi
In memoriam Pastoor Kaag. f
l'astoor Kaag is niet meer!
Ja de» ouderdom van bijna 02 jaar over
leed deze ijverige pastoor, fijne kunstkenner
eu literator na een langdurige ziekte in
O. L. Yr.-gastluiis te Amsterdam op Zondag
18 Febr.
J'astoor Kaag was geen onbekende ouder
zijne katholieke landgenooten, geen onbe
kende ook voor de lezers van dit weekblad,
waaraan hij sinds jaren trouw medewerkte.
liet was juist als medewerker van De
Amsterdammer" dat hij moer op don voor
grond trad. In deze hoedanigheid immers
bekleedde hij eone zeer oorspronkelijke
plaats ouder zijne geestelijke medebroeders.
Hij werd daardoor de moderne" onder
zijne ambtsbroedei-s, als medewerker van
het weekblad ook had hij strijd te voeren
meer dan eens met de zijnen.
Daarom past bier een woord van eer
biedige huldo. aan /ijne nagedachtenis.
Pastoor Kaag was n der weinigen die
altijd eu overal liet goed recht der Kath.
Joifgeren verdedigde, ook al word hem dit
dikwijls zeer euvel geduid. Ku in dit week
blad n i u J/ii Centrum was hij het, die
onversaagd de producten del' jongere lite
ratoren, waar liet pas gaf, aanprees, trots
alle verdachtmaking en tegenwerking. Toen
geou enkel blad der katholieken, ol' liever
toen geen enkele katholiek bet waagde'
L';o l'alet met /,ijn Roeping" geluk te
worisclien, niet zoozeer o;u dat boek als
zoodanig, waut daarvoor bezat pastoor Kaag
te veel kiiiistsmaak en zuiver, gevoel, maar
wél als eeu eerste poging om de katholieke
romankunst in andere, nieuwe banen te
leiden, toen was het pastoor Kaag, die in
dit weekblad wél sprak en aanmoedigde
eti prees het voor oen Jt.K. priester eu
kapelaan zeer zekez' voorloopig nog stoute
stuk dat Leo Balet had aangedurfd. En toen
indertijd Wierdels tegen Jan Kali'on -vaardig
ageerde en trachtte te bewijzen dat de kunst
kritiek der katholieke dagbladen wél op
de hoogte vau haar tjjd stond, was het
wederom pastoor Kaag, die in de Groene
betoogde, hoe onrechtvaardig en onedel de
beer Wierdels te werk ging. Kn toen de
vijfde jaargang van Vun Onzen 'J ij d ver
scheep, was pastoor Kaag de eerste, die in
do Groene de jongeren aanmoedigde en het
lezen hunner geschriften den andersden
kenden aanbeval.
/óó werd pastoor Kaag de beschermer
en verdediger der ontluikende katholieke
moderne kunst, zóó maakte hij de jongeren
allen aan zich verplicht. Met wiemoed heb
ben dezen dan ook zijn verscheiden ver
nomen en dankbaar zal de onversaagde,
vurige stijder in hunne gedachtenis blijven
voortleven.
De artikelen van pastoor Kaag werden
gaarne gelezen. Altijd had hij iets te zeggen
als lij schreef en dit deed hij iu een
klaren, pittigen stijl vol opmerkingsgave
en tintelend vernuft. Nu en dan kon hij
zelfs zeer scherp zijn.
Maar ook zijne andere geschriften vonden
gretige lezers. In de Kath. Illustratie trok
ken zijne levendige schetsen uit het II. Land
?r -miiiiiiiiiiimiiiiniiiiHHiiiniMiimiHn i
werd..." zij haalde diep adem toen
werd het verschrikkelijk..."
Lotte' vraag ik in de grootste verbazing,
wat gebeurde er met Othello ?
Wel, hij werd verkouden... dan vraagt
hij immers telkens en telkens waar weer om
zijn zakdoek ...."
O, zat de zaak zoo in elkaar! Nu begreep
ik mijn vriendinnetje.
Kn wat die ongelukkige vrijer nu ook
krijgt, zijn zakdoek niet,'" gaat Lotte opge
wonden voort. En hij vroeg zijn vrouw
die heette Testirnona, en ze zag er toch zoo
prachtig uit in haar nieuwe kanten japon?? hu
vroeg zijn vrouw toch zóó vriendelijk om den
zakdoek, maar ik weet niet waarom .... Mis
schien hadden ze samen niet meer dan dien
nen zakdoek en had Testirnona dien ergens
laten liggen... in elk geval 't hielp hem
allemaal niets, bij kreeg hem nie'."
Zij maakt weer een pauze, om een van de
kleintjes, die in groote spanning naar haar
opkijken met krachtige hand den neus te
snuiten.
,,En eiken keer," zoo neemt Lotte de draad
van haar verhaal weer op, eiken keer als
Othello Testirnona weer tegenkomt op het
tooneel, begon hij vreeselijk te schreeuwen . ..
Zoo...." Zij strekt haar rechterarm in de
hoogte, rolt met de oogen en stampt op den
grond. Zoo :.. . Testimoni, den zakdoek . . .
Den zakdoek, Testimona !... Eudan weer ..."
Kn nu strekt zij met een krachtigen ruk den
linkerarm ten hemel .... Zoo .... Testimo
na .... O .... o .... o .... oh !.... om Gods
wil.... den zakdoek .... maakt mij niet on
gelukkig .... Testimona ... den zakdoek ..."
Een groo.te kunstpauze.
En denkt u, dat hij hem gekregen heeft ?"
vraagt zij op dofl'en tooa, terwijl zij somber
de wenkbrauwen fronst en er een harde trek
om hasir frissehe lippen komt. Neen....
denkt u dat maar niet.... Hij heeft hem
niet gekregen .... En toen.... toen gaf hij
haar een slig ... ."
Een paar tranen biggelen over haar wan
gen, terwijl de drie kleine meisjes beginnen
te huilen.... Eu ze was toch zoo'n mooie
deftige dame .... En toen .... toen heeft hij
haar 's nachts geworgd ...." eindigde Lotte
met een rilling.
Dood?" jammert een k'ein stemmetje,
Morsdood!" antwoordt Lotte somber.
Maar dat was toch heel slecht en wreed
van Othello," zeide ik, niet waar, Lotte ?"
Ja, wreed was het wel", antwoordt zij
ernstig, maar ala je nu zoo erg noodig den
zakdoek moest hebbeu en.... en als je dan
zoo midden op het tooneel staat, en alle
zeer de aandacht en ook werden door hem
zeer aandoenlijk de laatste levensdagen van
Dr. Schaepman beschreven.
Dr. Schaepman en pastoor Kaag!
Groot onderscheid maar treffende over
eenkomst tevens!
Lang niet zoo geniaal, zoo breed en zoo
forsch als de doctor, bezat pastoor Kaag
toch wel den durf en den moed van dezen
om vrij en frank, waar hij zulks noodig
oordeelde, zijn meening te uiten. En al zon
hij daarvoor ook den smaad van zekere zijde
niet ontkomen, vóór alles ging bij hem, als
bij Schaepftian, de eerlijke, zuivere waar
heid, hij itneht dan ook staan als eenling
onder al zijne broederen.
__Dat heeft hij volgehouden tot het einde
zijns levens, dat zal ook zijn grootste glorie
ziju.
Pastoor Kaag zal dankbaar herdacht wor
den door allen die hem goed begrepen en
kenden.
Dankbaar herdacht, niet alloen door zijne
parochianen, voor wie hij een ijverig en
zo'rgvolle herder was, dankbaar herdacht ook
niet ht-t minst door de katholieke jongeren,
ter wier verdediging hij zoo vaak zijne
stem verhief en die, door zijn woord aan
gemoedigd, vol hope en niet een vast ver
trouwen de toekomst zullen ingaan!
Pastoor Kaag ruste in vrede!
HE.VRI H. VA .v C AL K ER.
Hilversum, 20 I'ebr.
NIEUWE UITGAVEN.
De littepar. Roman van HALL CAIVE, vertaald
door HEUMIN-A. e goedkoope druk. Amster
dam, I. J. Veen.
Ocerzirht der algemcrnc g'nchiedfn's,. door C.
W. A. POTIIAST. De achttiende rena; 1K89
] 789. voor de hoogste klassen dt r gyrai a-ia en
U. B. S. en voor zelfstudie. Amsterdam, S. L.
van Looy.
De sfii-id/,.' roep'rig v -'n d n- schoolarts. Voor
dracht, gehouden in den g. neeskundigen kring
te Rotterdam op 22 Januari 1900, door dr. ,1.
l'ir. EI.IAS. Rotterdam. W. X. J. van Ditmar.
Briefin van Ju.lirt f<f li'-ht uit het '.anti aan gene
?iji'e di'K j ruft, door W. T. STEAD, bewerkt naar
de 5e Kugeisjlie uitgave door A. W. F. BAKKEK.
Amsterdam, Pcheltens Oc (-iil'ay.
IVo en Contra", serie II, Xo. I, Thermnphie.
Pro: W. U Ree,deke.r, Contra: dr. IL M. van
Xes. Baarn, Hollaudia-drukkerij.
IMNtniUIIHIIIIJHIIIflIIIMIIIIIIIIIIIMIIKtHIIIIMIIIIIHIIIIIItllllltlHfMI
40 cents per regel.
HIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIllltlHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIII
cht Vicioriawate
OBCRLAHNSTEir
cht Victoriawate
OBERLAHMSTEIN.
Galliër
menschen kijken naar je, zoodat je je ook
niet op een an lere manier kunt behelpen ....
En als je dan van nature al een neger bent,
wat dan toch wilden zijn, en je vrouw wil
je den zakdoek niet geven, dien je toch zoo
erg noodig hebt...." Zij haalt diep adem ...
dan kun je wel eens wreed worden ... hè?"
\Tfar een mensch dooden, Lotte, dat is
toch een vreeselijke zonde", zeg ik op
overtuigenden toon, want het kwam mij vóór,
alsof mijn vriendinnetje zich al te zeer aan de
zijde van den wreeden moor stelde.
Zij denkt een oogenblikje na.
yin ja", geeft zij dan toe, nu ja, later had
hij er dau ook erge spijt van, en weet u,
wat hy toen gedaan heeft?"
Neen", roepen inplaats van mij drie hooge
stemmetjes.
Toen heeft hij zich doodgestoken... met
een dolk...."
..Waren zij toen allebei dood?" piepen de
kleintjes en snikken er dapper op los.
., illebei dooi", zegt Lotte gïrésigneerd.
..Ma*r houdt nu maar op met huilen. Want
toen alle menschen hard in handen begonnen
te klappen, toen kwamen ze allebei weer
levend te voorschijn.... Het was immers maar
een comedie...."
O ja, dat is waar !" roepen de kleintjes
getroost. Maar het was een mooi verhaal."
En na die woorden rijden zij weer weg
met hun poppen wagen.
Hoor eens, Lotte", zeg ik, je hadt toch
maar liever naar Hans en Grietje of een
ander sprookje moeten gaan."
..Dat heefc juffrouw Schmidt, de juffrouw
van onze klasse ook gezegd", antwoordt zij.
..Omlat wij uit Othello" geen les voor het
leven kunnen halen", zei ze. Maar Lieschen
Lamprecht, die er ook geweest was, die zei,
dat zij er uit geleerd had. dat je nooit met
een moor moet trouwen. Grappig, vindt u
niet ? De heele klas moet er om lachen,
omdat Lieschen altijd dadelijk aan trouwen
denkt. En ik zei tegen j ufi'rouw Schmidt, dat
ik uit het treurspel geleerd heb, dat je nooit
je zakdoek moet verliezen, want dat het dan
wel eens slecht met je kan alloopen...."
En wat zeide juffrouw Schmidt daarvan?"
Die zei", vertelt Lotte vol trots, die zei,
dat dat de beste les was, die wij uit Othello"
konden halen.... Dat heeft zij gezegd...."
Op dit oogenblik kijkt zij om naar haar
beschermelingen, die hebben juiet op den
hoek der straat een ontmoeting met een
grooten hond. Lotte maakt haastig een Knix."
en verdwijnt.