De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 1 april pagina 9

1 april 1906 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 1501 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND. Het schijnt noodig^e zyn hem dit jaar te hnldigen.Waarom jniSnu ? Dat weet natuurlyk niemand precies te feggen, maar zóó is het; en waar enthousiaste, bekwame menachen zich er toe zetten, is eene huldiging te accepteeren. toch blijft er een benauwend gevoel, een hoe zal dat afloopen?" Want een groot man te huldigen is geen gemakkelijk iets, en de beste hulde zal wel altijd deze zy'n : Een groot man trachten te begrijpen ; te begrijpen zijn streven, zijn willen, z\jn kannen, zijn liefde en zijn haat. En wanneer we, na veel ernstige, genotvolle studie van zijn werk en zjjn leven meenen, de leidende gedachte van zijn leven te hebben begrepen, in ons eigen leven en werken hem nastreven. Dit te doen, liefst zonder officieel», en niet offlcieele feestvieringen, die overal en alty'd, maar vooral in onze tegenwoordige maatschappij aan het banale grenzen, zoo niet er in vervallen. Evenwel, het feest, dat men wenscht te vieren, zou daar buiten, daar boven knnnen blijven. Maar, zooals vaak bij feesten, niet elke genoodigde is even hoog gestemd, ja het ge beurt wel, dat er ongenoode gasten komen, die, als ze alleen maar wat paskwillig doen, nog zoo erg niet zijn, en een grappig inter mezzo geven, maar als ze aanstellerig en aanmatigend zijn, de stemming wel eens totaal kunnen bederven. Daartoe precies in staat, schijnen mij die gekleurde caricaturen, naar sotnm ge schilderijen van Rembrandt, die men het volk wil vereeren." Bedenkelijke feestgave, bedriegelijk, daar ze den schijn aan nemen, dat dit nu dingen zijn, die het volk nader zullen brengen tot het begrijpen en waardeeren van den groeten schilder. Nu kan het feest slagen of niet, er kan, in den vorm van een goed boek, of van eene betere verlichting van de Nachtwacht" (al blijft het jammer van die mooie achtergevel) iets blijvends uit ontstaan, maar, als er niet tijdig iets aan gedaan wordt, zijn wij voor jaren veroordeeld b\j een oom of zwager, een kruidenier of een slager, in winkel, caf en wachtkamer, voor prenten- of uitdragerswinkels, overal en overal, dat is het erge, Rembrandt te zien, zoo allergruwelijkst nage maakt, gecaricatureerd, dat we, en dat ia het ergste, Rembrandt zelf niet zullen kunnen zien zonder korter of langer, gehinderd te worden door de herinnering aan die vieze dingen. En dat die dingen juist nu moesten ontstaan en voor een groot deel te niet doen, wat de veneratie voor een groot man, mis schien voor goeds zou hebben te weeg gebracht. Dit voorgaande zou veel gelijken op een storm in een glas water, wanneer de zaak niet anders was dan de te bejammeren ver gissing van een goed bedoelend feestgenoot. Maar de zaak ligt dieper, en vindt haar oorsprong in het niet begrijpen van, wat reproductie zjjn kan en zijn moet, en, in het nauwste verband daarmee, niet het juiste begrip hebben van materiaalgebruik. Eigenlijk is het zoo eenvoudig. Elk mate riaal toch heeft zijn eigen eischen. Elk voor werp, wil het goed zijn, moet gemaakt van het materiaal, dat het 't best doet beant woorden aan de eischen, door zijn gebruik en bestemming bepaald. Men maakt geen kachel van hout, of een canapékussen van steen. Maak ik een kachel van ijzer goed, dan zal de vorm er van, alleen reeds door het juiste gebruik van het materiaal mg nooit doen denken #»n hout, en ga ik trachten, IIIIIIIHIHIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIUIIIIIIUIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIMMHIIIIIIIIIII den vorm v>an die kachel nog beter te maken dan zal dat nooit kunnen gebeuren door hem op hout, of glas, of stroo of fluweel te doen lijken, maar door het kiezen van juist die lijnen en vormen, die het ijzer en het gebruik van ijzer voor dit doel, het best doen uitkomen. Maak ik eene reproductie van welk voorwerp ook, dan heb ik evenzeer te rekenen met mijn materiaal. Ik bedoel hiermee niet allereerst de stof waarvan het voorwerp gemaakt is, maar het materiaal, dat ik gebruik om te reproduceeren. Ontkenning of verkeerd begrijpen van dezen eisch is even noodlottig als in het bovenaangehaalde voorbeeld, bedenkelijker vooral waar het geldt een kunstwerk te reproduceeren. Nemen we aan, het te reprouuceeren voor werp is eene schilderij, eene goede schilderij. Dan is het allereerst al zeker, dat de man die ze maakte, voor wat hij wenschte uit te drukken, met uitsluiting van elk ander materiaal, zich heeft willen bedienen van doek en verf, omdat hu geen ander materiaal zoo geschikt vond tot weergeven van wat hij te zeggen had. Want tusschen zijn geest en de beweging van zijn handen met kwasten met verf op doek is n onverbrekelijke band, die het onmogelijk maakt, dat hij hetzelfde zou kunnen uitdrukken met een ander manuaal of eene andere stof of met een ander gereedschap. ; Ga ik nu eene reproductie maken naar dat schilderij, zeg b.v. eene gravure, dan is de allereerste noodzakelijkheid, waarvan ik overtuigd moet zijn, daar mijn materiaal een koperen plaat en een graveerijzer is, dat ik zeer zeker niet moet of zelfg kan probeeren, datgene van die schilderij na te maken wat essentieel eigen is aan de verf en de kwasten en de beweging daarmee gedaan, doch dat ik de voorstelling moet overzetten, moet transponeeren volgens het, door mijn mate riaal voorgeschreven procédé. Daar het afhangt van het beter of slechter begrip, de meerdere of geringere bekwaam heid, de grootere of mindere persoonlijkheid van den graveur, wat er ontstaan zal, zou het zelfs kunnen gebeuren, dat de aldus ge maakte reproductie, hoewel in sommige op zichten onvolkomen, (in dien zin dat er na tuurlijk en':ele dingen die speciaal aan de verf eigen zijn, bijv. kleur als rood of groen of bruin, of de streek van de kwast, niet weergegeven kunnen worden) toch als kunst werk zou staan boven het origineel, indien de graveur een grooter man was dan de schilder. Dit zelfde geldt voor elke andere wijze van reproductie, mechanisch of fotografisch enz. Dan is de fotografie en de reproductie, met al wat daaraan vast zit als vak, het materiaal, en dient er rekening gehouden met wat de techniek vermag, ten opzichte van het weer geven der schilderij; en is alweer niet de eisch of kan niet zijn, de schilderij te repro duceeren als schilderij, maar ala fotografie of hoe het procédésdan ook mag heeten. Houdt men zich niet aan deze onontkoom bare eischen, dan ontstaan er misgeboortige dingen zoo als deze Rembrandtuitgave. Denk eens, die zelfde dingen technisch nog volkomener gedaan, dien verkeerden kant uit, dan zou hoe langer hoe duidelijker de macabere caricatuur te voorschijn komen, die ze werkelijk zijn. Stelt u voor de Slaalmeesters, maar van papier. Dan was bereikt de angstwekkende afgrijFilosofo-fideele beschouwingen van Prof. HANS NAR. 8) Talaksveilingen in Amsterdam. Dames en heeren ! Neemt 't me niet kwalijk, dat 'k vandaag zóó schor ben, dat u me misschien niet kunt verstaan ! . . . "Wat blieft u ?. . . Hoe 'k aan dat blauwe oog kom?... En aan dat stijve been?... En aan die scheur in m'njas?. .. Of ik 'n veldslag heb meegemaakt ?". . . Wel neen! Heelemaal niet! Geen kwestie van! Waar zo me dan zoo bar hebben toege takeld ?". . . Och, dood-eenvoudig ! 'k Ben eventjes naar de inschrijving van Sumatratabak in 't Verkooplokaal Frascati, Nes, wezen kijken anders niets. U moet n.l. weten, dat 'k angstwekkend veel rook ; den heelen dag zit 'k met 'n sigaar of 'n pijpje in den mond. En nu dacht 'k ereis te onderzoeken, of 't mij een der moeite waardige besparing zou opleve ren, indien ik m'n tabak, in plaats van bij m' n gewonen winkelier, in Frascati uit de eerste hand ging koopen. Maar 'k moest ondervinden, dat die eerste hand 'n erg hardhandige hand is, want ik ben er 'n boord bij ingeschoten, de eene mouw van m'n overjas is totaal wegureseheurd en heel m'n corpus zit vol blauwe plekken ! Of dit mijn bezoek aan de tabaksveiling dus ook indruk op me heeft gemaakt! Toch kan ik ieder, die tuk is op iets moois en imposants, ten sterkste aanraden ook eens zoo'n tabak- séance in Frascati te gaan bijwonen, aan welken raad ik echter een anderen toevoeg, n.l. om er behoorlijk op gekleed te zijn, liefst in n ijzeren harnas en helm met vizier op. Dan kan je nooit veel gebeuren ! . . . De inrichting van 't verkooplokaal voor noemd is inderdaad ongemeen practisch : 'n ruime middenzaal, met galerijen, waarop tal van kleine kamers, drie verdiepingen boven elkaar, uitkomen. Dio kamertjes zijn de kantoren van de voorname tabakshan delaren, makelaars enz. 't Plafond van de zaal en de muren zijn beschilderd met groote annonces, waarvan 't noteeren der adressen alle aanbeveling verdient. Je vindt er b.v. een van 'n levensverzeke ring-maatschappij, en zeer bezwaarlijk zou die onderneming beter plaats voor haar pu bliciteit hebben kunnen uitzoeken dan hier, omdat ieder ingewijde bezoeker van de tabaksveilingen wel zoo verstandig zal zijn, vooraf 'n klein polteje te nemen, want je kunt nooit weten, hoe 't daar met je afloopt vóór je er op bedacht bent, lig je half geradbraak of platgetrapt tegen de vlakte ! Daarnaast lees je 'n advertentie van 'n firma, die zich bekroonde zuiveraars" noemt. En gegeven de groote hitte, die er heerscht, 't gedrang, de vele vreemde natio naliteiten, die er door elkaar krioelen en de tallooze lui, die tegen je aandringen, zonder dat je iets van hun zuiverheid af weet, is 't niet onwaarschijnlijk, dat 'n, al of niet bekroonde, zuiveraar menig bezoe ker, na afloop van zoo'n veiling, goede diensten zal kunnen bewijzen ! Hier minder op haar plaats vind ik de groote annonce yan'n stoomjaloezieënfabriek. Want als je ziet, hoe hartelijk de concur renten elkaar van zich afstompen, hoe harts tochtelijk de een den ander 'n vlieg tracht af te vangen, dan krijg je al gauw de over tuiging beet, dat er in den tabakshandel aan velerlei jaloezie-soorten absoluut geen gebrek is. Daarentegen noteer ik met sympathie de advertentie van 'n fabriek, die haar geluid werende plafonds" aanbeveelt, en dit te eer, omdat deze fabriek blijkbaar 't, plafond van de Frascatie-zaal niét heeft geleverd, want daar is 't een spectakel, om je hoerenen zien te doen vergaan. Intusschen, nu 'k zoo'n.tabaksveiling heb meegemaakt, wil 't me voorkomen en als ik dit zeg, bedoel ik, dat ik 't zeker weet dat er verschillende aankondigingen ontbre ken, die hier nog beter dan de reeds ge noemde op haar plaats zouden zijn. Zoo verwondert 't me b.v. sterk, dat de Nederlandsche champion-bokser Plackézich niet per annonce aanbiedt, tot 't geven van privaat-lessen in 't boksen, worstelen en aanverwante nobele kunsten. Waarom ook geen advertentiën van leera ren in de gymnastiek, in 't hardloopen, in 't springen, of in 't, hier zeer bizonderlijk te pas komende, Jiu-Jitsu? Want dat heb 'k wel gezien: voor'n goed tabaksmakelaar en voor 'n goed tabaks-employézijn vlug heid, onversaagdheid, kracht, lenigheid en vooral groote bedrevenheid in allerlei wor stel- en vechtsystemen nog veel noodzake lijker, dan vakkennis, taalkennis en goede getuigschriften. Hier op de tabaksveilingen komt 't er blijkbaar in de allereerste plaats op aan, om de vlugste en de sterkste te zijn. Op 't oogenblik, dat er wordt bekend gemaakt, welke firma door hoogste bie iing eigenares is geworden van 'n kaveling tabak, houdt alle redekaveling op en rent alles, jong en oud, deftig en nonchalant, Hollander en Duitscher, naar 't kantoortje dier firma, gelijkheid van het Fanopticum. Be in dien verkeerden zin bereikte volmaaktheid van nabootsing der werkelijkheid maar alles valsch, onecht. Wie kent niet het weeëgevoel by het verlaten van een wassenbeeldenspel, dat ons nog een tijd lang, de menschen om ons heen doet wantrouwen alsof het ook spoken waren van was. Of, wie dit nooit bedacht (wat mogelijk is) omdat die poppen meest menschen voor stellen die wij niet of oppervlakkig kennen, stelle zich eens voor, dat hij iemand, 'dien hij liefhad daar in eens voor zich zag. maar van was met echte kleeren met echt haar en tanden en glazen oogen. Dat zou een niet te zeggen gruwelijkheid zyn, erger dan Poe 't heeft kunnen bedenken. Maar er is meer. Hoe dichter die reproductie in dien slech ten zin zou komen bij het schilderij, hoe m'er het verschil zou voelbaar worden van formaat. Want dat Rembrandt de Staal meesters levensgroot en dat landschapje zoo klein schilderde is geen toeval. Had hij die Staalmeesters zoo kleinen dat landschapje zoo groot geschilderd, dan had hy het geheel anders behandeld, al wa-) het alleen maar, omdat hij er andere kwasten, meer of minder verf voor gebruikt bad, dus zijn manuaal anders was geweest. Toch is er nog meer. Stel dat de reproductie het onbereikbare had bereikt en de beste expert htt nage maakte niet kon onderscheiden van het echte. Dan zouden er tien, twintig, honderd, tien tienduizend Staalmeesters in de wereld zijn, en die zouden hangen overal en bij iedereen en de wereld in gestuurd kunnen word n met onderschriften van Margarine of Bitter of Poetspommadel Dat iets een unicum is, is een deel van zijn waarde. Hiermee bedoel ik natuurlijk niet zijn gelds waarde, vanwege de zeldzaamheid, naar zijn waarde als onmiddellijk en ongerept komen uit de hand van zijn maker. Daarmede zijn we meteen gekomen tot de maatschappelijke of eigenlijk menschelijke kant. Want als niet, bij het ontstaan van verreweg de meeste dingen, de voornaamste vraag was, wat er mee verdiend kan worden, dus het maken van het ding zelf bijzaak en het geld ver dienen hoofdtaak was, dan zouden we niet, zooals nu, verdrinken in een zee van anonyme gelijk en gelijksoortige misbaksels van Kunst en Industrie, maar dan zou elk werkstuk, dat uit een menschenhand kwam, zooals het vroe ger soms geweest is, weer het merkteeken dragen van liefde voor en vreugde in den arbeid, zelfs volkomener dan vroeger. We kunnen ons nooit genoeg doordringen van de waarheid, dat het schoone niet ligt in het ding zelf, maar in de daad, die dat ding voortbracht. En hoe kunnen we (en dit is waar het op neer komt) de Zuiverheid en de Kracht en de Liefde, die tot daad werden, en een kunst werk schiepen, weergeven door eene slechte reproductie van dat kunstwerk. De reproducties naar Rembrandt, boven bedoeld, omdat zij in die verkeerde richting zy'n gemaakt, voldoen geenszins aan de eischen aan eene goede reproductie gesteld. Er zou meer over te zeggen zijn, maar ik heb getracht in enkele lijnen aan te geven het werkelijk verkeerde van deze Rembrandthulde. Ik achtte dit te meer uoodig, omdat er veel reclame wordt gemaakt voor die reproducties. Vóór iimMiiMiiiiiiiiliiitMuiiiMliiiniiiiiilmHiiiilniiiiiiiiMiitmimmiMiMM! met 't doel, om zoo gauw en zoo goedkoop mogelijk onderdeelen van de groote partij machtig te worden. Dan komt 't er op aan, de eerste te zijn! In ontembare vaart ijlt ieder, die beenen heeft en dat zijn de meesten de trappen op, de corridors door. Als 'n onweerstaanbare vloedgolf komt de menschen-massa donderend en joelend en loeiend aangestoven. Wat deze vleeschlawine in den weg staat, raakt onder den voet... 'k Heb in m'n welbesteed leven straat jongens zien grabbelen om toegeworpen centen, bij Carré, in 't bajlet Klondyke, woeste Indianen op vurige paarden in dolle jacht zien rennen over 'n hooge brug, zelfs een door 'n paniek bevangen publiek uit 'n vollen schouwburg zien vluchten maar die grabbelende straatjongens, die woeste India nen, zelfs die doodsangstige schouwburgontvluchters lijken me nu maar langzame, kalme, laksche, lakensche stumpers toe, vergeleken bij deze opgewonden, kooplustige, dringzieke en stompgrage tabakieten!... Kleeren worden afgerukt, eksteroogen blind-getrapt, hoeden platgedrukt, houten wanden ingeperst ? alleen om toch maar tot de eersten te behooren, die 't heilig dom, m casu 't kantoortje van den kooper der kaveling tabak, moijen betreden. En eerst dan wordt 'n scène van overdonderend-verheven majesteit afgespeeld: Mercurius in de hoogste verrukking en... verdrukking. Zoodra de heele menschenkluit weer naar beneden is gehold, pakt alles zich samen om n man. Prijzen worden uit gebruld en armen strekken zich woedend uit boven de compacte massa ! De gelukkige eigenaar van de kaveling (of zijn vertegen woordiger) wordt aan z'n kleeren getrok ken, bij z'n ledematen heen en weer gesjor J, gestompt, gedrukt, platgeperst, alsof men hem wil lynchen. De geestdrift stijgt, stijgt steeds hooger! De eerzame tabakie ten genieten hier nu onireveer dezelfde soort prima-kwaliteit gelukzaligheid, als de geloovige Brahmaan, die zich, in religieuse dweepzucht, onder do heilige kar laat ver pletteren, om lanj;s dien, min of meer ongezonden weg, 't Paradijs binnen te loodsen. 't Gelaat vuurrood, badend in hun eigen zweet en in dat der hen omstuwenden, bijna bezwijkend, de uitpuilende oogen in d weepziek verlangen gericht op dien nen man, op den gelukkigen, maar half-dood-gemangelden man daar boven hen, die 't in z'n macht heeft, om ze geld te laten verdienen, veel geld misschien... de sidderende hand met 't notitie-boekje machteloos zwaaiend zoo staan zo daar, als martelaars voor de goede zaak hunner tabakszaak... de taba kieten ! Hun heesche stemmen trachten, boven 't stormgeloei uit, al-maar-door prij zen te schreeuwen, hoe bek-af ze ook mogen zijn. Alles om hen heen vergeten ze, want daarginds lonkt ze de dubbelgebeide ge lukzaligheid toe: 'n partij Sumatra-tabak en Jn hooge courtage-rekening! Duldelooze lichaamsfolteringen lijden zij en ... ze zijn innig gelukkig! Och, toe! Laten nu Van Kol en andere socialistische mopperaars me voortaan toch mij ligt o. a. een document waarin ik, als verondersteld meer bedeelde, word uitgenoodigd iets te offeren om mijne minder be deelde medeburgers deze monstruositeiten te helpen aanbieden. Voor sommige lezers zal deze laatste uitdrukking wat overdreven lyken. Ter opheldering dit. Stelt u voor, dat iemand bij n of andereu gedenkdag van Bach of Beethoven zeide: Laat ons hen huldigen l Wy die hen kennen uit hunne meesterscheppingen, wij, die telken male opnieuw genieten van hun gigantenarbeid, wij die weten hoe ze kunnen tooveren met tonen, wij weten ook, dat de minder bedeelden verstoken zyn van het kunstge not, dat hun composities ons verschaffen. Laat ons om deze Grootmeesters der Kunst te huldigen, eenige. duizenden draaiorgels doen vervaardigen waarop een Mis van Beet hoven, eene Fuga van Bach gezet zijn en deelen die den volke uit. Dan is hun godde lijke kunst dagelijks by en om hen!" Zou het dan niet gepast zijn, die meerbeieelden even te waarschuwen, dat deze hulde, een hoon zou zy'n? Amersfoort. M. W. VAN DER VALE. Over de Hollandsche Etsers in het Grand-Palais. détentoonstelling Zilcken en die van Monet en Redon by Durand-Ruel. La ville Sainte apparaissait, violette, au fond des brumes d'or; c'était un soir des vieux ilges; la mort de l'astre Sourya, ph nix du monde, arrachait des myriades de pierreries au dómes de Bénarès." (Viüiers de l'Isle Adam-Akédysseril)." Deze volle rijke prozazin komt voor me als ik de Bauer" zie, die bp deze tentoon stelling van de Salon de l'Estampe originale" verscholen hangt in 'n duistere hoek, met Jerusalem" eo Cavalerie", die machfige wijde werken van Oostersche weelde. Niet is het noodig verdere uitlegging of bespreking van deze bekende etsen te geven. Mogen ze hier al door hunne nobel breede en rijke uitingskracht en hunne droomende schoonheid van sentiment, de bewondering van de schaarsche bezoekers wekken, voor Holland zal iedere bespreking overdaad zijn van werken, die door hunne grootheid zich- j zelf genoeg zijn. Slecht geëxposeerd waren ook etsen van Etienne Bosch, die ik voor de eerste maal zag. 't Mag misschien aan myne observatie en analyse-vermogen liegen, maar ik kan in deze werken geene duidelijke expressie van des etsers visie voelen, ze geven me den indruk van de warreling der elkaar verschil lende indrukken, welke zich bij den werker opdrongen toen hij z'n onderwerp zag. Het lijkt me 't werk van een, wiens conceptie niet kantig genoeg leeft in 'm zelf, om die individueel en zonder omwegen, te doen spreken in z'n werk. 't Is geen werk van 'n kerel, die stoer staat door z'n eigen karakter en uitingswil. Ik houd meer van het werk van Storm van 'sGravesande, waarvan ik vooral une vague" goed voel, als de krachtige zwieping van den zeestorm. tegen de zwarte verweerde pierpalen. De trotsche woede van de mach tige golf. die hoog optornt tegen den saaien koppigen weerstand der oude balken, vind ik in dit werk goed gevoeld; Minder is de Baie des Trepassés"; minder krachtig weergegeven, fiiiHiiiiHiimiiiiiimiMMHiimiiMiiiiiiiimiiimiMjiiimMiiMiiHiimiimi als'tjeblieft van 't lijf blijven met hun ge zanik over koelie-mishandelingen in Deli, waar de tabak vandaan komt. 'k Neem graag aan, dat zoo'n koelie op 'n tabaks plantage z'n pleizier best aan kan. Maar wie is er dan wél voor z'n genoegen op de wereld ? Dat men die, als zoo beklagenswaardig uitgekreteu bruine broeders" eens 'n kijkje in Frascati gunne! Dat men ze eens late zien, wat onze arme, verdrukte tabakieten moeten uitstaan,.hoeveel bonte plekken hun lichamen kleuren, hoe ze hun schamel stukje brood moeten verdienen in de hevigste transpiratie huns deftigen aanschijns! Dan, wed ik, keeren do koelies haastigjes, per eerste bootgelegenheid, naar Deli terug, niet 't vaste voornemen, om nooit of te nimmer meer te klagen over hun beklagenswaardig lot!... Eén ding verwondert me alleen inaar. Als 't toch zoo van belang is, om deeerstaankomende te zijn, waarom trachten de heeren dan niet de snelheid hunner voort beweging langs den meer en meer gebruikelijken mechanischen weg te vermeerderen? Hoe komt niet n hunner op den inval, om 't te iiaufd te probeeren ? Wie met 'n goed-getraind renpaard ventre a terre de trappen opvliegt, heeft alle kans, dat nie mand hem zal inhalen en bovendien, dat hij zelfs z'n gevaarlijksten concurrent op een eerbiedigen afstand zal houden, tenzij deze zich van 'n motor-cycle bedient. In dut <^eval is er 'n prachtige, ongezochte gelegenheid gevonden om te wedden 'n vermaak, dat tegenwoordig zeer hoog genoteerd staat bij kantoorheeren'. en zien we weldra ook in Frascati de bookmakers aan den arbeid, ter vermeerdering van de geneugten der ta baks-inschrij vingen. Misschien is er zelfs wel 'n systeem bedenkbaar, om de geheele menschen-massa tegelijk langs hydraulischen of' pneumatischen weg uit de zaal, over trappen en door gangen, naar de betrokken makelaars-kantoortjes te brengen en, eenmaal daar aange komen, 't menschen-kluwen langs dien zelf den weg zóó compact saam te persen, dat het minimutn-volume wordt bereikt. Dan zal 't totaal-aspect voor den toeschouwer nog belangrijk aan schoonheid winnen,'t gevoel van aaamgeperste gelukzaligheid nog dieper inwerken op de gemoederen der handelende personen. Mocht wat te voorzien is onze tabaks handel zich met de jaren verder uitbreiden, zoodat er verkooplokalen noodig zijn nog ruimer dan Frascati, dan zullen de afstanden, die men door moet hollen, rennen, jagen, racen, zooveel te grooter zijn. In dat geval verdient 't gebruik-maken van trapèzes aan beveling. Met wat oefening kan de tabakiet dan van de eene galerij in 'n ondeelbaar oogenblik overzweven naar die aan den overkant waarbij 'n forsche reuzenzwaai of 'n dubbele saltomortale slechts kan strek ken, om 't imposante van zoo'n luchtsprong aanmerkelijk te verhoogen, wat alweer ten goede komt aan de rénommée, die onzen tabaksveilingen in 't buitenland genieten. Dat enkele tabak-vorsten er nog extrakantoortjes op na houden, waarin zij vluch ten en zich verschansen, zoodra de invasie niet geheel bereikt, de dooden-verlatenheid van de baai tusschen de zwarte kantige rot sen, die als 'n graf zijn. Paris" is wat zwaar van bouw en la Mer du Nord" is weer beter in de uitdrukking van de grauwe regen triest heid der Hollandsche zeekust. Over het werk van Israëls, de stoere ruwknoestige uiting van 'n krachtig gevoeld ge geven, is geen verdere bespreking noodig. Mogen ook niet alle etsen op 't zelfde hoogte punt staan, als geheel staat 't toch stevig . tusschen de lif-lafjes der sentimenteele Fransche werkjes, die het omringen. Elf etsen van dezen meester zijn hier vertegenwoordigd, waaronder De rooker", De visscher" en Kinderen der zee". Allen overbekend. Het werk van Zilcken, die hier met eenige kleine dingen is, vindt z'n voortzetting op de tentoonstelling by Durand-Ruel in de Rue Laffitte (l tot 15 Maart schilderijen en etsen.) Ook dit gladde, geschaafde, werk is voor velen 'n te vaak geziene herhaling van 'tin Holland van tyd tot tyd geëxposeerde. De firma Dürand?Ruel heeft voor goede uitstalling zorg gedragen en in den catalogus schreef de heer Leonce Bénédite 'n voorrede, waarin hy de delicatesse, la grdce et la simplicité" roemt waarmee deze Holland-ir, die 'n vol geling genoemd wordt van Corot en Mauve, zoowel pen als stift hanteert. Even wordt nog aangehaald dat Verlaine, die eenigen tijd Zilckens gast was, opgemerkt had dat Zilcken repondait aussi peu que possible a l'idée qu'on se fait d'un Hollandais". Welk idee of dat was, worit hier niet vermeld.dat zal in 15 jours en Hollande" te vinden zyn. In een zaaltje naast dat, waar dus Zilcken huist op 't moment, wordt 'n tentoonstelling gehouden van werken de Manet, formant la colle,ption Faure". 'n Duidelijk overzicht van dezen groot-meester, geven, doet het niet. Er zijn er van 1856 tot 1882 toe, doch er is te veel opens tusschen om de geregelde evolutie van Manet's werk te volgen. Voor dat werk staande heb ik me alweer met verbazing afgevraagd, wat de menschen van voor dertig jaar toch heeft doen schreeu wen en lachen om dit zoo krachtig-groote en breed gezonde werk. Frisch en helder, klaar en robust van uitingskracht staat het in de tijd van nu, hoog zich heffend boven de veelal rommelige procédés van tegen woordig. Hier zijn uit den eersten tijd de Buveur d'absinthe" (.859) Guittarrero" (1861) beiden doeken van de jongste periode toen hij pris" nog was van Velasques, Greco, Goya en zelfs door de krachtige expressie van Hals. Die donkere rijke toon wordt verfrischt en helderder in de latere werken, als in Lente" (1881), Ie grand canal de Venise" (1875) en de Haven van Bordeaux" (1871), waarin de pure onbezoedelde kleurkracht onwrikbaar gloeit en uitstraalt. En in 't kleine zaaltje zijn die groote werken, als muurvsste standbeelden van 'n breed en machtig willen, de gefixeerde uitingen van 'n sterk omlijnd karakter. Daar weer naast, in 'n lichtenden kleurgloed van schitterende schoonheid, is 'n verzameling werk van Odilon Redon. ledere kleur gloeiend in de kern van z'n eipen wezen, diep er uit op spoelend, zich saam vormend tot symphoniën. Als harp- muziek is Vitrail"; Lisière de bois au printemps" is 'n sonate van groen. Hartstochtelijker laaien de kleuren in z'n bloemen, of droomen saam tot 'n mythe minimum n 111 i i mini lilliin mi der kooplustige bende al te onstuimig wordt, is 'n feit. Maar die versterkte kantoortjes weinig meer dan vluchtheuvels zijn veel te primitief, 't Komt mij voor, dat men aan onze geniale genie-troepen, die in vredes tijd toch tijd genoeg hebben, moet opdra gen, die versterkingen meer in overeenstem ming te brengen met de eischen der moderne krijgswetenschap. De Eegeering mag waar achtig wel wat doen voor onzen bloeienden, allerwege welvaart en heerlijke geuren verbreidenden tabakshandel. Als weder dienst kan Zij dan verzoeken, om bij elke veiling 'n zeker aantal officieren der land macht in Frascati te mogen detacheeren, teneinde die heeren de gelegenheid te geven, zich practisch te oefenen in de taktiek van aanvallen, bestormen, verdediging enz. In 't gewone leven zijn de tabaks-heeren bezadigde, waardige, aanzienlijke kooplie den, voor wie een iegelijk gaarne eerbiedig dopt, omdat zij altijd zoo gedistingeerd en in den vorm optreden en 't aureool van deftigheid en soliditeit zoo uitmuntend weten te bewaren. Maar tijgen zij naar de inschrijving, dan begeven zij zich op 't oorlogspad, naar 't veld van eer, dat slechts bij zeer ho ige uitzondering 'n veld van oneer blijkt te zijn. Daar gaan ze manmoedig strijden voor de handelsbelangen van 't lieve vaderland, welke belangen zeer toevallig?ook hun eisen zijn! Daar, op 't veld van eer, dat slechts bij hooge uitzondering 'n veld van oneer is, p, dat heb 'k al gezegd! brengen zij blijmoedig hun deftigheid, hun bezadigdheid, hun kalmte en hun decorum ten offer. Elke buil, elke schram, elke jasscheur, elke hoed-deuk is 'n wonde, opgeloopen bij de verdediging der hoogste, (dus : handels-)belangen van het zoo dierbare' moederland, en ze zijn er even trotsch op, als 'n soldaat op zijn lidteekens. En met 'n beetje routine kan je 't den, van de veiling huiswaarts keerenden ta bakiet aanzien, hoe de stemming der markt is geweest, ook zonder dat je hem iets vraagt. Hij is 't wandelend marktbericht! Keert hij uit den slag terug onbeschadigd, correct, netjes, deftig dan was de stemming lusteloos",?met weinig zaken". Een in zwijm liggende boord, 'n gedeukte hoed getuigt van vrij goede vraag", van willige stem ming". Maar 't ideaal is 'n blauw oog, 'n paar schrammen, 'n arm in 't verband. Want dat wil zeggen ; hooge prijzen", zeer willige stemming", overgroote kooplust" en prachtige zaken" ... Om te eindigen ik, die de heeren nu aan 't werk heb gezien, wensch ze gaarne 't beste toe, 't allerbeste : twee blauwe oogen, zooveel builen en groen-gele plekken als ze op hun corpus kunnen plaatsen en 'n tot flarden gescheurde garderobe. Wat echter mij persoonlijk betreft.., ik blijf ook in den vervolge toch maar liever m'n tabak uit de tweede hand koopen! l 't 't Is wel wat duurder, maar minder levens gevaarlijk !! I

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl