Historisch Archief 1877-1940
Na 1497
PEvAftlSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
MAGtöl's Soepen in tabletten,
merk Kruisster,
maken het mogelijk om in den kortst
mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Ter tablet voor
2 flinke borden
Fransche soepen ..... 10 Ct.
Pikante soepen .... . . 13
MAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
MAGGI's Aroma,
merk Kruisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrijgbaar in flacons vanaf 30 Ct.
nog is wat drop voor mij, as g' oe
zondagsche centen krijgt, vroeger kreeg 'k zoo vaak
wa, en nou in de leste ty'd niks nie, ge waart
toch vroeger altyd zoo goed op mij." Zij slaat
haar armpje om Marie's hals. maar schrikt op
ns terug, toen Marie in hevig snikken uit
barst, met 't hoofd op haar arm gebogen, over de
tafel. Wa hedde toch," vraagt het kleine ding
verschrikt: och toe Marie, zeg 't dan toch,
kan,'k er niks andoen nie?" Ochneekeind
ge] kunt er niks an verhelpen, smeerlap
pen zijn 't en krengen, anders niks, ze ver
lakken oe eerst en dan schelden z' oe nog
uit." Da hè'k altijd wel gezegd," antwoordt
het kleintje wy's. ik ben er bang af;
witte wa Marie, as 't groot ben, wil 'k niet
naar de fabriek, ik, ga wasschen en strijken
met moeder, en as 'k dan veel verdiend heb,
kryg de een heele buil met katjesdrop."
Marie lacht door haar tranen heen en het
zwakke zusje op haar schoot trekkend, ver
bergt zy fcaar gloeiend gezicht tegen haar
aan, en zegt: ge zijt toch een lief ding Liza,
Zondag kry'g de een groote appel en drop
er bij" en by' zich zelf denkt ze: dan mot
het fleschke nog maar wat wachten."
Op de fabriek hoort Marie een gelukkige
tijding, voortaan mag zij op stuk werken,
omdat de opïichteres zoo tevreden' is over
het nette en accurate meisje. Waar zij tot
nog toe maar weinig verdiende, heeft zy 't
nu in haar hand een flink loon te maken.
Opgewonden komt zij thuis en deelt moeder
de goede tijding mee, wie weet of die nu
niet wat meer Zondagsche centen zal geven,
een dubbeltje is toch zoo heel weinig, maar
moeder wil er niets van hoore, ,,'k denk er
niet an," zegt de strenge vrouw een dub
beltje is genoeg voor snoepcenten," 'k kan
't geld wel beter gebruiken maar 'k zal oe
een warme wollen doek koopen voor
'smergens." Eiken morgen, als moeder en
Marie op pad gaan, de een naar haar werk
huizen, de andere naar de fabriek, trekt
moeder den doek vast om het tengere meisje
en voegt haar nog een paar hartelijke woorden
toe, maar Marie blijft mokken, ze is stil en
norsch geworden wa helpt al die verdienste,"
denkt ze by zichzelf as ge der toch niks
meer' van krijgt." Dikwijls blijft ze, als ze
de schitterende winkel voorbij komt, staan
voor de groote etalage van verleidelijke
fleschjes van zestien en achttien centen,
Anizette, Bom, Jenever, Advocaat en wat
niet al, met. de mooie etiquetjes en kleine
nette eapsuletjes. 't Ia loondag geweest en
ze voelt het geld, ruim vijf gulden in haar
tak, B8 ze der maar een kwartje van had l
Zy peinst bij zich zelf hoe er aan te komen,
fraudeeren op de fabriek durft ze niet,
verledeatTMwk «ijn<!*pvno(t twee Weggestuurd
omdat ze blikken doosjes, waarvoor ze 't
geld al gebeurd hadden, weer van den grooten
hoop hadden genomen, neen, dat was te veel
geriskeerd; dan 't loonbriefje veranderen,
maar dan moest ze moeder bedriegen, dat
zou xe heelegaar niet kunnen.
Daar gaat juist de deur van de mooie
slijterij open en een kameraadje uit de fabriek
komt er uit en houdt triomfantelijk een
fleschje rum omhoog, modde ook geen fleske
hebben", roept ze, ze zijn zoo lekker en zoo
gezond, ze smaken as suiker in oe mond."
,,'k Hègeen geld." Wa, geen geld, vertel
da aan een ander, ge bét oe loon in de zak
en hoeft toch niet alle» aan moeders te
geven. Kek, vroeger bracht ik ook alles
thuis, maar nou met die scboone fleskes
vertik ik het, daarmee hedde nog is lol."
Marie laat zich verleiden, moeder vraagt
niet ns naar 't loonbriefje; een volgende
week heet Marie 't verloren te hebben, een
derde keer vervalscht zij het en zoo klimmen
umiiiiiMiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiitiiiiimiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiii
UIT DB NATUUIj
CLIII. Maart.
Maart is en blijft toch maar altijd de maand
van de verrassingen. Van morgen lokte alles,
met warme zonnige kleuren naar buiten, en
nu na den middag, net dat ik klaar ben met
mijn werk en wil gaan genieten van den
eersten der negen traditioneele zomersene
dagen, betrekt de lucht. Het begint te sneeu
wen, en het zet door ook ; in vijf minuten
tijds lijkt de jaarklok vier weken achteruit
gezet; de wereld ziet er weer net uit als in
't begin van Februari.
Wie Maart al sedert jaren kent, laat zich
door die kuren niet van de wijs brengen. Hij
draagt den naam van den ouden krijsgod niet
voor niets. Het is de maand van strijd
tusfchen winter en zomer, tusschen oud en
nieuw, tusschen dood en leven. O, er gaan
in Maart heel v. at levens te gronde van die
ren, planten en ook van menschen, jonge en
onde, die niet sterk en volhardend genoeg
blijken om vorst en sneeuw en kille
natiigheid te doorstaan ; maar vooral doet het hun
dat onverwachte wisselen van zoelte en kilte,
waarbij geen tijd is om er aan te wennen.
Toch is Maart voor velen de mooiste en
liefste maand van 't jaar. juist omdat het de
maand van streven en strijden is; men moet
er tegen kunnen, een beetje gehard zijn door
de gewoonte van weer en wind te trotseeren;
dan is de wandeling door bosch, heide of
weide in deze maand een groot genot.
Voor wie niet vaak zoo vrotg in 't jaar
buiten de stadswallen komen, kan 't een
tochtje van verwonderen en bewonderen
zijn. Zoo tegen half April als de bladeren aan
de boomen komen, dan m^rkt iedereen wel,
dat het ty' gewisseld heeft. Maar van de voorbe
reiding, het mooiste en beste, zien de metste
menschen niets, omdat voor een verre wan
deling het weer in Maart nu eenmaal niet
te vertrouwen is.
Maar wat hinderde mij nu gisteren dat
sneeuwbuitje; de rook van Amsterdam was
nog niet geheel uit 't gezicht en de klokken
buiten het gehoor, of de sneeuw was al weer
verdwenen en de zon wierp met n forsche
streek opeens kleur en schaduw op alles in
't rond.
Och, wat was dat mooi. die lage schuine
zonbelichting op al de glimmende, vochtige en
iiimiMiiiiiiiimii
»»
llnnnillUinillimnilimlIlllimilimillllimnitlllllllllUllltUIIIUmillllllllimillllltHll
het aantal twee-decilitersfleschjes, die Marie
gedurig verzwelgt. Ach, ze zijn zoo gemak
kelijk te krijgen!
* *
*?
't Is een jaar later, op een winteravond,
koud en donker, moeder is al lang thuis
maar Marie nog niet. Ze is laat van avond,"
denkt zij, 't gebeurt wel meer in den
laatsten tijd, ze is heel niet meer zoo als vroeger,
niet zoo net en prompt, soms mokt ze en dan is
ze weer zoo opgewonden en druk.... Soms
kijkt ze heel niet naar Liza om, daar ze
vroeger zoo dol op was. Soms zou men zoo
zeggen of ze wel niet is pruuft, van andere
meskes van eiges, want baar loon brengt
ze alle week prompt thuis. Verleden heeft
die kwade buurvrpuw wel iets anders ge
zegd, maar vrouw De Hoog houdt zich nooit
veel op met de buurt, ze hét er werk worre?
ja veel toezicht op de keinder kon ze niet
houen, maar Marie is een fesoenly'k meske."
As ze zeker wist da'ze ook altijd in net
gezelschap was maar daar twijfelt ze teffens
wel is aan. Op ns een gejoel in de nauwe
straat, 't lijkt wel een opstootje efkes kijken
aan de deur, wa 't is. W a 's da? ze dragen
iemand, een keind, een jong meske,
zonder hoed, met verwilderde haren , o
God! 't is Marie, van d'r eigen af, doodsbleek,
met een wond aan 't hoofd, bemodderde
kleeren. De jongens schreeuwen en joelen
om haar heen, nu brengen ze haar naar
binnen, de man van den winkel op den hoek
is er bij. O God wat hét ze toch." Ja
vrouw, da was schoon gezelschap, waarin
ge oe dochter laat, en dan zóó jong a\ aan
den drank." Wat zegde toch "man." Ja,
kek maar, en twéfleschjes zet hij op tafel
neer, met de bekende etiquetjes: Jenever en
Rum. 't Is sund van 't meske," voegt een
deelnemende buurman er bij veel pleizier
zulde er niet meer van hebben, en vroeger
was ze toch zoo net en prompt, maar die
fleschkes doen let hem; 'k zal de busdokter
voor oe halen" en hy laat de arme vrouw
aan de buurvrouwen over, die intusschen
ongevraagd zijn binnen gekomen en allen
raad geven.
In een hoek weggekropen van schrik, door
niemand opgemerkt, zit de kleine Liza, met
wijd open gesperde oogen. roerloos te staren.
Is dat Marie, haar lieve Marie? Hoe komt
ze toch zoo en wat zei buurman toch van
die fleschkes? «
Hoe komen er veel aankomende jongens en
meisjes tegenwoordig in dien'.elfden tot-stand?
A. VAN LEEUWEN?FKANCKBN.
MiiiiimJiiiiiimiiiiliiiiiiHimiiiiiiiiiHMiiHiimMiiiimiiiiiiiiMMiiiimiMiii
Spoïjestranen".
Aan Vrouwlce.
Sprookjestranen is mij onbekend; ik kan
dus niet beoordeelen, in hoeverre uw betoog
tegen Kinderen voor 't voetlicht daar mee in
verband staat.
Maar waar juist dezer dagen meer dan
eens onze aandacht op dit punt gevestigd
werd, wil ik gaarne zeggen, dat ik, in 't
algemeen gesproken, wai bezwaren hier
omtrent dtel en al ware 't alleen uiteen
gezondheidsoogpunt d< kinderen zou
willen bewaren voor deze overspanning en
overprikkeling hunner nog onrijpe brachten.
Natuurlijk kan er geen bezwaar tegen zijn,
ze eens onder elkaar wat te laten vertoonen,
't zij met eigen hulpmiddelen of onder goede
leiding, maar steeds schijnt 't mij gewenscht,
de gedachte aan publiek v nvolwusienenzooveel
mogelijk buiten te sluiten tenzij 't dan
natte dingen om me heen ; het wrakke hek
aan de weisloot, de turfsohuit in de vaart, de
geldt een openbare les, een eenvoudige uit
voering van b,v. een kinderkoor voor ouders.
Oefening in gemakkelijk en vrijmoedig
spreken en voordragen acht ik van veel
gewicht voor het verdere leven, mits zij in
allen eenvoud, als deel van 't onderwijs of in
den huiselyken kring, in n woord: in de
lijn der natuurlijke ontwikkeling, worde
verkregen.
Kinderen van 6?12 A 14.jaar publiek te
laten optreden als kleine acteurs, moge
enkelen individueel niet schaden, onbeden
kelijk is het niet; immers het kan evengoed
dilettantisme als kunstgevoel kweeken en
evengoed de verbeelding bederven als
ontwikkeJen. Om die mogelijkheid, naast de
zekerheid van het gezondheidsnndeel, zou ik
lieVer de kinderen houden bij frissche,
echtkin derlij ke spelen en genoegens.
De kwestie: kunst*) aan het kind", acht
ik echter een' andere, die ik streng hiervan
zou willen afscheiden. Ontwikkeling van het
schoonheidsgevoel, mits in volkomen har
monie met de redelijke ontwikkeling en zoo
noodig daaraan ondergeschikt, kan niet anders
dan het vermogen tot eerbied en geestdrift
aank weeken, dat my' in een jong leven het
krachtigst tegenwicht tegen kwaad liikt.
Hopend dat uw stukje tot vruchtbare
gedachtenwisseling moge leiden,
Hoogachtend,
STJZE GROSHANS.
19 Febr. 1906. Pres. vjd Ned. Kinderbond.
*) Het woord kunst zou ik hier liever ver
vangen hebben gezien door schoonheid. Wat
voor volwassenen kunst is, of genoemd wordt,
is lang niet altijd geschikt voor 't kind in
deze maatschappij.
Wilgenkatjes.
rij oude knotwilgen om een zwarten moestuin
met een paar boerenkoolstronken, de
hooischuur met het konijnenhok van
pakkistA an mejuffr. Marie Berdenis v. Berlekom.
Uw enthousiastisch schrijven over den
dichter-componist E. Jacques Dalcroze, dringt
me om eenige opmerkingen te maken. Niet
om u of Dalcroze te grieven, maar uit ge
voel van rechtvaardigheid, tegenover de
scherpen toon, waarop u 't werk van anderen
veroordeelt.
'k Moest bij 't lezen van uw stukje in de
Groene de Opvoering" voortdurend aan 't
liedje Le beau bébé" denken, dat u door
kinderen liet opvoeren en van genoemden
componist is, en waar de kleine moeder,
haar kind, dat alles even gedwee en lief had
gedaan, ten slotte een pak slaag moest toe
dienen, wat een uitbundig gejuich van het
publiek veroorzaakte, zoodat 't nog eens over
gedaan moest worden. En de kleine in
Vlissingen, verrukt door dat gejuich, deed't met
vuur nog eens over.
De kleine in Middelburg, die voor moe
dertje speelde en al wat oudier was, vond 't
niets aardig, dat ze de pop, dife haar niets
gedaan had, klappen moest geven, omdat
het in 't versje stond.
Noemt u dit gepaard gaan aan fijne har
monie ?
Vindt u 't natuurlijk dat een moeder haar
kind ranselt, dat totaal geen kwaad deed?
Lief, kinderlijk was 't stukje, maar waarom
zoo'n alles bedervend slot? En dat in een
tijd ais de onze waarin zelfs alom zachtheid
tegenover dieren" gepredikt wordt, waarin
zelfs een man die zijn hond slaat, met min
achting wordt aangezien en waar in elk
opvoedkundig tijdschrift of boek, gewezen
wordt op 't verkeerde van 't slaan l
Als u spreekt van natuurlijk,
gelukkigmakend, bezielend, harmonisch etc., mag er
niet zoo'n schreeuwende wanklank in ook
maar ene enkele dier dramatische spelletjes
zijn. Moi.LV.
liiiMMiMiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiumMiEiiMlliiiMililMiiiiiiMmiiiMi minimin
planken, de donkergele weg op den dijk met
zijn jong gras aan de helling en de bermen,
dat wasalf een tentoonstelling van schilderijen,
van de echtste kunstwerken van een heel
groot meester.
Eventjes begon 't te dampen,toen de zon vol
hield, en dat maakte de dingen niet leelijker;
de kleuren vervaagden tot halve tinten, de
glimming verdween, en al die huizen, boomen,
schuren, schuiten, wegen werden weer n
geheel, geen voorwerpen en groepen meer,
elk met zijn eigen schoonheid, maar altegaar
ineengesmolteu tot een grooter stemmiger
eenheid.
Dat duurde niet lang, Maartsche nevel is
even kortstondig als Maartsche sneeuw en
Maartsche regenbuien. Het gras droogde al
weer en de breede blauwe sloot, waarin witte
wolkjes spiegelden, scherp omlijnd als met
sapverf geteekend, begon te rimpelen hier en
daar; er kwam leven boven. In de wilgen
en greppels aan den slootkant ontstond een
druk gefluit en gepiep en getjielp van vogels,
meezen, musschen en een paar boomkruipers;
een winterkoning schetterde en op een
omgezwiepte topscheut van een knotwilg wie
belde zachtjes een spreeuw en sprenkelde
zijn babbelig liedje de Maartsche naniid
laglucht in, zonder zich te storen aan't drukke
gedoe van 't kleingoed beneden hein. Alleen
zoo nu en dan keerde hij zich even driftig
om, naar een concurrent op 't rieten dak
van de hooischuur, die hem trachtte te over
troeven met aardige bijgeluiden en nageboot
ste vogelstemmen.
Op 't erf vóór het groote boerenhuis, waar
altijd de vensters gesloten blijven, staan
sneeuwklokjes en gele winterakonieten en
bossen grij.sgroene bladeren van de
AlpenArabis, waaruit de eerste witte kruisbloempjes
komen kijiseB.
De olmenknoppen zijn tot kogeltjes ge
zwollen en 't roodbrons van de helmknoppen,
dat in 't midden van de maand de heele
kroon een tint zat geven, schemert er al
zwakjes langs de takken, want de knoppen
zijn al open. Ook de populieren kleuren
flink, guttegeel met een ietsje oker, staan de
slanke twijgen stil op d lichtblauwe lucht;
maar het sterkste breekt het jonge leven
door bij de wilgenstruiken aan den sloot kant;
gelukkig binnen mijn bereik, want daar moet
ik wat van meenemen, ik kom niet eiken
dag buiten.
Uitzet, van hertogin Sopliie Charlottt van
Oldenburg, bruid, van Pris Eitel Fritz. ?
Huwelijk van den schilder. Omrand de
Sixiola, met mejuffrouw Piérat.
Kanttentoonstelling te Berlijn.
Huwelijken als van Alice Roosevelt, en
hertogin Sophie Charlotte van Oldenburg,
brengen heel wat geld in omloop en leggen
tevens een gunstig getuigenis af van
Amerikaansche en Duitsche industrie en smaak.
Vader Roosevelt stond er op, dat de geheele
uitzet van zijn oudste dochter Alice,
Amerikaansch zou zijn, en, de moeder der Duitsche
bruid wilde voor haar dochter geen andere
toiletten dan die made in Germany".
De geheele uitzet van de aanstaande prinses
Eitel Fritz werd vervaardigd in Oldenburg
en Bremen. Zelfs . de hoedjes der bruid
mochten op Mama's verlangen niet in Parijs
besteld worden, maar werden gemaakt door
Duitsche hofleveranciers.
In eenige, groote, in-elkaar-loopende salona
van het hertogelijk paleis te Oldenburg, zijn
de exquise toiletten van de jonge hertogin
ten-toon-gesteld. Het bruidskleed is van Brus
selsche tulle en kant op een onderkleed van
zacht-crême Crêpe de Chine. De rok van
het bruidstoilet is getooid met zilver-bor
duursel: rozen en myrthe. Myrthe is het
symbool der cht-Germaansche bruid. De
\ier-meter-lange sleep is geheel versierd met
myrthe guirlanden en rozenknoppen in zilver
borduursel. Op het corsage en de mouwen
van het bruidskleed, herhalen zich de motieven
der zilvergarneering. Dit lijkt mij een beetje
overladen, een ietsje woelig-Duitsch, waar
Germaansche modisten licht toe ueneigd zyn.
Het strenge, het sobere van het niet
gegarneerde van Alice Koosevelt's bruidscorsage
bevalt mij beter.
De traditie brengt mee, dat de bruiden
der Hohenzollern de Brandenburger Poort
doorrijden wanneer zij haar intocht te Berlijn
doen. Voor deze blijde incomate" heeft de
echtgenoote van Prins Eitel Fritz een zér
mooi toilet gedragen. Een robe van zacht-rose
chiflbn op rose satijnen onderkleed. De robe
is gegarneerd met geel zijden borduursel.
Mimosa-takken zijn het motief der garneering.
Prachtvol, vorstelijk is de mantel die door
de jonge vrouw bij haar intocht te Berlijn
is gedragen. De mantel is van Crème
laken versierd met goud-borduursel in
Byzantynschen stijl. De mantel is omzoomd met
breeden rand sabelbont en gevoerd met
hermelijn.
Het ontbreekt Sophie Charlotte van Olden
burg niet aan een collectie schitterende
avondtoiletten. Al deze toiletten zijn in zér
teere tinten en de meeste in den modieusen
en flatteerenden Empire stijl vervaardigd.
Toen Prinses Eitel Fritz te Potsdam haar
intrek nam in het Kasteel Bellevue, droeg zy'
een costuum van blaauw toile de Suède. Het
corsage van dit toilet is getooid met prachtige
kant Bij dit toilet draagt de prinses de zil
veren met paarlen versierde ceintuursluiting,
geschenk van haar bruidegom.
* *
*
Te Parijs, in de kerk de la Trinité, is het
huwelijk ingezegend van den portretschilder
Guirand de Scevola met mejuffrouw Piérat,
sociétaire van de Comédie Francaise. Zoo
als wij reeds vroeger vermeld hebben, genoot
de jeugdige, gracieuse, talentvolle Piérat de
buitengewone eer Mevrouw Bartet op te
volgen als vertolkster van de hertogin de
Cbaüles, in Lavedan's Le duel".
Mejuffrouw Piérat was een beeldige en
bekoorlijke bruid. Haar brnidskleed style
Empire was van ivoire saty'n met garneering
van Brusselsche kant. De blanke oranjebloesem
toonde heerlijk af op haar donker kopje dat
schemerend omhuifd was door den tullen
bruidssluier.
De getuigen der bruid waren de heeren
Jules Claretie, directeur ran de Comédie
Francaise en de heer de Féraudy, sociétaire
van het maison de Molière. De schilder,
( Antoine Guillemet en de heer Edmond
Rodier waren de getuigen van den bruidegom.
Het Koor van de Trinitéwas met rood
gedrapeerd en versierd met oranjeboomen,
camelias, palmen en orchideeën. De abt Caliste
zegende het huwelijk in en hield een korte,
welsprekende rede. De heer Notévan de
groote Opéra zong het Pater Noster van
Niedermeyer.
De violist Haillot, de cellist Martre en de
organist Franck, speelden Ie Chant nuptial
van Bachelet, waarmee de Componist den
prix de Rome behaalde. De heer Rousselière
zong het aangrijpendschoone Panis
Angelicus" van César Franck.
?Een Engelsche dame zei eens tot mij, met
een ny'digen klemtoon die als een forschen
hamerslag neerkwam op elke vlotte, gladde
Fransche syllabe : Je nésafs pas, ei voüs me
cómprenez, je nésais pas, si vous parlez
l'anglais well, I want to say, that in Paris, people
live just for the show." Deze opmerking van
mijne Engelsche zegsvrou w was voor my geen
nieuwtje. Iedereen die in la Ville Lumière
rondkijkt, komt dra tot de overtuiging dat de
Parijzenaars in hooge mate bezitten : Ie besoin
de se montrer. Ik dacht aan hare woorden
live just for the show" toen ik de namen
las, namen die klinken als een klok, van hen,
die tegenwoordig waren bij de inzegening
van het huwelijk der artisten Guirand de
Scevola en Piérat. Tegenwoordig waren bijna
al de dramatische artisten uit de verschillende
Parijsche theaters; hertog en hertogin d'Uzes,
graaf en gravin de Montozan, de heef en
mevrouw Henri Lavedan, de heer en mevrouw
Maurice Donnay, gravin de Briancey,
Lndovic Halévy, prins Galitzine, Alfred Capus,
graaf de Turenne, markies de la Noue, graaf
de Riancourt, markies de la Tour, markies
des Touches, enz. Al deze belangstellenden
kwamen met de gemakkelijke gratie eigen
aan kunstenaars en aristocraten, het jonge
paar gelukwenschen in de sacristie der Tri
nité, waarheen men zich begaf op de mait van
Mendelssohn's jubelécden Hochzeitsmarach.
* *
*
In Berlijn heeft men een tentoonstelling
van echte kanten gehouden. Deze zeer merk
waardige expositie, die de belangstellende
bezoeksters van heinde en verre deed
toestroomen, wordt een der volledigste
geacht, die men in de laatste jaren te aan
schouwen gaf. Welwillende vorstinnen ston
den haar kunstschatten op dit gebied af, om
ze onder de bewonderende aandacht van een
groot aantal vrouwen te brengen.
Tentoongesteld waren kanten shawls, sluiers
en zakdoeken, eenmaal in het bezit van de
Duitsche keizerin Frederik, die, bij haar
huwelyk van haar moeder, koningin Victoria
van Engeland en van Engelsche, lersche en
Schotsche dames prachtige geschenken in
kantwerk ontving. Het door Carmen Sylva
eigenhandig gemaakte kanten do-jpkleed was
ook geëxposeerd en werd zér bewonderd.
Dit doopkleed werd gebruikt hij den doop
van het zoontje van den tegenwoordigen
Rameenschen troonopvolger. Koningin Elizabeth
van Rumeniëis een toovenares, zij kan alles.
Begaafde schrijfster, eminente musicienne,
vervaardigster van onvergelijkelijk
kunstnaaldwerk, schilderes en vlotte woordvoerster
in een benijdbaar aantal talen l
Keizerin Auausta van Dnitschland had een
shawl ingezonden. Een prachtstuk. Geheel
van Point de Venise gemaakt.
Deze tentoonstelling zal de tegenwoordige
kant-mode, en groote belangstelling voor
kantwerken, zeker doen toenemen.
CAPRICE.
Ieder kent ze wel, de wilgenkatjes; zoo al
niet bij naam dan toch van aanzien, want
orue bloemwinkels gaan zich elk jaar meer
toeleggen op 't mooie wilde goed. Je hebt
toch ook eigenlijk meer aan een stuk of wat
fiksche wilgetakken in een vaas, dan aan
menigen vollen ruiker, die in een paar dagen
verlept is.
Wilgenkatjes zijn al m-.>oi, als er nog niets
anders dan een wit randje te zien komt, dat
als een zilver halvemaantje om de donker
groene knopschubben ligt. Met eiken dag
wassen de maantjes tot ze drie- viermaal zoo
groot zijn als de schubben zelf en als de knop
vroeger was. Een week lang ongeveer duurt
dat groeien, al dien tijd staan de glanzige
zijden poesjes te schitteren tegen de donker
groene twijgen; wanneer met zorg en smaak
de takken worden gerangschikt en besnoeid
zoodat ze een goed sluitend geheel vormen,
vooral niet te dicht opeen, moet ie Ier dat
mooi vinden. Langzamerhand komt er kleur
in de witte pluizige holletjes, er schemert
iets bruins door, dat overgaat in purperrood,
dan is het kat]e op zijn mooist. Daarop be
gint er ook gauw weer verandering te komen
in den vorm en de kleur beide. Het zilverige
gaat, er af, het poesig-gladharige er van
verdwijnt, er komen draadjes cf knopjes
te voorschijn, en eer er opnieuw een week
overheen i>< gegaan, heeft de wilgenbouquet
een heel ander aanzien gekregen: de wilgen
bloesem is ontloken.
Eerst i» 't een warboel van gele knopjes,
dan schieten er steeltjes uit op en het zilve
ren katje is een kussentje geworden rondom
bezet met spelden met gele knoppen. Dat
zijn de meeldraadkatjes. Aan een anderen
tak groeien de züverharige katjes uit tot
geelgroene langwerpige rollen met stampers
en gele stempels. Om beiderlei bloemen te
krijgen is 't noodig wüaentakken van ver
schillende struik'en te snijden.
Wie van plantkunde houdt kan nu gemak
kelijk de afzonderlijke bloempjes van de
waterwilg leeren kennen Ze zijn heel een
voudig zoowel de mannelijke als de vrouwe
lijke; er is, behalve de twee meeldraden of de
stamper, niet veel te bespeuren van wat wij
gewoonlijk een bloem, noemen. Maar honing
is er wel; dat ruikt ge dadelijk als de zon
zt beschijnt en dat merkt ge ook wanneer
ge de takken buiten het venster zet op een
zonnigen middag. Dan komen er allerlei
voorjaarsgasten, vlinders, bijen, torren, vlieden
op de gele bloemen af; ze drinken zich buiten
soms zoo zat, dat ze bedwelmd op den grond
vallen.
Dat voorjaarsleven op de wilg is heel mooi,
en, natuurlijk meer in 't groot, te zien bij
eiken waterwilg in 't eind van Maart. Dan is
't werkelijk de moeite waard nog eens naar
de plek te wandelen, waar ge uw takken
gesneden hebt, oog, oor en neus kunnen er alle
drie te gast gaan. Wie onze vroegste vliegers
onder de insecten wil lef ren kennen, vindt
een levend museum er van op zoo'n groep
wilgen in bloei. Ja, uit de verdroogde katjes
van de waterwilg en de geoorde wilg is zelfs
nog een mooi geel vlindertje op te kweeken,
dat den kleurigen naam Xanthia draagt;
maar dat is een geduldwerkje voor jongelui,
die er den tijd voor hebben, en n dat lang
niet altijd lukt.
Veel gemakkelijker is 't teekenen in zwarten
wit of in kleur, van wilgenkatjes ; die dat doet
heeft dubbel plezier van zijn wil 'enbouquet.
Ook gebeurt het vaak, dat de wilgentak wortel
schiet in 't water van de vaas; dan is't niet
moeilijk, althans voor wie een vochtigen tuin
heeft, elk jaar wilgenkatjes achter 't huis te
snijden, want zoo willig als een wilg in dit
opzicht, is geen enkele boom.
E. HEIMANS.
Mevr. W. J. te A. Gedistilleerd water te
nemen voor de watercultuur is niet noodig,
als geen overtuigende proef bedoeld wordt.
Gewoon water met de genoemde zouten,
maar meer verdund.
Mej. D. Voor kamerplanten kan de oplos
sing, nog veel meer verdund, eveneens goede
diensten doen; eens per week een scheutje
bij 't gietwater.
J. T. de N., Breda. Is uw gasleiding wel
in orde ? Lichtgas is gif voor kamerplanten.
Turfasch is noodhulp, meer niet.
R. v. d. D. Maassluis. U meent waar
schijnlijk Lefkojen", tneeft zorni-rviolier
genoemd door de tuinlui. Bij geschoolde
kwcekers heeten die Matthiola annua; 't zijn
groote kruisbloemen, cruciferen dus en niet
van de leliefamilie. In mijn dictionnaire staat
achter Leucoion de vertaling: witte violier
of lakooi.