De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 11 maart pagina 1

11 maart 1906 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

H°. 1498 DE AMSTERDAMIER A°. 1906, WEEKBLAD NEDEKLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. O :n. d. e r r e dia. c t i© -van. J". ID 33 K O O. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden .*.....? 1.50, fr. p. post f Voor Indiëper jaar ........... Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . mail 10. 0.121/» Dit blad u verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard dei Capuciaea tegenover het Grand Café, te Parij». Zondag il Maart. Advertentiën van l?5 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25 Reclames per regel ' , 0.40 Annonces nit Dnitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma KUDOLF MOSSE U Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel U 35 Pfenuig. INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ: De Jonge Liberalen", door C. A. Schotman. De regisseur van den heerscherglans, door dr. R. Feenstra. FEUILLETON : Een ruikertje viooltjes. Naar het Fransch, van Michèle Savry. KUNST EN LET1EREN: De familie Alberdingk Th\jm, III, (slot). Ciiminaliteit en Drankmisbruik, door dr. Alph. Ariëns, beoordeeld door L K. Iets over de Phonola, door A. de G. VOOR DAMES: De positieve argumenten voor Vrouwen kiesrecht, door Jobanna W. A. Naber. Bobbie op Vredenborch, door G. L. van Balen, beoordeeld door K. Westerling. 'INGE ZONDEN. ALLERLEI, door Caprice. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. Tentoonstelling in Arti door de firma Frans Bufia & Zonen, met af b., door W. Steenhoff. Grafmonument van dr. Schaepman, met *fb. Tentoonstelling W. B. Tholen Rott. Kunstkring, door Plasschaert. Rembrandt in documenten, door A. Bredius. Over het onderwijs aan de Kijks-Academie van beel dende kunsten, door P. Dupont. Intellectueele ontwikkeling ia België, door J. H. R FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRO NIEK, door D. Stigter. DAMRUBRIEK. SCHAAKSPEL. ADVERTENTIËN.' De Jonge Liberalen." De groote verkiezingen anno passato liggen reeds 8 maanden achter ons. Nieuwe, andere dingen vallen er in het publieke leven voor, en bovendien dag aan dag moeten wij zorgen voor ons zelven, voor onze eigene private belangen, zoodat het niet wonderlijk is, dat langzaam aan ver geten wordt, wat midden in de strijdperiode, onvergetelijk scheen. Maar allen, welke als ik dien strijd moe gestreden hebben, al vervangen dan ook dékleine bizonderheden van het politiek gevecht, eene algemeene indruk bleef ons in het bizonder bij. Ik bedoel den krachtigen steun van een nieuw element in den strijd, den grooten factor welke van toen af ging meetellen^ n.l. de Jonge Liberalen." Het is uit een vrijzinnig standpunt ge zien een van dr. Kuyper's grootste ver diensten geweest, dat "hij door zijne on sympathieke wetten, zijn dikwijls eigen dunkelijk optreden veel, zeer veel slapende liberalen klaar wakker deed worden, en, wat meer zegt, hen tot verzet prikkelde tegen zijn regime. En ik geloof dan ook met zeer velen, dat een en ander en last not least zijne anthitese, vuur in onze ge lederen heeft gebracht, zoozeer, dat wellicht daaraan alleen reeds zijn val toe te schrij ven is. Voor allen evenwel, welke dien strijd niet lijdelijk hebben aangezien, moet het, dunkt mij althans, vaststaan, dat al moge al het bovenstaande zeer zeker eveneens mede gewerkt hebben tot den voorloopigen val van het clericalisme, het de Jonge Liberalen" voornamelijk zijn geweest, die door hun ongekend vurige medewerking het succes onzer wapenen verzekerd hebben. "Want zij deden hoofdzakelijk het werk waarom het ten slotte dan toch gaat, d. i. de propaganda even vóór de verkiezing, en, het allergewicbtigste: het slepen van de kiezers naar de stembus. En men denke niet gering over dit werk! Ik herinner mij b.v. hoe te Rotterdam een bekend Jong Liberaal over de 100 kiezers per auto naar het stembureau bracht: er waren naar ik meen 9 a, 10 auto's (behalve rijtuigen en fietsen); laten we het nu maar eens krap nemen en onderstellen dat ieder auto gemiddeld 50 man heeft afgehaald, me dunkt de rekening is spoedig gemaakt. Ik heb" de cijfers niet bij de hand maar dat I en II, toch reeds dubieuse districten, een dergelijk verlies van stemmen niet missen konden, staat bij mij vast. Het zou mij niet veel moeite kosten U aan te toonen op welke anderen wijzen de Jonge Liberalen" onze partij gesteund hebben, maar dit raakt mijn betoog niet. Ik wil alleen aantoonen dat de Jonge Liberalen" met hunne duizendtallen jongelui, reeds nu hebben getoond dat de vrijzinnige groepen, willen ze intact blijven, hun steun noodig nebben. En als men met mij de zuiverheid van het bovenstaande erkend, dan mag ik daaruit stellig deze conclusie voor de toe komst trekken: dat de Jonge Liberalen" zich als tot nu toe in kracht blijvende ontwikkelen, in verscheidene districten onmisbaar zullen zijn en eene onthouding hunnerzijds mogelijk eene nederlaag voor de Liberale partij zou kunnen tengevolge hebben. En ziet ge,'deze niet te loochenen slot som Tan het voorgaande, bevredigt wij niet. Het zou beteekenen dat ten, slotte de samenstelling _ van onze vertegenwoordiging in meer of mindere mate afhangt van een menigte jongelui, welker leeftijd volgens diezelfde vertegenwoordiging nog niet die bezadigdheid, plichtsgevoel en wat dies meer zij, waarborgt, om het kiesrecht te bezitten. Bestonden nu die clubs uitsluitend uit ernstige ièngelui, belust op politieke kennis, dan zoude ik dit wellicht niet zoo zwaar inzien. Doch een niet onbelangrijk deel, dit is althans mijne bevinding, komt zelden ver gaderen, weet niets van het liberale program en heeft eens en voor al uitgemaakt dat zoowel de socialistische als de anti-revolutionaire leer niet meer dan snert" is! Ik ga verder en durf beweren.dat soms zelfs de kern van die clubs bet liberale stand punt, niet onpartijdig beoordeelen. Zeker zullen zij trachten zich op de hoogte te stellen van anderer overtuiging, doch hetzij, bij het lezen van een blad, hetzij bij het hooren van een spreker, immer bezien en becritiseeren zij vanuit hun standpunt, steeds negeerende de dikwijls goede argumentatie van hunnen tegenstander, in n woord zij denken zich zelden in anderer gevoelen, anderer overtuiging. En hoe kan het anders? Op een leeftijd als waarop de meeste propaganda-clubs het lidmaatschap voor jongelui openstellen, kunnen wij gerust aannemen dat zoowat allen onder hen, zichzelven nog geen kleur bekend hebben, en 't zal meestentijds van 't toeval afhangen, namelijk wie van zijne politieke vrienden hem het eerst oppikt, wat hij voor 't vervolg zijn zal. Want eenmaal in eene politieke sfeer verzeild, zal rnen er, althans op dien leeftijd niet toe komen, een andere richting te kiezen, tenzij men een uiterst zelfstandig oordeel bezit, wat met het gros, en hier komt het toch op aan, niet het geval is. Dit is niet recht. En, als 't practisch uitvoerbaar was, moest men zoo'n jougmensch eens onderrichten zoowel in de anti-revolutionaire-, socialistische- als libe rale leerstellingen, en hem dan late oordeelen! Ik laat nu eens buiten beschouwing eene kiesvereeniging Kotterdam", welke onder hare auspiciën propaganda-clubs oprichtte in wier statuten voorgeschreven stond, dat men eenmaal tot de club toegetreden, aannam, zoo spoedig men den leeftijd voor kiezer bezat, Qver te gaan tot de kiesvereeniging Rotterdam". Een clausule dus welke U bindt over zooveel jaar dit en dat te gelooven! Reeds zeide ik hierboven dat de meeste jongelui, welke tot propaganda-clubs toe treden, er door een politieke vriend ge woonlijk toe worden overgehaald, wat nog niet zeggen wil, dat zij van dien tijd af, aan politiek gaan doen. In verkiezingstijden evenwel, ziet men ze weder, en geen wonder, want propaganda maken is amusant dikwijls! En voor ple ziertjes laat men zich wel vinden. Men houdt optochten met lampions, muziek en geschreeuw: men plakt aanbevelingsbilletten optie onmogelijkste plaat sen, dat men ons verdenkt acrobaten te zijn, men overstroomt de lieden met massa's strooibilletten, men zingt strijdliederen vol verdachtmakingen, enz., en dat alles opdat de liberale partij zegeviere, en de rust en verdraagzaamheid in ons land herstelle! Ik btweer niet dat al dat lawaaierige gedoe alleen voor rekening van de Jonge Liberalen" komt, maar dat ze er het leeuwenaandeel in heeft gehad staat vast. 't Is mij onbegrijpelijk geworden hoe particulieren en kiesvereenigingen hen zoowel moreel als financieel steunen, hoe kamerleden hen toejuichen en aanmoedigen, alles om de bespottelijke reclame welke die jongelui voor hunne favorites maken, een reclame welke beter past tot aanprijzing der Pinkpillen! Ik wilde dat er geene Jonge Liberalen waren in den zin als nu; ik wilde dat men zich bepaalde tot het elkander onderrichten in de politiek, zoo veelzijdig mogelijk en zoo onpartijdig mogelijk. En, dat men de verkiezingen aan de kiezers overliet! Verkiezingen lijken mij gewichtige zaken. Opjagen van kiezers is onzer onwaardig. Laat alleen hen stemmen, welke uit eigen wil gaan. Zij zijn de mannen met plichts gevoel, bij wier keus ge U gerust kunt neerleggen. Maar die anderen, welke ge uit hun huis moet sleepen, hen liet ik liever waar ze waren! En omdat de Jonge Liberalen anders doen, omdat naar ik meen aangetoond te hebben het meerendeel van hen geen gezond en klaar oordeel over het liberalisme hebben en zij niettemin, in de toekomst een te grooter invloed op de verkiezingen zullen uitoefenen, daarom keur ik hun streven af. Maar, hoor ik mij tegenwerpen, ook andere partijen doen als wij, en het nalaten van de tot heden gevolgde gedragslijn zal mis schien voor onze partij een grooter tegenslag tengevolge hebben. Dat zij dan zoo, maar gij blijft eerlijk en 't zal U aansporen eenmaal zelf kiesge rechtigd geworden, als staatsburger een beter voorbeeld aan de jongeren te geven, dan gij op het moment van de ouderen te zien krijgt. C. A. SCHOTMAN. * * * De grief is niet zonder grond, en de wensch verklaarbaar. Dat er een demoraliseerend element in het verkiezingswerk steekt, zal wel niemand ontkennen, en evenmin, dat het vuil, wat aan dit werk kleeft, allicht ook de jongelin gen-helpers verontreinigen zal, die de kiezers voor een candidaat van deze of gene kleur moeten fleuren. Eenig tegenwicht daarbij, bestaande in een door onderzoek verkregen overtuiging, zoodat hun politiek nog betere aanbevelingsbrieven heeft dan dat zij is de politiek van Pa en Ma of van Oom en Tante, is zeker voor die jongeren niet over bodig. Trouwens men mag aannemen", dat dit bij een deel van hen ook wel aanwezig zal zijn. Toch zou het winst verdienen te heeten, indien de partijen, rechts en links, zoo weinig mogelijk van minderjarigen bij de verkiezingen gebruik maakten. En ware er een verbod tegen het zich organiseeren van onmondigen om als verkiezingsagenten op te treden, het algemeen belang, d. i. het belang van alle partijen, zou daarmede gebaat zijn, en dat der jongelingschap zelve in de eerste plaats. Gelet echter op de richting waarin de politieke verkiezings-actie zich in alle be schaafde" landen der wereld ontwikkelt, bestaat er voor eenige beperking van het verkiezingsagentschap in dezen geest niet het geringste vooruitzicht. RED. De regisseur ran oen tasclierglais. Hij is : de keizer. Lui"', noemt hetn Jean Grand-Carteret. Het buitenland ziet hem anders, dan het Duitsche volk hera ziet. Blader door zoo'n bundel buitenlandsche caricaturen. Vol-bevredigd raakt men niet. Daar staat hij in het volle imperatorsornaat, de maar schalksstaf in z'n tot heerschea saamgeperste knuisten. En maar n lijn van spot trekt van pagina op pagina; door de opgaande lijntjes en krasjes zijner knevels. Ook 't bolleblazende van z'n wangen heeft voor de Fiansche en Italiaansche carieaturisten een zeker soort charme. Het is of ze hun wereld, hun publiek willen aanstiften : ziet hier, de grootste wangblazer van Europa! In zijn" overdrijving ligt ons succes, en in zijn pathos uw billijk-gekochte lach-rimpeling. In het buitenland schat men den keizer naar het grofste werk van zijn regie. Reuter seint alleen, als 't heele bofpraal-apparaat om 't Schlosz staat te boemen en te zuigen als 'n nettoyage par Ie vide. Of als X.M. een speech loost, zooals die van den drietand, die in onze handen moet komen. Van het Duitsche imperium, zonder 't welk op geen plek van dezen wereldkogel meer 'n trans actie van landpacht kan tot stand kernen l Van das Schwert geschliffen und das Ziel erkannt. De Berlijnsche correspondenten hebben, uit den aard der Knak, ook alleen philosophisch en artistiek-kritisch oog voor Wilhelms groote oogenblikken, als wanneer de vanen langs de huuen rimpelen en de schellebooiaen tinken. Of wanneer Z.M. in de witte keizertenue rijzig opstaat van 'n Germaansch-stijven feestdisch, waaraan de luxe in gedisciplineerde schittering pronkt, en kort-geprononceerd, kracht-bewust 'n dondertoast tegen neergebogen Glatzen, snorpieken en beugelende diadeem-brillanten er uit blaft. De keizer is 'n rederijker, 'n man van grove effecten ; die veel doubléliever ziet, dan 'n enkele schakel of kwast edel-goud; die liever in 'n simili-kast loert, dan dat ie n mooie waterblauwe steen koesterend beasemt. Je moet z'n hofebauffeur in Berlijn zien, in den rooien bak, waarmee hij, of dan liever Augusta, wel in de Leipziger Strasse rijdt te winkelen, 'n Crime van 'n uniform ! Uitdenksel van den keizer. Cianaar de Sieges-Allee; en zie 't witte ge pleisterde Doodenkerkhof van kunst, waarin de trots der Hohenzollerns in welhaast tachtig heerschersgelaten is gesneden. Xijk den nieuwen dom tegenover 't Schlosz eens goed aan ; lees eens rustig en puik, 's keizers gewone Begrüszungsreden, gesproken tot de Bondsvorsten. Met 't oog van 'n publicist, die de zinnen als hengelaarspieren tusschea z'n critiscbo duimen pakt, en er zonder mededoogen 't haakje der analyse indrijft. Kolossaal zware rhetoriek. Die bij de recrutenbeëediging zijn zoo voor de cents-colportage geschreven. Aan dezen man schijnt oppervlakkig alles van de duirnendikste bombast. En Iets dan eens die Byzantijngche likjournalistiek der Duitsche kranten Er leven zoo fijne geesten in Germanje. Zoo stiekeme knijpers, die alles zien wien geen komma ontgaat; zoo geestige spotters, di.e in 'n paar potloodhalen gedachten.striemen,dat de vellen er bij neer schilferen. Maar in pers of landraad, ho maar. Zoo'n graaf Ballestrem : Wir haben einen herrlichen Kaiser, um den uns die anderen Nationen beneiden, wenn sie auch oft in hümischer Weise ittrer Aerger zeigen, dasz sie nicht einen solchen Monarchen besitzen die buigt den i ij pen ouden rug met de statie, waarmee de natie zelf het doet. De pers likt als 'n lakei, die tuk op de zil veren versierselen van de huis-orde is. Zalft van Wilhelm der Eroberer die in Assyriologie, godsdienstgeschiedenis, muziek, schil derkunst, plastische kunst, rechtswetenschap, sociologie en waterbouwkunde groote ver overingen" heeft helpen bevechten. Voor haar is keizer Wilhelm der geborene Mo narch in unserer an den aulen des Ueberkommenen rüttelnden Zeit". En vol vervoe ring roept zij bij elkefrisch-gelegde speech met profetisch gebaar uit: Ihr werdet niemals Seines gleichen sehen ! Als laatste staaltje 't gemeenteraadsproza van 'n hulde-adres: Mit Stolz und Genugthuüng erfüllt uns die Erfahrung, dasz unsere Bewunderung für Euer Majestat Geistesgaben uad Charaktergrösze auf dem weiten Erdenrund allenthalben geteilt wird." Dat buiteniandsche likkers 't soms nog beter kunnen, bewees kortgeleden de Ameri kaan Ponltney Bigelow. Voor wat 'n universaal genie deze scribent den keizer decreteerde, daar staat een gewoon menschenverstand bjj stil: Hij weet net zoo goed een locomotief te rijden, als 'n vier-millioenen-armee naar de overwinning te voeren. Hy is net zoo knap in de mathematiek, als ie begaafd is voor muziek. Zoo zong 't lied 'n halve krantenkolom, zonder 'n kwart maat rust. Om er akelig va a te worden l... Het buitenland ziet Wilhelm door deze overdrijving vaak als een keizer, die te hooge hakken draagt; die daarom waggel gaat, en 'n blaaskaak mag schijnen. Die alle glans van de kruisen op z'n borst, 't goud en de opalen in z'n heerscherstaf, ontleent aan de machtspositie van z'n rijk ; aan de intellectueele draagkracht van z'n volk ; z'n onderondernemingszin, die de machtrijke industrieondernemingen der nieuwe tijden schiep de vruchtbaarheid en den offerzin zijner moeders. och is dat niet waar! Wie oplet en ge legenheid krijgt den keizer nader te zien en bij z'n antagonistische publicisten school gaat, krijgt 'n anderen kijk op het levensbeeld van den keizer. Wilhelm is geen universeel genie; schilder, musicui, kunstenaar, staatsman, geleerde. Maar hij is wél 'n man van bizondere talenten; gaven, die bij zijn beroep passen. Hy is ook de eenige beerscher con amore die liefde en gloed heeft voor 't metier dat anderen beschouwen als 'n gouden tredmolen, waar zij rustig, verzorgd en beliaudklapt iij mogen trappen. Hij is 'n regisseur bij uitnemendheid. Hij is: de regisseur van dfin- heerscherglans. 'n Heel klein beetje acteur; maar onder de regisseurs een clermeest-begaafden, der verst-blikkenden, der bandigst-groepeerenden. Men heeft hem 'n model handelsreiziger voor zijn volk ge noemd. Ten onrechte. Hij is te bewegelijk; niet rustig van cijfers en zaken doen, als b.v. een koning Leopold. Maar als regisseur is hij een der aarts-bekwamen. Z'n regie moet men niet accepteeren als 't werk van 'n impulsief man, die graag schitterende coulissen inschuift, en op 't bonte effect stuurt. Zijn regie is systeem! 'n Geraffineerd systeem, en de keizer is niet bloot 'n interessant man, maar au fond een beteekenisvol kunstenaar in z'n vak; het vak van heersenen en regeeren. Ik heb hem tweemaal persoonlijk midden in de regie van groot galavertoon gezien, 'k Heb 'm van vlakbij gezien, zoo d'ie kritisch de vlagversiering monsterde op den drempel van 't Potsdammer Bahnhof, toen hij koning Alfons van den trein ging halen. Nijdig flikkerende oogjes, die de kamerheeren en adjudanten misschien de buikspieren deden krimpen ! Hij ziet er fijner uit dan die -op fotogravures is afgebeeld. Hij heeft meer in zijn gezicht, dan Braakensiek, die hem bijzon der in de macht heeft, er in teekent. De eerste indruk is wel: 'n soldatensnuit. Met wil er in, en bewusten ziu tot degelijkheid. Zooals von Moser en ydiönthan ze op de I'uitsche planken brengen. Door 't weer, de jaren en de zeelucht ietwat verbruind. Wat zacht pepergrijs door z'n slaaphareu. Maar in z'n aangezicht zitten toch ook dingen van tooneeldeugd en mouterheid. Kleine, grijzigschietende temperamentvolle oogen heeft ie, die d'ie met moeite tot strak-kijken dwingt. 't Heerscher-gelaat trekt ie met opzet en met studie. Je voelt dat is 'n man, die zichzelf er onder heeft, zichzelf voortdurend gas:aat. Wanneer hij iemand aanspreekt, trekt ie de blond-grauwe wenkbrauwen hoog. Hy blitzt die Menschen an' zooals de Duitschers zeg gen.. Dat hoort bij de suggestie. Hij kon wat z'n lichaamslengte betreft, wat for-cher wezen. Wel is hij breed in de schou ders, maar z'n romp is wat te kort; zijn be wegingen zijn niet van hoogen adel. Wel snel, vief, doortastend, (link. Alles saamgenouien heeft ie weinig, dat d* n grooten man markeert. In 't joDgensgezicht van den leelyken Alfons zie je bij laagkijken nogzooieUopbleeken als langgeleden-geziene en nobele lij nen op oude Habsburgsche familieportretten. Uit 's keizers gezicht, dat 'n dagelyksch hoofd draagt zie je eigenlijk niks. De entourage e a de uniform; de oogen, die minachtend de vielzuvielen schouwen 't vertoon van vlaggen en kurassieren; kortom de regie doet huiveren, haren staan, Joppenlichten en zakdoeken als koppels opzwermende een den uit de menschenrijen schieten ... Wat de keizer als regisseur vermag, daar kan 'n lezer van de Groene, die met andere pedagogie dan de zijne gespekt is, z'n schou ders niet voor ophalen. In millioenen en tienmillioenen zielen,weet hij de suggestie bid dend te houden van den heerscherglans en de goddelijke genade. De Duitscher heeft liefde en eerbied voor den keizer, maar meer nog ontzag. Als de keizer halalli maakt op 'n parforce-jacht; als ie voor 'n schilder poseert, als ie in rooden of groenen jachtrok voor de nieuwste kleurenphotografie zit, en zich 't patent-IIüchst laat uitleggen zooals ver leden week; in alles denkt hij aan't tooneel, de schermen, 't goede opkomen, 't afgaan. Veel meer nog in de kleine daden aan het volk. Dan speelt ie ook graag den intuïtieven goudhart. Men moet hem met 't kerstboompje van den arme zien schikken en sjorren. Men moet zien met welk 'n liefde ie het philistreus-burgerlijke soms aait. Byna met even zooveel ambitie, als waarmee hij iu Potsdam z'n regiment naar de kazerne kan leiden, 'n Man van liefde in-z'n-vak; van rustige wei-geposeerde en poseerende passie; die de schermen uitnemend weet te zetten; in z'n kop met vernuft de dingen weet uit te denken; dat, als z'n hand op 't belletje drukt, de deuren van alle kleedkamers open kieren en het electriek plots overvloedig over 't tooneel plast. Wat is nu beter geschikt, waar Z. M. de Duitsche keizer 27 Febr. laatstleden pas z'n zilveren trouwfeest vierde?z'n tweede zoon Eitel stapte dienzelfden dag in 't bootje aan 'n voorbeeld nog iets over de intieme wissel- en na-werking van zijn regie te demonstreeren. De keizer vierde z'n zilveren feest in de familiekamer. Hij heeft gelyk en het is z'n recht. Z'n huwelijk was voor 'n monarchenecht van 'n prettige harmonie, en de keizer was immer 'n goed huisvader. De wereldomstandigheden striemden matig tot brillant feestvertoon, en in het najaar heeft de parti culiere secretaris van koning Edward in 'n officieel dementi aan de Britsche couranten laten weten, dat de koning in geen geval op de zilveren bruiloft van z'n neef te gast zou reizen. Dat doet in Berlyn nog op de snorharen bijten ... Alzoo: Familienfest. Maar de Hohenzollern hebben het bloed niet om knus samen te schuilen bij bowl en bloemen, en de Turksche trom op zolder te laten. De keizer hoort liever 'n solo Turksche ranselt het leer dan dat ie 'n strijkje artistieke vioolspe lers laat zagen. Bij gén feestzang der dynastie nog, heeft men het profanum vulgus buiten het hek gelaten, of men zorgde voor 't minst: dat feestkleeden werden uitgebonden en koperen oempa's de lucht doorschalden. En waarvoor dan de Weisse SaaJ ? De witte zaal is het machtigst requisiet van den heerscher. Een decor, dat de stijfste nekken slap maakt! Daar mag de Rijksdag in samenkomtn, als er 'n troonrede valt te lezen. 'a Andere architectuur, dan die, welke den heeren vertrouwd is. Bij al die verbch-gekroonde markgraven en keurvorsten schiet 't zelfs .den meest-afgedwaalde atavistisch in den rug. Daar ook, werd de allerdolste komedie gespeeld, toen de boeteprins uit het Oosten kwam oploopen en de AngloAmerikaansche engelenbak bulkte van den lach. Welke caciraturist greep toen niet naar 't zwartkrijt? Alzoo de witte zaal! Maar tot in de witte zaal zien de oogen van het volk niet.Het volk is myoop. Ia de witte zaal kan de regie enkel maar werken voor de hoogsten der uitverkorenen. Voor die uitverkorenen werd de fakkeldans die van onbeproefde traditie is in de telefoon bevolen ... Maar 't volk is niet tevreden met 'n prin sessen-intocht, met 'n postillon wacht en mooie kurassieren. Het volk is niet tevreden met de boodschap, dat 't zijn geschenken aan werken van liefde cadeau mag geven en dat de keizer past. Het volk is als 'n verwend café-chantant-publiek, dat schreeuwt naar nieuwe prikkels. Een slecht regisseur, die Jan Publiek niet onder de kin weet te kietelen, De brug, di<; de keizer van, de hoogte van zijn post, zijn zilveren dag, neersloeg naar het volk was: de juhelgarde. Alte vete ranen, schreven de Berlijnsche dagbladen, dieer maar niet te veel van maakten. Oude sol daten uit Wilhelms bruidegoms-tijd. Dat was zoo echt een Wilhelm-idee. Dezelfde mannen, die hij zijn trouwdag geleid had tot onder de vensters van Augusta nu weer alt eerewacht, op den dag van vijf-en-twintig jarige huwelijksvereeniging! De mannen waren er. Honderd twee-ennegentig stuks. Voor 'n paar dagen gerukt uit 't burgerleken verweg. De laatste veertien dagen weer getraind en gedrild in de oude handgrepen. Met grijze haren aan de slapen. Hart-, nier- en maagkwalen. Een paar zware buiken allicht. Ze hebben ieder 'n woord van den keizer gehad op koude portalen eerewacht mogen loopen; met witte koppelriemen om en zil ve: greepige statiedegens; spottende blikjes mo gen vangen uit ulkende Germanenoogjes mogen aanslaan voor jongens, die hun zonen konden wezen. En zijn onbewust de meest gewaardeerde figuranten geweest die de regie voor 't voetlicht op dit stille Familienfest" wist te brengen. Tot 192 gezinnen, waarin bereids klein kinderen zitten, heeft de keizer gesproken. De scepter zwaaide blonk in den schy'n van zilveren geluk; en op minsten 192 maal 192 staniboomen is weer 'n mergcel dynas tieke vereering door deze theaterdaad geënt. Daarvan is de keizer zich bjwust. Waar hij een keizer giet liefde en ervaring is, is hij een regisseur met wil en begaafdheid. Onder de knappen een duivelskunstenaar! Jammer, dat hij in esn tijd leeft, waarin de nimbus van den heerscherglans bleekt. Lag 't aan aan hem, dan droeg hij 't licht en de glans zoo hoog hooger dan de zon haar goud draagt, als ze een avond in het dal van Chamounix, den Dent d'or plombeert. Maar tegen den nacht vechten zelfs aneeuwbergen vergeefach. In keizer Wilhelm ziet Europa het licht van den heerscherglans alpengloeien. Nademaal naakt de nacht l A'd a m, 4 Maart. Dr. R. FEENSTKA. De familie Alberöinifc Tkijm, III. (Stol). Het tijdschrift, de Dietsche Warande, beeft zoo volledig mogelijk willen zijn. Ook Cuypers, de zwager, wordt niet vergeten. De heer Lemaire wijdt een artikel aau den genialen bouwmeester en versieringskunstenaar, dat door de Vlainea ongetwijfeld niet bijzondere belangstelling za{ worden gelezen, en ook den landgenooten een leerzaam overzicht geeft van 's mans leven ere werken. Voorts worden, maar dan meer in 't voorbijgaan, de zoons van Jozef Alberdingk l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl