De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 8 april pagina 5

8 april 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1502 DE A M S T E il D A M M E R WEEKBLAD VOOR N E D E R L A N D. IKAGGI's Soepen in tabletten, merk Krui s ster, matten het mogelijk om in deii kortst mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts met water, voortreffelijke kraehtige soepen klaar te maken. Per tahlet voor 2 flinke borden Fransclie soppen 10 Ct. Pikante soepen 13 IMAGGI's Bouillon-Capsules, merk Krtiisster, geven doen- oplossing in kokend water oogenblikkelijk een vooitreffelijken voor het gebruik gereed zijn den bouillon. Per enjisule voor 2 koppen ( onsunimé(extra uterk vlce^elinat xouder vet) 12 Ct. I'ouillon (vlcesdmnt met vet) . 9 ? AfiBI's Aroma, merk Kruisster, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Verkrijgbaar in flacons vanaf 30 Ct. iilliliimlimiiiiiii op het program van het aanstaand congres wil zien. Duitschland verklaart zich er nu óók voor. Bérenger blijft bij zijn tegenstand, waarop mevr. Avril nogmaals verzekert dat zij yeen disharmonie, maar waarheid en licht wenscht. Er wordt tot stemming overgegaan, en met algemeene stemmen, behalve die van senator .Kérenger, wordt het voorstel aangenomen. We zullen dus in Parijs op het Internatio naal Congres in 1906 een herhaling kragen van hetgeen we in het afgeloopeu jaar in Luik hebben bijgewoond, toen, na een heftige discussie over hetzelfde onderwerp, met 34 tegen 29 stemmen, de voorstanders der afschaffing der reglemtnteering overwonnen. Toen bekende de heer Honnorat volmon dig-: Je suis battu I" Maar de heer Pierson en de getrouwrar die gedurende de discussies aan zijn zijde hadden gestaan, zagen iets van het door breken van een lichtstraal, die een eind zal maken aan den langen nacht. Langer dan 4000 jaar is de handel in Manke slavinnen reeds in zwang, en vele naties hebben in hun wetboek geen enkel artikel, dat he.t verkwanselen van meisjes strafbaar stelt. En toch worden er jaarlijks, ja, ik meen, gerust te kunnen zeggen, wekelijks duizende meisjes door die handelaren in menschenvleesch, onder allerlei schoonschijnende be loften der ontucht ten prooi gevoerd. Men zegt wel eens, dat het nut van con gressen zeer problematisch is. Maar al worden er geen directe resultaten verkregen, de oogen van velen, worden er door geopend en de wonde plekken in de maatschappij ontbloot. Moge het te houden congres in Parijs, de uitwerking hebben, dat velen zich wat mér dan voorheen, met ernst afvragen: Ben ik niet mijns broeders hoeder?" Dan zal zeker ook dit congres goede vruchten dragen in de toekomst. H. VAN DE MOER Nachtarbeid van Yroawen. Schrede voor schrede, langzaam, maar in de laatste jaren toch merkbaar, gaat de inrichting onzer arbeids-inspectie zich uit breiden. De dezer dagen verschenen verslagen der negen arbeids-inspectiën over 1903 en 1904 geven daarvan een goed getuigenis. Van twee-jaar tot twee-jaar winnen deze ver slagen aan belangrijkheid, door de rapporten van stelselmatige onderzoeking van een of meer bepaalde onderdeelen (dezen keer de kinderarbeid en de arbeid der steenhouwers), en door meer intensieve opnemingen, waar toe de inspectie, door de vermeerdering van personeel, in staat wordt gesteld. Voor het eerst is thans aan de verslagen toegevoegd een interessant rapport van den medischen adviseur bij de arbeids-inspectie, den heer dr. E. Wintgens, welke