De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 15 april pagina 1

15 april 1906 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

1503 DE AMSTERDAMMER A*. 1906. WEEKBLAD VOOK NEDERLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. O:rxcLer redactie van. CT. 3D IE3 IEC O O. uitgevers: VAN HOLEEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.05 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/» DU blad i» verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard dei Capncines tegenover hst Grand Café, te Parij». Zondag 15 April. Advertentiën van l?5 regels f 1.25, elke regel meer. . .. . . . .? 0.25 Reclames per regel , 0.40 Annonces nit Dnitechland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma RUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel is 35 Ffennig. INHOUD: VAN VERRE EST VAN NABIJ: Ongeteekende strooibiljetten. Laarman en Beurs. De Beurs in den Raad. Een herinnering, door E, SOCIALE AANGELEGENHEDEN: . Werkverschaffing in Engeland, I, d. L. Simons. FEUILLETON: Sigrid Storrada, door Selma Lagerlöf, vertaald door M. v. O. KUNST EN .LETTEREN: Muziek in de Hoofdstad, door ? Ant A verkamp. Twee dichtbundels,II,(slot), door W. G. van Nouhuys. BOEKA.AN;KONDIGING. VOOR DAMES: Bericht . van het Pers-comitévan den Internationalen . Vrouwenarbeid, door Johanna W. A. Naber. .ALLERLEI, door Caprice. UIT DE NA TUUR, door E. Heimans. Tentoonstelling van Deensche Kunst bij Chabot en Albers te Amsterdam, met af b. Les Deux Aveugles, door H. G. Ibels. Heiningen en Nederland, (slot), door J. H. R. Pal mpaschen-ten toonstelling in Voor de Kunst" te Utrecht, door R. W. P. de Vries Jr. Moderne smeedwerken, door A. W. Weissman. Nog . eens het teekenonderwijs, door F. de Graaf. Brieven nit Nieuw-Nederland, door A. E.M. S. te Laer. FINA.NCIEELEEN OECONOMISCHEKRONIEK,door D. Stigter. Frank Wedekind, door Rud. Feenstra. INGE ZONDEN. DAMRUBBIEK. SCHAAK SPEL. ADVERTENTIE N. iimiiiiiiiiiiimmiiiiuimiiiuiiiiiuiiiiiiiii Ongeteekende strooibiljetten. Wij ontvingen, niet over den strijd tusschen de Rotterdamsche Jonge Libe ralen en den heer Schotman, maar naar aanleiding van daarbij ter sprake ge komen onderwerpen, nog enkele brieven, waarvan wij dezen belangrijk genoeg achten hem hier te laten volgen. Ongeteekende strooibiljetten. Mijnheer de Redacteur! Mag ik naar aanleiding van de stukken omtrent de politieke vechtpartij" in 1905 een opmerking maken ? Terecht ia door u beweerd, dat een cursus over de beginselen der partijen nuttig zon kunnen zijn, om straks met eenige kennis van zaken over de politieke kwestie's te kunnen meespreken. Op onze jongelingsvereenigingen en propagandaclubs wordt dan ook steeds de aan dacht aan deze zaak gewijd, en wij kunnen dat doen, omdat er tal van geschriften zijn waaruit de beginselen en de praktijk kunnen nagegaan worden. Ik zal maar niet mededeel en dat daarbij ook rekening wordt gehouden met de begin selen der tegenstanders, want de vrijzinni gen" kunnen zich zóó moeilijk voorstellen, dat men niet ter kwader trouw, maar in vollen gemoede verklaart, dat de christelijke jonge lingen ook wel iets anders hooren dan wat de dominé, de priester of de meester hun zegt. Dat is den jongen Liberalen niet kwalijk te nemen, hun overgrootvaders zijn daarin al voorgegaan. Toch kan ik n verklaren, dat op tal van vereenigingen 05 v. het program van begineelen der anti-revolutionaire partij een zeer bekend boek is, en dat vaak een onderwerp van bespreking uitmaakt, wat de taak der overheid is, krachtens de beginselen der anti-revolutionaire partij, in zake de sociale aangelegenheden: als school, landbouw en industrie. Ik zon... maar dan zou ik niet schreven waarover ik schrijven wilde. Uw plaatsruimte werd gevraagd voor een misstand by de verkiezingen, die met wat goeden wil kan worden weggenomen, waar door in den verkiezingsstrijd veel bitterheid zal worden voorkomen. Laat besloten worden dat voor geen candidaat eene aanbeveling in krant, strooibiljet of aan plakbiljet zal worden geplaatst, waarop niet de naam voorkomt van den schrijver. Door onze kiesvereeniging is geen enkel biljet gebruikt wat aan dezen eisch niet vol deed, uitgezonderd de strooken, waarop een voudig te lezen stond, Kiest Heemskerk", en kleine kaartjes waarop voorbeelden van pen sioneering werden gegeven. Stel daar nu eens tegenover den verkiezingsbode van... ? Ja van wien? maar waarin niemand anders werd aanbevolen dan dr. Blooker, en let dan op den schandelyken laster die daarin voor kwam en ik maak mij sterk, dat ook dr. Blooker er leed over dragen zou, indien hij ontdekte, dat zulke middelen zijn gebruikt om hem de overwinning te bezorgen. Over andere ongeoorloofde middelen om den candidaat te doen zegevieren zal ik niet spreken. Ze zijn zoo moeilijk te bewijzen. Maar wat de geschriften aangaat laat hierin verbetering komen en geen enkel biljet wor den verspreid dan geteekend door het bestuur der kiesvereeniging dat daardoor de verant woordelijkheid voor den inhoud draagt. Hoogachtend, Uw dw., Am s t., JAC. VAN OVERSTEEG, 4 April 1906. Voorzitter van Nederland en Oranje VIL Inderdaad verricht de heer v. Oversteeg een goed werk, met voor dit onderwerp de aandacht te vragen. Indien de dagbladen besluiten konden geen ongeteekende verkiezingsadverten ties op te nemen; de kiesvereenigingen zich verbonden de niet onderteekende strooibiljetten in strijd met de waar digheid van de partij te verklaren; en indien aan de anoniem geredigeerde ver kiezingskranten opmlijk, door elke partij zonder onderscheid, alle steun werd ontzegd we zouden wel niet op eens, maar langzamerhand toch een moraliteitsregel zien ontstaan, die aan het menig maal zoo vuile verkiezingswerk iets van zijn zedebedervende kracht kan ontnemen. De verkiezingsbode voor Blooker, waar van de heer v. O versteeg ge waagt, is ons onbekend, en wij achten het wenschelijk niet den schijn op ons te laden, als zouden wij de eene partij boven de andere in deze waardeeren. Het voorstel door den heorv. O versteeg gedaan, kome tot alle partijen als een hartelijk ge meend advies, zonder kritiek. Laat be sloten n'orden dat van geen candidaat een aanbeveling in krant, strooibiljet of aan plakbiljet zal u-orden geplaatst, waarop niet de naam voorkomt van den schrijver. Zoude, nu geen verkiezingen de harts tochten prikkelen, er niet een gemengd comitékunnen gevormd worden van partij- en verkiezingshoofden, om zich te beraden, of er practisch in deze rich ting iets zij voor te bereiden en tot stand te brengen ? Wat ons betreft, wij meenen, dat deze aangelegenheid dubbel belangrijk ver dient te heeten, nu over de geheele linie, het jonge Holland, tot verkiezingsarbeid wordt geroepen, zoodra de stem bus in het verschiet staat. Ons dunkt, dat de ouderen, die daarvoor mede de verantwoordelijkheid dragen, wetende tot welke daden deze actie, de zeer jeug digen kan, en, bij zekere gestellen, moet voeren, verplicht zijn al hun invloed aan te wenden, om den zin voor ridderlijkheid en eerlijkheid onder hen te stevigen. En hoe zou dat beter kunnen, dan door het geven van een bezielend voorbeeld:' Laarman en Beurs. De gemoedstoestand, waarin de heer Laarman verkeert, maakt hem meer tot een geprikkeld scribent, dan tot een nauwgezet waarnemer en koel overweger. Zoo heeft hij nu in ons artikeltj e De Beurs een slavendienst gezien, dien wij den heeren van Archifectunt et Amidtia bewezen, met het doel hun verder gelegenheid te geven leugen en laster (te) laten voortwoekeren.'' De heer Laarman geloove ons, wij waren ditmaal ons- zelf. En toen wij schreven: dat hij zich te verdedigen zou hebben, ten opzichte van de vendenking als had hij met voorbedachten rade onjuiste afbeeldingen gegeven, kenden wij wel de motie van Arehitectiira et Amicifi//, maar niet de stellige tegenspraak van de redactie der Telegraaf. Thans echter hebben wij het genoegen hier aan toe te voegen, dat het ons uit de stukken is gebleken, hoe de heer Laarman, van den aanvang der gevelbesprekingen af, steeds bij de afbeeldingen hunne onvol ledigheid heeft vermeld, zoodat dus slrch. et Am. hare, ongetwijfeld te goeder trouw, uitgebrachte beschuldiging, in alle eerlijkheid behoort terug te nemen. * * * Onze opmerking, hoe Laarman's bitter heid er eene is van het miskend genie, dat het kwaad thans meent te aan schouwen, als voortgevloeid uit oorzaken, te voren door hem aangewezen, geeft hem het volgende in de pon. De heer Laarman is geen miskend genie! Nooit geweest ook! II i j heeft zich ook nooit als gen ie laten lauweren. Daar ware zijn bescheidenheid tegen opge komen!" Ik meen niet. ik -iccct: De feiten op de Beurs sprrkm". Welnu zoo redeneeren miskende genieën altijd.Ze zijn nooit onbescheiden. Juweelige menschen 't eenige is maar, dat.zij zich wel eens vergissen. En nu willen wij niet zeggen, dat de heer Laarman zich vergist. Neen, dit zal eenmaal misschien blijken. Maar zeker durven wij beweren, dat deze architect in ruste, ten gevolge van zijn jarenlange onrust door opwinding, in een toestand verkeert, waarbij vergissen al te mogelijk wordt. Immers hij ziet scheuren in de Beurs; en vraagt hij nu: zijn dat de scheuren, voortgekomen uit de oorzaken, door mij bij tijds aangeduid? Neen; daar zijn scheuren, en nu ik scheuren toch voorspelde, kan niemand mij tegenspreken. Maar als nu die scheuren juist eens voortkomen uit oorzaken, waarvan de heer Laarman absoluut niets heeft voor zien ... dan bewijzen die scheuren immers ook volstrekt niets voor zijn profetische begaafdheid. Het tegendeel. Die andere oorzaken zouden maken, dat hij een mal figuur sloeg... al viel dan ook de heele beurs in stukken. Welnu de Telegraaf gaf in zijn ochtend blad van 10 April het volgende te lezen: Over de vermoedelijke oor zaak van de werking in het metgel werk der Beurs aan de zijde van de Beursstraat valt het volgende te vermelden. Van bevoegde zijde werd ons medegedeeld, dat 't heiwerk deugdelijk ge noeg is; maar er zit werking in den bodem. Zooals bekend, is de nieuwe Beurs gedeel telijk gebouwd op het gedempte Damrak. De voorgevel aan de Damrakzijde schijnt op vaster bodem te staan, althans daar vertoonen zich geen scheuren. Echter moet het open Damrak indertijd op eene wijze gedempt zijn, die thans onvoldoende blijkt. De grond is nu gaan werken, zakte weg, naar de zijde van de Warmoesstraat en daardoor verloor het gebouw klaarblijkelijk zijn vaste basis." Stel nu eens, dat deze vermoedelijke oorzaak, de feitelijke oorzaak is; heeft Laarman dan iets van die werking in den bodem voorspeld ? Heeft hij gewaar schuwd tegen dien bouw daar ter plaatse, omdat hij zulk een werking voorzag? Zeker, de heer Laarman heeft gewaar schuwd tegen het in n lijn plaatsen van de beide torens en den gevel, en dat te meer om den te bebouwen rotten bodem; hij daed dat reeds in LS98, maar hetgeen men thans waarneemt beant woordt toch nog geenszins aan, wat hij zich heoft voorgesteld, zoodat men recht zou hebben de door hem genoemde oor zaak als de oorzaak van den huidigen beurstoestand aan te nemen. Wij zijn geen deskundigen en moeten natuurlijk afwachten wat het deskundig onderzoek aan het licht zal brengen, maar meenen toch het recht te hebben, den heer Laarman .djtoe te voegen, stel vi zoo niet aan de scheuren bewijzen niets, zoolang het niet is vastgesteld, dat gij de oorzaken dier scheuren hebt ge kend en bekend gemaakt. En nu zouden wij, waar wij toch zoo vriendschappelijk aan het redeneeren zijn, den heer I jaarman willen zeggen: sla toch bij uw schrijven niet zoo'n barren toon aan. De Beurszaak is voor Amsterdam een ramp, een groote ramp; hierbij past geen gekraai en gekras van llechthaberei, maar wel een ernstig, bezadigd, onpartijdig en dus volstrekt onpersoonlijk overwegen, en bij een natuurlijk zoo ingewikkeld probleem, een met de grootste voorzichzichtigheid uitspreken, zoo niet flitistren van een conclusie. Het heeft nu toch al den schijn, dat gij voor het spectacleLaarrnan nog meer belangstelling zoudt willen vorderen, dan voor de zoo trieste geschiedenis, die alweer de hoofdstad op de tong brengt; ja, als waren de scheu ren in de Beurs maar kleinigheidjes bij de winkelhaken, die gij in sommiger reputatie meent te moeten maken. Geef goeden raad, die kan van nut zijn. Alle onnoodige drukte is overbodig, zoo niet schadelijk. Nu eenmaal de scheuren steeds in aantal toenemen, grooter en wijder worden, bogen gestut worden, tegels eu steenen hier en daar uitvallen, en aan de buitenmuren de scheuren het publiek toegapen zou ook zonder elke opwekking van Laarman het onderzoek niet hebben kunnen uitblijven; do on rust was reeds wassende. Die onrust nog vermeerderd, het commissoriaal ouderzoek waarschijnlijk enkele dagen ver vroegd te zullen hebben, ziedaar misschien de eenige, zeker niet geheel onverdienste lijke werking door den heer Laarman uit geoefend, waarbij, in afwachting van rustiger tijden, al de herrie, ter eere van zijn eigen idee's gemaakt, beter ware thuisgelaten. Zoo zouden we althans in deze droeve dagen bewaard zijn gebleven voor 't bij wonen van een pijnlijke operatie, als ware niet de Beurs maar dien goeden ouden heer Laarman zelf een ongeluk overkomen. Naar aanleiding van ons verwijt, dat Laarman over Derkinderen's muurschil deringen, zoo grof, zoo echt filisterachtig zijn pen liet krassen, krijgen wij de ver klaring, dat het ontwerp dezer schilde ringen hem niet grootsch is voorgekomen, en dat een geniaal man niet schilderen zal op eeu scheurenden, ton doode opge schreven, nog natten muur alsof wij op deze beide overtuigingen van den heer Laarman niet haddeu gerekend. Neen, ons verwijt gold het volkomen gebrek aaa waardeering van den kunst zin van bouwheer en gemeente, die deze gelegenheid wilden gebruiken om den kunstenaar iets zeldzaams te doen tot stand brengen. Een stad", zoo schreven wij, hooggevoelend genoeg, om haar geld daarvoor beschikbaar te stellen; een van de heerlijkste openbaringen van een herlevend kunstbesef in ons land", en de heer Laarman kan hierover schrijven, zonder ook maar n woord van hulde en lof, zelfs ook maar n woord van teleurstelling nu die stichting niet tot haar recht zal komen. Hij weet van niets anders dan van belastingpenningen, en het is alsof hij tobt over het geld, dat men apart heeft gelegd. A.ls de artist maar zijn brood verdient. De belasting betalers zijn er goed voor!"" Zoo, d. o. schrijft geen man van kunst, al moge hij de muurschilderingen liever tot doekschilderingen zien worden, of al acht hij het oogenblik, om aan dit werk te be ginnen, slecht gekozen." Dit was o. i. het filisterachtige, dat Laarman nu volgenderwijs voor zijn rekening neemt: Een fllister ben ik echter in geen geval, alleen, omdat ik niet met uwe kunstap preciaties dweep. Vraag u maar eens na, duilr, waar ik hulp kan bieden voor kunst! Maar ik erken voor de 1000e maal, dat ik er mij met hand en tand tegen verzet, de toch reeds zóó hoog opgevoerde belasting gelden van Amsterdam te laten verknoeien, als ik er kans toe zie! Dit tot waarschuwing in 't algemeen ! De belastin g penning is een groote factor om tot zijn doel te geraken, waar andere middelen tegen onze bekende l a k s c h h e i d en tegen ongezonde berusting falen!" Meenden wij Laarmaa's verdediging te moeten opvatten, als eene van een man, die zijn woorden wikt en weegt, en precies schrijft gelijk hij het bedoelt, we zouden antwoorden in dezer voege : Inderdaad, wie zou hem nu nog van iets minder fijns mogen verdenken ? Is het niet, alsof men hem hoort zeggen: dan moet je maar eens vragen hoeveel ik niet weggeef aan kunst; men hoort hem met de hand op zijn zak kloppen: hier zitten de muzikanten! En dan, wat een man ! Ach, leefden er onder de 5(iO,000 Amsterdammers maar twee zoo! Voor de lüOe maal erkent hij, dat hij de belastinggelden verdedigen zal met hand en tand. Ja, wie ziet hem niet tot met zijn tanden in actie ? Dit, zoo zegt hij, tot waarschuwing in 't alge meen. Men vergete het niet: dit is nog maar tot waarschuwing in 't algemeen; wat zal het zijn, als hij met de waarschu wing in 't bizonder komt! Arme Fiscus!! Maar wat de waarschuwing nog veel geduchter maakt, het is hem in dit ge val niet eerst om de belastingpenningen zelf te doen. De belastingpenningen zijn hem bij deze gelegenheid pas een middel om tot zijn doel te geraken. Als ik niet van de belastingpenning spreek, wil bij zeggen, blijven de lui maar laksch" en iu ongezonde" rust. De belastingpcnning is voor mij, Laar man, zooveel als de Turksche trom, die ik wel bespelen moet, om dat volk wakker te dreunen, en nu zal ik ook dreunen, als ware het mij om die belastingpen ningen zelve te doen. Wat een overmaat van distinctie in deze gevoels- en gedachtengang. Maar wij weten te goed, dat men bij den heer Laarman niet elk woord op een goudschaaltje mag wogen. De beursstrijd, dien hij zoo lang alleen heeft ge voerd en de zoowel allengs toegenomen, als plotseling tot uitbarsting gekomen beursbeweging in den ecnen en den ande ren zin, heeft zooveel van zijn krachten ge vergd, dat men hem waarlijk wel eenige rust mag gunnen. Een rust die wij he?n van harte toewenschen, en hem ook gaarne aanrekenen als een verdiend loon, waar hij afgescheiden van den vorm, dien hij bezigde althans in ons zwijgend coterieland, het voorbeeld heeft gegeven van op zijn post te willen staan ten bate van liet algemeen belang. De Beurs in den Kaad. Reeds Woensdag heeft de Kaad ten opzichte van het Beursonderzoek, een. besluit genomen; een besluit geheel in onzen geest. In ons artikel van Zondag 8 April schreven wij naar aanleiding van het yoorstel-v. Lennep c.s. om een com missie te benoemen onder Publieke Wer ken : hoe minder bestuurs- en afdeelingsinvloeden daarin zich kunnen doen gel den, hoe beter, wil men een rapport verkrijgen, waarop men nu werkelijk vertrouwen zal. Het is om zekerheid te doen, niet om een soort van Amsterdamsen fatsoen." Tot ons genoegen zagen wij de heeren Zimmerman c.s. geheel in overeenstem ming met dit advies een gewijzigd voor stel indienen, wat met algemeene stemmen werd aangenomen, zoodat we nu een onderzoek mogen verwachten van drie deskundigen, volkomen onafhankelijk, en op geenerlei wijs bij den Beursbouw betrokken. Ook zal men, wat trouwens door ons reeds werd vermoed, met instemming vernomen hebben, dat de beschildering der muren in de groote zaal voorloopig nog is uitgesteld, en dienaangaande lateieen beslissing zal worden genomen. Jammer genoeg, dat de heer v. Gigh, den heer Sterck tegensprekende, moest getuigen, dat de scheuren zich ook in muren van de zaal vertoonen. Een Herinnering. 2 Januari 1889. Een vochtig kil waas hangt over de bijna wegenlooze veenkolonie in 't N. O. van Overjjsel. Hier en daar een eenzame arbeiders woning, bijna niet te bereiken ten gevolge van dea drassigen veenbodem. Uit de verte doemt de donkere massa van een jong dennenbosch op, op vele plaatsen doorsneden door wijken" of zjjkaualen. In deze, tot troosteloose droefgeestigheid stemmende, wan hopig eentonig grauwe omgeving, zwerft een volkateller, ten einde de hem opgedragen werkzaamheden te vervullen. Moeizaam van woning tot woning trekkende, krijgt hij telkens nieuwe indrukken van ar moede en zwaren strijd om het bestaan. Monotoon, als het veenlandschap, heerscht hier de eentonige gelijkheid der uiterst geringe welvaart in alle stulpen. Het slag van volk is echter niet kwaad. Vele malen treffen hem blijken van trouw, hartigheid en groote hulpvaardigheid, som wijlen ook een zekere schuwheid en iets gedwongens tegenover den man met papieren" en schrijfgereedschap. Langs een twijfelachtig voetpad, dat trotsch zou worden of blozen, als het zich zoo hoorde noemen, koers zettend naar eenige alleen staande arbeiderswoningen tusschen druipende sparren, als schreiden deze melan choliek bij de geboorte van het nieuwe jaar, ontmoet hij twee gezinshoofden. Het spaarzaam bewoonde oord, het feit, dat zij nog voor de volkstelling bezocht moeten worden en de aangeboren wellevendheid dezer veldbewoners, doet van zelf een gesprek ontstaan. Een langen, dikken stok in de hand, de beenen gestoken in zware, vetleeren baggerlaarzen, hebben ze het voornemen een bezoek te gaan brengen aan de gemeente secretarie, een tocht van ruim twee en een half uur. En langs welke wegen"! Ze moeten noch aangifte doen van de ge boorte van een kind, noch van een sterf geval, ze gaan niet voor zich zelf, maar voor een ander, met diens medeweten, echter zonder zijn opdracht, uit eigen initiatief. In korte woorden wordt een en ander uit gelegd. Deze gansch onontwikkelde zwoegers, die lezen noch schrijven kunnen, (zooals later bleek), die slechts sloven en slaven kennen voor hun gezin zijn thans als gevolg van een hoogst merkwaardigen gedachtengang, die tevens hoogst eenvoudig is, van plan naar den Burgemeester" te gaan om ondersteuning voor Harm K. en zijn vrouw. Wie waren de echtelieden, die hun bezorgd heid gaande maakte? Huns gelijken maar bejaard. Het werk is er af en ze zullen gebrek moeten lijden als ze geen hulp krijgen. Daarom gaan we naar den Burgemeester", want ze hebben het dubbel en dwars te goed. En van de kerk willen ze niet eten, daar schamen zij zich voor. Hoe verbaasd kijkt de jonge volksteller en hoe grenzenloos onnoozel acht hij deze menschen! Hij tracht hun dit te beduiden op onderwijzenden toon, door a!s zijn vaste meening te verklaren, dat de burgemeester geen geld nutg geven van 't land". Opgevoed in de liberale" omgeving van een geïsoleerd Drentach boerendorp, waar alles huishoudelijkheid ademt, en reglemen teering een booze nieuwigheid wordt geacht, komt hem 't geen de^e meuschen willen, onzinnig voor. Eerlijk gezegd, heeft hij er nog nooit over nagedacht en staat hij voor 't eerst voor zoo'n geval". En de argumenten der beide mannen? Harm K. en zijn vrouw hebben hun leven lang hard gewerkt. Ze hebben het land" nooit ergens om lastig gevallen. Hun zeven kinderen hebben ze opgevoed tot knappe oppassende menschen. Do jongens hebben den koning trouw gediend" al hun plichten hebben ze trouw vervuld en zij vragen op hun ouden dag slechts een kleine vergelding". Maar kunnen de kinderen dan niet helpen ?" De kinderen zijn volsfrektniet onverschillig, maar ze zijn verspreid en hebben het met hun jonge huishoudens volstrekt niet breed, integendeel ze willen wel, maar zijn onmachtig tot hulp en daarom is het rijk verplicht, steun te geven op den ouden dag. Het

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl