Historisch Archief 1877-1940
No. 1499
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
MAGGI's Soepen in tabletten,
merk Kmisster,
maften het mogelijk om in den kortst
mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke borden
Fransche soepen 10 Ct.
Pikante soepen ...... 18
IHAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Krnisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
MAGGI's Aroma,
merk Kruisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerechten oogenblikkelijk een verraseenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Yerkrygbaar in flacons vanaf 30 Ct.
lllllllllllllltlllllllllllmilllllMIMIIIIIIIIIIIflIIIIMIIIIIIIimiUlllllltlllllMIIIMIIIMIII
minimin iiiiiiMMimiitMiiHiMMliiiiiiilimi
niet minder dan in het belang van haar al
te lang van rechten verstoken geslacht.
Londen, Maart '06. J. K. VAN DEK VEEK.
iMiniiiiiiittiiiiiMiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiitiiii
Antwoord aan J. G. G. Vrouwke" en
Vera" op hunne artikelen over
Kindervoorstellingen" in het
Weekblad De Amsterdammer"
van n, 18 en 25 Februari 1.1.
Naar aanleiding mijner beoordeeling van
Sprookjes- T-ranen" in het Weekblad De Am
sterdammer van 4 Febr. 1.1., verschenen o. a.
bovengenoemde artikelen, waarin o. m. in
stemming betuigd wordt met mijne opmer
kingen: anti-kinderlyke" en anti-artistieke"
kindervoorstellingen veroordeelend.
Het zij mij vergund, in verband met deze,
stukken, te mogen wyzen uitvoeriger dan
ik dit deed in genoemde beoordeeling op
hel zeer nuttige van kinderopvoeringen, waar
deze inderdaad brengen Kumt voor het kind.
Zoo bij de opvoeding moet kunnen gebruikt
worden comedie-spelen" J), dat de verbeel
ding die eene behoefte is voor het kind
'verlevendigt; beschaafd en duidelijk spreken
bevordert; gelegenheid geeft tot oefeningen
in bevallige houdingen; verstand en gemoed
ontwikkelt daar het gebaar den zin van
een woord, de uitdrukking eener stemming
verscherpt , zal het dramatische spel in
nog meerdere mate nuttig kunnen zijn vo%r
het kind, waar het woord zich met de muziek
tot een kunstwerk van hoogere orde verbindt,
waar de rhythmiek de gedachten bevleugelt
en cadenceert, waar de melodie deze in
schoone lijnen teekent ; waar de toon uit
drukking geeft aan dat gemoedsleven, het
welk niet door het woord is te vertolken.
In groote trekken: door klank, melodie,
harmonie en ihythmus, de algemeene stem
ming weergevend, schildert de muziek daar
enboven, tot in de fijnste onderdeeltjes, de
nuancen dier stemming. En die onderdeeltjes:
kleine ihythmische en melodiechejliguren en
wendingen, in onmiddellijk verband gebracht
met het woord, of liever door den inhoud
van het woord ontstaan, worden door de
kinderen gezongen en uitgebeeld (gespeeld),
op natuurlijke wijze, daar deze muziek, op
natuurlijke wijze geworden, niet anders dan
natuurlijk kan worden uitgevoeid. Het
is als het zingen van een vreugde , van
een droefheidslied, waarbij immers de uit
drukking van stem en gelaat vanzelf met
het karakter van het lied in overeenstem
ming zijn zal. Dramatiseeren wij nu het lied,
d. w. z. nemen wij eene gedramatiseerde
handeling, getoonzet, zoq zullen ook hou
ding, stand, gebaren vanzelf overeenkomen
met de rhythmisohe bewegingen de rmuziek,
met de expressie, door woorden toon verlangd.
De Zwitsersche dichter-componist
E.JaquesDalcroze heeft in zijne speelliedjes (?rondes
en/antines", chansons d'enfants" enz.) eene
kunst geschapen, waarin toon, woord en
handeling zóó ineenvloeien, dat de kinderen,
zich in hun spel verdiepend, vanzelf de pas
sende bewegingen maken; eene kunst,
waarin dus de eigenaardige persoonlijkheid
van het kind tot uiting en ontwikkeling
komt, daar de componist de natuurlijke geba
ren van ieder kind tracht plastisch en har
monisch schoon te ontwikkelen, Eene kunst,
tafreeltjes uit het kinderleven gevend,
treffend door eenvoud en reinheid, door de
schoone melodie en de fijne harmonie,
die de kinderen er dus toe brengt, al spelend,
iets schoons te vertolken 2).
Eene zoodanige kunst kan derhalve
mits onder zorgzame, oordeelkundige leiding,
wel verre van gemaaktheid, ijdelheid of
ijverzucht aan te kweeken, als een krachtig
opvoedend middel worden beschouwd.
Wenechelijk ware het dus wellicht, dat zij op de
UIT DE NATUUR.
CLV. Het geheim van de hazelroe.
In myn opstel over den hazelaar in 't eind
van Januari heb ik ook met enkele woorden,
ietwat spottend, gerept van de bekende ge
heimzinnige kracht, die er volgens overleve
ring schuilt in een gaffelvormig hazeltwijgje.
Onder allerlei geheimzinnige hocus-pocus
moet het gesneden worden ; dan kan de geluk
kige bezitter er een verborgen waterader mee
ontdekken. Als de wenschroede op de goede
manier wordt gedragen en door een des
kundigen roedelooper wordt gehanteerd, slaat
de gaöel achterover zoodra de einden vanden
twijg boven de bron komen.
Dat is nog 't minste, wat zoo'n simpel
twijgje doen kan ; het is onder bijzondere
omstandigheden ook in staat, goud of ander
kostbaar metaal, dat in den bodem aanwezig
is, te verraden en de bevrediging van ge
heime wenschen te voorspellen. Dat klinkt
allemaal zoo echt ouderwetsch bijgeloo'ig,
dat een gewoon verstandig mensch er de
schouders voor ophaalt. En nu bovendien
bij de mijnbouwkundigen, in 't algemeen bij
de geologen, vrij goede kenmerken gelden
voor het al of niet aanwezig zijn van water
en mineralen in den bodem, kenmerken die
op zorgvuldige studie van de aardkunde be
rusten, is de hazelroe hoe langer hoe meer
in discrediet geraakt en, zoo dacht ieder, was
zijn kracht en macht voor goed naar het
sprookjesboek teruggebracht.
Maar dat voorgoed" schijnt wat al te sterk
te zijn uitgedrukt. Want nukornt het in deze
week verschenen Jahrbuch der Natur" van
1906, een heel ernstig en lezenswaard boek,
dat op allerlei gebied, voor zoover het van
dichtbij of van verre de nasuur raakt, het
niewste en beste uit de ontdekkingen en
waarnemingen van 't afgeloopen jaar geeft,
met een reeks wetenswaardigheden voorden
dag over de Wünschelrute.
Ik zal er in 't kort het een en ander uit
oververtellen, dan zal ieder voor zich, hoop
ik, de zelfde opmerking maken, die ik bij 't
lezen mompelde : Een mensch, die niet alles
scholen (in de voordrachf'-lessen en ook op
de nMziek- en zara^scholen) werd beoefend.
De opvoeringen, al dan niet in het openbaar,
konden dan geregeld plaats vinden, behoelden
niet als iets ,,buitengewoons:' beschouwd te
worden, en de kinderen zouden afwisselend
kunnen medespelen of luisteren.
De liefdadigheid echter, in onzen ty'd tot
openbare voorstellingen drijvend, maakt zich
gaarne, om haar doel te bereiken, van op
voeringen door kinderen meester.
Lokmiddelen, buiten de richting dezer kunst om,
als kostbare costumes, rijke mise-en-scène,
worden dan somtijds gebruikt, om aan de
eischen van het publiek te voldoen. Ook
wordt dan dikwijls, lichamelijk en geestelijk,
meer gevergd van het kind, dan dit geven kan.
Moet eene zoodanige op- of overdrijving,
als strijdig met de belangen van het kind,
en als staande buiten het eenvoudige en
naïve wezen der hier besproken kunst,
worden afgekeurd, zoo zullen daarentegen,
zuiver als beoefening dier kunst opgevat,
kindervoorstellingen, als door mij bedoeld,
voor de kinderen zei ven van vetl nut kunnen
zijn, door hen, langs natuurlijken weg, nader
te brengen bij het ideale.
MARIE BEKDENIS v. BEKLEKOM.
25 Febr. 1906.
1) Zie mijne beschouwing : Onder welke
voorwaarden kunnen openbare voorstellin
gen door kinderen voor de jeugdige
executanten als onschadelijk worden beschouwd?"
Het Kind", van 23 December 1905.
2) Ook o. a. in het fijnbewerkte, geestige
kinderzangspel: Jantje in Modderstad" van
me?r. N. v. d. Linden van Snelrewaard, in
de aardige Speelliedjes" van Hendrika van
Tussenbroek, vloeien toon, woord en hande
ling samen.
* *
#
Aan Moliy.
Vindt u 't werkelijk een schreeuwende
wanklank", als in het spelletje Ie beau bébé,
de moeder baar kindje (dat natuurlijk ver
ondersteld wordt, stout geweest te zijn), eene
kleine afstraffing geeft ? De coupletten in
dit liedje vormen nl. geen aaneengeschakeld
geheel, maar stellen ieder eene verrichting
der moeder met haar kindje voor, welke
handeling het koor, dat de actie volgt, tel
kens doet uitroepen: Ah, qu'on a de peine
d'éléver son bébé"! (O, hoe moeilijk is het
zijn kindje groot te brengen !) Tot dat groot
brengen behoort o. a. ook stralfen", dat bij
heele kleine kinderen wel niet anders dan
in bedoelden aanschouwelij ken vorm, een
tikje gevend, kan gebeuren. Dalcroze _heeft
nog aangeduid, dat daarna ook het lief
kozen" in de tafreeltjes kan opgenomen
worden. Hij schrijft nl. bij het laatste couplet:
L'on peut chanter un septième couplet dans
lequel la fillette dira : Je suis en train de
l'embrasser". Mag ik nog opmerken, dat,
in den zin : eene schoone melodie, gepaard
aan eene jijne harmonie," harmonie beduidt:
de harmoniseering, de opeenvolging der
akkoorden.
MARIE B. v. B.
itmiiiit
J
Vronwenliïesreelit.
Mijnheer !
Wilt u mij voor het onderstaande eenige
plaatsruimte verleenen in uw veelgelezen
blad De, Amsterdammer f
M. M J
Daartoe uitgenoodigd door de vereeniging
Conamur te Groningen hield de heer
Roodhuyzen van den Haag Zaterdag 3 Maart
eene lezing over Vrouwenkiesrecht.
Onder meer sprak de heer Roodhuyzen
ook de volgende woorden: Niet uit een
oogpunt van recht en billijkheid, doch in
het belang van den staat " Het belang
van den staat, d.i. natuurlijk het belang van
alle leden van dien staat en niet slechts van
een deel dier leden. Nu vormen en vrouwen
weet, moet toch eigenlijk nooit spotten, zelfs
niet met het ongeloofelijkste en
bespottelij kste.
't Begon al met een sterrekundige die
een paar jaar geleden in 't geleerde tijd
schrift Prometheus" zijn ervaringen met
de hazelroe mededeelde en beweerde dat
er wel iets van aan kon zijn. Nu is
een sterrekundige al uitteraard een hel
dere kop en Von Bülow-Bothkamp boven
dien niet de eerste de beste; ook hebben
sterrekundigen wel eens meer getoond, aan
andere wetenschappen goede dienste te kunnen
bewijzen. Doch een aantal vakmannen,
practische staatsmijnbouwkundigen <'n professoren
in de geologie verklaarden o.a. in de
Naturwissenschaftliche Wochenschrift." de heele
hazelroe-geschiedeuis met medelijdend! ge
spot voor bijgeloof of' bedrog; bij overigens
verstandige menschen, die te goeder trouw
anders dachten, moest, meenden deze heeren,
die nooit met de hazelroe hadden zien werken,
noodzakelijk zelfmisleiding geconstateerd
kunnen "worden.
Niemand minder dan de bekende geoloog
Albert lleim uit Zürich num liet voor de
hazelroe-geloovers op. Hij vertelde eerst van
e u mannen den staat, waaruit volgt dat en
de belangen der vrouwen en de belangen
der mannen moeten worden behartigd.
Waar nu echter de macht sedert eeuwen en
nog geheel berust in handen der mannen
en de belangen der vrouwen, vooral der
gehuwde, nog bijna geheel verwaarloosd zijn
en worden door de machthebbers, daar zou
men denken, dat een voorstander van gelijke
rechten voor mannen en vrouwen zou
zeggen: Niet (alleen) uit een oogpunt van
recht en billijkheid, doch (ook) in het belang
van den staat is het noodig, dat de vrouw,
in de eerste plaats de gehuwde, mede
zeggenschap krijge in bestuur en wetgeving
en verkiezing daarvoor, opdat de voor baar
zoo slechte wetten zoo spoedig mogelijk
door betere vervangen worden.
Niet aldus de heer Roodhuyzen, die zelfs
lid is geworden van de V. v. Vr. K.
De heer Roodhuyzen zegt: Niet uit een
oogpunt van recht en billijkheid, doch in
het belang van den staat moest het kies
recht niet worden toegekend aan de gehuwde
vrouw."
Daarvan wil spreker uitzonderen die
vrouwen, die denzelfden arbeid verrichten
als de mannen, doch zooreel mogelijk moesten
ook deze geweerd worden uit beroep of
bedrijf, opdat zij zich geheel zullen wijden
aan haar huisgezin. Verder wil spreker den
leeftijd, waarop en de ongehuwde vrouw en
de man het kiesrecht krijgen niet gelijk
stellen, doch der vrouw dat recht op een
lateren leeftijd verleenen dan den man.
Wat er op die manier '/.al komen van kies
recht voor de vrouw?
De heer Roodhuyzen had dan ook bij zijne
woorden In het belang van den staat"
moeten voegen de beruchte woorden van
Lodewijk XIV L'état c'est moi! (de man).
' A. M.
Onderstaande motie werd door de
SociaalDemocratische Vrouwenpropaganda Club aan
genomen.
MOTIE.
De vergadering van de Sociaal-Democra
tische Vrouwenpropaganda Club, gehouden
Donderdag l Maart 1000, in het Blauwe
Kruis",
kennis genomen hebbende van het besluit
van Burgemeester en Wethouders van Am
sterdam, waarbij vrouwelijke beambten in die
takken van dienst, waar B. en W. het recht
van aanstelling en ontslag hebben, bij huwelijk
worden ontslagen,
betreurt dit besluit ten zeerste, daar op
deze wijze de voortgang der economische en
dientengevolge sociale vrijmaking der gehuwde
vrouw wordt belemmerd,
spreekt haar verontwaardiging uit over de
discussies in den Raad gehouden, naar aan
leiding van de interpellatie-Loopuit,
zoekt de oplossing van de moeielijkheden,
die kunnen voortkomen uit het huwelijk van
vrouwelijke beambten, niet in verbod van
arbeid, maar in bescherming van het moe
derschap,
wekt de vrouwen op. door organisatie in
vakvereenigingen en door deelneming aan
het openbare leven stelling te nemen tegen
reactionnaire maatregelen als bovengenoemd
besluit van B. en W."
Als er geen water onder den grond stroomt.
ZeóelpeM en coDcnbiDaat.
Met groote verwondering las ik in dn Groene
van 11 Maart het ingezonden stuk van eene
lezeres" en zou gaarne daartegen opkomen.
Zij schrijft o.m. van de in concubinaat levende
vrouw: Noch de man, noch de kinderen,
noch de maatschappij zullen haar ooit de
volle achting toedragen" enz. Alsdat inderdaad
| het geval kon zijn, dan zijn die man en die
kinderen de liefde en de toewijding van de
vrouw en moeder niet waard en verdient niet
zij, maar die man en kinderen dat ze door
de maatschappij niet den nek worden
aangezien. En wat betreft het bewonderen van
den man, die zijn vrouw trouw blijft, hoewel
de wet hem niet bindt, mij dunkt dat is
beneden alle kritiek. Elet meten met twee
maten moge gewoonte zijn in de maatschappij,
het wordt toch inderdaad mér dan tijd, dat
daarin verandering komt, wat van de vrouw
wordt geeischt dat kan men met hetzelfde
recht van den man vergen.
Mag ik ook een geval vertellen van een in
concubiuaat geleefd hebbend gezin ? Bedoelde
menschen, arbeiders, leefden hoogst gelukkig
samen, ze kregen een 5-tal kinderen, waren
beide flinke, oppassende menschen en beide
zeer zeker gezien in hunne omgeving. Toen
de vrouw ziek werd, lang sukkelend bleef en
hij ten slotte begreep, dat zij zou sterven,
tóen zijn ze wettig getrouwd terwille van de
kinderen. Kort na den dood van zijne zeer
geliefde vrouw hertrouwde hij óók, om de
kinderen. Maar deze vrouw was slordig
slecht gehumeurd en heel onaangenaam voor
zijn kroost. Allerlei ellende kwam er in huis
met deze wettige echtgenoote, totdat het
eindelijk den man te machtig werd en hij
haar de deur wees. Daarna is hij wettig van
haar gescheiden: op welken grond is mij
niet bekend. M.
MmHIfllltltllllllllllllllllllllllMIIIIIHIIIIIItlllllllllllMHIIIIIHIMIIIIIII
De gall'el slaat neer, als er water in den
bodem aanwezig is.
j
i een geval dat een ondergroiuUehe waterwei
j door hem gezocht werd, waarvan de liaging
l met geen mogelijkheid wetenschappelijk nader
was te bepalen, dan dat ze zich ergens op
een tweehonderd meter lange strook gronds
moest bevinden. De ingenieur Weinman uit
\Vinterthur probeerde op zijn ver/.oek de wel
te vinden en gebruikte daartoe de
wensdi| roede. VVeinmati wees op n meter
nauwI keurig de plaats van de wel aan, en verklaarde
zonder de hulp van de roede geen kans ge
had te heb'jerj.
Heim ging nu bij de Zwitsersche weizoekers
die nog in 't geheim of in 't openbaar met
de hazelroe werken, de zoofzenoemde
A'ii//iiiiiiiiin r een onderzoek instellen.
Heel onbevooroordeeld en met wetenschap
pelijke nauwkeurigheid ging hij hierbij te
werk ; en hij kwam met de meening voor
den dag, dat er geen bedrog, ook geen zelf
bedrog, in 't spel is; dat werkelijk mnnnirjit
menseden in staat zijn op onverklaarbare
wijze in den bodem verborgen bronaderen
of wellen te ontdekken.
Hij zegt 't ongeveer zoo: Wij menschen
hebben helaas maar vijf zintuigen, er
ontTafeli'trsiering. Een teruggevonden portret
van Fanny Elssler. Rosa von Milde.
In de versiering van tafels voor feestmaal
tijden, doet de mode zich bijna evenveel
gelden, als in de rustelooze wijziging van het
toilet der vrouw. Tafels met hooge midden
stukken, tafels zonder die ongewenschte
gezichtsbelemmeringen, tafels niet een aantal
kleine bloemvaasjes versierd, tafels met kost
bare loopers in 't midden, prachtstukken van
kunstnaaldwerk in zachte schakeeringen
aftoonend op het blanke damast; tafels versierd met
bloemguirlandes uitspitsend in afdalende reeks
van tinten naar de hoeken; disschen met
vél en met weinig kristal en zilver, alles,
konden wij zien, juist zooals de mode het
voorschreef. Haar volgelingen zijn zoo mak!
Eigen bedachte en eigenhandig door de
gastvrouw aangewende versiering vindt men
zelden. Weinig huisvrouwen hebben in deze
dingen la note personnelle. Het ontbreekt
haar dikwijls aan smaak, aan vindingrijkheid,
aan talent zélf iets te bedenken, aan lusten
ijver zélf zich te belasten met de tafel-decoratie.
De gewerkte tafellooper wordt op 't oogenbiik
vervangen door een looper van levende bloe
men. Bloemen in n tint. Men kiest de
kleuren der bloemen, die het meeste relief
geven aan de tinten van Chineescb.of Delftsch,
Saksisch of Fransch porselein.
Op een der laatste feestmaaltijden gegeven
door prinses de Broglie, was het midden der
tafel n touil'e van zacht-rose rozen, een
decoratie die uittemend harmonieerde met
bet Saksisch porselein en Boheemsch kristal.
Hertogin de la Rochefoucauld had over
haar feestdisch een bloemlooper van donkere
violettes de I'arme doen spreiden.
* *
*
De Weener kunstkritikus dr. Abels maakt
gewag van een toevallig door hem ontdekt
portret in oliverf, van de neroemde, Weener
danseres, Fanny Elssler. Het vergeten en
verwaarloosd schilderstuk van den Weener
portretschilder Georg Decker (1819?1894)
wordt door (ir. Abels zér geroemd.
Fanny Elssler werd op 35-jarigen leeftijd
door Decker geschilderd, maar, de danseres
was toen nog zoo volkomen in het bezit van
schoonheid, jeugd, en zeldzame gratie, dat
men eerder denkt bij bet aanschouwen van
haar portret aan een 20-jarig meisje, dan aan
een vrouw, naderend den middelbaren leeftijd.
Penseelen en pennen heeft de Weener
danseres in beweging gezet, om in lijnen,
kleuren, en woorden te fixeeren haar
schoonheid. In den bundel Portraits
Contemporaius" van Théophile Gautier, vinden
iiiiiiiiilniiiiimiiiiiiiniiiiiiiiiiiinmiiMMMiiiiMHiiiniiiiiiiiinMiiimiiii
breekt er ons o.a. n voor electriciteit, n
voor longtitudinale aethertrilingen en op de
vele dingen die in de wereld gebeuren, waar
onze zintuigen wel vat op hebben, reageeren
ze toch maar binnen bepaalde grenzen, zoo
voor de luchtbeweging, die wij als geluiden
waarnemen. Mogelijk is 't nu dat enkele
menschen ook een of ander zenuwcomplex
ergens in hun lichaam hebben, dat door een
bijzondere gesteldheid reageert, als de hand
of de voet de plek betreedt, waar diep in den
bodem water stroomt. ' Dus zoo iets als het
Shakespeariaansche 'Uien' are, -more a. s. o.
Dat de hazelroe als zoodanig er eigenlijk
niets mee te maken heeft, had lleim al
spoedig uitgemaakt. Trouwens dat erkende
een der bekwaamste Jliitlimiitiner zelf. Hij
antwoordde lleim: het begint iii mijn bloed,
niet in 't stokje.
De houding van de tooverroede is meestal
zoodanig labiel, dat een kleine daling van de
einden van de gall'eitak de gailel zelf doet
kantelen o! omrollen in de hand. Het wel
slagen hangt dan ook af van den mensch, die de
ha/celroe \asthoudt, niet van 't stokje, lleim
zelf probeerde 't natuurlijk ook 'lerhaalde
nullen; in zijn hand deedde hazelroedeeveuwel
volstrekt geen nut. De roe kantelde behoor
lijk, toen hij den ^lag om hem te draireii beet
had; maar steeds onder den invloed van een
gedachte: hier kon wel yens water schuilen;
een gedachte die gewekt werd door een bij
zonderheid van den bodem of den plantengroei.
Muar hij du echte .. \Vatt;rpn.'evers" ging't
ander.-: -'ij letten alleen op 't stokje en heb
ben hoegenaamd aeeii begrip of kennis van
geologische kenmerken. Een merkwaardig
bewijs hiervoor kreeg Heim onverwacht, en
te^en zijn zin. ^n opdracht van den gemeente
raad van een Zwitserse!) dorp /.'Ui hij onder
zoek doen naar de geseliikste plaats om putten
te boren op een helling, die aan de gemeente
behoorde.. lleim onderzocht den bodem en
verklaarde; dat de mogelijkheid
vaneenonuergrun Iscite wa'erstroom op die piek volstrekt
\vas ait'jeslo en; het was een mer^eüan^/.onder
diluriale hetlekking; daar te gaan graven zou
tijd- en geldverlies zijn. I/en rand. 0:11
Kiitliwij van Fanny Elssler ook een uiterst gede
tailleerd portret. Niet het minst verwijlt
Gautier bij de schoone vormen van Fanny's
beenen; Gautier zegt dan ook: ik wijd zoo
uit over haar beenen, maar dat is natuurlijk,
want het zijn beenen van een danseres.
Mejuffrouw Fanny Elssler, aldus haar
Gallische bewonderaar, is groot, buigzaam
en goed geproportionneerd. Zij heeft dunne
polsen en fijne enkels; haar beenen sierlijk
en zuiver van vorm, doen denken aan de
krachtige slankheid van Diana's beenen; haar
beenen verschillen aanmerkelijk van de ge
wone beenen van danseressen, wier lichame
lijke zwaarte grootendeels in haar kousen
schijnt te zijn gezakt, en zich dóór ophoopt;
deux belles jambes de statue antique dignes
d'ótre moulées ei aumoureusement tudiées".
Fanny Elgsler's portret door Théophile
Gautier geschetst, toen zy haar danskunst in
Parijs was komen vertoonen, verscheen het
eerst in den Figaro, van 19 October 1837.
Dat men Fanny Elssler Eene Spaansche
uit het Noorden" noemde, vond Gautier een
aanduiding, als kompliment bedoeld, maar
in zijn oogen, juist een gebrek. Hij vond
haar hél mooi, maar, missend de kenmerken
van eigen ras. Zij weifelt tusschen Spanje en
Duitschland.
Duitsch is zij door haar glimlach, door de
blankheid van haar huid, door den snit van
haar gelaat, door de onbewegelijkheid van
haar voorhoofd; Spaansch is zij, door haar
donkere lokken, haar kleine voeten, haar
tengere, snoezige handjes, door den eenigszins
kloeken bouw van haar heupen".
* *
*
Rosa von Milde, de beroemde dramatische
zangeres, en ieerares in de zangkunst, is op
negen-eu-zeventigjarigen leeftijd overleden.
Als Rosa Agthe zag zij op Weimars klas
sieken boden, den 25sten Juni van het jaar
1827, het levenslicht. Haar vader,
Kammermusikus" aan het hof van den Groothertog
van Weimar, besloot, van de kleine bekoor
lijke, levendige, muzikale Rosa, een degelijke
pianiste te maken. Rosa's prachtige stem,
haar aangeboren dramatisch talent, en haar
geestdrift voor het tooneel, beschikten anders
over haar toekomst. Onder leiding van den
beroemden tenorzanger Franz Gotz werkteen
studeerde Rosa met rusteloozen ijver. De leer
linge maakte haar trefl'elijken meester niet
beschaamd. Rosa ontwikkelde zich tot een
sopraau-coloraturzangeres van het zuiverst
gehalte, en excelleerde zoowel in lyrische
als in hoog dramatische partijen.
Toen zij den 28sten Augustus ,850, tereere
van een Goethe-Feier, te Weimar de
Elsapartij creëerde in Lohengrin, een uitvoe
ring gedirigeerd door Liszt, toen . was
Rosa's. naam als kunstenares gevestigd. Het
volgend jaar, trad zij in 't huwelijk met
den beroemden Wagner-zanger, Feodor von
Milde, leerling van Garcia en vriend van
Liszt. Buitengewoon gelukkig was het huwelijk
van deze twee artisten, die dezelfde kunst
beoefenden, en niet jaloersch op elkaar waren,
maar juichten over elkanders succes. Hun
beide zonen Franz en Rudolf erfden de
nauziekale gaven der ouders. Franz von Milde
is als bariton verbonden aan het hoftheater
van Hannover. Rudolf, een eminent
Wagnervertolker, is werkzaam te Dessau. Hun doch
ter, Matiülde von Milde, voert de pen; zij
is een overtuigde en warme pleitbezorgster
voor de belangen en rechten der vrouw.
CAPRICE.
Aardappelen a l'Anna. Benoodigdheden : l
kilogram aardappelen, GO grim geraspte kaas.
45 gram boter, zout, peper, l dessertlepel
gehakte pieterselie.
Bereiding: Schil de aardappelen en snijd
ze in dunne schijven. Wrijf een vuurvasten
schotel in met boter, plaats daarin de aard
appelen, bestrooi ze met de geraspte kaas,
zout, peper en pieterselie, leg er hier en
daar een stukje boter boven-op en bak ze
in een niet al te warmen oven.
manner in dienst te nemen, verwierp hij als
onzinnig. Daarop lieten de heeren zelf de
Rütlimanner komen en zelfs, toen Heim met
eigen oogen zag, dat de hazelroede sloeg",
liet hij zijn wetenschappelijk volkomen ge
grond onmogelijk" hooren.
Tegen (ijn raad werd gegraven op de plek
die verschillende waterzoekers door hun tak
hadden gevonden. Er was geen enkele aan wij
zing voor wateren geen verschil viel te bespeu
ren met andere Icelen van de helling, noch
in kleur, noch in plantengroei of gesteente.
Op de met de roede aangewezen plek werd ge
graven; en zie, bijna precies op de onderstelde
diepte stiet men op een zandstaenbedding met
een breede spleet vol water. Kin prachtiger
Qnel/bac/i J/OKZ aus; der Gemeinderatn jubelte
und der Geologe hatte /ür den Spott nicht :?(/,
sori/en.
En dat gebeurde op een plek waar een
geoloog zoo iets zeldzaams als een
Wasserspalte onmogelijk kon en mocht vermoeden,
iaat staan een ongeschoolde waterzoeker; er
moet een physiologische werking in die men
schen plaats gegrepen hebben; een andere
verklaring voor dit feit, is er voorloopig niet.
Een der waterprofeten door Heim apart
genomen, beweerde: Ik voelde het water
zachtjes onder mij door stroomen."
De ^e man was al zoo zeer overtuigd van
l de physiologische werking in zijn lichaam,
j «lat hij ijzerdraad gebruikte in plaats van
i hazelroe. Een ander d et het met een voor
werp aan een touw of ketting; zijn horloge
b.v., dat door de innerlijke ontroering in
slingering geraakt."
lleim vergelijkt deze werking met het
speu1 ren van water op grooten afstand of in den
i bodem door sommige dieren, h.v. paarden
| en kameelen.
1 Onmogelijk lijkt dit niet. Maar er zij n ook
menschen die 't anders willen verklaren Er
is net het verschijnen aangekondigd vaneen
boek er over met goed bevestigde feiten:
waar ik niet heel nieuwsgierig naar ben.
E. HEIMANS.