functie, ingesteld bij Kon. besluit dd. 18 Maart 1903, op l April 1903 door genoemden heer werd aanvaard. Bedoeld rapport bevat in de eerste plaats een hoofdstuk, gewijd aan het onderzoek naar den physieken toestand der vrouwen, die des nachts werken in de haringrookerijen. Men kent de geschiedenis der speetwet" van dr. Kuyper, die in de politiek zooveel stof heeft opgejaagd. Een der bepalingen UIT DE NATUUEl CLVIII. Vogeltrek. Wat ik schreef in 't voorvorige opstel, van . Zaterdag den 24sten Maart: Van de week komt 't eerste zangvogeltje uit het zuiden bij ons terug," dat is nog net uitgekomen. Den 28e kreeg ik 't eerste bericht uit Bussum, dat de tjiftjaf gezien was; Donderdag den dag er op, dat hij weer gehoord werd; ook in Naarden, Haarlem, den Haag; Zater dagmorgen vroeg in Tiel en Geldermalsen, dienzelfden dag ook op de Oosterbegraafplaats en op Eozenburg by Amsterdam. Precies op denzelfden dag is het vogeltje ook verleden jaar bij ons uit zijn winter kwartier teruggekomen. De koude in het laatst van Maart heeft er blijkbaar niet den minsten invloed op gehad; wat wel te voor zien en te verklaren was. Zoo gaat het elk jaar, en wij zijn dat zoo gewoon, dat ons het raadselachtige, het won derlijke van dit natuurverschijnsel niet meer treft. Toch is het nog niet gelukt een alles zins voldoende verklaring van den vogeltrek te vinden. Dat de hoofdoorzaak zou zyn: gebrek aan voedsel, gelooft niemand meer; vele vogels vertrekken als hun gewone voed sel juist het overvloedigst is. Als waarschijnlijk wordt aangenomen, dat de vogels eens alle standvogels geweest zijn, voor een bepaalde streek; dat ze langzamer hand teruggedreven werden uit hun woon plaatsen door de vergletschering van ons werelddeel; en dat zij sedert het terugtrek ken van 't ys en met het steeds zachter worden van onze winters, weer opdringen uit het Zuiden en Zuid-Oosten. Sommigen meenen uit dit verschijnsel te kunnen opmaken, dat Europa weer een sub tropisch klimaat tegemoet gaat, zooals het als in den tertiairtijd had. Een heel mooi boek is verleden jaar verschenen over dezen vogeltrek ; het heet: H anderzuy der Vogel; ron ffans Duncker. Preisichrifl der Putschi-Labarre. Stifftung zu Göttingen. Op heldere en wetenschappelijke wijze worden in dit degelyk werk de gegevens verzameld en beoordeeld, die tot nu toe eeuig licht hebben geworpen op de zoo duistere oorzaken van het trekken der vogels. Duister .«vooral omdat die oorzaken ongetwijfeld (Jrwerkten in lang vervlogen tijden, toen ons werelddeeel nog niet door menschen werd bewoond. Net als bij vele raadselen op natuurhisto risch terrein, zijn de eerste pogingen tot ver klaring al door Aristoteles gedaan. Die onge looflijk knappe Griek, steunde ten minste op eigen waarneming en verhalen van anderen. van de speetwet (art. 8) geeft aan, dat de ondernemer eener haringrookerij, die vrou wen des nachts haring laat speeten, in het bezit moet zijn eener geneeskundige ver klaring, niet ouder dan n jaar, waaruit blijkt, dat die vrouw zonder schade voor hare gezondheid, des nachts kan speten. De medische adviseur bezocht, voor het daartoe noodige onderzoek, achtereenvol gens de gemeenten Huizen, Monnikendam, Ransdorp, Bunschoten, 't Bildt, Harlingen, Kampen en Stad Vollenhoven, later ook Barradeel. Als regel werd gesteld, dat vrouwen, die 6 maanden zwanger waren, niet zouden worden toegelaten. Verder werden in aan merking genomen, als eventueele reden voor weigering: verschijnselen van tuber?* culose, verstoorde menstruatie, en voor gehuwde vrouwen de zogingsperiode. Verder werden 16 jaar en 65 jaar als leeftijdsgrens gesteld. In 1903 werden in de genoemde gemeenten 432 vrouwen onderzocht. Daarvan waren 10 beneden 16 jaar, en werden er 17 afge wezen, nl. 9 wegens hoogen leeftijd, 5 wegens zwangerschap, 2 wegens chlorose en l wegens lichamelijke afwijkingen. ^In 1904 werden onderzocht 393 vrouwen. Van deze waren er 8 te jong en werden er 14 afgewezen. Onder dezen, voor zoover de ongehuwden, was er een meisje van 17 jaar, dat afgewezen werd wegens orga nisch hartgebrek, n meisje van 16 jaar wegens algemeene lichaamszwakte, en n meisje wegens chlorose. Van de gehuwde vrouwen werd er n afgewezen wegens bloedarmoede. Aan 6 vrouwen werd een verklaring geweigerd, omdat ze in de zoogperiode verkeerden. Bedrijfsziekten van eenigen omvang werden onder de haringspeetsters niet aan getroffen, evenmin gevallen van tuberculose. Tevens werd nagegaan, hoe het met de kindersterfte gesteld is in de gezinnen, waar de moeders nachtarbeid verrichten." Daartoe werd met betrekking tot de vrou wen, die zich in 1904 ter keuring aanboden, aanteekening gehouden, die leidde tot het volgende resultaat. Ten slotte wordt nog gewezen op her. be/waar, dat in de meeste gevallen hei onderzook dei- vrouwen moet plaats vinden in de huiskamer van den patroon, wal. tot allerlei ongerief' aanleiding geeft, eu wordt er aangedrongen op het beschikbaar stellen van een lokaal voor dit doel. Een geheel verbod van nachtarbeid schijnt, hoewel het aan de bezitster eener rookerij te Kampen zeer wel mogelijk voorkwam, aan den medischen adviseur vooralsnog onuitvoerbaar. S. Gemeenten. : fe v laaf ': 'S ? =. Aantal overleden ':<\ . 'f -ta<= , - , : -a ^ p ^ kinderen. : fcjj « ju Huizen ... Monnikendam Kansdnrp .... Bunschoten. . . 't Bil.lt Ilarlini^en. . . . Kampen ... . Stad V?llenh. Barradeel .... 61 35 7 41 2 6 8 14 9 183 255 230 57 20D ry 32 54 85 SM 59 70 22 43 2 17 20 2 '1 5 953 :261 p( t. = 23,12 = 30,44 = 38,60 -.= 21,50 = 28,57 - 53,12 = 37,04 = 2:,06 = 15,05 ^ 5 19 2 2 4 8 2 = 27,39 ; 42 Van de overledenen waren er 17 boven den leeftijd van 5 jaren. De medische adviseur noemt deze cijfers ongunstig, eu motiveert dit uitvoerig door statistisch-weten scha p pel ij k vergelijkingen. Maar deze ongunstige verhouding wordt door hem meer toegeschreven aan gebrek aan welstand in 't algemeen dan aan den nachtarbeid in de haring-rookerijen. Dan komt Plinius, de groote Romeinsche com pilator met een massa feiten. Later wordt het een gissen en bespiegelen zonder slot of zin, het middeleeuwsche bij geloof bemoeit er zich mee en dat behoeft geen grond van feiten. Eerst in onze BanfleloozelMra! Nog niet zoo heel lang geleden, kon men in de Amsterdamsche bladen verschillende jeremiades lezen over de verdorvenheid der Amsterdamsche jeugd en waren de klachten zoo ernstig en menigvuldig, dat de hoofd commissaris genoodzaakt weid z'n agenten verscherpte instructies te geven opdat ein delijk eens paal en perk gesteld zou worden aan het woeste optreden der kinderen uit de volksklasse. De Amsterdamsche straatjeugd heeft dan ook een ongunstige reputatie en staat als bandeloos bekend. Of de jongens en meisjes uit de volksbuurten inderdaad wel zoo slecht zijn als zij staan aangeschreven ? Ik voor mij ben sinds gisteren daaraan zeer ernstig gaan twijfelen. En wel hierdoor: Ik heb gisteren (Zondagmiddag l April) het door de Maatschappij de Volharding" georga niseerde kinder-concert in het Paleis voor Volksvlijt bijgewoond, waar meer dan 3000 kinderen uit de Amsterdamsche volksklasse bijeengekomen waren om het kinderkoor onder leiding van mevrouw Hopman-Kwast te hooren Het gedrag dier kleine dreumissen was zóó voorbeeldig, dat het een bijeenkomst van ouderen tot voorbeeld kan dienen. En dat zonder commissarissen van orde in zoo'n ruime zaal en van kinderen waarvan de overgroote meerderheid zonder geleide was. Zijn dat nu die woeste Amsterdamsche kinderen, dacht ik en velen'met mij zullen dan zeker verbaasd gestaan hebben over hun gedrag dat zoo gunstig afstak bij dat op straat. Zou er niets uit te leeren vallen ? Ik voor mij meen dit: dat de kinderen au fond niet slecht zijn, maar afleiding noodig hebben. A. M. REEKS. Het Huwelijk. Wenken en Raadgevingen voor volwassenen, voornamelijk voor verloofden en gehuwden. Naar de vijfde Duitsche uitgave, J. C. Dalmeijer. Amsterdam. Groot is het aantal geschriften, dat in den laatsten tijd verschenen is met het doel. onervarenen over bepaalde verrichtingen van het menschelijk lichaam dn te lichten. In Het Huwelijk" wordt op inderdaad prijzenswaardige wijze het teere onderwerp behandeld. Geschreven voor katholieken vin den dezen er een menigte kerkelijke regelen bij verloving en huwelijk in, terwijl in de eerste hoofdstukken hun antwoord gegeven wordt op menige vraag, die eenmaal wellicht hun kinderen hen zullen stellen. Te voor komen dan anderen op hunne manier den kinderen daarop het antwoord geven, is het vogels; een der natuurkundige verhandelin gen van de Hollandsche Maatschappij voor de Wetenschappen te Haarlem. Dunker legt in zijn studie den nadruk op de hoofdvraag: Hoe trekken de vogels." Om daarna uit de gegevens die als een antwoord De dikke lijnen duiden de hoofd vegen De zijwegen langs de kleinere rivieren zijn kritische eeuw komt er weer een schijn van licht en waarheid in de studie van den vogeltrek. Prettig doet het ons aan, dat de eerste ernstige onderzoeker die in Punker'? studie wordt genoemd, onze Schlegel is. Deze schreef in 1828 zijn : Verhandeling over het trekken aan, die de meeste trekvogels kiezen. niet aangegeven, (l'it Punker, W aii'icrz'uy). op deze vraag kunnen gelden, naar het waarom" te zoeken. Sctilegel maakte uit tallooze berichten en uit opgaven in serieuze rcisbesohrij vingen op, dat on/.e trekvogels in Zuid West Aziëen in Afrika overwinteren. Pat klinkt on? nu zoo ge woon in de ooren of het altijd met wetentioe! van ti'ivi'iigeiKKMnd \verkje, <ïal zijn \ve;_' zeei zeker v, e! zai vindei'. II H. a i i e ui. G. A. OOTMAK. ndn koningin vafn Spanje. 's Levens cirkelgang. Miss Etla Wheeler KV cox. Olija Nethersole. Thans is aan de orde de uitzet van prinses Victoria Eugénie van Battenberg, aanstaande echtgenoote van Alfonsus XIII van Spanje. Over dien uitzet wordt heel wat gesproken en geschreven. Prinses Ena is verontwaardigd over het aanbod van sommige grands couturiers" gratis voor haar te werken. De aanstaande Spaansche souvereine is trotsch, in dit opzicht past zij goed bij haar toekomstige, hooghartige landgenooten, zij wil niet, dat iemand kosteloos aan haar uitzet zal werktn, en zegt: Ik bedank er voor, als pronkerige reclame te dienen voor hun modemagazijnen," Daarbij maakt dit quasi-vriendelijke aanbod de prinses ook boos, omdat zij van oordeel is, dat haar finantiën, bescheiden voor een vorsten kind, ? niet door leveranciers behoeven gewikt en gewogen te worden. Voor haar linnen, hoeden en laarzen zijn bestellingen gedaan aan Engelsche huizen, die sedert jaar en dag aan Ena's moeder prinses Henry van Battenberg hebben geleverd. Parijs zal een aantal witte en zachtgetiate diner- en soiree-toiletten leveren. Het bruidskleed wordt in het land van den overgelukkigen Alfonso XIII gemaakt. Ier land is begunstigd met een vorstelijke bestel ling kantwerk. In de corbeille der vorstelijke bruid zullen de prachtige kanten prijken, die haar moeder bij gelegenheid van haar huwelijk ten ge schenke ontving van koningin Victoria. Lang heeft Ena's moeder gewacht en geweifeld, vóór zij aan prins Battenberg haar hand reikte. Zij was de promise" van prins Louis Napoléon. Toen in Zululand veel Engelsche oilicieren waren gesneuveld, riep de eenige zoon van Napoleon III en keizerin Kugénie: Dat bloed moet ik gaan wreken." Hij liet er zelf het leven, en de arme, Engelsche prinses mengde haar tranen met die van de diepbedroefde moeder. Beide vrouwen bleven onafscheide ijke vriendinnen. Geeu wonder dat de ex-keizerin peet wilde zijn van een der kinderen van haar, die zij in den geest reeds als schoondochter had begroet. Prinses Ena hecht in den regel wel aan haar toilet, maar op 't oogenblik houdt zij zich met gewichtiger dingen bezig. In dezen ernstigen Paaschtijd widt zij vele uren aan bidden, vasten en overpeinzing. Zij wil de nieuwe geloofsleer, door haar beleden, in de puntjes leeren kennen. Trouw wil zij de plichten nakomen die de Katholieke Kerk oplegt. Overigens is zij diuk bezig met het aanleeren der Spaansche taal. Waarlijk, prinses Ena doet haar best. op een wijze, die sym pathie verdient. Een degelijk opgevoede burgermansdochter zou niet meer ernst en ijver aan den dag kunnen leggen, dan deze aanstaande koningin. * * # Zou het waar zijn?! Zouden wij een generatie krijgen, die bij voorkeur thuis blijft9 Is werkelijk in aan tocht een geslacht van mannen en vrouwen, die niet altijd hun genoegens buitenshuis zoeken ? Een geslacht van rustige menschenschappelijke zekerheid bekend is geweest. Ook gaf Schlegel al eenige hypothesen over de trekwegen, de, hoofdstraten" d e de vogels volgen; maar daartoe had hij veel te weinig gegevens. Over de snelheid waarmede, en de hoogte, waarop vogels trekken, spreekt hij weinig; ook niet over 't trekken bij dag of nacht, vóór of tegen den wind, en over nog zoo vele bijkomende zaken zegt Schlegel nog niet veel zakelij ks. Pat is al veel beter gedaan door den be roemden ouden Brehin, een uitnemend vogel kenner en tijdgenoot van Schlesjel. Eerst na deze twee is men begonnen met te doen wat allereerst noodig is: het optee kenen der data van de aankomst en het ver trekt der verschillende soorten op tal van plaatsen door vo,leerde vogclkundigen. Zulke uitgebreide vogel-dagboeken zijn er in de tweede helft van de negentiende eeuw ontstaan. Op Helgoland, de klassieke verzamelplaats van de vogels en vogelkermers zijn de meeste gegevens verzameld, eerst door Naumau, later door Gatke; twee namen die ieder vogel vriend tegenwoordig kent. In deu laatsten tijd is er een nieuw station bijgekomen, te Koisitten, op de Kurische Nehruiig, waar hieneman de wacht heeft betrokken en 't vogel grootboek houdt. Dat zijn er maar enkele van de vele oruithologen, die tegenwoordig over de heele wereld in Amerika, Europa, in Siberiëen in Japan bezig x.ijn te noteereu, ie combiiieerrn en zoo mogelijk te concludeeren. Zoo is't er al met ct-nige zekerheid aan te geven, niet alleen wanneer, maar ook al ongeveer waar heen drf vogels trekken. Zeker is 't nu wel dat bepaalde wegen gevolgd worden, waarop niet een niet zeer breed front de meeste vogels in ongelooflijke massa opeengedrongen jaar op jaar doortrekken in de hoofdrichting Noord-Oost naar /ui l-West en omgekeerd. Niet voor elke vogelsoort behoeft de weg gezocht te worden, daar dikwijls vele sterk uiteeiiloopende soorten tezamen trekken. Ook is de tciugwcg niet steeds de/elfde als de heenreis; iu 't algemeen kan een hoofdrich ting worden aangegeven; allerlei bijzaken, verschillende naar de soorten en broedplaat sen, veroorzaken afwijkingenBeter dan een uittreksel uit de lijsten geeft bijgaand kaartje, een deel van die uit Duncker's boek, eenig idee van de ligging der trek wegen. (Volgens dit kaartje gaan urne ooie vaars niet naar Egypte., De schrijver helt over tot de meening, dat de trekwegen tevens zijn de wegen, waarlangs de vogels uit het Zuiden vroeger hun broedgebied naar h t Noorden uitbreidden en nog steeds langza merhand uitbreiden. kinderen, die niet meer iu vliegende vaart langs 's heeren wegen snorren ? Zai er meer tijd en lust gevonden worden, voor het aankweeken van huiselijkheid, be minnelijke, huiselijke deugden? Zal waarlijk aan la poésie du foyer een bescheiden plaatsje worden gegund, op het schreeuwerige, bonte, hedondaagsche levens-programma?. .. De tijd zal 't openbaren. Teekenen, verblijdende teekenen des tijds zijn: Het zoeken naar stille, afgezonderde plekjes, om vacantie-tijden door-te-brengen. Dorpen, niet gelegen aan spoor, boot of tram, komen het meest in aanmerking bij tallooze vermoeide, naar rust snakkende menschen. Een aantal bezitters van auto's, schaffen hun nieuwerwetsch voertuig af. Mannen on dervonden de nadeelige gevolgen van het weinige loopen; vrouwen krijgen genoeg van de tuf-tufs, omdat haar zenuwen, haar teint, haar longen en haar kapsel het op den-duur te kwaad krijgen op die herhaalde automo biel-tochten. ' Een tijd lang was het rijwiel het gelief koosd vervoermiddel du monde qui s'amuse. Thans is het een zóó vulgair instrument, dat de upper ten er hun gevoelige neuzen voor optrekken. De auto-woede is aan 't luwen. Heeft haar glanspunt waarschijnlijk gehad. Voor eigenaars van auto's, is het ook wel een ietsje pijnlijk, dat er tegenwoordig zoo veel huur-spullen geurend en razend langs den weg snorren. In Parijs wijdt men hoegenaamd geen aan dacht meer aan de keurige en sierlijke tuftufs, suizend langs boulevards en door het Bois-de-Boulogne. Tóch herinner ik mij uit stekend, dat in den winter van 1892, de Parijzenaars als hazenjdoor de straten renden, zoodra zij in de verte een automobiel speur den, dat zij niet uitgekeken waren aan de nieuwigheid en elkaar in blijde opgewonden heid toeriepen: VoilA un cheval qui ne mange pas!" Zullen de mensuhen thans, moe, over spannen en zenuw-zwak aan den huiseljjken haard rust zoeken? Zullen zij kalmte en rust vinden en die genieten? of, zullen zij hun kerend uitkijken naar een aanzwevende, prak tische vlieg machine? # * # Ella Wheeler Wilcox wordt door de Daily Chroni.cle genoemd en geroemd als de meest populaire schrijfster van de Vereenigde Staten. Haar jongste werk De vrouw van de wereld", in briefvorm geschreven, wordt aan alle vrouwen dringend ter lezing aanbevolen. In De vrouw van de wereld" worden door Ella Wheeler Wilcox alle mogelijke, maat schappelijke vraagstukken behandeld. Behandeld'. Natuurlijk. Niet opgelost. Wie zou dit vermogen te doen? De betoogtrant dezer Amerikaansche schrijfster is eenvoudig, klaar en sierlijk. Dat zij personen en zaken niet altijd met den zwarten bril beziet, zon reeds aanleiding kunnen zijn, grif naar haar brieven te grijpen. * * *? De tooneelspeelster Olga Nethersole is voornemens het tooneel te verlaten, om in de geneeskunde te gaan studeeren. Dit plan is niet plotseling bij haar opaekomen. Olga Nethersole heeft er reeds langen tijd over gedacht, maar de mogelijke uitvoering van haar studeerplan staat misschien wel in ver band met het feit, dat zij in Amerika niet die warme ontvangst genoot die zij zich had voorgesteld. CAPRICE. Dat rivierdalen en zeekusten de hoofd richting bepalen, blijkt dadelijk uit de kaart. Hooge gebergten worden door de lijnen niet doorsneden. Komen door storm of andere oorzaken trekvogels voor hooge gebergten, zooals de Alpen, dan zijn ze meestal verloren. Verleden jaar nog hebben dierenvrienden in Zwitserland honderden zwaluwen, die dood-op aan de Noordzijde der Hoog-Alpen aankwa men, gered, door ze in te pakken en met den trein door de tunnels te verzenden. (Jahrbuch für Vogelfreunde. Dresden 1906.) Dit enkele geval bewijst nog niet, dat zwa luwen en nog minder dat alle vogels niet bijzonder hoog vliegen bij het trekken. Vol komen zekere opgaven over de hoogte van den vogeltrek zijn er nog niet veel; maar uit allerlei omstandigheden en op grond van waarnemingen door luchtreizigers en bergbestijgers gedaan, schijnt het juist, 400 M. hoogte als de grens aan te nemen. Dat is veel minder dan vroeger ondersteld werd. Nog sterker treft ons de daling van de geschatte snelheid. Door een berekening van Gatke, de hoogste autoriteit in zijn tijd, grensde de snelheid waarmede in 't voorjaar het Noorsche blauwborstje uit Afrika naar Helgoland rei.-de aan het fabelachtige; niet meer dan 9 uur tijds zou het diertje noodig hebben om uit Egypte de Vogelwarte op Helgoland te bereiken, dat is ongeveer 3ö() K.M. per uur. Gatke grondde zijn be rekening op het feit. dat dit blauwborstje in 't voorjaar zoo goed als nooit in Europa gezien werd, en dat er in den vroegen mor gen elk jaar een groot aantal op Helgoland aankomt; insecteneters vliegen alleen 's nachts, dus in óén nacht moest de reis volbracht zijn. In de laatste jaren evenwel is Giitke's be rekening bevonden niet geheel met de wer kelijkheid overeen te stemmen; nauwkeurig onderzoek naar 't aantal keereu dat in Europa, en wel in 't voorjaar, dit blauwborstje is waargenomen, heeft aan 't licht gebracht dat het volstrekt niet zoo zelden opgemerkt is, als Gatke meende. Duncker haalt n zijn boek twee bladzijden vol data en plaatsen aan, wanneer en waar, alleen in Oostenrijk en Duitschland, 't diertje gevangen werd. In 't algemeen vliegen de trekvogels waar schijnlijk niet veel sneller op den trek, dan in hun gewone doen. Zwaluwen en duiven nu behooren tot de snelste vliegers, en die kunnen ongetwijfeld gemiddeld 75 a 100 K.M. per uur afleggen; dat is toch al zoo vlug als een behoorlijke sneltrein, en de in richting van 't vogellichaam, dat die snelheid verdragen en volhouden kan, is al wonderlijk genoeg. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl