De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 25 maart pagina 5

25 maart 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

N o. 1500 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. MAGGI's Soepen 'm tabletten, merk Kruisster, maKen het mogelijk om in den kortst mogelijken tijd (10?25 niinutën), slechts met water, voortreffelijke' krachtige soepen klaar te maken- Per tablet voor 2 flinke borden v Fransche soepen ..... 10 Ct. Pikante soepen 13 MAGGI's Bouillon-Capsules, merk Kruisster, geven door oplossing in kokend water oogenblikkelijk een voortreffelijken voor het gebruik gereed zijnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen Consommé(extra sterk vleeschnat zonder vet) 12 Ct. Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 MAGGI's Aroma, merk Kruisster, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Verkrijgbaar in flncons vanaf 30 Ct. MIIHIIIMlmflIIIIIIIIIIHIMIMMIMIIIHIIIIIIIMIlmillMIIIIIIIMIIItmlIlltllllllllll IIHIIIIIIIIIIIIIIIIMII IIHIIIIIIIIilllUUIllMIIIMIIMIIII Mme SUZANNE DESPRÈS, van het Théatre Antoine te Parijs. ?nimiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii zoo iets te dragen. Jawel, die vorige madam praatte parmantig over hare moyens, en 'l was me dan altijd alsof ik een sjouwerman hoorde spreken over ses pères. ,t Mensch wist van ijdelheid niet wat ze aan 't lijf zou trekken, en wanneer ze in de week eens op een bood schap uit moest, dan altijd een bonten mutsje op en een langen mantel aan. Dan kon men de dienstbode" zoo niet zien, savez-vousl En ik weet van kennissen, dat ze dan haar Kalverstraatje niet verzuimde en de dame*, voor wie zij hier de deur had open gedaan. voorbij liep met 'n houding alsof ze zeggen wou: mijn peper is net zoo goed als jou saffraan! Laten ze zich opdirken zooveel ze willen, de lady komt er toch niet uit", zei nicht uit de hoogte. En kom niet in hun linnenkast, als ze die hebben!" ging tante voort. Vroeger had den ze die wel, vroeger bracht 'n ordentelijke meid haar kastje mee, maar tegenwoordig hebben ze valies en koffer en city-bag. Als je hen nu in de wasch hebt, dan zie je wat zoo'n meid aan linnen heeft: precies een verscbooning. Eén hemd aan 't lijf en n in de wasch; en 't eerste ziet er vaak nog uit, alsof 't het beleg van Ostende had meege maakt, 't Is alles voor 't uiterlijk; 't lieve geldje.gaat aan modieuse hoedjes en laarsjes, aan cowrcoctJ-japonnen en mantels van nage maakt bont, wat bij 'n nagemaakte dame anders wel past. Maar 't ondergoed hangt met draadjes aan elkaar. Vroeger had ik ook wel eens meiden die 't niet breed hadden en stukjes op den boezelaar droegen, maar 't goed was ten minste knap versteld en ze zeiden toen: beter een lap dan een gat. M'n vorige had echter gaten als een vuist in haar kousen, en de stootkant van haar japon zat met naalden vast en de banden van* haar boezelaar met veiligheidspelden. Wat moeten dat voor huismoeders worden, als ze nog eens trouwen! Zóó gaan er altijd dertien in het dozijn!" Zou men zich niet verwonderen dat ze nog trouwen, meiden die bij de grootheid dienen!" bedacht nicht. Ze krijgen 't later toch nooit zóó terug." Maar hier speelde een trek van afkeuring om den mond der oude dame; haar oogen glinsterden door de brilleglazen heen. Alle harten bij je eigen, Neeltje! Een mengch is geen paneeldeur; hij wil nog wel eens trouwen. Altijd je beenen ouder eens andermans tafel te moeten steken, grijs te worden in de dienstbaarheid, is niet begeer lijk. Ik kan me best voorstellen dat meiden, al hebben ze 't nog zoo goed, wel eens ver langen om in hun eigen gedoente te komen en in hun eigen spulletjes te zitten en voor hun eigen deur te mogen vegen. Maar als ze later in de kinderen en in de narigheid komen, als ze UIT DB NATUUR CLVI. De zomervogeltjes komen. iedere cent moeten omkeeren en een zwavel stok in drieën moeten breken, dan denken ze zeker nog wel eens aan de vleeschpotten van de Keizersgracht en hoe ruim ze toen met eens andermans goed omgingen. Wacht, daarvan moet iets in Langendijk sta-tn ... Wie is Langendijk?" vroeg nicht. O zeker, jelui weet beter wie Max O'Rell en Rudyard Kipling is, dan Pieter Langen dijk. Maar ik ben een ouderwetsch mensen en ik houd me bij ouderwetsche schrijvers. Hier heb ik 'm.... Tante haalde uit een antiek boekenkastje, van achter de groene saaien gordijntjes een kwarten in lederen band te voorschijn, en bladerde een poos daarin. Juist," zei ze, hier staat het, in Dt Zwetser. Daarin komt een meid voor, Katryn genaamd, die haren meester, een edelman van burgelij ken staat," den dienst opzegt, omdat ze binnen kort wil gaan trouwen met een duitschen heerenknecht, een snoeshaan die Slenderhinke heet. En dan zegt de edelman: Zy zien er r niet meer na wie dat haar pretendeert!, En met de meiden ia het nu geheel verkeerd ; O, die zottinnen! o! zij krijgen zulke beuken. 1) Zij denken niet eens om haar juff'rouws volle keuken : Maar och! was ik van al dat schrobben eens verlost! Had ik een man, dan quant ik rnakk'lyk uan de kost; Kn koouit een snyer of een wever om haar vryen, Dan is het si' vuus plait, de stilletjes in de asch, En dan koontt sloerie, die zo graag naar 't huvvel^k was, Om potjes vet en orn wat vleischuat bij de menschen, Daar ze eerst gediend heeft, en dan zju int:n ligt wel wenschen Om 't geen men in de lui 'er huizen heeft vcrquist. (Slot volgt). S. KALFF. 1) Grillen, nukken. IIHIIIIIIII iiiliiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiii Verleden jaar heb ik te laat gewaarschuwd, nu zal ik er bijtijds om denken: Van de week komt de eerste van de kleine lentezangers uit verre landen bij ons terug. Als hij, doodmoe van de lange reis, in de boomen op 't kerkhof, in de dorpsstraat, op de stadswal len of in uw grooten vruchtentuin neervalt, rust hij maar een kleine poos; en dan vindt hjj dadelijk zijn liedje terug, het eenvoudigste van alle lenteliedjes. Eigenlijk is 't niet eens een liedje; want melodie zit er niet in, die brengen de met liefde luisterende menschen uit zich zelf er bij in. Het is een klokje dat luidt, dat wel luidt Aan mevrouw Berdenis van Berlekom. Geachte Mevrouw. Veroorloof mij, voor zoover uw schrijven in de Groene ' van 18 Maart mij betreft, u te verzekeren, dat 't nooit in mijn bedoeling heeft gelegen, van de lijst der voor ons jong volkje wenschelijke leer- of oefeningsvakken, die der beoefening van 't-luide-woord, 't zich-eigenmaken van de kuiist: in goeden vorm, ge zonde gedachten weer-te-geven, geschrapt te zien. Zelve ben ik helaas, een slachtoffer van de leemte, die in deze bestaan heeft op programma's van nu-achter-ons-liggend opvoedings-tijdperk. Maar... wal ik in deze als voor hél het jonge geslacht absoluut wenschelijk, neen, hoogstnoodzakelijk acht, d. i. dat men volge den natuurlijken weg, zooals daarin Amerika ons is voorgegaan. Men late elk klein schoolgaandertje van af zijn 8ste, 9de jaar n ; tweemaal 's weeks vóór de klasse een hem bepiald na-staand onderwerp behandelen, (liefrt een, door hem zelven gekozen) geve hem daarvoor als maximum 10 minuten. Weet de leerling niet zelf een keus te doen, of is het onderwerp dien dag al eenige malen behandeld, dan kieze de onderwijzer, 't Is buitendien wenschelijk, dat dit af en toe ge schiedde, omdat op deze wijze 't door den kleine a l'improviste behandelen van een thema bevorderd wordt. Onderwerpen liggen voor 't grijpen : de hond, de speelkameraad van 't kind, z'n pas geboren broertje of zus enz. Door zulk geheel ongekunsteld doen der kleinen, worden sluimerende talenten wakker, en deze zullen dan weer niet, nalaten, eensdeels zich door deze oefeningen staande onder paedagogiech-aesthetische leiding . te ont wikkelen, anderzijds een aestetiesch-ontwikkelenden invloed op den minder begaafde uit te oeferjen. Doch, 't kan m. i. niet genoeg herhaald worden: Deze tak van opvoeding blijve, als 't verdere elementaire, en ook hoogere onder wijs, binnen de schoollokalen. Wetend, wat ik weet, durf ik niet eens er bij te voegen: en den liuiselijken kring, want, waar op n waarachtig- gezond-paedagogisch-denkend, en handelend ouderpaar, helaas tweehonderd en hoog en zuiver, nu eens slaat het acht of tien, dan twaalf of soms meer; tieng, tang, tieng, tang, zoo gaat het vlug en regelmatig, net mijn oude pendule; het is ook al een lenteklokje, een echt wekkertje voor de ongeloovige slapers, dat kleine grauwe vroolijke vogeltje, dat altijd fluit onder 't werk : de tjif tjaf. Eerst een dag of veertien later komt' de titis, die er haast niet van te onderscheiden is, maar die een heel ander eenvoudig geluid heeft, hij begint als een vink maar met een eenigszins droevig dalend slot en van veel gevoeliger timbre ; ik zal er nog wel eens aan herinneren. Wie een tjiftaf zien wil, moet hem hooren, anders verdwijnt hij in de grauwe takken ; maar hebt ge hem eens in 't oor, dan vindt ge wel 't beweeglijke grijze bal letje, donker van boven, en wat geelgroei) van onderen ; van voren met een speld er in, van achter met een potloodje. Het wipt en springt en zingt en draait en pikt en knikt en weet van geen rusten. Eerst is 't diertje nog wat echuw; na een paar dagen werkt en tjilpt het al kalmpjes door, als ge stil blijft staan onder de linde of iep, waar hij aan 't zoeken is naar voedsel. En als hij maar eerst een week bij ons gewoond heeft, wordt hij nog vertrouwelijker en komt lager en lager, ook in de kleine struikjes tot vlak bij den grond. Dan ligt er intusschen al wat groens over de zwarte winteraarde; en hoog boven 't dorre blad zetten zich de jne groene pluimen van nachtegaalskruid of wilde kervel; de dicht opeengeschoven glimmende schildjes van 't speenkruid, teekenen donker groene eilanden mér, gevonden worden, die zulk 'n uit voering, ook in huislijken kring, maken tot wat 't nooit mag worden : a vanity-fair" voor de ouders, 'n broeikas, waarin, voor zoo ver 't den kinderen betreft, op allerlei wijze jalouzie, aanstellerij en dus ook flirt wordt gekweekt, waar dit een maar al te onbetwistbaar feit is, daar zou dus, bijna zonder uitzondering, wel leelijk, maar gén kunstgevoel worden be vorderd. Mevrouw, u moogt mij gelooven, wanneer ik u verzeker, dat er moeielijk iemand te vinden is, die mér waardeert,'t hoog-heilige genot van 't vermogen, in je op te nemen, wat er aan schoon in natuur of kunst gebo den wordt, wanneer' ik u zeg, dat mij dat vermogen kracht heeft'gegeven in vél leeds. Maar ... om der wil,le van. 't bitter-beetje natuurlijke wat ia onze dagen vooral bij groot-sl'idskinderen nog ontmoet wordt, zou ik alle ouders, en verjjer allen, die 't leven te leiden hebben van onze jeugd (tot over de adolescentié-peTiodeJRwilleB smeeken: Laat af van pmlieke opvoeringendoor kleine of grootere kinderen, en wi&t en weegt, vóór dat ge ze toestaat, in z.gji. huiselijke partijtjes van hun kunnen op decla'matörisch, muzikaal of ander gebied, als eenling, getuigenis of te leigen. Dus en dit als slot van het m. i. nu vrij-ampel behandelde on'derwerp dus: Laat vrij ze hun kunstzin, ontwikkelen bovenal aan eigen huiselijken haard en óók in geschikte koorgezangen, in (serieuse) kin derorkesten etc., mits niet. ...te veel vrije tijd daardoor te loor ga voor repetities, ('t ook gén avond-uitvoeringen worden) en zulken slechts l, hoogstens 2 X 'sjaars, in vacanties plaats hebben. Kinderen als solisten te doen optre den, acht ik onder alle omstandigheden min stens een betwistbare wenschelijkheid. Hoogachtend, VROUWKE. (Hiermede sluiten wij het debat. Red.) KinóerbewaarDlaatsen. Men schrijft ons uit Hilversum : De vereeniging genaamd Centrale Raad voor Hulpbetoon en Armenzorg heeft onlangs het plan beraamd in deze gemeente kinderbewaar plaatsen op te richten, inrichtingen die in iedere groote gemeente bestaan, en waaraan ook hier reeds sedert lang de behoefte was gevoeld. Maar de middejen dezer vereeniging bleken daarvoor niet toere;kend, omdat die reeds voor het lenigen van allerlei nooden moeten wordeu gebruikt; Daarom heeft de Hilversumsche Carrouselsociëteit zich over haar'.ontfermd en aange boden de opbrengst van JJrwee schitterende equestrische gala-voorsteMii%enin het manegegebouw te geven op 6 fto'ïJïlfP.ril te haren beschikking te Stellen. \l>eze vófjfstellingen beloven inderdaad schitterend te zullen wor deu en alles te zullen overtreden wat op dit gebied tot heden hier werd vertoond.Maar dit is nog niet alles. Daarnaast heeft zicli een comit gevormd dat voor hetzelfde schoone doel een fancyfair organiseert, te houden in hetzelfde gebouw en de daarvoor expresselijk bij te bouwen locahteiten. Ook voor deze onder neming zijn grootsche plannen ontW' rperi en het comitéverheugt zich reeds in-toezeggin gen van bijdragen van onze gunstigst be kende schilders. Maar al gaven ook hier, als altijd, de artisten bet gotde voorbeeld, /.ij die meer aüedaagsche voorwerpen vervaardigen of verkoopen, zullen voorzeker mtt hunne inzendingen niet achterblijven. Het comit ^ waarvan mevr. Th. W. J. Blijdenstein, 's Gravenlandsche weg, presidente en de heer H. J. t.ijldert, Hoogenaarderweg, secretaris is) houdt zich aanbevolen voor toezending van voorwerpen van allerlei aard. Zelfs de kleinste bijdragen zullen dankbaar worden aange nomen. Niet alleen de bijdragen uit Hilversum zullen welkom zijn, maar ook die uit heel het Gooiland en van overal elders, zullen niet versmaad worden, want het is merkwaardig wat al zoo, in zoo'n bazar, en somtijds tot hooge prijzen, verkocht kan worden. Zoowel sigaren als theekomfoortjes, zoowel chocolaadjes als wollen ondergoederen. Zoowel op de gele eikeblaren en gouden sterretjes schieten vonkjes rond. Op de ruigten waar kalk of puin met gras is begroeid of met klimop overwassen, komen ander goudgele bloempjes te voorschijn. Het zijn geen schitterende sterren van het" speenkruid, die hoefbladbloemen; eer zou men zeggen kleine kwasten van goud draad, rechtop gehouden door een stevigen steel, met wit bepoederde, vaak roodgerande loovers is bezet. De steeltjes rekken en 't kwastje groeit; hoe meer de zon er naar kijkt, hoe hooger 't zich opricht, tot de steel 't niet meer kan h mden en 't overneigt en omvalt. Als 't zoover is, als de boterbloemen 't gele-vonken-sprenkelen overnemen, als er de vreemde helmbloem bloeit en een prach tige violette gloed van purperen net-Is den voet der boomen omgeeft, madeliefjes bij duizenden driest op kijken u:t dat gras en viooltjes er verscholen geuren, dan gaat de tjiftjaf daar op den bodem tusschen bloemen en groen zijn nestje bouwen. Een mooi nest met een klein zijwaartsche gaatje als toegang. Het dak er over geeft een beschutting tegen regen, waut als 't nestje klaar is, zijn de boomen nog niet alle in 't volle blad; meer nog, denk ik, helpt het tegen de oogen van kraaien en gaaien. In onze groote steden worden zoo heel wat tjieftjafnestjes gebouwd, maar och wat worden er weinig kleintjes groot gebracht. In 't Vondelpark gaat het nog al, maar in de kleinere parken, in de tuinen en op de Oude Oosterbegraafplaats, waar ik ze tegenwoordig 't best kan waarnemen, brengt dit vojieltje zijn jongen maar zelden zoover, dat zij kunnen uit vliegen. Dat nestelen op den grond, al ver berg je je nest nog zoo knap en al zijn de eitjes onder een dakje onzichtbaar gemaakt, is toch een verkeerde manier voor een stadsbloemen als stalen pennen, zoowel boek- en plaatwerken als zijden dassen en de meest uiteenloopende snuisterijen, met n woord, alles wat nuttig en bruikbaar is; is wel kom voor de fancytair tot stichting van kinderbewaarplaatsen. U. flMHIIMHMnillllMIIIIIIIIIIMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIHtlllHlllllflIIIMMN Ethel Roosevelt het tegenwoordige prinsesje" van White House. Kwartjes-collecte. Morganatisclie huwelijken. Na al de drukte en emotie in White House, veroorzaakt door het vertrek naar verre landen van eddy's oudste dochter, haar terugkeer, en ten slotte haar huwelijk met Nicholas Longworth, den man, wien de over moedige Alice eerst driemaal een blauwtje liet loopen, zooals ,,men:' zegt, is het er voor 't oogenblik een beetje rustig. Liefst zouden de Amerikanen deze huiselijke rust verstoren en den president en zijne echtgenoote be wegen om Ethel, hun oudste, eerst 15-jarige dochter, tot uitgaand meisje" te bevorderen. Hiervan willen de ouders echter niets weten. Ethel is de rechterhand van mevrouw Roo sevelt. Het vijftienjarig juffertje, dat een merkwaardige gelijkenis heeft met .. . Gorki, is niet mooi. Het vierkante gezicht van den Russischen schrijver, met den stompen neus, de grove trekken en diep-inliggende oogen is bekend. Niemand zal Gorki een Adonis noemen, edoch Gorki ii Gorki, maar, voor een jongmeisje is die uitwendige gelijkenis niet bepaald flatteerend. Ethel was dol op haar stiefzuster Alice. Zij is een aardig, natuurlijk zeer opgewekt bij-de-handje. Dagelijks komen er talloos veel epistels op White House. Met n oogopslag ziet Ethel welke epistels voor haar moeder bestemd zijn, of, welke haar eenig belang kunnen inboezemen. Die pakt ze vlug bij elkaar, draaft er mee naar baar moeder, die zij behulpzaam is in het beantwoorden der omvangrijke correspondentie. Hoewel mevrouw Roosevelt nog vrij jong was, toen Alice als jong meisje schitterde op partijen en recepties in White House, wist zij zich lief en vriendelijk te eifaceeren, en vol beminnelijkheid te rangschikken onder de oudere, niet-dansende dames. Neen, neen ! zei zij, ik dans niet. Alice is dol op danken, zij kan dus de dans-eer van White House ophouden." De broers Roose velt, broers zijn puike opvoeders van hun zusters, zorgen er voor, dat Ethel evenmin een durfniet zij, als Alice dit was. Zij letten er op, dat Ethel flink in den zadel zit, en even onverschrokken over heggen en slooten springt als A.lice. Zij moedigen haar aan in 't. beoefenen van sport, en stellen haar steeds voor oogen de briüante zuster tegen wie Ethel opziet. * # *? Prins Eugeen van Zweden, is de lievelings zoon van het Zweedsche koningspaar, den ouden koning Oscar, en kuningiu Soiie. Gaandeweg begonnen de ouders te gelooven, dat hun zoon, een lang niet on.erdienstelijk schilder, ongetrouwd zou blijven. In Parijs leefde de prins geheel voor de kunst, expo seerde zijn schilderstukken onder een schuil naam, en verdiende een aardig sommetje met zijn werk. Zooveel zelfs verdiende de prins, dat papa Oscar verbaasd was over de gerrnge, finantieele tegemoetkoming die zijn zoon van hem vroeg. Thans is prins Eugeen met zijn moeder in het Zuiden van Frankrijk, en, men" zegt, dat hij op hun doortocht te Parijs, aan zijn moeder de vrouw heeft voor gesteld, met wie hij in rnorganatisch huwelijk wenscht verbonden te worden. De vrouw zijner keuze is een zangeres. Toen prins Bernadotte toestemming aan zijn ouders vroeg, om te trouwen met mejuf frouw Ebba Monck, was prins Eugeen het meest op de hand van zijn broer" en over tuigde hij zijn ouders, dat zij hun zoon Bernadotte, dit belangelooze, zuivere, liefdehuwelijk motsten laten sluiten. Wat dan ook gebeurde, zooals wij weten. Nu kan broeder Bernadotte weer een goed woordje doen voor zijn trouwlustigen broer Eugeen, en zijn eigen huwelijksgeluk stemt de ouders misschien tot inwilligen. Wat kunnen zij er vogel. Want daar zwerven katten rond en jongens en vogelvangere. Die zorgen samen wel, dat ons hier de ooren in't voorjaar niet tuiten van 't vogelgezang. Die half-wilde zwerfkatten vooral houden schrikkelijk huis in de vogelnesten. De jongensdoen zooveel kwaad niet, die houden tegenwoordig al meer van de vogels dan van de eitjes en spareu de nesten. En de vogelaars, ja die Kunnen je de heer lijkste zangers uit je tuin op klaar lichten dag weg lokken, en in hun zak steken, waar je bij staat; zoo handig zijn die kerels; maar die hebben het 't metst op zanglijsters, merels en vinken gemunt. Dat infectenetende vogelgoedje vindt maar weinig afnemers; liefhebbers genoeg, want in elke groote stad wonen menschen met een diep en onbevredigd verlangen naar buiten, naar de speelplekken, waar zij in hun jeugd genoten, naar bloemen kleuren en geuren, naar vogelzang vooral; en die geven gaarne geld, ook veel geld als ze 't hebhen, voor die insectenetende zomervogels : tjiftjaf, fitis. iluiters, grasmusschen, braamsluiper.-, alleen om 't genot van 't zien en hooren, dat herinne ringen uit de jeugd wekt. Ongelukkig is 't verzorgen van insectenetende vogels een moeilijk, dimr werkje; er is in alle vogel winkels wel een geschikt en natuurlijk voedsel te krijgen en er zijn voedingszouten in den handel gebracht, die, met 't drinkwater vermengd, de diertjes ten goede komen, zoodat ze 'l in de k-ioi lang uit houden. Maar 't bezwaar is, dat ze er zich spoedig lekker rond en dik eten. dan zingen /.e even wel niet meer, waar 't juist om te doen was. Ook moet de vogelaar te vertrouwen zijn, want levert hij vogels, die al gebroed heb ben of ook maar aan 't nest houwen zijn geweest, dan is de kooper toch bedrngen; want zulke vogeltjes zingen, althai s m den zelfden zomer, niet meer in Je kooi. MIMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIItlllllllllllllllimlIIIIIMIIIIMIHII feitelijk tegen hebben, nu prins Karel in optima forma, een huwelijk heeft gesloten met de schoone Maggy van Connaught, een prinsesje van den bloede en de Kroonprins evenzeer. Nu is de eer der Zweedsche dynastie toch buiten gevaar. Vorstelijke, morganatische huwelijken zijn dikwijls vermakelijk door het nakomen der hof-étiquette, die natuurlijk niet weet van plooien of schipperen, ook niet voor de schoonste Madonna ter wereld. De tegenwoordige, Oostenrijksche kroon prins, die door den diep-tragischen dood van kroonprins Rudolf, pretendent werd naar den Oostenrijksch-Hongaarschen troon, is ook in rnorganatisch huwelijk getrouwd met gravin Chotec. Zeldzaam gelukkig paar. Als de kroonprins door zijn echtgenoote in hofrijtuig naar het station wordt gebracht, dan keert de prinses in den zoogenaamden morganatischen fiacre naar het paleis terug. Allén nJag zij niet in een hofrijtuig rijden. Wanneer zij bij keizer Franz Jozef op den Hof burg dineeren, dan vinden man-en-vrouw elkaar in de eetzaal terug, want de prins allén beklimt den escalier d'honueur, zijn vrouw moet den Janen-Allemans-trap over. Ook mag zij niet zitten in de horloge. Daar heeft de prins hél vlot iets opgevonden. Paneel-zagen kan zijn goede zijde hebben! Hij huurde de loge muist zijn hoiloge, liet het tusschenschot doorzagen, en kan nu zijn wettige gemalin in haar eigen loge in de entr'actes bezoeken, zonder zich in den couloir te vertoonen. Natuurlijk hebben de dartele, lachlustige Wiener plezier over een-en-ander, en ver tellen gaarne, dat de kinderen van het ge lukkige paartje, toen zij nog hél klein waren, reeds stamelden als zij papa 's morgens een handje gaven: Guten Morgen, Fata Morgana!" CAPRICE. De Veraiim HandelsManf. De Vereeniging ..Handelsbelang'' te Mid delburg besloot te stichten een crediet fonds, waaruit, tegen matige rente, (2 pCt.) voorschotten worden verleend, oin die binnen vijf jaar terug te betalen. Kn waar 't centrum der stad Vlissingen hi t meest geteisterd werd, daar trof't onheil niet het minst den handeldrijvenden middenstand. Ue schade voor den winkelier is dan ook ontzettend. Manufacturiers, bakkers, galanteristen, schoenmakers, slagers, kruideniers en wie al niet, zagen in enkele uren hun waren bedorven, zonder waarde. En wie als wr, dienzelfden of den volgenden dag, den be rooiden toestand aanschouwde, waarin de Vlissiiigsche handelaars verkeerden, die weet, dat de schade aanzienlijk is. Wat valt hier te doen ? Wat valt er te doen, om de ge teisterde handelaren, die door den vloed in hun bedrijf worden bedreigd, te bewaren voor ondergang'.' Wat anders dan ze te steunen in hun crediet. Veel wat bedierf, moet nog betaald. Maar wil het bedrijf voortgezet, dan moet ook opnieuw ingeslagen. Waarvan?" De watersnood heeft te Vlissingen groote schade veroorzaakt. De Vereeniging schrijft : Voor zulk een credietfonds zijn duizenden noodig, anders zuilen de nijveren ondergaan bij tientallen. Men helpe dus dien nijveren kring. Het fonds wordt gevormd door rentelooze aandeelen van 25 gulden. Ook buiten Vlissingen wil de Vereeniging helpen. Zoo de steun maar voldoende is, dan zal de arbeid gansch Zeeland omkatten. Het comitévoor het credietfonds bestaat uit het bestuur van Handelsbelang" A. Mes, voorzitter, F. Keulemans, secretaris, A. van der Welle, G. J. Krijger, G. J. van der Weele, K. J. Weijnman, G. A. W. van Straaten en de toegevoegde leden H. Boasson, lid van de Kamer van Koophandel, C. W. D'huij en J. Frank. 't Zou anders een wel te vergoelijken lief hebberij zijn, onze zomerzangers terwille van de studie stuk voor stuk eens thuis in obser vatie te nemen en ze vrij te laten als men ze nauwkeurig beeft leeren kennen naar kleur, vorm, beweging en geluid. Want vogeltjes kennen en van vogels houden gaat gewoonlijk samen, maar 't is inderdaad niet gemakkt lijk voor een stadsnoensch de vogels in de natuur te leeren kf-nnen. Dat kan alleen iemand, die er dagelijks op uit kan gaan of midden in een vogelrijke streek woont. 't Is nu nog tijd om er mee te beginnen. Als de zomervogels terug zijn, is het gezang overstelpend, dan zingt alles in 't orchest door elkaar en de enkele stemmen zijn alleen voor kenners te onderscheiden. Begin nu van de week met de tjiftjaf en repeteer de win tervogels, roodborst, winterkoning, bastaardnachtegaal en de meezen ; negen van de tien geluiden die ge in het boschje en in de boschjes hoort zijn van meezen afkomstig. A'S de zon mooi ondergaat, zingen de zang lijster, de merel, de spreeuw en de roodborsjes met het gezicht naar 't avondrood gekeerd. Een goede tooneelkijker is een onmisbaar werktuig bij de vogelstudie, si eek die altijd bij u en een schetsboekje voor aanteekening. Een heel modern hulpmiddel is de camera; wie die goed weet te hanteeren, kan voor zichzelf on voor anderen beel wat moois en nuttigs op vogelgebied presteeren. Zulke vogeifotografen doen tegenwoordig wonderen niet hun camera; en de vogeltjes lijden niet noemenswaard onder deze liefhebberij ; daarover zal ik bij gelegenheid nog wel eens jets vertellen. Hoeveel belang de fotografen er bij hebben dat, de vogeltjes rustig broeden en jongen opfokken, daarvan is het bijgaand plaatje bewijs genoeg. Hoe anders zouden ze aan zoo'n innig en mooi tafereeltje komen? E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl