Historisch Archief 1877-1940
No.
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOO K NEDERLAND.
Het gedichtje is gebazeerd op een im
pressie. De zon die tegen het kerkraam als
aan een kruis hangt en wier gouden bloed
neerdruipt op de zerken. Het is betrekkelijk
eenvoudig en lang niet het minste van den
bande).
Kerken en kerkhoven werken vrucht wek
kend op Eshmer-Valdor's inspiratie. Ook
avonden en zenuwkwalen. Zonnig kan men
zijn verzen dus ook ;al niet noemen. Maar
hun droefheid is niet die van den pessimist,
die niet anders kan, 't is die van den
perversziekelijke die de iiarighdd zoekt, die er
zich welbehagelijk artistiek in vindt. Wat is
de poëzie van de romantieken simpel ver
geleken bij deze!
Laat ik eens een staaltje van gezochtheid
citeeren:
Les névroses qui ont pass
avaient des hotix il leur manteau fané,
des taches de houx
comme de la boue.
Elles -m'avaient guett
au détour d' un jöve'?rêve creux
comme des utopies.
Sur Ie muable des psalmodies
d'ames
immuables.
Un couchant de cosmogowes
Ah! que la vie est quolidienne !
Triste penchant neurastbénique
que l'heure bat comme une antienne. etc.
De schrijver beeft zelf gecursiveerd ik
«ou me wel gewacht hebben. Of liever Alles
dieade onderstreept van deze lang niet
alledaagsche poëzie I...
Maar als de poëet zelf in een gedicht
met den suggestie ven titel Vos cuistes belles
zjjn kunst begint uit te schelden : art, gueux
aridel", dan zou hij .beter doen de hand in
eigen boezem te staken, te onderzoeken of
zijn geweten zuiver is.
Talent te ontzeggen gaat niet aan, maar de
kunst is bij jongeren als Eshmer-Yaldor in
een sfeer geraakt waar zij aan bloedarmoede
eterven moet. Zij mag zich opsieren met nog
zooveel gezocht en uitgezocht sieraad. Zij
heeft wat deze dichter van zijn Helene gei uigt:
Belle de sa trittesse, elle a d'étranges goüts.
D'étranges goüts smaak met rare
bijsroaakjes lustjes van een zieke.
Als deze Héiène is ze:
Belle de sa tristesee et de la volupt
De se faire souffrir a l'ideéqu'elle soufl're;
Belle d'ennui morbide et morne de beauté,
Elle a fait de sa vie l'inépuisabe goufire
Des vertiges de mort.
Dat lezend, denk ik aan die andere Helena,
van wie Homerus zoo eenvoudig vertelt hoe
ze in haar gratievolle, schoonheid nog de
grijsaards in reine veriukking bracht.
Óók een symbool ? ... Wie weet I
W. G. VAN NOUHCYS.
De smalle wtg naar het geluk. Roman van
PAUL ERNST. Naar de tweede Duitse
uitgave bewerkt door H. KKHTEXBEBG.
Amsterdam, E. v. d. Vecht. 1904.
Deze roman heeft in Dnitschland opgang
gemaakt. De bedoeling van den schrijver is
zeer duidelijk. Hij wil waarschuwen tegen
de verleiding, waaraan jonge menschen van
't land zijn blootgesteld in groote steden, en
doen zien, waartoe zij komen met hun
onbekookte denkbeelden en overspannen ver
wachtingen, de jonge wereldhervormers, die
hun eigen passies niet meester zijn.
Van eenheid is in het verhaal geen sprake.
't Is waar, zoo gij wilt, het is de levensge
schiedenis van Hans hij kan gelden voor
de hoofdpersoon?een jonginensch van goeden
aanleg, die dan ook na velerlei wederwaar
digheden goed op zyn beenen terecht komt;
maar van al de personen met wie Hans in
aanraking komt, worden en passant de lot
gevallen meegedeeld. Zelfs de verpleegsters,
die: item, als hij ziek geworden is, in het
hospitaal bijstaan, hebben ieder haar eigen
romannetje, dat verder met den roman in geen
verband staat.
Het zon den auteur gemakkelijk gevallen
zijn zyn boek tweemaal grooter te maken,
als hij Hans maar kennis had laten maken
met nog een aantal andere personen en er
hunne levensgeschiedenis had bijgevoegd.
SIGRID STORRADA,
door SELMA LAOEULÖP. Vertaald door M. v. O.
I.
Een wonderlieflijke lente was het, die in
't land kwam. En het was juist in 't zelfde
voorjaar, dat de Zweedsche koningin Sigrid
Storrada met den Noorschen koning Olaf
Trygvasonte Kungahalla zou te zamen komen,
om over hun aanstaand huwelijk te beraad
slagen.
Het was verwonderlijk, dat koning Olaf met
koningin Sigrid in het huwelijk wenschte te
treden, want al was ze schoon, rijk en hoog
gezind, ze was tevens een verstokte heidin,
terwijl koning Olaf een vroom Christen was,
steeds er op bedacht om kerken te bouwen
en de menschen te dwingen om zich te laten
doopen. Maar wellicht hoopte hij op God's
hulp om haar te bekeeren.
Maar nog wonderlijker was het, dat, toen
Storrada den afgezanten van koning Olaf haar
voornemen had te kennen gegeven, naar
Kungahalla te reizen, zoodra de zee vrij van
ijg zou zijn, de leute op eens haar intocht
hield. Sneeuw en koude verdwenen, juist
?wanneer anders gewoonlijk nog strenge
?winter heerschte.
En toen Storrada er over sprak, dat ze nu
beginnen wilde hare schepen uit te rusten,
smolt het ijs in de fjorden, het weiland begon
groen te worden en ofschoon het nog lang
vóór Maria- Boodschap was, kon het vee reeds
in de weide gedreven worden.
Toen de koningin tusschen de Oost- (
otlandeilanden naar buiten in de-Oostzee voer, zaten
er koekoeken boven op de rotsklippen en zon
gen en riepen dat het een lust was, en dat
terwijl het nog zóó vroeg in het jaar was,
dat men nauw hopen durfde, een leeuwerik
te zullen hooren.
En overal waar Storrada voorbij trok,
heerschte groote vreugde. Alle reuzen, die
onder koning Olaf s regeering uit Noorwegen
hadden moeten vluchten, daar zij het
klokkengelui niet konden verdragen, vertoonden
zich op de heftoppen, toen ze Storrada voorbij
zagen zeilen. Ze rukten jonge, teer-groen
be.bladerde boomen, met wortel en al uit den
grond en zwaaiden de koningin er mede toe.
Toch wat er staat, laat zich aangenaam
lezen. Er komen tafereelen in voor die pak
ken. Als de schrijver ons plaatst aan het
sterfbed van den vader, die afscheid neemt
van zijn zoon, pag 224, of ons getuige maakt
van de liefdesverklaring, waarbij Hans het
ja-woord verwerft, het gaat hem allebei
even goed af.
Het boek is geschreven in zeer eenvoudigen
onopgesmukten stijl, die juist door de afwe
zigheid van alle sieraad indruk maakt.
Jammer dat er hier en daar volzinnen voor
komen, die er uitzien alsof zij van een andere
hand zijn, dan die des auteurs. Helder en
eenvoudig is bijv. niet wat er staat, pag. 208.
Toen hij haar gelaatsuitdrukking zag, werd
hij zich plotge>ing er vari bewust dat zij hem
alleen als werktuig gebruikte en toen zij dat
nog duidelijker liet uitkomen door te zeggen,
dat hij zeer veel op haar vroegeren man
gelet-k, borrelde in hem een vreeselijke haat
op, en hij ondervond lichamelijk, hoe zij een
zelfzuchtige wil op hem werken liet e n daar
door hem veel ontstal van wat hem toebe
hoorde om het zich toe te eigenen en zich
op ruwe wijze daarmee op te smukken."
Vreemd klinkt ook op pag 210: Nu volgden
de uiterlijke dingen, verloving, huwelijk en
de nieuwsgierigheid van de mensen, en
intusgchen wikkelde de zielestrijd van beiden zich
verder af. Aan de eene^ant drong zij in hem
als iets vreemds, zocht hem uit te lichten
en zich zelf de plaats toe te eigenen van zijn
persoonlikheid, zoodat hij met haar oogen
moest zien en met haar gedachten cordelen;
en aan de andere kant bestal zij hem, paste
zich het geroofde aan en toonde hem dat
bij gelegenheid geheel onbevangen. Dan her
kende hu woedend stukken van r.ich in vreerode
gevangenis, zonder ze te kannen bevrijden."
Welk een lot voor een menseh als hij aan
de ene kant wordt uitgelicht en aan de
andere bestolen!
Ik durf niet zeggen dat de bewerker"
hier fchuld heeft, want ik heb 't
oorspionkelijke niet bij de hand.
Wel weet ik, dat er een mooier vertaling
bestaat van Paul Gerharda' lied dan ik vind
op pag. 101.
Maar vertalers worden te slecht gehonoreerd
ia den regel, om hem lastig te vallen.
Moge van De smalle weg naar het geluk''
in J et Hollandfch ook een tweede druk
noodig worden.
Zin. v. H.
Inhoud van Tijdschriften.
Europa, afi. 4: Johanna Steketee, Bereed.
Top Naefl, De eerste schrede. Pelle Moün,
Een dans metdendjod. Stanley J. Weyman,
De raven hoeve. Frank Savüa, Gevangen.
Onatos, Een boeken praatje. Dr. E., Popu
lair wetenschappelijk overzicht. Cato E.
Leive,De vorige tnaand.
De Hollandsche Revue, No. 3: Winterlandschap
(naar een ets van A. Derksen van Angeren)
frontispiece. Wereldgeschiedenis. Be
langrijke onderwerpen. Karakterschets.
Revue der tijdschriften. Het boek van de
maand. De Boekentafel.
Orgaan van den N<d. Hond tot Bestrijding der
Vivisectie, No. 10: Wat vivisectie eigenlijk is?
Vivisectie in Nederland. Hoe wordt de ge
zondheid der menschheid het beste bevordeid?
Steeds meer syphilis-proeven? Waar de
praktijken der vivisectie toe leiden. ? Varia.
Vlaanderen, April 1906: Grijze dagen, door
F. Verschoren. Mane-vijver, door Hermina
Schuijters. Blauw-Baa'd of het zuivere
inzicht, door Karel van de Woesiijne.
Toonkunst, No. 13: De Duitsche
Orkestmuaicus, door Paul Bekker.
Klavieronderricht en Muzikale Opvoeding, door A. B Jr.
Muziek in de Kesidentie, door Herman Kui
ters. Berichten en Mededeelingen. Uit
de Vereenigingen.
Eigtn lluard, No. 15 : De kinderen van
Warrnelo, door L. E, slot. Per autobus naar
Muiderberg, met af b. Uit de herinneringen
van een postambtenaar : Blok de Eerste en
Blok de Tweede, door K. Verjongingskuren,
door Tutor, met af b. Kruisheih'ng van
Rembrandt, door Jer. de Vries. De kruishefiing,
naar de Schilderij van Rembrandt in de
Pinakotheek teMünchen Langs de
Overijselsche Vecht door L. Nooter, met af b., I.?De
Utrechtsche tentoonstelling van
Palmpaschen", door GOS. de Voogt, met af b. naar
foto's van den heer Jochmann, Utrecht.
Feuilleton.
En toen ze thuis komende hun rotsholen
binnen traden, waarin hunne vrouwen in
kommer en droefheid neerzaten, lachten ze
vroolijk en riepen: ,,^u, vrouw! je behoeft
niet langer verdrietig te zijn. Sigrid Storrada
is op weg naar koning Olaf. Nu zullen we
wel weer spoedig naar Noorwegen terug
kunnen gaan!"
Toen de koningin voorbij den Kullaberg
zeilde, kroop de Kulla-berggeest uit zijn hol.
En hij gebood den berg zich te openen,
zoodat Storrada de schitterende goud- en
zilveraderen daarbinnen aanschouwen kon;
en zij genoot van dien aanblik van heerlijken
rijkdom.
Toen Storrada voorbij do Hallandrivier
voer, zwom de watergeest Nock de beeken
en watervallen af tot aan de uitmonding
aan zee en speelde zóó lustig op zijn harp,
dat de schepen op de golven dansten.
En toen ze voorbij de Nidingerfjord zeilde,
speelden de meerminnen daar, op de golven
drijvende, en bliezen op zachtgetinte zeeschel
pen, zoodat het water in hooge stralen opspoot.
Toen kwam er tegenwind, maar .. . daar
doken leelijke zeemonsters uit de diepte op
en hielpen Storrada's schip over de golven.
Eenige zwommen om het roer en stuwden
de boot vooit, terwijl andere uit zeegras ge
draaid touw in den mond namen en zich
als paarden er vóór gpantun.
De woeste Wikingers, die wegens hun
sluwheid en bedriegerij niet door koning Olaf
in zijn land geduld werden, kwamen naar
Storrada's schip aangeroeid, met opgerolde
zeilen en opgehevene enterhaken, om den
strijd te beginnen. Maar toen ze de koningin
herkenden, lieten ze haar ongedeerd verder
varen en riepen haar toe: Wij zullen een
bekervol op uw bruiloft drinken, Storrada '."
Alle heidenen die langs de kusten woonden,
legden hout op hun steenen altaren en ofl'erden
aan hunne oude godheden schapen en geiten,
opdat ze Storrada zouden beschermen ge
durende haar vaart naar den Noorweegschen
koning.
Toen de koningin op den Noorder Alfetroom
voer, kwam een waternimf naar het schip
aanzwemmen, strekte haar sneeuwblanke arm
in de hoogte en reikte haar een groote, glan
zende parel. Draag die Storrada l" riep ze,
opdat koning Olaf betooverd worde door
uw schoonheid en u nooit meer vergete l"
Nadat de koningin den stroom een eind
opgevaren was, hoorde ze een hevig biuisen
iniiiiiMmiiiiiiiiMiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiMmiiiHiiiMtiiiMHiiiMtm
VOOR DAMES.
Bericöt yan het pen-comité?ao icn
Internationalen Vrouwenraad,
Bij den aanvang van dit persbericht past
wel allereerst een woord van eerbiedig her
denken van onze groote voorgang-ter Miss
Susan B. Anthouy, wier dood op nagenoeg
STjarigen leeftijd on i uit Amerika wordt ge
meld. Een geweldig brok contemporaine ge
schiedenis is met de levensgeschiedenis dezer
merkwaardige vrouw verbonden. Hoe zij
deelde met woord en geschift in den grooten
strijd, die in haar vaderland werd gevoerd
tot afschafling der slavernij,- in den strijd
tusschen de Noordelijke en Zuidelijke S aten
van Amerika, is ons uit de vele schetsen,
die over haar leven verschenen, bekend.
Allen weten wij ook, hoe haar werken, aan
vankelijk voor belangen van zuiver nationalen
aard, is gegroeid tot eenen arbeid, die in de
laatste halve eeuw vele malen verder heeft
gereikt dan de grenzen van haar eigen land
en volk, gegroeid tot eenen arbeid, die om
het ectit inenschelijke, dat door haar w<-rd
nagestreefd, internationaal mag worden ge
noemd in den besten zin des woords. Door
haar is luide verkondigd, door haar hebben
vrouwen van alle volken- het leeren erken
nen, wat Miss Susan Anthony bij h aar ij veren
voor afschaffing van d'e sla versij, voor
drankbestrijding en wat niet al, zelve bij pijnlijke
ervaring had ondervonden, dat verbetering
van eigen positie voor de vrouw onmisbaar
is; niet enkel ter wille hartr bijzondere be
langen maar als onafwijsbare voorwaarde om
krachtig te kunnen arbeiden aan dat onder
deel van den maatschappelijken arbeid, dat
zij zich heeft gekozen.
Aan waardeering heeft liet Miss Anthony
in haren levensavond zeker niet ontbroken.
Ook is haar het zeld/,ame voorrecht te beurt
gevallen, dat zij het /.aad, door haar met
volle handen uitgestrooid, rijk en krachtig
mocht zien opschieten. Zij kon heengaan
rustig en blijmoedig, wetende, dat haar stre
ven gezegend was en het door haar nage
jaagde doel der verwezenlijking zoo nahij,
dat bij meer dan. ten volk de politieke
ontvoogding der vrouw nog slechts ij geworden
eene quaesüe van tijd, dat het beginsel van
staatkundige gelijkstelling van aian t n vrouw
door breede scharen van ernstig denkende
mannen en vrouwen wordt voorgestaan.
Menigeen van ons is er getuige van geweest,
hoe zij in den zomer van 1904 te Berlijn de
kroon mocht zetten op haar werk, door nog
in persoon voor te zitten bij de oprichting
van den Wereldoond voor Vrouwenkiesrecht.
Een diepen indruk maakte toen haar optre
den ; niet enkel om den historischen achter
grond, die hare nog ongebogen, statige ge
stalte omgaf, maar ook om den frisschen,
krachtigen ouderdom dezer hoogbejaarde
maar altijd nog strijdende en werkende vrouw,
die, diep in de tachtig, overzeesche reizen
ondernam zonder aan de bezwaren van ver
andering van leefwijze, van verandering van
klimaat zelfs te denken; die nog optrad in
reusachtige zalen, waar nu' hare hoorders bij
duizenden telde, en dan met helder geluid
hare kernachtige, bezielende woorden deed
weerklinken. Misschien was deze indruk zelfs
nog krachtiger, omdat zij in dit opzicht in
die dagen volstrekt geen uitzonderingsjiguur
was. Wij zagen haar daar omgeven door eene
sc.'iaar van uitnemende vrouwen van allerlei
landaard, (waaronder hier ook nog wel mag
worden herdacht hare trouwe zuster en
onverinoei Ie helpster, Miss Mary Anthony),
vrouwen die, hoewel jonger dan zij, de
ruiddaghoogte des levens reeds lang achter den
rug hadden, maar wier opgewekt handelen
en optreden toch bewees, dat naar
menschelijke berekening nog eene jarenlange vrucht
bare werkzaamheid van haar mocht worden
verwacht; vrouwen, die zich, evenals Miss
Anthouy zelve, kenmerken door eene groote
blijmoedigheid van geest, en die, ofschoon
en luischen, zoodat ze meende, dat ze een
waterval naderden. Hoe verder ze kwam,
hoe heviger en sterker het geluid werd, zoodat
ze ten slotte dacht, midden in een grooten
veldslag te zullen komen.
Maar toen de koningin orn het Gull eiland
geroeid was en et-u wijde b_>cht inboog, zag
ze het machtige Kungahalla aan den
stroomoever liggen.
De stad was zoo groot, dat, zoo ver haar
blik reikte, nog steeds de eene hofstede aan
de andere grensde. Allen zagen er, niet
schuren en stallen, goo i, onderhouden uit.
Smalle steegjes voerden tusschen de grauwe,
houten beschotten afwaarts naar de rivier;
ruime pleinen lagen vóór de huizen die door
vastgestampte wegen verbonden waren met
hun eigen boot-huisjes en landingsbrugien.
Storrada' beval haar roeiers de riemen
langzaam op te halen. Ze stond hoog opge
richt op den achtersteven van het schip en
keek naar den oever: Nog nooit heb ik
zoo iets dergelijks gezien !" sprak ze. Nu
begreep ze, dat het hevig gebruis dat zo
gehoord had. alleen te weeg gebracht werd
door het bedrijvige werken, dat iedereen te
Kungahalla in het voorjaar deed, nu de
schepen op het punt waren lange en verre
reizen te ondernemen. Ze hoorden
smidslieden met zware slagen hameren, plan keu
werden klapperend op zware pramen ge
laden, jonge knechts ontdeden mastboomen
van hun schors en schaafden aan breede
roeiriemen In groenende tuinen zag ze
meisjes zitten die bezig w:aren touwen voor
de zeevarenden te draaien; en oude mannen
zaten ineengedoken te naaien en stukken in
te zetten, in grauw-verweerde zeilen.
Ze zagscheepstimmerlieden nieuwe booten
teeren, spijk'ETS werden in dikke eikenplanken
geslagen. Uit de boothuisjes werden sloepen
te voorschijn gehaald, die lek waren en her
steld moesten worden. Alle vaartuigen werden
met frifch geschilderde draken versierd.
Hoopen koopmanswaren werden opgestapeld,
menscben namen haastig afscheid van eL-aar,
zware kisten werden aan boord gedragen.
Schepen die gereed waren, werden van den
oever afgestooten. Storrada zag, dat diegene
welke den stroom opwaarts roeiden, zware
ladingen gezouten haringen meevoerden, ter
wijl die welke het land verlieten en Westwaarts
zee kozen, tot hoog tegen de masten op, be
laden waren met kostbaar eikenbout, huiden
en vellen.
zij den ernst en de elknde van het leven
van zoo nabij kennen, de blijken gaven, dat
zij in de kracht van haar vast geloof aan de
eiadzegepraal van het goede hopend en ver
wachtend het leven doorgaan.
Tal van krachtige banden staan dan ook
gereed om over te nemen het welhaast vol
tooide werk, dat aan de sterbende hand van
Miss Anthony ontviel. Toch zal het heengaan
van deze leidsvrouw een weemoedigen sluier
werpen op de eerste samenkomst van den
voor twee jaren door haar opgerichten
Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht, welke
samenkomst in Augustus van dit jaar te
Kopenhagen zal worden gehouden. Die
samenkomst zal ook van beteekenis zijn om
de nheid, die men daardoor hoopt te be
waren tusschen de vooruitstrevende vrouwen
der Scandinavische volken, wier solidariteits
gevoel door de politieke afscheiding van
Zweden en Noorwegen op eene zware proeve
werd gesteld. Toch schijnt nu reeds te blijken,
dat juist onder die vrouwen, die bij de schei
ding hare nationale gevoelens sterk voelden
spreken, het gevoel voor de beteekenis van
echt rnenschelijke, dus internationale, belan
gen overweegt, zoodat te verwachten is, dat
de samenkomst te Kopenhagen er toe zal
leiden, dat de Noorweegsehe en de Zweedsche
vrouwen wat de feministische beginselen
betreft, in de oude samenwerking zullen
blijven volharden. Voor ons land is deze
samenkomst van beteekenis, omdat daar
waarschijnlijk maatregelen zullen worden
beraamd ter voorbereidingeener groote inter
nationale campagne ten onzent, nu met het
oog op de aanstaande grondwetsherziening
het vraagstuk van vrouwenkiesrecht bij de
eerstvolgende verkiezingen meer dan ooit
op den voorgrond zal treden.
Overal trouwens dringt dit vraagstuk zich
naar voren, In Italiëis sedert de kieswet
van 1882 htt kiesrecht verzekerd aan wie
het Italiaansche burgerschap bezit, 21 jaar
oud is, Ie :en en schrijven kan en eenig ele
mentair onderricht heeft genoten ; het woordje
mannelijk komt in deze wet niet voor. Rech
tens bezitten dm de Italiaansche vrouwen
het kiesrecht, al maakte, tot nog toe geene
enkele er nog immer gebruik van. Dit jaar
echter laat een nog dagelijks aangroeiend
aantal vrouwen zich inschrijven op de kie
zerslijsten. Tot heden ondervinden zij daarbij
ook geenen tegenstand en als eenmaal de
gestelde termijn van appe. tegen plaatsing
op de kiezerslijcten is verstreken, zal de zaak
ten minste voor dit ne maal verzekerd zijn.
Men hoopt nu, dat voor en aleer in
uoogster instantie eer.e beslissing kan worden
genomen en het noodlottige woordje manne
lijk ingevoegd in de Italiaa sche wetgeving,
de gewoonte van jaar op jaar verhinderen
zal. dat aan het eenmaal uitgeoefende kies
recht der viouw weder worde getornd. Alleen
aan de gehuwde vrouw zoude het dan mis
schien nog, als hebbende deze geene bur
gerschapsrechten, kunnen worden ontzegd.
In een vurig gestel l irranifest, waarvan N o.
2G van Erolalie den tekst geeft, en dat in
grooten getale onder de I'aliaansche vrouwen
wordt verspreid, worden dezen opgeroepen
om thans pal te staan voor hare rechten,
daar het hier geldt de uitoefening harer
heiligste plichten als moeders.
Het aandeel dat door de Engelsche vrou
wen aan de jongste verkiezingscampagne
werd genomen waarbij dezen aan de liberale
partij eene schitterende overwinning bezorg
den, wei il ons reeds herhaaldelijk door de
groote bladen geschetst. In Fiuhtnd heeft
een wetsontwerp tot invoering van algemeen
kiesrecht voor mannen en voor vrouwen
den steun van alle politieke fracties.
Ook op ander gebied y.ijn de
vrouwenonvermoeid werkzaam. De Nationale Vrouwen
raad van Groot-Brittaniëen Ierland houdt
zich bezig met het vraagstuk eener afzon
derlijke berechting van jeugdige misdadigers
en met maatregelen van bescherming en
beveiliging in verband met de uitzending
van weeskinderen en jeugdige vrouwelijke
dienstboden naar Canada. Ook wendde de
Raad zich tot de Regeering met verzoek om
bij de onlangs toegezegde instelling eener
commissie tot onderzoek van de toestanden
onder de werkloozen, in die commissie ook
zitting te geven aan vrouwen. Het toezicht
40 o e n 11 per regel.
?HIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIHIHIIUHIHIIIIIHinMIItlHIIIinilllllltll
Toen de koningin dat alles aanschouwde,
lachte ze van vreugde, en zeidc, dat ze gaarne
koning Olaf s gemalin wilde worden om over
zulk een stad te heersenen.
Storrada roeide naar de landingsbrug van
het koninklijk slot. Daar stond koning Olaf
gereed om haar te ontvangen en toen ze hem
tegemoet trad, kwam 't hem voor, dat ze de
scuoonste vrouw was, die hij ooit gezien had.
/e schreden naast elkaar naar het
koningsglot en tusschen hen beide was blijde eens
gezindheid en vriendschap.
En toen ze aan tafel zouden gaan, lachte
en schertste Storrada met den koning, terwijl
de bisschop het tafelgebed uitsprak ; en de
koning lachte en beantwoordde haar scherts,
omdat hij merkte dat dit naar Storrada's
zin was.
Toen de maaltijd ten einde was en allen
de handen vouwden om naar het dankgebed
van den bisschop te luisteren, begon Storrada
den koning van haar rijkdommen en schatten
te verhalen. Zij anng daarmee voort, zoolang
het gebed duurde. En de koning luisterde
naar Storrada en niet naar den bisschop.
De koning geleidde daarop Storrada naar
een verheven zetel en hij zelf rustte aan haar
voeten en Storrada vertelde hem. hoe ze twee
onderkoningen, die het gewaagd hadden om
haar hand te dingen, had laten opsluiten en
verbranden. En de koning verheugde zich en
dacht dat alle onderkoningen, die het waagden
om zulk een vrouw aanzoek te doen, hetzelfde
lot moesten ondergaan.
Toen de klokken voor Vespertijd luidden,
richtte de koning zich op om, volgens ge
woonte, naar de Mariakerk te gaan en er te
bidden. Maar daar riep Storrada haar zanger
en beval hem het lied lezingen van Brünhiïie
die Sigurd liet dooden. . .
En koning Olaf ging niet ter kerke, maar
bleef zitten en kon zijn blik niet afwenden van
Storrada's machtige oogen en van de donkere
wenkbrauwen die zich, scherp afgeteekend,
daarboven welfden.
Toen begreep hij, dat Storrada Brünnhilde
was ec dat zij hem zou dooden, wanneer hij
haar ontrouw was. En bij dacht ook, dat zij
er wel de vrouw naar was. om zich samen met
hem op een houtstapel te laten verbranden . ..
Terwijl in de Mariakerk te Kungahalla de
priesters de mis lazen en baden, zat koning
Olaf voor Sigrid Storrada en dacht, dat hij
volgaarne met haar vóór zich op zij,n paard,
naar Walhalïa zou willen rijden.
TRADBMARK
MARTELIS COGNAC,
Dit beroemde merk is
verkrggbaar bij alle WJjnhandelaars e*
bfl de vertegenwoordigers
HOOPJIANS «fc BKl IXIKR,
Wjjnhandelaars te Amsterdam.
Prijzen m af ? 2,50 per hcl
Normaal-Onderkleeding
van ;<: ? "'
Prof Dn O.
^ Eénige
"Fabrikanten
W.Bénger Söhne
Stültgaft
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstraat 1571
K. F. DEUSGHLE-BENGER. f
REFLEX-CAMERA
te koop. 9 X 12 van / 80 voor / 3->.
Prima staat. H K S S E S Fotobande], N. Z.
Voorb.wal 293, Amsterdam.
iedeponeerti
Filialen: SPUI 25, VAN WOUSÏRAAT S.
Depots: v. Baeilestraat 38, Joh.
Veihultfistraat 105, Ferd. Bolstraat 4. Weesper/ijde 7t,
Plantage Kerklaan 15, Tilanusst/aat 83, Voa
Zesenstraat 29,Watergraafsmeer: BreedewejtL
Ie Helmersstr, 201, Ie Gonst. Huygensstr. 9Ï,
de Clercqstraat 8, Nassankade ?>()4o.,
Marui*straat 257, Haarl.dijk 20, 2e Tuindwarsstraati.
cht Victoriawatei
OBEriLAHNSTEIM.
cht Victoriawatei
OBCRLAHNSTEIN.
BOUWT t. NUNSPEET
od.
VELUWE.
Inlicht-, b d. Vereeniging Kantoren
voor Vaste Goederen in Nederland te
Nunspeet.
L'ien nacht had de veerman bij den
Alfheuvel, die de rnenschen met zijn nuhaitjt
over de Gota alf roeide, het drukker dia
ooit te voren. Telkens werd hij naar dec
anderen oever geroepen en wanneer hij er
kwam, was er niemand te zien. Toch boord*
hij rondom zich stappen en getrippel en bet
bootje werd zóó zwaar geladen dat het dreigdit
te zinken. Hij voer den ganschen nacht heet.
en weer en wist niet, wat dat beteekenec
moest. ^laar den volgenden morgen was btó
zand aan den rivieroever vol klein-e
voefestapjes en daarin vond de veerman k'eira*
geel-verwelkte blaadjes, die, toen hij ze beter
bekeek, uit louter goud bleken te bestaan
Toen werd 't hem duidelijk, dat al d*
kaboutermannetjes en dwergjes, die wegeuf
het Christendom uit Noorwegen gevlucht
waren, nu terugkeerden.
Kn de reus, die 'in den Fontinsberg tem.
Oosten van Kungahalla woonde, raapte groofc
steenblokken op en wierp het et n na bet
andere tegen den toren dor Mariakerk, zoo
lang de nacht duurde. Als de reus niet «ju
machtig sterk geweest was, dat al zijn
blolsken vér over de rivier heen, tot in HigiugeE.
neervielen, dan had hij er stellig grooit
schade door kunnen aanrichten.
Koning Olaf was gewoon eiken morgea fc
rnis te bezoeken, maar op den dag dat Storrada
te Kungahalla was. meende hij geen tiid daar
toe te hebben. Zocdra hij opges'aan was, wiiöe
hij naar de haven gaan, waar Slorrada op riasr
schip woonde, om Lasr te vragen, of zedte
avond haar verloving met hem wilde vieren.
De bisschop had den geheelen morgen larj£
de klokken in de Mariakerk laten luiden en
toen de koning uit het i-!ot tiad en overiif
marktplaats schreed, werden de kerkdeure»
wijd open gezet en lieflijk gezang stroomdt
hem tegen. Maar de koning liep verder, ak
had hij niets gehoord.
Toen liet de bisschop de klokken zwijgea.
het gezang hield op en de lichten doofden uit
Dat alles geschiedde zóó plotseling, dat<&t
koning een oogenblik bleef staan en naar<lf
kerk terugblikte. Het kwam hem voor, dat dt
kerk er armelijker uitzag, dan hem ooit t««
voren opgevallen was. Ze was lager dan d#
andere huizen der sted, het dak van strot
drukte zwaar op de vensterlooze muren, de
ingangspoort was laag en donker met ces
klein afdak van dennenschors.
(Slot volgtj,