De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 25 februari pagina 5

25 februari 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1496 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. MAGGI's Soepen in tabletten, merk Kruisster, maken het mogelijk om ia den kortst mogelijken tijd (10?25^ miniiten), slechts met water, voortreffelijke krachtige soepen klaar te maken. Per tablet voor 2 flinke borden Fransehe soepen . . . . . 10 Ct. Pikante soepen ...... 13 MAGGI's Bouillon-Capsules, merk Krnisstèr, geven door oplossing in kokend water j oogenblikkelijk een voortrefielijken voor het gebruik gereed zijnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen Consommé(extra sterk vleeschnat zonder vet) 12 Ct. Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 MAGGI's Aroma, merk Krnisster, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleesehgerechten oogenblikkelijk een verrassenden,' fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Yerkrygbaar in flacons vanaf 30 Ct. lllllllllllIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIII een op jeugdigen leeftyd al ontstane sym pathie ook werkelijk later tot een huwelijk, maar moeten niet alle ouders zoo ieta met zorg aanzien? Wenschen we niet allen onze kinderen zoo lang mogelijk vrij te houden van erotische invloeden, en hen met jongelui van de andere sexe als kameraden te zien omgaan ? Zeker, de verhouding van Nicotine tot haar Eichard staat ver boven de flauwe verliefdheidjes, die maar al te veel voorkomen. De jongelui ontmoeten elkaar 'g avonds, als zjj van een geregeld wekeljjksch bezoek bij een vriendin komt, loopen dan in alle onschuld een eindje om en spreken over ernstige dingen. Maar hoeveel meisjes zullen bjj 't lezen van dit alles zichzelve cok een dergelijk ideaal uitzoeken, en meenen dat ook dit wel tot een huweljjk zal leiden! ?? Wat een gevaar voor sentimenteele droomerijen, die immers juist vooi kinderen in dien oveigangsleeftijd zoo .gevaarlijk zijn! Laat h«a -gerust lezen over liefde h* t is toch natuurlijk, dat ze daarover wel eens denken! Maar geef hun dan zulke werken, waarvan ze zich door 't lezen een groote en hooge voorstelling leeren vormen van de ver houding tusschen twee menschen, di% elkaar voor het leven willen toebehooren. Laat hen voelen door de kennismaking met het beste wat er op dat gebied geschreven is, hoever ze zelf nog verwijderd zijn van den ernst en de rijpheid, die tot het sluiten van zulk een verbond noodig zijn! Deze soort van bakvischhistories vernauwen hun horizont, juist op een leeftijd, wanneer de wordende mensch allereerst behoefte heeft aan ruimte, aan kracht, aan verheffing.' Ik gaf dit boek ter lezing aan een zestien jarige, die nog met jongens als met trouwe kameraden omgaat, en geheel andere levens idealen heeft dan deze Nicoline en ge lukkig zijn er meer zoo in ons land en elders! en ja, ze las het boek in n adem uit, daar 't wel boeiend geschreven is en lachte dikwijls hartelijk bij de werkelijk aardige, humoristische tooneeltjes, die de schrijfster heel goed weet te schetsen, maar 't boek-zelf bevredigde haar allerminst: En vindt u dit DU mooi?" vroeg ze me verbaasd. En toen ik ontkende, volgde er een hartelijk gemeend: Nou, ik ook niet! o, als ik maar kon, wat zou 'k daar graag eens een recensie van schrijven! W-at hebben wij dan toch een veel mooier en prettiger leven!" En dat is waar l Ik voel me altijd zoo bedroefd worden als ik lees van die arme, opgroeiende kinderen, zooals deze Nicoline en ook zooals Top Naeff ze ons teekent die zoo geheel de leidende en vormende hand bij hun opvoeding moeten ontberen! Thuis is er niemand, die daarvoor hoog genoeg staat, en de invloed der school geeft ook bitter weinjg i- 'een wonder als-er nog iets dragehjks van terecht komt l En dan te weten, dat een groot deel van onze bakvisehjes in deze zelfde positie verkeeren l Hoe weinig verheffing, hoe weinig idealisme en levensernst l Hoeveel mooie en goede gedachten-en opwellingen worden in de kiem verstikt, omdat er niemand is, die ze ten leven opwekt. Boeken van dit genre werken daartoe stellig niet mé. Kracht en idealisme en energie worden er eerder door neergedrukt dan aangewakkerd. De levenwekkende adem die de jeugd moet bezielen en geestelyk sterken, gaat alleen uit van het werk van groote menschen ! En er is zooveel in de wereldlitteratuur, JIUIIIIIIIIItlltllUIIHIIHIIIIIIIIItlHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIII UIT DE NATUUR. CLH. Lenteteekenen. 't Is gegaan zooals te verwachten was. Trouwens, zoo gaat 't in elke Februari in de laatste vyf jaien. Na de sneeuw en de koude kille dagen van de vorige week is de zachte zoele zuidenregen gekomen, 't Was heerlijk van morgen onder de boomen en langs de buitenwegen; 't leek of de aarde openging, genietend de dikke droppels, die van tak ken en stammen neersijpelden, opzoog, en daar voor groene spruiten en bloemen omhoog bracht. Waar aan den zuidkWt van de slooten nog sneeuw lag, schoof die weg 't water in, waar de heldere bodem al jonge pas uit de winter knoppen gewerkte waterplanten laat zien; kijk de salamanders schieten er al rond, de mooie mannetjes met gegolfde kammen, de wijfjes effen van kleur. Ook de bruine kikvorschen zijn er weer en gaan al vast aan 't eier leggen. Nog geen uur had 't zonnetje geschenen of een eskader van draaikt-vers, net blauwstalen bootjes, begon zijn evoluties aan de oppervlakie; een blauwe reiger stond er zoo rustig op n poot bij te kijken en gluurde in 't water of 't al heelemaal lente was. Heele plekken aan de zonzijde zien al rood van de paarse doovenetel en de allereerste veronica's, met bladeren als van klimop, open den van morgen hun kleine bleekblauwe bloempjes; massa's vierpuntige sterretjes van 't hongerbloempje en vijfhoekige van de vogelmuur kleuren groote plekken onder de boomen wit en grijs en een zeer voorbarige speankruidplant zette net zijn gele luikjes open, of hij 't voor ons genoegen deed. De groene glimmende blaadjes lagen plat op den bodem of ze er tegen geplakt waren. Dat doen ook de eerste madeiiefjes; hun stoeltjes zijn zoo kort, dat het een gansche andere plant lijkt; zoo liggen ze den heelen winter onder de sneeuw of de dorre bladeren; een mooi rozetje van donker groen met dikke witte nerven, n bloemknop in 't midden als een knoop, die erop gespeld is. Op buitenplaatsen, in» parken en hier en daar er buiten, waar afval uit den tuin wordt neergeworpen komen groote gele bloemen uit de korte grassen opkijken ; dat is de winterlentebloem, de winteraconiet uit de catalogie van bloemkweekers. Het helder gele bekertje staat schitterend op zjjn groenen sierlijk ingesneden schotel. Wie ze nog niet in zijn tuin heeft, die IIIMIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIUIIIIlllllllllllllllllllllllHlinilllllHlllltllllllllllllllHlllllllHIIIIIIMIIIHIIIIIIIItllllllllMIIIIIIIIIMIIIMIIIUIIII dat men de rijpere jeu^d" gerust in handen kan geven! Eén enkel frisch geschreven bakvischboek zal zeker een goed opgevoed meisje niet schaden, ja, haar zelfs in tijden van moeheid of na een ziekte nog wel een welkome ontspanning geven, maar wij, die zoowat alles in handen krijgen wat er op dat gebied ver schijnt en dat is onrustbarend we beven als we nagaan hoe verderfelijk juist de veelheid van deze lectuur voor onze bakvischjes moet werken. En daarom kan ik Nicoline" dan ook niet met blijdschap begroeten. N. VAN HICHTUM. iiiiitiiiiiiuiiniiii KinteoDcerten. Geachte Redactie ! In uw blad van een paar weken terug vind ik een stukje van mej. Marie Berdeniusvan Berlekom, waarin zij critiek uitoefent op de opvoeringen van de kinder-operetten onder leiding van mevr. Hopman^Kwast en waarin zjj de hoop uitspreekt dat eindelijk eens ge broken zal worden met deze minder door haar gewenschte vorm van kinderzang, maar dat liever de lijn gevolgd worde door den Franschen componist E. Jacques-Dalcroze aange geven. Toen ik dit stukje las riep ik onwillekeurig uit: dat is toevallig, want juist had ik in qualiteit van medebestuurder van de Maat schappij de Volharding met mevr. HopmanKwast eene overeenkomst aangegaan, om onder haar leiding in de concertzaal van het Paleis voor Volksvlijt, kinderzang-uit voerin gen te geven, en waren wij overeengekomen, om onder meer ook de liedjes van den Fransclien componist Jacques-Dalcroze ten gehoore te brengen. De geachte inzendster zal dus zeker wel verheugd zijn. dat spoediger dan zij verwach ten kon, aan haar verlangen voldaan wordt. Nu ik toch aan het schrijven ben, wil ik van, de gelegenheid gebruik maken, om een beroep om medewerking te doen, op hen die meenen dat de bevordering van de zang onder de volksklasse de beschaving ten goede komt. Het vooruitzicht is dat die kinderconcerten aan wier voorbereiding wij op 't oogenblik werken, door meer dan 2(1.000 kinderen bezocht zullen worden. Voorwaar eene schoone-ge legenheid dus om liefde voor de zang in die jeugdige harten op te wekken. Wie gevoelt lust, om vocaal of instrumen taal op die bijeenkomsten iets ten beste te geven dat voor het kinderoor en brein ge schikt is? Onzerzijds gaan die concerten met geldelijk verlies gepaard; wij vragen daarom alleen de medewerking van hen, die alleen door liefde tot het kind hun diensten aanbieden. Dankend voor de plaatsing, Uw Dw. Dn., A. M. REEN s, Kal.verstraat 149. KMenoorstelliDEen. Geachte Redactie.' Mag ik een klein plaatsje in uw blad, om mijn adhesie te betuigen met het stukje van Vrouwke over Kindervoorstellingen." Vrouwke doet een goed werk met het strijden tegen dit soort van amusementen." Toevallig weet ik van nabij hoe het dikwijls llliimiiiiilllHiMiiuMiiillllliliiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiHillliiliilliiiiiiiiiiiiiii allervroegste ranonkels, moet zij bij buurman of in de parken maar eens gaan bezien, en zich vast voornemen, er in 't najaar wat te bestellen en te planten. Ze kosten haast niets; nog minder dan sneeuwklokjes; de wortelstokken die ge d%n thuis krijgt, lijken meer op stukjes turf dan op levende piantendeelen; 't zijn heel dankbare planten die in 't geheel geen verzorging vragen en elk jaar in grooter aantal opk< men. Een groot veld in onzen Amsterdamschen Hortus zag er van de week geel van. Het fijn vertakte groen, dat nu bij heele bossen onder hakhout en langs de slootkanten, uit de aarde dringt, is geen varen, al lijkt het er veel op; het zijn de vroeg uitloopende bladeren van het nachtegaalskruid, een schermbloem net als onze peen en peterselie. De varens ontkrullen hun veeren niet zoo vroeg ie 't jaar; wel zijn er nog veeren van 't vorig jaar die groen gebleven zijn, ruaar die hebben nooit dat teere frissche groen van 't pas ontsproten nachtegaalskrnid of wilde kervel, zooals de plant ook wel genoemd wordt. De beide pollen, die een lezeres mij zond, met de vraag wat voor varen dat was, heb ik in een hoekje van mijn tuin gezet ; 't is een gewoon onkruid, maar heel mooi groen en zoo fijn van bloem en blad, daar houd ik nu eenmaal van; als 't al te vee.eischend wordt zal ik 't wel kortwieken. Nog dankbaarder heb ik een plaatsje gege ven aan een heel raar"' sneeuwklokje. Nu, een sneeuwklokje is eigenlijk niet. wel een klokje ; dat de zender 't aan den weg heeft g.wonden, 't kan wel zijn, maar dan was 't stel lig heel dicht bij een viliatuin. Die mooie Miirzglöckchen" groeien in ons land niet of heel zelden in 't wild, wel even over de Oostergrens. 't Is een eenig mooi bloempje, 't bloeit soms nog eerder dan't sneeuwklokje en 't lijkt er veel op ; 't is dan ook naaste familie. De hangende bloem is iets grooter en alle zes blaadjes zijn bijna gelijk van kleur, met een groen puntje op 't roomwitte bloemblad. Wie ze kennen en koopen wil moet van de week maar eens langs de bloemenmarkt loopen, daar heb ik ze wel eens aangetroffen. Bij de bloemkweekers heeten ze Leucojum vernum. Dat er nog zoovele bloeiende haze laars hebben gevonden, nadat ik geschreven had dat ze al uitgebloeid waren, doet me heel veel plezier ; ik heb er vandaag ook nog verscheidene gezien ; die begonnen te stuiven ; dat waren andere variëteiten met dikke roode katjes. Ook alle kornoeljes zijn nog niet geel; dat gaat met dergelijke zaken. Hierby het volgende: Een paar maanden geleden, werd een mijner vriendinnen bezocht door een dame, wier wensch het was wat geld bij elkaar te krijgen voor een goed doel. Zelf had ze geen tijd, zich met het arrangeeren van een kinder voorstelling te bemoeien. Maar ik weet, mevrouw, dat u daar zoo bijzonder slag van hebt, en als dan uw elf jarig dochtertje de hoofdrol zou willen ver vullen" enz. Moederlijke ijdelheid deed ook hier de schaal overhellen; en de bezoekster vertrok met de overtuiging dat nu alles wel terecht zou komen. En alles kwam terecht. Maar hoe? Tien dagen waren er slechts vóór de voor stelling, en alle avonden moest worden gere peteerd. De toiletjes moesten allen in huis worden gemaakt en natuurlijk door de mama's worden betaald. En oet loon voor de huisnaaister werd uitbetaald door mijn vriendin zoodat dit grapje haar op niet geringe on kosten kwam te staan. Was het nu maa* werkelijk een aardig stukje geweest, waarvoor al die moeite en kosten werden gedaan. Maar het was een ding van niets niet alleen; maar ik meen voor zeker te mogen aannemen, dat allén de medespelenden eenig genoegen smaakten welk genoegen echter w«rd vergald door zenuwoverspanning by de meeste harer. Ik schrijf dit, om aan te toonen op hoe schromelijk lichtzinnige wijze sommige men schen beschikken over de krachten en niet minder over de beurs van hunne medemenschen. Zonder nog te spreken o ver de mogelijke gevolgen voor de kleinen-door het optreden in fancy dress voor het publiek! En dan iets over het t vloek en: Het ge beurde mij een paar weken geleden, dat ik een jongeheer" hoorde reepen: wel g.v.d." AVel, dat moogt ge niet zeggen!" was daarop mijn vermaning. Een oogenblik keek det jongen beteuterd, maar toen grijnslachte hijjlieek zijn vriendjes aan en daarop werd de leelijke vloek in koor herhaald. En dat nog wel jongeheeren," zeide ik, minachtend en bestraffend. Het gevolg was, dat de gansche bende mij omringde en ik een eind weegs weid begeleid door de jonge lui, die hun best deden zoo luid mogelijk allerlei gemeene vloeken te roepen... Hoe komt het toch, dat niet alleen het zoogenaamde volk", maar ook de meer ont wikkelden zoo ruw zijn in Nederland? Tijdens mijn langdurig verblijf in Amerika en Frankrijk, heb ik nooit jongelui van goeden huize ruwe woorden hooren uiten. Zoodra het lieve vaderland door mij was betreden, werd dit anders. Een droevig ver schijnsel, voorwaar! Zouden de ouders daar nu niets aan kunnen doen?... Dank voor de plaatsing, . Hoogachtend, Uw dw., VEKA. Een Kindenap, Am s t. 17 Febr. 1906. Geachte Redactie, Ik dank u voor de welwillende opname van mijn stukje in het nummer van II Februari. Een k inderwagen heb ik er al op gekregen en deze is nu in 't bezit van de bedoelde familie. Hoogachtend, D. A. VAN WALREE. iiuiiiiiiiiMiiMiiiitiiiiiiiiiimiiiiiMmMiiilMiiiimiiMimiM imiiuiniiiiiil is in de natuur een gewoon verschijnsel ; enkele planten doen niet mee met hun soortgenooten, ze beginnen veel eerder of veel later; grondsoort of weergesteldheid kan niet de oorzaak zijn van hun buitensporigheid ; want soms staan die uit-den band gesprongen planten midden tusschen de anderen, die zich aan regels en gewoonten van de soort houden. Zoo zult u vaat een kastanjeboom in een laan of op een plein vinden, die een heele poos eerder bot dan de andere en die dit elk jaar herhaald. | Zoo zal het ook wel met de dieren gaan. Hoe is 't anders te verklaren, dat elk jaar enkele vlinders al in Februari vliegen en niet alle van dezelfde soort. In de land streken is 't meestal een citroenvlin Ier, het mannetje mooi groengeel, 't wijfje veel bleeker, beide niet een bruin stipje midden op den 1IIIIII1IIIIIIMHII Hulpe der politie. Mevrouw Coullet. ? Virginie Lacroix. Prinses en circusrijdster. Madame Massieu. Miss AKce Roosevelt's huwelijk. Geen vrouwelijke detective naar Engelschen trant, is zij, de jonge vrouw, die in Wurtemberg als helpster aan de politie ie Stuttgart is toegevoegd: Polizeihülfe. Den 20sten Februari jl. is het juist drie aren geleden, dat Henriette Arendt, een ver pleegster uit den Stuttgarter verpleegstersbond, aangesteld werd als politiehulpe. Reeds haar naam is een gelukkig omen, wat de scherpte van blik betreft. Hare werkzaam heden zyn van een tusschenpersoon, om te voorkomen dat politiedienaren, onhebbelijk, ruw of hardhandig optreden tegen vrouwen, die overtredingen begaan. Ook is zij, met de ontferming en de barmhartigheid van een zuster van het Leger des Heils, er opuit de reddende hand toe te steken aan haar, die van het rechte pad afweken. Nog is zij de beschermster van jonge meisjes en kinderen, die wanneer zij eenmaal met de politie in aanraking zijn geweest, maar al te vaak van kwaad tot erger vervallen. Aanvankelijk waren de werkuren van de politie-hulpe ingedeeld als volgt: van 7?11X 's morgens; van 4?6 's namiddags en van 9 tot 11 's avonds. Maar reeds in de eerste tien maanden nam de arbeid zóó toe, dat de helpster zelve een hulp behoefde. Deze werd haar toegevoegd en nu hebben beide vrouwen de handen vol. Henriette Arendt heeft over hare eerste dienstjaren rapport uitgebracht. Daaruit blijkt dat het reddingswerk aan 636 personen in het eerste dienstjaar werd verricht. Achttien werden in verschillende beroepen gebracht; vier bleven daarin. Twee-en veertig werden in verbeterhuizen geplaatst; dertig verbeter den zich werkelijk. Veertien kwamen weer in hunne gezinnen terecht. Het verbeterings cijfer was 8 per honderd. Tijdens het tweede jaar kon reeds sneller worden ingegrepen, zoodat bij 128 van de 1241 te redden vrouwen, veel werd voorkomen en 84 in verbeterhuizen werden geplaatst. Merkwaardig zijn deze woorden uit het rap port : Zelfs bij recidivisten wordt dikwijls waargenomen, dat toch niet alle moeite ver geefs was. Veeltijds komt het voor, dat per sonen die zelven onverbeterlijk zijn, verzoe ken dat men zich met de redding van andere jongere vrouwen, die nog niet zoo diep zon ken, bezig zou houden." Mevrouw Coullet te Parijs heeft in het arbeiderskwartier Menilmontant eetzalen ge opend, uitsluitend bestemd voor vrouwen uit het volk, die haar kinderen zogen, terwijl zij in fabrieken of andere werkplaatsen arbeid verrichten. Zeker is het een echt-vrouwelijk en sympathiek werk, om moeders aan te moedigen haar kinderen zelf te voeden. Vooral in Frankrijk, waar de kindersterfte buitengewoon groot is, wordt het hoog tijd, dat hoe langer hoe meer reddende vrouwen handen zich uitbreiden naar de arme zuige lingen. Het werk van mevrouw Coullet, dat veel bijval ondervindt, strekt tot steun van moeder en kind en behoort tot het beginsel der moederschapsverzekering, waarover Be lang en Recht van 15 Februari j.l een eerste artikel van de redactrice, Henriette van der Moij, brengt. * # * Virginie l Vrouwelijker kon het wel niet. Zelfs in den naam zocht Virginie's slimme MiiiiiiiiiiimiMmmiiliiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiuiiiiiiiiiiiimlilillllilluillii mooi belijnden voorvleugel. Zoo'n vleugel heefl geen enkele andere van onze inlandsehe vlinders. Het figuurtje uit Baarn gaf door deze lijn duidelijk genoeg aan, dat het naar een citroeavlinder was geteekend ; de kleur had ik er heelemaal niet bij noodig. 'k Wou dat de andere natuurvrienden, die gebruik hebben gemaakt van mijn aanbod om hun den naam van 't een en ander te zeggen, o< k een krabbeltje er bij op <ie brief kaart hadden ge/.et. 't Is waar, dat had ik eigenlijk de vorige keer er bij moeten schrijven. Want. alleen uit een opgave als er komt een vogeltje in 't voederhuisje, dat op een mupch lijkt maar er geen is," de soort op te maken, is soms wel wat lastig. Als hij weer komt, iet dan op den vorm van den snavel; is (lat een lange fijne rechte punt bijna zoo lang als de kop, en is de Een madeliefje, dat onder de sneeuw groeide. In 't midden de bloemknop. De bladeren heel donker groen met witte nerf. moeder haar kracht. Virginie La Croix, woon achtig te Morat in Zwitserland, is een vlijtige, ernstige, zeventienjarige matrassenmaakster in een beddenfabriek. e natuur is een schalk, die te eeniger tijd toch alles verklapt en hoe zal moeder La Croix zich nu verantwoorden tegenover de ambtenaren van den burgerlijken stand, die zy misleidde ? Niet langer kan Virginie zijn un animal-porte-jupe, want Vir ginie is een jongen. Maar daar moeder La Croix sterk ontwikkelde anti-militaristische gevoelens koesterde, en bevreesd was dat haar zoon onder de wapens zou moeten staan, liet zij hem inschrijven als meisje. * * * Margaret Morgan, Americaansche van ge boorte, trad te Constantinopelalscircusrijdster te voorschijn. Haar ongelooflijke toeren op het ongezadeld paard brachten hoofd en hart op hol van den Turkschen prins Fehim. Hij vroeg Margaret ten huwehjk die het zeer pikant vond den Turkschen sluier te werpen over haar lang niet schuchter kopje. De Sultan, in woede ontstoken tegen Prins en Prinses Fehim, heeft het echtpaar uit Turkije verbannen. Margaret zal waarschynlijk om het banvonnis lachen en als zij van haar Prins houdt, zal het haar een genot zijn, met hare lenige, rappe spieren den kost voor hem te verdienen, zoolang zijne prin selijke goederen zijn verbeurd verklaard. * * * Madame Massieu is eene Fransehe ont dek king-reizigster. Zij heeft dezer dagen het Legioen van Eer ontvangen. Mevr. Massieu, die voor geen kleinigheid terugdeinst, is bezig met het samenstellen van een Hindostansch woordenboek. Professor Kern zou er plezier in hebben. Lichamelijke en geestelijke ver moeidheid kent mevrouw Massieu te nauwernood. Zij heeft nog onbekende streken van Siam, Mongolië, Tibet, Cambodja en Cochin China bezocht en, gelijk freule Schmidt auf Altenstadt en mevrouw Max Weber ten onzent, door hare reisverhalen, land- en volkenkunde gediend. * * * Gelukkig is het bruidje dat door de zon beschenen wordt" zegt een Engelsch spreek woord. Onverpoosd heeft te Washington om en in het Witte Huis het zonnetje geschenen op den huwelijksdag 17 Februari ? van Nicholas Longworth met Alice Roosevelt. Stralend van geluk, maar als echte Amerikaansche volkomen self possessed. verscheen zij aan den arm van haren vader in de EastRoom van het Witte Huis, waar het huwelijk voltrokken zou worden. Het eenige sieraad, dat de bruid tooide, was de diamanten collier, het geschenk van haar bruidegom. CAPRICE. * » * Trommelkoek. 500 gram bloem, 150 gram krenten, 150 gram Sultana rozijnen en sukade, 6 eieren, 1A liter lauwwarme melk, 50 gram boter, zout, 50 gram gist. Bereiding: De eieren kloppen met het zout, langzaam de bloem toevoegen, als al de klontjes uit het deeg gewreven zijn ook de lauwwarme melk; de gewasschen krenten en rozijnen, de gesneden sukade, de gesmolten boter en gilt aangemengd met een weinig welk door het beslag kloppen. Het deeg % uur laten rijzen op een niet te warme plaats der kachel. Een blikken puddingvorm inwrjjven met boter, met paneermeel bestrooien, daarin het deeg plaatpen en de massa 3 4 uur au bain-Marie laten koken. De trornmelkoek wordt gegeten met boter en suiker of met stroopsaus. heele vogel zoo goed als effen grijs, dan zal 't inderdaad een basterd-nachtegaal zijn, zoo als vermoed werd. Maar 't kan ook een mees zijn. Verleden jaar heb ik van alle wintervogels figuurtjes met beschrijving ge geven ; van de meezen, die op musschen lijken waarnaar velen mij deze week vroegen, maar die onderste boven aan de takken hangen, durf ik wel zeggen, dat het zwartkopmeesjes waren, die zijn op een donkeren dag efl'en grijs met een zwart kopje, geen zwart voor de borst en teekening op de vleugels, want dan was 't een zwarte mees Koolmees en pimpe] zijn te kleurig, om met musschen vergeleken te worden. Die groote vogels, net reuzenkanarie's die eentonig fluiten, zijn stellig geelgorzen; en die vinken met tril lende ge uidjes en gele streepjes op zijde, zijn groenlingen. De erg vroege Zutfensche leeuwerik van Januari was een kuiïieeuwerik; die trekken evenwel niet, of heel weinig; maar blijven bij ons. Toen ik in December bij flinke vorst te Zwolle uit den trein stapte, liepen er een stuk of zes van die kuifleeuwerikken op't stationsterrein te pikken op balen, die diar lagen. 'k Herinner me uit mijn jeug l, dat ik ze heel vaak 's winters dicht bij ons huis op de wallen heb zien loopen. 't Kon ook een boomleeuwerik geweest zijn, maar die heeft niet zoo'n duidelijke kuif en is niet zoo dik en 7,00 mak. De gewone leeuwerik, de veldleeuwerik, is anders ook al lang terug. Van morgen heb ik met plezier staan te luisteren naar zijn blijde liedje, hoog in de lucht boven 't weiland van de polder; ik heb hem naar boven gevolgd met den kijker tot hij ook daarin onduidelijk werd; ik voel het nog; twee dingen zijn er, die mij altijd naar 't einde van de stijve-boorden-mode doen ver langen; dat zijn de stijgende leeuwerikken en de sterren, maar ik heb voor beiden wel een beetje stijve-nek-gevoel over. E. HEIMANS. * * * Deze week nog ingekomen voor Beens: Postwissel van R. de V., Haarlem ? 3.?. B. betuigt bij dezen zijn dankbaarheid voor zooveel en zulke hartelijke hulp Het schuurtje is weer opgetimmerd en de volgende week wordt van oude glaskisten de studeerkamer weer er in opgetrokken. Zijn beproeving was zwaar, maar de eik is niet gevallen. N. F. PERK.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl