De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 8 april pagina 3

8 april 1906 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE, A M S TE R D A MM ER W E E K B L A D VOOR NEDERLAND, Ze zijn ver-ktinBt-ipd. Er is in dit opzicht een nanw verband tusschen hun aiterlyk en innerlijk. Want de gevoelens waarvan zij de uiting werden, zijn ook aan de andere zijd* geraakt van het gew-onénormale gevoel; zijn gevoelens van hyperaetthetisclie weaww, van aan nevroze lijdenden, zieninj?en vaa hallucineerenden. De -dichter heeft blijkbaar, Baudelmire, Rollinat en Verlaine met veel voorliefde ge lezen, is geheel onder hun invloed geraakt. Ik noem VërSaine ook erbij, omdat de vorm, in 'e bizonder de modulatie, de opvolging ook van vaak denzelftten klank in verschil lende verbindingen aan hem herinnert. Stel ik als oorsprong van de Duitsche verzen in hoofdzaak de gedachte, de geeste lijke twijfel of overtuiging de Fransche zijn alle aan 't gevoel ontsproten, het product van uiterst-verfijnd sensitivisme, lang niet vrij van gemaaktheid en aanstellerigheid IjbijdenDtiitgclienr>ess;mistdooraüesheen het wat hoofdtaak, de Fransche sensitivist heeft niet gerust voor hij den vorm zijner uitingen zoo precieus mogelijk gefatsoeneerd had. De eerste tracht door gew( on-begrijpe lijke taal ons binnen te leiden in dsn gang van venstands- en gevoels-logica, de andere hult zijn verfijnde voelingen en zieningen in een gewaad van wonderlijke taal, versierd met kabbalistische teekenen, waarvan het meer dan eens niet loont den zin te door gronden. Laat ik na deze poging tot vergelijkend onderscheiden eJk der bundels op zich zelf beschouwen. Das M irtyrium lier L'ebe bevat drie afdeelingen: 1. Die Jugend. 2. Die Leidenscliaft. 3. Preilieit. In het eerste gedeelte geeft de gedichtenrceks de verschillende emoties van het tot volwassenheid naderende kind de allengs krachtiger wordende Ahnun^ van het nog onbekende de ontwakende d'ang tot liefde. Het eerste gedicht in een vrije rylhme, lang niet het minste! getuigt van die Ahnung. Ich war jnng, Und die Welt war jung und so frisch, so [frisch .. . Ueber niir schmetterten die Lercben In goldner Sonnen pracht... Wie weisze Schwüne Segelten die Wolken lm unendlichen Lichteneer, ? Alle Farben badeten sich im Aether Alles sank hinein In diese grosze Symphonie des Lichts und [des Lebens... Frühling! Frühling! We hooren hoe deze ditbyrambe begint met ganscd sommaire aanduidingen, a'leen in den Schwung vaa den rythmns zijn kracht van uitdrukking zoekt. En dit is doorloopend een eigenschap van deze gedichten. Na nog eenige verzen van overgang tot onverklaarbare droefheid komt de kentering: Und aus der Brde schlich zu mir, men lette vooral op: aus der E r d e. Langham schlich sich Ein Duft, Weich, schmeichlerisch, halb süss, halb [tierisch. .. . Drang in meine innersten Fibern, DurchziK-kte mein Gehirn und Gebein, Durchwühlte mich wie mit fremdem [Lebenshauch Und machte mich schaudern All mein Wesen Zerflosz in ihn, J O A C H Y M. Naar het Fransch, van JUI.ES CAVE. Er was besloten een standbeeld op te richten voor den dichter Joachym, die nu twintig jaar geleden, op dertig jarigen leeftijd door een noodlottig toeval was gestorven. Zijn naam meer nog dan zijn werken, «pas bewaard gebleven in den kleinen kring van dichters en kunstenaars, waarvan hij een der te vroeg verdwenen glanspumen had uit gemaakt. De keuze van een beeldhouwer gaf geen aanleiding tot moeilijkheden. Met algemeene stemmen werd besloten het werk op te dr gen aan Jean Foin, die een intiem vriend van Joachym was geweest. Jan Foin wa* een klein, gezet man, joviaal, met borstelig haar, een eindje over de vijftig, een beetje aan stellerig, maar goedhartig en eenvoudig geb'even ondanks zijn succes. Ontroerd en als verjongd door het denk beeld, de trekken van zijn ouden vriend te zullen vereeuwigen, legde Jean Foin in zich zelf de plechtige gelofte af, zijn plicht te doen een meesterstuk te solteppen, meende hij daarmee. Hij begaf zich vol vreugde aan het werk en omringde zich met documenten, oude, verbleekte fotografieën waar niets in zat, onafgewerkte teekeniugen, vluchtige schetsen, onduidelijke amateTtr-fotogralietjes. IJ ij ontdtkle zelfs twee portretten in olieverf, die hem trouwens al heel weinig van dienst konden zijn, want daar zij van verschillende scholen waren, gaven zij twee zeer bepaalde typen te zien, die onderling niet de minste gelijkenis vertoonden. Jean Foiu deed, om die gebrekkige gegevens aan te vullen, een krachtig beroep op zijn geheugen, maar hoe hij ook alle hoekjes van zijn heiinnering doorsnuffelde, er kwam hem niets voor den geest dan een vage gedaante, die op iedereen geleek. Wat vergeten wij toch gauw!"zeide hij in zich zelf. Haar daarenboven hij had als beeldhouwer zooveel gezichten geanaly seerd, zooveel bustes gernodeleerd, zooveel aangeboren leelijkheden en mismaakt heden veranderd en verzacht tot zeer aannemelijke onregelmatigheden, dat het hem eigenlijk niet verwonderde, nu hij onder die honderden gepolijste exemplaren niet datgene terug vond, wat hy noodig had, en dat hem niet anders meer voor den geest kon t reden, dan gebanaliseerd door zijn manier van een ge lijkenis weer te geven; een manier die hij had aangenomen om in den smaak te vallen van amateurs. Hij raadpleegde zijn vrouw. Zij bekeek de teekeningen en foto's lang en aandachtig. Geen der gelijkenissen trof haar. Alleen voor een der olie verf portretten aarzelde zg een oogenblik. Dat zijn zijn oogen," mom pelde zij. Maar toen zij zich tot het andere AH die-Warme, AU die Glut meiner jnngen Seele Wol l te in i h m verschmelzen.... We hebben het tierische" al Vermeld gehoord, en nu wordt, het onbestemde ver langen na nog een tijdperk van de grootste Zartliehkeit" meer en meer duidelijk, tot; Endlich zuckte es durqh meine Seele Wie Schmerz, Anget und doch jubelnd Kin einzig Wort: Das Wei b l Das Weib! Met de rust is het nu gedaan, het oogen blik niet ver meer dat bij de Junge Sünde" leert kennen in haar wildheid, gloe l en kille wreedheid : Munter was er aus gegangen, Kehrte Leim mit blassen Wangen. Zeker z*l zij hem niet voldoen, en het ver langen blijft nasir het wonderbare, dat lokt en dreigt, l et onbeschrijflijke, dat al wat jeugdig i* en warmbloedig, tot benauwens kwelt, dat oogen doet schitteren en zoeken, boezems doet hijgen, dat den zomeinacht tot een zwoele kwelling maakt en den langen dag door leeft in zonnestralen en bloesnengeur. Zeker is liet iets als de zarte Sehnsucht", het siisze Heffen" waarvan de meest idealis tische der Duitsche dichters gezongen heeft, maar tegelijk iets veel fellers dat tot pijniging verworden kan. (S'ot i-olyt.) W. G. VAN NOUHÜYS. Inhoud van Tijdschriften. On:e Eeuw, 4e all.: De kust" van Smaragd, door C. il. Vissering. Briefwisseling van Van den Brink met zijne vrienden, gedurende zijne ballingschap 1844?1851, uitgegeven door mr. S. Muller Fzn.. IV. Oud en nieuw uit Hellas, door prof. dr. K. Kuiper, 111. Nieuwe kunst, door G. F. Ha-peis. Duinsonnetten, door Seerp Anenia. Hegeliaanscihe litteratuur, door prof. dr. j hr. B. 11. C. K. van der Wijck. Onze leestafel. 1)^ XXe Eeuw, 4eafl.: Rembran H, djor L. van Dey.ssel. Is celstraf nog langer geoor loofd en gewenscht ?, door dr. A. Aletrino. Het Gedicht, daor Karel van de Woestijue. Tot een fundamenteele logika, door dr. J. D. Bierens de Haan. Aanteekeningen over Tooneel, door Herm. Ileijermans Jr.?Warhol.l, do jr Adriaan van Oordt. Buitenlandeen staatkundig overzicht, door Chr. Nuijs. De Bew ging, April '(Jti: Over M iziek, geil. door Dans, Cli. M. van Deventer. De kleine Johannes, derde deel, dour Fred. v. Keden. De Telemachus" van Féuélon, door J. Koop man j. Twaalf liederen, door Gi/.a Ritsehl. Indische politiek, door mr. P. Broos-hooft. Boeken, menschen en stroomingen : De kleine Johannes, door Albert Verwey. Boekbeooideeling, door Alex. (Jutteling. De Aieim-e Tijd, N o. 4 : Verzen : Voor het vaandel, door H. Rolar.d Holst. Theorieën over het ttaatsdoel, door G. W. Sannes. Eenige beschouwingen over het collectieve arbeidscontract, door J. v. d. Tempel. De Aestetika van Kant, door II. Roland Holst. Huismans-kiesrecht en kleinbedrijf, door J.r Gerritz. Ken doorloopende misvatting, door Ant. Pannekoek. Blijde inkomst, VI, doo, Herm. Heijermans Jr. Sprekeude cijfers door H. Spiekman.?Nationalistische geschie denisbeschouwing, slot, door V. R Vragen van den dag, afl. 4 : Dr. H. Blink, Het Marokkaansche vraagstuk en de conferentie te Algeciras. Zonnevlekken en klimaats verschijnselen op aarde. Lichtende planten. J. Daalder Dzn., Het eiland Vlieland en zijn NimMMtlMHIIIIIIIIIIimiMIflIIIIMIIIUIIlMIIIMIIIIMIIm portret wendde, begon zij te lachen en vroeg aan haar man of zij hem soms voor den gek hadden gehouden. Wat ben je van plan te doen?'' vroeg zij. Eén van beide," antwoordde hij. Of ik gooi dien heelen rommel op den zolder en maak, zonder mij om de werkelijkheid te bekommeren, een eigenaardigen kop, Hink en krachtig van stijl. Of ik breng, aan de hand van deze armzalige hulpmiddelen, een soort van vage gelijkenis voort, een passepartout, waarin de eerste de beste, die een neus, twee oogen, een voorhoofd en het geijkte aantal ooren heeft, zichzelf kan herkennen." Maar dan zou het Joachym niet zijn ! En dat zou jammer zijn, want hij was heel knap." Dat weet ik waarachtig ook wel. Maar waar moet ik de eigenaardige lijnen vinden, die den kerel mooi maakten! Kijk eens hier wat zeg je van deze teekening. Mij uunkr, dat dit de biste is." Zijn vrouw was het niet met hem eens. Zij gaf de voorkeur aan eenandere teekeuing, die per slot van rekening niet eens een por tret van Joachym bleek te zijn, en Jean Foin slaakte een reeks van verzuchtingen over het onvermogen van vrouwen tot opletten en onthouden. Op een morgen toen zij weer bezig waren al de gebrekkige teekeningen te onderzoekt n en niet elkaar te vergelijken, ging do deur van het atelier open. Hun twintigjarige zoon trad binnen. De bteldhouwfr keek op on slaakte een kreet. Pierre, blijf zóüstaan ! Verroer je niet . . . Kiik eens. Marie." /ijn vrouw keek on zag klaarblijkelijk niets, want zij antwoordde met de grootste kalmte: Wat moet ik zien'.'" Wat ? . . . Wel, je zoon .... on?,pn zoon . . . I'ierr.i O, die vrouwen! En dun zijn er warempel nog, die aan kunst doen!... Kijk dan toch.... dat voorhoofd .. den neus... de wangen.... den vorm van het hoofd... de houding (verroer j o niet. I'iet) in dit licht... 't Is precies Joachym! . . . Zie je dat dan niet? .... Ben je dan hun,i? ' Neen, ik zie het niet," z°ide zij kalm. Bovendien heb ik Joachym alleen met een baard gekend." Dat is waar, en dat is een verontschul diging voor je... Verroer je niet, l'ieire... 't Is merkwaardig! 't Is Joachym, Joachym, toen hij twintig jaar was! Ja, mijn lieve Marie, ik heb wel houder i maal, wel hon derd, iuizerd maal gezegd, dat er geen zes endertig menschenkoppen zijn. Er is er maar n en dat bevat variaties tot in het oneindige. Ik ueem op me, om uit ieder, dien je in:iar wilt, een Caesar, een heilige of een Kavachol te maken. Het hoofd van onzen zoon zal :ne een Joachym leveren, die lang niet alledaagsch zal zijn." Hij schaterde van het lachen, vloekte uit pure blijdschap, nam een handvol leem en, de oogen op zijn zoon gevestigd, met gefronste ?wenkbrauwen, begon hij met liefkoo:ende bewegingen te boetseeren. omgeving. J. W. H. Cordes, Warmte en plantenleven. Een blik op de verspreiding der planten. J. Kuijper, Iets over aarde werk en porcelein. Bibliographie. - Van Maand tot Maand : Overstroomingen in vroe gere tijden in Nederland, door dr. II. Blink. De Aarde en huar Volken, No. 18 : Hoofdblad. In Roemenië, naar het Fransen van Th. Hebbelynck. Bijblad: Naar Bentheim. Borculo en Omstreken. "Per tram over het Noordzeekanaal. Nieuwe verkeerswegen in Drente en nog wat. In een restauratiewagon. De Natuur in ! afl. 3: J. Daalder Dz., Bij het Duinmeer. Herm. Heilbron, O fcr het lichten van kippeneieren. J. van Laar, Op Excursie. Boekbespreking. VOOR DAMES. Meisjesbsnilsl, Op het Internationaal congres in het laatst vaii September te Neuchalel gehouden, waar het dertigjarig bestaan van de Federalion Abolitionniste" werd herdacht, besloot men op een Inteinatioiiaal congres, den handel in blanke slavinnen te bespreken. Dit congres zal worden gehouden te Pai-ijs. Tot het op maken van het program hebben zich onlangs de voor dit doel afgevaardigden te Parijs vereeuigd, en zijn er de 'volgende conclusies genomen : Ue eerste dag was gewijd aan de bespre king van het Siationswerk : zooals men weet, weid dit werk ook hier ter hand genomen. Met liet doel, meisjes die in een vreemde omgeving komen, te vrijwaren voor mislei ding en te 01 derzoeken, of de door haar in Ie nenitn positie werkelijk beantwoordt aan de gedane belofte, worden de uieisjes aan de treinen opgewacht. Dat dit Staüonswerk geen sinecure i?, en degenen die zich daartoe bereid verklaren, meermalen gedwongen zijn met veel geest kracht en volhardingsvermogen op te treden, waar dit uoodig blijkt, bewijzen de vele ge vallen die mij door dames van het Stationswerk zijn meegedeeld. De meisjes meenen over het algemeen, dat, als ze maar eerst in een groote stad zijn aangeland, het overige wel ; al komen. En, wat de ouders betreft: Het is werkelijk, men zou haast zeegen, God geklaagd, zoo lichtzinnig als ze hun kinderen de wijde wereld laten ingaan, zonder zich eerst te vergewissen, wdar ze heengaan. Het is toch hitr in den Haag meermalen in de laatste weken voorgekomen, dat jonge meisjes op het ptrron staan en niet welen, waarheen te gaan. En waren er niet dan brnre menschfn op aarde, dan zou dit nog zoo erg niet zijn. Maar juist op do perruns, vooral tegen het nieuvve kwartaa1, waarop de meisjts meestal in hare diensten gaan, zwermt een bende souteneurs in de buurt van de stations, en dan wee, degent n die niet vast in de seh< enen staan ! Daarom zou het te wenschen zijn, dat het Stationswerk van staats- of gemeentewege werd ondersteund. Immers vél zou kunnen worden gered, wat nu hopeloos verloren gaat; en liet is toch beter te roortomcn dan te trachten te genezen ! Het eerste en tweede voorstel na de boven genoemde bespreking, luidde : Het is niet alleen nuii-iy maar i-nndiij, een Internationaal verdrag te sluiten, om tot samenwerking te komen, en steeds voeling te houden ook met de nationale comité's. UWMHttlnlIlllllmilllllllttltllllMtllltllltlHIttlllllniMIflIIII'MMaM Toen deze eer-te zitting was afgeloopen, zeide hij tot zijn zoon: Dank je we), beste jongen, uu laat ik \e weer vrij." De jonge man liep het atelier door; hij was gekomen om iets te halen, dat hij niet dadelijk vond. Zijn vader volg Ie hem met de oogen, vol verbazing, vol onrust. Ja... dat waren de bewegingen van Joachym, zijn hou ding, zijn liguur, de vorm van zijn beenen, zijn rug! Toen de jonge man ein lelijk had gevonden wat hij zocht, deed hij de deur open om heen te gaan. De beeldhouwer riep hem: Pierre!" PapaV" vroeg de jonge man, zich onikeerende. Het was de stem van Joachym, zijn oogen, zijn glimlach. Neen, niets, mijn jongen, niets. ' Maar toen hij alleen was, vroeg hij zich zelf heftig af. of hij gek was. Jean Foin," zeide hij, ,.je bent een miserabele kerel." Maar toch liep hij naar de deur toe, opende die en riep: Marie!" Hij beefde van top tot teen. Marie kwam haastig aaijloopen. .Je maakt me aan het schrikken." zeide zij. Wat is er'." Niets. Bekijk dit pens/" O! . . . dal is uitstekend !" Wie. is het V ' Wel, Pierre natuurlijk, onze Pierre." Neen. het is Joachym." ..Het k:i;i oijn;(>^e.'ijk heiden tegi'üjk "iir), behalve wanneer je geüjk hebt en onze Pierre <-en riau A krnrii;e i eprodiictie i^ van den twii> titrjarigen .Juacbvm, dien ik nooit heb gekend." '?Marie." Met volkomen ka'mte doorstond zij den blik, ilie trachtte door te dringen tol liaar geweten, die trachtte haar !e doorboren, haar open te scheuren, a's een doos, die men tot eiken prij- \\i! openmaken. Toen wendde zij zie i tut den begonnen kop en zeide, op aanmofdiirciidt n tnon : ..Als j" zoo voortgaat, worjt het een mees ter w t rk." Toen raapie zij een op den grond gevallen kuisen op. ze!i« een tafeltje recht, dat haar zoon van zijn plaa's had geschoven en verliet het atelier, nog altijd mooi door de bevallig heid van haar hou ding en de '.iitverheid van haar lijnen. De beeldhouwer moest zich be dwingen orn haar niet ruw bij de schouders te grijpen, bij het haar, om baar niet . . . Want hij was er nu zeker van, dat Pierre de zooa was van Joachym. Zijn woede ontsnapte, als een stoomwolk door een spleet in een korten sarcastischen lach. Hoe was het mogelijk, dat het twintig jaren had geduurd, voordat d.e oogen hem waren opengegaan. Maar ook, hoe was het mogelijk dat, na twintig jaren van vertrou wen, van vrede en geluk, na twintig jaren te hebben hooren zeggen, dat het kind nu eens op hem, Jean Foin, dan weer op zijn moeder, meestal op beiden tegelijk leek, de oogen van den een, de gelaatsuitdrukking van den Aangenomen met algemeene stemmen. Voorts werden de volgende voorstellen behandeld, die na min of meer levendige discussie werden aangenomen. 1. Het plan te bespreken, op welke wijze de Nationale comité's moeten worden georgani seerd, om het meeste nut te doen. Inforinatiebureaux zijn in de eerste plaats daar toe noodig. 2. Het voorstel om te trachten een over eenkomst te sluiten, met andere woorden, een code" saam te stellen, ingeval er ge telegrafeerd moet worden o in groote kosten te voorkomen. 3. Het voorstel om aan de postdirecties het verzoek te richten geen brieven poste restante' aati te nemen of af te leveren aan minderjarigen. 4. Voorts: Het verbod aan minderja-ige meisjes om verblijf te houden in bordeelen. Het was te verwachten, dit dit vjorstel eens hevigcn tegenstand zou uitlokken bij ce Abütioiiiiisten. immers, werd dit aange nomen, dan zou daarmee, het bestaan van huizen van ontucht zijn, wel niet gewettigd dan toch als iets erkend». Senator Bérenger vond dit voorstel geheel onuoodig, daar reeds door de Fransche code dit verbod werd gegeven. Mevr. Avril ie Sauite Croix vindt dat dit voorstel niet in betiandeliug kan komen op op het congres van 1'JtiO. Zij was van oor deel, dat het verblijf van meerderjarigen, even goed als dat van min /erjarigen, in de bor deelen. bij de uct moest worden verboden; dan zou len de bordeelen vanzelf en daarmee de handel in blanke slavinnen voor goei ver dwijnen ! Het debat duurde lang en was, evenals op het congres te Luik orerditonderv:eri>,rrij Itejtig. Het was ook hier wetr de heer llonnorat, die met dit voorstel aankwam als met een klein doekje om een hevg bloidin te stelpen! Het vooifctel werd v er nor pen met zeven tegen drie stemmen. De volgende discussie handel Ie over het toezicht houden op de impressario's, bij het engageeren van minderj irigen. Hieriegeu werd het ten t n ander te berde gebracht. Aangenomen met eenige wijziging. Twee voorstellen die uu volgden werden verworpen. Het laatste waf dan ook iets zeer gevaarlijks, namelijk het toekenn-n van een premie aan spoornegambtenaren voor het aanhouden van souteneurs of deg< nen die zij daarvoor houden. Mevrouw Avril de S dnte Croix wil gaarne op het aan-taand congres de vraag aan de orde gesteld zien : Is de regiementeering van de prostitutie, scha lelijk of be\o d -rlijk geweest voor den handel in blanke slavinnen? Mr. Bérenger vindi het gevaarlijk om deze quesiie ter tafel te brengen. Me/r. Avril zegt d:i irop, dat men de ge varen aan de staii >ns dis plantsbJreaux en verliuurk.tnioren breed heeft uitgemeten, maar tU; (jticxiiiiii b ''il.tiiilr. Siet-ds onbesproken laat. Zij vul die zaak nu op het congres onpar tijdig zien behandeld. Ik weet wel, dat mevr. Avril die zsak der regiementeering aan ne orde zal willen stellen op het i.'ongres te Parijs,'' zegt Senater Bérenger. Miar dat wil hij niet. Hij vreest, dat als die q lestie weer Ier sprake komt, dit dis'iarmome teweeg zal brengen en scliide doen aan de zaak waarom men samenkomt : Het tegengaan van deti blanke slavinnenhandel. Mevrou.v Avril herneemt dairop, dat, hot struisvogelpolitiek i-, uu een zaak te bespre ken, en steeds been te draaien 0:11 de kern van het kwaad. Zj wekt de afgevaardigden llllllllflMKIIlllllltllllHmilnUIIIIIHtllNlllllllmlIHIMHMtl van andere landen op, met haar opinie mee te gaan. Die van Italië, Belgiëen Holland onder steunen het voorsteF van mevrouw Avril de Sainte Croix. En toen kwam de bekende Ferdinand Dreyfhs, die wij te Luik met zooveel over tuigingskracht hoorden1 spreken, en ze'de, dat het hem leed deed het niet eens te zijn met zijn president. Maar dat hij de zijde koos van mevr. Avril, en dus de questie wel degelijk 40 cents per regel. miiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiMiiiHliiiiltiiitiimiiiiiimiiiiiiiiiiliMfii ander terwijl de herinnering aan Joachym, den huisvriend, van dag tot dag metr vtrbleekte en er nooit eenig wantrouwen in hem had bestaan, hoe was het mogelijk, wat was de aanleiding ertoe geweest, dat zulk een belachelijke en laaghartige veron derstelling in hem was opgekomen '.' K:i nog op dit oonenklik. terwijl zijn hart ineen kromp, zeide de beeldhouwer tot zic;izelven, dat hij zich kon, dat hij zich moest vergissen, dat hij zich vergiste. Ondanks alles werkte hij doar aan de buste, maar van tijd tot tijd overviel hij zijn vrouw met allerlei zorgvuldig voorbereide vragen. Hij bemerkte dut zij niet de minste herinneni g aan de gelaatstrekken van Juachym had gelioud-n, dat zij niet precies meer wist, welke kleur zijn oogen haddt-n gehad. En zij liegt niet," dacht de beeldhouwer, zij hèft werkelijk vergeten. Zij liegt niet, maar zij heeft gelogen, want haar zoon i; niet mijn zoon."' | By elke zitting nam die overtuiging meer ! zekerheid aan. Hij vond in Pierre het mooie j voorhoofd van Joachym terug, zijn lijn ge| vormden neus. zijn lachenden mond, en iels. dat het laatste spoor van iwijfel wt-gnam een kieihe misvorming van de oiülerkaak. Op een daar werd hij, in tegenwoordigheid j l van Pierre, die vuor liein poseerde, en van | zijn vrouw, die zat toe te kijken, zoo over| weUlig.l door de waarheid, dat hij zijn beitel i neci wierp, /ijn huod oj>nam en \ luchtte, Op straat gekomen, liep hij rtcht uit, recht aan. al* een l;o_'el, die iets zoekt om Ie ver uit len. Telkens eti telkens weer zeide hij tot zichzelf: ..Marie heeft je bedrogen. Maiie, j die je zoo hebt liefgehad, heeft zich aaneen j ander gegeven! Joachym, van \\ien je ais van een broeder hebt geliouden, heeft je bedro gen ! .,.Je zoon of liever Pierre, die arrre jongen, bedritgt je ook, omdat hij je zijn ! vader noe-nt '." i t:ren lang bleef hij rondloopen. Hij door kruiste liU'f Parijs, de /'iiibiiiinjf, de buiten wijken, Uilihu hij ten slotte uitgeput eigens op een bank neerviel en in snikken tiilbaistte. En hij ging voort tot zichzelf te spreken: Daar z't je nu te huilen, arme Jean, jij, een man, die al grijs wordt, zit te huilen als j een klein kind. Niets dan zenuwen! Huil maar toe, als je liet niet kunt laten, maar verandert dat iets aan de zaak?' Pierre was niet zijn zoon, dat was zeker. Maar zou hij. zelfs op dit, oogenblik zich van hem kunnen losmaken. Zuil hij het kunnen laten, dien fdelmoeuigen, hartelijken. (linken jongen lief te hebben'.'... En Marie! die valsche, leugenachtige Marie, die hem per slot van rekenins toch al die twintig jaren teeder had liefgehad, die hem bad gesteund door haar moed, door haar trouwe zorgen, door haar opgewektheid, zou hij Ann nu van haar kunnen scheiden? Zou hij de kracht hebben, haar haar zonde voor de voeten te werpen? Waartoe zou het die nen!... Tijd en onwetendheid waren tot Cailler Ft J USTE Gedeponeerd. Filialen: SPUI 25, VAN WOUSTRAAT 9. Depots: v. Baerlestraat 38, Joh. Verhnlststraat 105, Ferd. Bolstraat 4, Weesperzijdn 74, Plantage Kerklaan 15, Tilannsstraat 83, V on Zesenstraat 29,Watergraafsmeer : Breedeweg L Ie Helmersstr, 201, Ie Const. Huygensstr. 92, de Clercqstraat 8, Nassankade 304a, Marnixstraat 257, Haarl.dijk 20, 2e Tuind warsstraat 2. Victoiriawaf OBEHLAHNSTEIf c h t y ic t ' r i a w a t e, OBERLAHNSTEIN. BOUWT te mmnu o/d. VELUWE, Inlicht, b,d. Vereeniging- Kari'oren voor Vaste Goederen in NedirlanJte Nunspeet. medeplichtigen van de rni'daad geworden. Dat was een zegen. En, hij wUt zeil nitt, hoe het kwam, maar hij moest zich zeif be kennen, dat hij hen meer dan. ooit lief had, die twee, moeder en zoon, die hem hadden kunnen ontsnappen!... En wat Joacliyin betreft, JoucKym, die z< o totaal door Marie, was vergelen. ? die H as niets meer dan een hoopje beenderen, reeds half vermengd met de aarde! Wie weet welke oogenblikkelijke opwinding, welke kort stondige dwaasheid hen liad doen bezwijken? En hij, Jean Foin, zou hij in zijn plaat s mis schien niet hetzelfde hebben gedaan, wat de dichter had gedaan? O! die slechtaards, die huichelaars," mom pelde hij. die niet in staat zijn uit te wis sehen, Ie vergeven, te begrijpen!... en dan nog wat voor waarde heelt een overtui ging, een waarschijnlijkheid? Kon hij zich niet vergissen?'' Toen hij, laat in den avond, eindelijk thuis kwam, vond hij Pierre half gek van onge rustheid, Marie doodsbleek. Zij wierpen zich in zijn armen en hij hield hen langen tijd tegen zijn hart gedrukt, beurtelings de beide dierbare hoofden kussend. Kn laat ons nu paan eten," riep hij uit. Ik heb honger. En wat Joachym betreft, ("if ik ben maar een brekeb-en, of hij krijgt een pronkstuk van een bu.-te, n.et mijn naam ori'ierteekend ! ' Hij was geen brekebeen. Do buste werd uts buiter)g"vioons. _\ie u;uxl had Jean Kom in slaat geacht tot het scheppen van zoo'ri meesterwerk. Op den dag van de inwijding keek hij vol bewondering voor zich ztlf. zijn kunstwerk, dat in zijn maagdelijk wit straalde tusschen liet groen van een plantsoen. De buste was in zijn oogen niets anders meer dan de beeltenis van Pierre, van zijn zoon, ja, ;(//i Z'i'~m ! \Vaut de marmeren kop, zoo vol leven, jeugd en vuur, stond door dien enkelen trek mei r ia verband met het gelaat VAII Joachym. Trouwens, dit was de alyemeei e indruk. niemand herkende den dichter. Jean Foin ademde vol vreugde en genot de geurt-u van hoornen en bloemen in. Maar daar hoorde hij raist zich eer. dunne vrouwenstem. twee bevende harden grepen en drukten de zijne. Ib t. was de oude dienstbode van de familie Juachym die voor de plechtigheid was overgekomen en die dt n dichter van klein kind af bad gekend, heai had verzorgd en groot gebracht en ten s'oUe begraven. En de dunne oude stem, half verstikt door tranen, zeide : Hij is het... hij is het.. , 't Is, alsof bij leeft, alsof ik hem hoor spreken ... O, mijnlieer, wat ben ik u dankbaar dat u hebt ge maakt, dat ik hem nog eens in mijn leven heb weer gezien ! Hij hield zooveel van u!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl