De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 6 mei pagina 3

6 mei 1906 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

B$AKgBB WEEKBLAB VO^B HÊ^f RL AR ?ff». *fe- Aucrt*. JACOBS. ._?tweé&ég^eéeimB "bovenbedoel ten fcrieTO&bHadel w«rdt ingenomen door een en T «elve. »*èil*e keifeen.éaarii» voorkomt betreffen ie de vronwenbewegfeg ia Amerika, ?muaver la'er, .verdient vooral vermelding de brief o^or OiWftwnriëea die over JJ->odGaHfowlëeen uitent «matigen indruk fcg schrpfter beeft nagelaten, lift» zich te meer verklMte*, taéat i$ ncn aldaar ophieM, tfdena dom «*o«MUMi«dM tadtaa wramwr", het na jaar, waarin het klimaat van de meeste der dtaten ??n van CaliforniS in het bü/on der «eb, op de aangenaamst er wijte doet ke&Mn. Bei ia opmefkeliJk, hoe de Staten der Unie, MÉ1Ë& haane kindsheid uittredend*, tot een tqdpork tan opkomst overgaan, zich in het bgionder begveren oit te munten in zake laBdboaéontwikkeling, onderwijs en geaondheld»W«en. Schrüfeter's beschouwingen geven daCrfjra ook op menige plaats blijk. Ca&fomiëhéft ia bedoelde richtingen in dei IwÉMea ifl bnitengwrohe vorderingen «K&'j&fMttil» ge«JIg«n daarvan latefi Meer en meer gdden. «t «rférwfla-in Amerika ter sprake KJAjÉttea,- wf) niet naUten er op te wijzen, hoe MÜ, hier niét als ba Ne jerland algra»e«a» «itwikkeUnu op den voorgrond «telt, tt«ar er Ift de e*rat« plaate op gesteld is by d« kinderen de noodzakelgke grondalagen Ie JOggeU voor hunne verdere vakontwikkeling i* ifcsdaew", Waarto« >9 Volstaan kunnen bti onderricht in the three K" (reading, lof and arithtnetieV'Bg hen, die bestemd voor eene h«ndelsbetr«kklng, becchouwt féHe TéeltiJdigé«choolopleiding alg Hot aantal wekelgkeche schooluren hief te UiOt m kleiner dan in Nederland, hoen et da vaoanViën zooveel te langer duren. Zelfs bfl hW hooger onderwijs Wordt er attesbehalve «Ueflt «?& tteeischen vastgehouden, ofschoon dèjA óver hét algemeen' 65* de in Europa guldende achterstaan Btndénten aan colleges Jb nnitvrslteiteB, die Uitmunten op hét gebied <*» -spdrt, m»v op wetengcbappelijk g#bied tekort schieten, worden bij exataem veelal tóét gr'oote toegevendheid behandeld, Ui déeer fan de school ophouden." iffgs het v op zich «eirtrjn'te \raarctet bij. de studeeiende jengU in |! «Wïeeïde aandacht wordt géwrj i aan «iOreeie en phygieke ontwikkeling, In djtt htoi^i opricht word» ontegenzeggelük ^e b>l»p»l is bntMkfd in mishandeling en doodstèg, wodat d«W «poft aan eenige universi teiten sedert verleden ja*r Werd verboden, Y, de voornaamste _ moge. kwade- herinneringen in többeh ;nageteiefc» VAdwe^e1 de ' il5fc*:i«JdéKntea der Fresno pf, Welke een twintigtal jaren i ,tt»ö»e:bt léatitÉeDOOtea in het Ongeluk *t«r\te,. ^la»r aer^elfk^ treriftge ervaringen i voortaan vermeien «Kfcde», Zooals |«1 ook doet uitkomen, is kdetbel bf (ahdont|innteg iüde meeste fin fJalifÖriiis een noodzakelijk ver* Het komt er In de eerste plaats op |Mt fttii NfetertairtUche kolotiêten, diéaan " i.*s opwekking mochten gehoorzamen, om in »èe o¥«t<*ten zoo DB voorrechten staat i tékiéten, <|ai «Üwh onder etdlftf iteuèh,' ftdat alleszins «?e deskundigen de voorbereidende ^-?. ia b*b»)| fétroffen. .Op die wgze Mittben telenrstellnigen als bij de verfoeilgke rre«K>'|e*(!hiedeQie 'f orden vóórkomen. CalUoriii» hielt ongetwijfeld op bet gebiel van VHlcWtóteelt zoawel als ven akkerbouw; a»niokkerfke vooraitzichten aan. In din bHef aito d* Indianen gewijd Wordt door scbr. gezegd, dat déIndiaAnsche btevol. kihg rn de Vereenigde. Btatéh zoo eterk téhtérnltgaaT. «*trstiek«n der Matste jaren gtVen daaromtrent hoopvolle verbeteringen 4lét 0* t0oroi*B*nf, die Waar ^e nemen valt, ttpfeft eefiWr 'tóorBaliaöiiJk 4e Ba)f beschaafde enk&Eaéb ea die, Welke ziet» meer en meer jinttt- e Yislmi vereenzelvigen. Botendien heem t de bevolking vari gekruist Indiaanseh »«éfi h». n%ten redactie-artikel in The fÜrS' lT(**r'd.d. 5 tórt I.I., van de Van ierflahd, die blijkbaar groote bengstéiling gevoelt voor Amerika's oorspron-sols-ets j es. (Uit bet dagboek: van n zwerver). De broeder van het meisje vertelde my dit verhaal toen ik hem laat in den avond op straat ontmoette, nadat ik hem eenige jaVMl niet had 'gekend. H$ Was vriendelijk en «öelfk mj w* er. te zi^B. Ook 'vroeg hij .mij of tt"'!r«jt 'üSBA'NjkirfilMJt W^-samen op een stil» i >ltett;sil|g%i>3>^te|». Hetgeen mf zeer aangenaam was. Niets vond ik prettiger dan bet stil leege zitten in een koffiehuis, waar vél licht ,W^ ea.,vjeel yolk isnrveel: dnftfc. Vroeger Had ik meer van rost gehettden?' in een -wgeiL aangename kamer. Theo Reevers jpok^-Sfeaty^e jaren -hadden mg gewijzigd en óók hem. ' Ik vroeg hem wat hg deed ? Hjj zei luchtig: Dat Wét ik niet... dan eens dit en dan eens dat... t*gei}woor£% fcen ik 'aan de electriselie tr«n. . ^ nief' hoogy-Jnaar.H bevalt mg wel,* j t- " * ,>; Zoo..." ? Voorloopig. . . lftng uithouden kan ik 't »*»fcens. . . je weet, -ik ad altijd een vagebe*den «atnur. . . op senool al." , ??. D»ara» vroeg b$ mrj wM ik d«jed? En ik terwg : Op 't oogettblik nie$6. . . je weet, dat ik ook «ré* al vageboaderig TWÉJ," ^ k , l , f. ik teb $to BrttSel.gewerkt . . . vtf goeS, goed saïari».;. fee» slechte voornftï«fcti«<.. . maar teeefcs iet&g ik wér net j& koWer in itfn kop... torjeb ffogWatlos geld. .. 'jffet veel «4» *ilaéf op is, dan begin ik Weer wat *ndera te zoeken. . . non ben ik -Kiaar "n poo»je teeg hier." Ja," «ei Reevers stil,, en met BOO iets als trenriglM&d : dat kan je zoo nebben, dat je ineenen uit 'n best baantje loopt. . . alleen kel$k* bevolking, wordt nagegaan, dat binnen de grenzen 'der Vereenigde Staten in den aaamoeten hebben gewoond. Thans telt het land naast ? 270.000 zuivere Roodhuiden minstens dubbel zooveel Mestiezen, maar bet aantal Amerikanen, welke daarenboven min of meer Indiattenbloed in de aderen hebben, is on eindig veel gröoter.'Er is, al móge men vél sympathie gevoelen voor de Roodhuiden als natuurvolk in de Vereenigde Staten van onzen tijd, fadaas voor de jacht en v'.sscbery levende stammen byna geen plaats meer. Hoe de Indianen, die zich op ander gebied bekwamen, kunnen uitmunten, wordt door echr. met sprekende voorbeelden aangetoond. Zeer lezedswaardig ia het hoofdstuk over de ver beter buizen ^(reformatories). In vele opzichten kan men in Nederland leetiug trekken uit de wijzen, waarop in Amerika de zedelijke verbetering der daar verpleegden wordt nagestreefd. Denkt men bij hetgeen schr. dienaangaande vermeldt, niet onwille keurig aan de behandeling der ongelukkige lijders 'in krankzinnigengestichten, welke ia Nederland in den laatsten ty'd rmst reuzenschreden is vooruitgegaan? 'Waarom niet een soortgelijke methode in Nederland gevolgd büheb, die veelal ook wat betreft verstandelijke vermogens tot de misdeelden behooren ? Last not least," worde het hoof Istuk be sproken, omtrent De V-rouwen van Amerika", eerder verschenen in het Mbl. vóór Vrvuwenkieirecht van 15 TSov. 1904. Schryfster's oordeel over de vrouwen van de Ameiikaansche groote wereld, stemt overewfl; met tfe inzichten, die WÜIn dit weekblad meermalen hebben kenbaar gemaakt. De plutokratieche vioaWen wereld wier leden leven voor vertoon en opschik en al leen aan de feministische beweging deelnemen voor tijdverdrijf, beeft in vele. opzichten iets jreerzinswekkends. Die vrouwelijke Yankees missen daarenboven hetgeen hare zusteren der Europeesche aristocratie juist meer d >et Waardeeren. Van -die society-women" kan d* vrouwonbewetiing weinig baat verwachten. Zooafs schr. duet uitkomen zyn* hét de vrouwen nit het bezige leven welke zich voornamelijk daaraan wijden1 * Nadat ióhr. met de Amié^kaansche vropn wen beweging nader had kennis gemaakt mocht zg terecht verklaren: De AmerikaanBtih» vzouWén, als een geheel genomen, ijn ons een geslacht, misschien Wet eenige ge.slachten vooruit-." Met stryJsters als eene Susan Anlhony ?%an het hoofd, eene vrouw, die tot op haar sterfbed voor de rechten baret sekse opkwam, 'konden zulke uitkomsten worden verkregen. Toch zal Susan, Anthony, die 13 Maart 11. te Rochester (Staat Nieuw- York) overleed, eerst na haar dood de grootste erkentelijkheid deelachtig worden. Tydens haar leven heeft zy zelfs in dit land van vooruitgang tot op het laatst aan veel mis kenning blootgestaan. A. E. M. S. TB LAEB. VOOR BAMES. Levensknte, door mevrouw C. A LA BARLED BAANLAG. Haarlem, A E. v. d. Heide. Levenslust is de titel van het in het Hol landsen, vertaalde werk van Bernard Pérez' Les troispremièresannéesdel'enfant". Onder al de nieuwe velden van navorsching en onderzoek, door de moderne wetenschap ontgonnen, mag er voorieker geen aantrekkelgker heeteu dan dat, waarop de studie van hét zieleleyen van het kind, in zijn aard en Wezen, in B\ zijn fijne nuances en schakeeringen zich beweegt. Ook kunnen wy door de bestudeering van de verschillende tyd'perken van het leven der kinderziel de wbrding volasen van tallooze verrichtingen, die het Meleleven van den volwassen mensch tot eett vaak onoplosbaar raadsel maken. Ontegenzeglijk dringt zich aan hen, die het kind volgen in die «erste ontvdkkelingsphasen, de godachte op, dat de kinderziel schijn baar voortgestuwd wordt door vaste wetten, dat de eerste ontwikkeling in bepaalde banen tgeleid wordt, en hoe eerst later de kinderziel zich gaat wijzigen, vervormen, schikken, naar den wil of de wenSchen van de ouder?. Perez's boek behandelt de ontwikkeling der kinderziel in de eerste drie leveucjaren. In het begin waarschuwt l>üons reeds, MHIHIfllttnilllHtMtHI«Hf1««H4*«»llllllllllltlllMMIMIIIHH4llllltl1lt*IIIIIM omdat 't je verveelt... later heb je dan spy t"... Of geen spyt..." De meeste lui snappen dat gevoel niet... dat je niet anders kunt... datje gek zou worden ale je anders dee... 't is ook mal... je wordt 'r niet ry'k mee..." Maar je bluft vry... als ik dat gevoel van verveling krijg... dat voel je injeoogen, dan moet je verderop, of je wilt of niet... ik heb al wel twintig baantjes gehad..." Meest buitenslands hè... waarom heb je toch haast nooit meer geschreven... op school waren wjj toch altijd zoo goed met mekaar..." Och, je doet aer niet aan.. . maar ik ben heel. big, dat iïje hier ontmoet heb... de meeste menschen ken ik al niet meer." ?Kom *jfe, difcwijls hier ?" Tn !U>U4ttf * k werk er nooit, a'leen als ik los geld heb, dan kom ik weer eens 'c "poosje, i'r'nteest in Amsterdam... soms in Haarbemyiéait is -óók 'n stad, Waar ik veel van hou... of in Zaandam, maar in zoo'n kleine plaats loop je gauw in de gaten... dan vragen de menschen je van alles... dat ln«t ik niet." ' '" ' "Ovfer onze ^öngédürigheidj vreemd gevoel dat we allebei van-jongensjareh af hadden, praatten we niet langer. Ik had wel willen heengaan, nog zoQwat tpopen langs de waterwallen, die kalm prachtige grachten, die mij bet Hefet van heel Holland waren. Maar dit was weinig vriendëltfk voor Thé, dus nog maar zitten zoowat. Teïjvjjl hij nu weer aan 't woord was met barre bakken, die ze den Iwtsten tyd hadien uitgehaald, viel mij op eens verveeld in, dat ik vast niet langer dan tot Zondag in Amsterdam bleef. -Ik ,wfa verdere a... toch maar aannemen dat baantje in Manches'er en dan spoedig daarna Weer wee. Tbépraatte veel en vlug idoor. Hij was nu betig te lieden zonder twijfel; dat wisten we alle twee. Hu begon met waarheid, een geWoon'verhaal met gewone woorden en van alledagelykschen trant. Maar dat liep van dat wij voor dégeboorte der kinderen aansprakel^k «gn te achten voor de ziel van het kind en somt eenige gevallen op, waaruit de invloed der onders.,pp dékinderziel vóór de geboorte zou blgken. De ontwikkeling der zintuigen, van den smaak, den reuk enz. wordt daarna behandeld en wij zien hoe in die eerste levenstijden .de kindergeest niet veel in eer is dan de som van deels eenvou dige, deels samengestelde Uitdelingen, die in nauw verband staan met het opnemen en verwerken van het voedsel. rst in latere levenstijden ontwikkelen zich andere gevoelens, zjjn 'medegevoel, zyn' «ympatbiën en antipathieën. Nn en dan beepenren wg het groote ver schil, dat er tutschen de ziensw^ze vin ver schillende onderzoekers bestaat. Waar Dai win meent, dat er op den leeftijd van 5 maanden eerst spraken kan lyn van associatie, van verbinding van denkbeelden, daar meent bijvoorbeeld Tiedemann dat reeds 2 dagen na de geboorte dit valt op te merken. (Een voorbeeld van associatie is het vol gende. Een kind wordt een manteltje aan getrokken en wordt boos als men niet dadelyk met hem uitgaat. Het kind gevoelde dus het verband tusschen mantel aantrekken" en uitgaan"). Sommige hoofdstukken, bijvoorbeeld dat waarin de ontwikkeling van de taal besproken werd, zouden wy gaarne langer gezien heb ben, andere daarentegen hadden zonder bezwaar korter kunnen zijn. Een mooi hoofd stuk is dat, waarin de Bchoonheidszm en het zedelyk gevoel behandeld zjjn. Uit Marions la solidaritémorale" balen w$ dan ook gaarne aan, dat er een psychologische wet is, die njen nooit uit het oog mag verliezen om haar groot gewicht, n.l. i deze, dat al on?e aangeboren of verworven: neigingen, goed of slecht, al oftfee^gewoonten en hebbelijkheden niet alleen aUactueeledr^fvueien oiig gedrag bepalen, maar zich ook 'veranderen in mo tieven voor het weldoordachte willen,.m.a.w. zich aan ons opdringen alg wettige redene.i by ons wikken en wegeni en het er door op 'een dwaalspoor geleide óórdeel er ter goeder trouw de dupe van wordt. De daden sleepen de gedachten mede en gedachten de daden. 1 Hoe spelen eigenbelang., eigenliefde, heftig verlangen geen voorname rol by de besluiten van het kind. Het tracht zyn handelingen te motiveeren, ook al wordt dit niet van hem geëUcht. Ik heb dit of dat gedaan, omdat...", deze formule komt hem telkens op de lippen. Hij bedenkt allerlei, som* zeer onwaarschijn lijke beweegredenen voor de daden van anderen,, die hij naar de lijne beoordeelt, ett zeer vindingrijk is hu vaak in het aan voeren van schoonschijnenJe redenen ter verklaringvan zyn meest lakens waardige handelingen. Wie dan ook de beteekenis van het doen en laten van kleine kinderen wil begrypeft en zyn wil ten goede wil leiden, tnoeter voor zichzelf van overtuigd r.ijn, dat alle oogmer ken, welke ook, in de zelfzucht hun oorsprong vinden. Men wachte zich vooral aan het zedelijk gevoel een beslissende waar Ie toe te kennen. Eerst de ontwikkeling van het verstand, het nadenken, maakt de positieve onderscheiding van goed en kwaad juister en breeder. Hoe vaak bespeuren wij vomts niét by 't kind, dat alleszins gerechtvaardigde wan trouwen van zijn eigen kracht. Een klein meisje zeide eens: Ik voel, dat ik niet zoet kan wezen," Toen het een paar jaar ouder was, werd ze om het een en ander geprezen en zeide: morgen zal ik nog veel liever zijn, ik zou zoo gaarne aliijd zoet wezeu; waarom kan ik dat niet!" Hoe onverstandig zou het geweest z\jn als de moeder zich verbeeld had, dat de kleine zich voortdurend zou weten te handhaven in dezer betrekkelijk verheven sfeer van zedelijk gevoel. Dat kan geen enkel kind, zelfs het meest begaafde niet. Op veel lateren leeftyd zelfs kan het kind dikwgls dalen tot beneden het peil, dat het op ijn tweede of derde jaar bereikt had, of scheen bereikt te hebben. Perez's boek is een mooi boek, ea dat er een degelijke Hollandsche bewerking van verscheen, is een aanwinst te noemen. Het brengt het boeïweer nader tot haar, in wier banden het beioort te zyn in die der moeders. Haarlem. G. A. OOTMAK. Juffrouw," zei Jaan, toen ze my gisteren avond goeie nacht l" wenscMe, Juffrouw, 'k ben nou zoover met de schoonmaak, as ?ttMiiiMHimiiiiiiiiiiiMiiMiiiiiiiimiiiiiimiiMiMiMMHiHimiiuiimiiimtl zelf in leugens uit, fantastynsch fraai, prachtig van wilde kunst. Hij wist dit zelf heel goed. Vroeger had hij er wel over gesproken : Dat paat van-zelf zoo... trouwens ik vind leuke leugens heel .wat amusanter als die saaie waarheid.., daar wor ik wee van... ja liegen, en een amWr te kort doen, allii, dat is wat anders, dat 's geineen, maar zoo als ik 't doe is 't amusant... trouwens geen gladderd die er inloopt.. e^n wie wel, die verdient niet beter!" Hij sprak mi luid, met dunne stem, en scherpe, snelle gebaren. Sommige menschen merkten ons op, dat hinderde mij, dus ik zei: Thé, hou je een beetje stil... ze letten PP je." Zyn licht-nerveuse, eventjes dronkene span ning knapte glashard af. Ja," zei hij heel rroew in eens: ,je bent hier ook al niet vrij... kerel, wat voel ik me beroerd... je blijft toch zeker nog wel wat bij me. .. vertel jij nou d'r 's wat?1' Ik weet niks... scharrelen hè?' We waren nu stiller samen, ik vond den jongen man ou l geworden, en ik keek naar hem. Toen bemerkte ik sterk, dat hij ook naar my keek en dat hij my bepaald ook oud en vervallen vond. Daarna spraken wft rustig, zonder meer emotie, over het lot van menschen, die wij samen kenden, over onze familie... en de vroegere jongens van 't school. Onderwijl dacht ik aan 'n zuster van Theo, die ik vroeger vreemd lief had gehad, totn zij al eene groote vrouw was en ik een groeiende jongen. Ik vroeg hem : Thé, je zuster Anna, is die nog in Indië?'' Hij gry'nsde zyn gry'ze oogen verschrokken open, dat ik óók schrok. Wat was er in deze gewone vraag? Hij zei, van adem bevend, zeer ontdaan : God, boy, wist je dat niet... Anna is nooit getrouwd... nooit naar Indiëgegaan... ze s gek, stapelde-gek... jaren is ze al in Meerenberg... jaren al." da'k morrege an deuze kamer won beginne, as je dan eerst, onderwyl da'k me werk in de keuken heb, in de vroegte je boekenkast dee... 'k Haal er de boot* rst wat uit, «ie je, voor 't stof." Best Jaan" heb ik geantwoord. Heel best, hoor l" maar was toch Mjj, dat ze mjj n gezicht alleen van terzijde zien kon, eooal ze daar stond, de deurknop in de eene, 't peiroleumlampjè" in de andere hand, waarvan ik slechts zag de duimstomp puilend door den giaaring en den wgivin^er, die, als 'n monsterrups van ongewone kleur, gebogen lag in de sleuf tusschen den onder- en bovenraud van den oliehouder; de niet zichtbare vingers ondersteunend, vermoedelijk, 't geheel. Heel best, Jaan! Maar o, hoc verstoorde het mijn vooruitzicht op'n ru»tigen ochtenJI Nu de zon, klokke vyf, me kond doet, dat de klapperman naar bed en 2ij opgectaan is, wordt 't ziHen-schrjjven in den morgen, ala je weet niet gestoord te zullen worden, 'n genot zóó on vertelbaar groot, dat je gaat meenen je zelf te kort te doen door het je ook maar n dag te ontzeggen. En kwalyknemen, zeker, zouden het je de merels en de ly'sters, als je geen notitie nam van de keurige airtjes, die ze a) zoo vroeg in't voorjaar iSgestodeerd hebben. Toen het, 'n paar dagen geleden, telkens nog te sneeuwen en te hagelen poogde, te uiden ze tusscüen de buien door heel vlijtig haar keeltjee, om toch niét achteraan te komen en 'n goed figuur te maken in 't orkest, wanneer de zon door onverwacht op haar lessenaar te tikken 't signaal zon geven om te beginnen. Heel best l" had ik gezegd en getogen beu ik den volgenden morgen naar ds reeds ? door Jaan ontiuimde kamer, waar de boeken kast stond in verlatenheid nu, want alle meubels voor Jaan toisbaar -?en dit z.egt htófel veel vond ik gerijd,dicht aaneen ift' den gang. Ik had er langshevn mij te wringen. Da luchtstroom, die me tegemoet kwam in de leeg» kamer, zei me, dat de brave Jaan gezorgd had voor 'n uitweg van 't stof, dat ze voorzag door mij te worden opgejaagd. Hoog opgeschoven was 't raam; ontdaan van alles wat er om en aan gehangen had, blikte het me aan nuchter klaar... Nu ik ervóór sta, omlijst het een schilderij in wording: duf,1 twyfelig landschap; ver naar boven 'n hoog-opgaande, stil-bleeke lucht...'t Gteft te verwachten. Maar niet o n door 't raam te staan kyken ben ik hier gekomen! Om de boeken kast te doen" was het en haastig schiijd ik door de kleine ruimte naar 't tegenover liggen.de muurvlak, waar de kast't licht blijer nutig opvangt. Er voorstaat?? o, op allesbedachte Jaan, die uw juffrouw nooit groot genoeg" acht om ieis tot stand te brengen zonder hulpmiddelen er 'voor staat 't keukenbankje I 't Bankje, waarop ze gewoon is de teil te zettt-n, als ze vaten1'wascht... Fluks heb ik 't sctiabelletje bestegen en kan zóó juist de roe waaraan groen saaien gordijnen van 't duimpje wippen ; dan, met 'n rukje, het andere einde uit't oog'1 getrokken en schurend het ijzer ruttelen de koperen ringen, in wedloop achter elkander aan, de hellende staaf af naar omlaag. In'n ommezien is daar 'n vaal-groen bergje geboren met tal van zich kruisende, emalle, gelige paaijes: 't vernleurde ringbaudja... Alles aan de boe kenkast is oud, maar niet van 'n ouderdom, die je belet prettig-gemeenzaam met iets orn te gaan. Ook niets hoog-voornaams is er aan de kast. Eikenhout toch? Nee, 'fc geloof 't niet; zelfs niet geeikenhout', heel en al niet geverfd, dunkt me. Geheitst misschien? Best mogelyk, maar ze glanst! Toe te schrij?en vermoedelijk is dit aan de hoeveelhöid wrijfwas, door Jaan er wekelijks aan besteed (daar gelaten nog haar tijd", waarop ze heel zuinig is, zooals ze zelf zegt» om die niet-eigene-glimmering te verwekken op de flanken van mijn kast. Nimmer of nouit den strijd opgevende, noest-werkerige Jaan, ook hierin hebje sveer de overwinning behaald! 'n Gemoedelijke boekenkast is het. Etwas Verlraatet hangt er o ver.'Zoover mijn heugenis strekt, heeft ze dit gehad. Ik herinner mij, hoe ze stond in de studeerkamer van my'n te vroeg gestorven vader, die nooit weerde 't kleine mei«je, als het mtèbinnen stapte, achter de broers aan (twee, in alles myn meeideren, ook in leeftijd) en by zjjn stoel staand, luisterend, stil, hem gansch niet hinderlijk was. Er werd dan van een der plan ken 'n boek genomen soms, waaruit mijn vader iets voorlas... Begrijpen deed ik de wobrden niet; naar den klankenval luisterde ik, ge boeid, betooverd, zoo als men dit doet by 't Scheppingsverhaal in 't Eerste Boek van Mozes, miiiiuiiiiimimiiHiiiiimiiimiiiimiiiimMiititMMMHiiiiiiiiitMiiimiiiiiii Is 't waarachtig ?" fa." zei hij, dat kan ik je wel vertellen... 't is 'n stil ding... ik schreeuw d'r niet bij... maar ik wil eerst nog wat drinken... ik heb idioten dorst." Hij dronk weer wijn, veel te veel, gulzig. Daarna vertelde hij zacht van stem, zonder gebaar ineenen door: Nou je weet, ilat ze met RenéBamaer zou trouwen, die kende ze al jaren lang... hij was toen net controleur geworden in 't Djambi»che, zooiets van Moeara heet het daar... enfln, ze zouën dan nuar trouwen, welja, met de handschoen... en toen net een maand voor d'rlui trouwdag, toen k wam d'r een telegram van 't Departement, dat Renébij 'n vechtpartij van olie-werklui was overhoopgestoken Ja, ik heb 't Anna n iet verteld... niks voor myn... dat kan ik niet... dat heeft m'n moeder nog gedaan, die kon zulke zaakies beter dan ik. ., hoe ze d'r onder was ? Weet ik niet... ik ben 't huis uitgegaan.. .idioot, 's avonds stond 't in de krant, moet je je goed voorstellen... lees je ineens zóó, dat je vriend dood is geduveld, die met je zuster gaat trouwen over een maand... Ik kon d'r niet zien. Moeder zei, dat ze totaal kapot wa?. Maar zie je, .toen dis brieven... ja, neturelijk, brieven kwamen d'r altijd nog, weken lang... die lekkere boodschap was getelegrafeerd van Batavia naar Den Haag... controleur; dat's hoog, dat telegrafeeren ze als d'r een dood is... en ze wou die brieven hebben... bepaald idioot, van mij had zy ze niet gehad,.. maar moeder gaf ze d'r... die dacht, dat 'r dat troosten zou. En d'r kwam me 'n stelletje los... je snapt, 't jong was verliefd hè, dus die schreef elleke mail... 'n brief als .'n rbijbel... twaalf kantjes... veertien kantjes... zoowat een maand lang. Dat heeft 'r de dood gedaan... eerst leek 't of ze d'r overheen kwam... maar toen ging ze langzamerhandjes achteruit... som mige dfogen dee ze niks als brieven schrijven aan René... als maar antwoord op de brieven, die d'r nog altijd van hem kwamen... hél of zóó als men naar Je*sja luistert... t Moet Vondel geweest zyn. Onder de kap .uit heb ik tal van kleine boekjes te voorschijn gehaald: Almanach 4e Gotlta meert, veel jaren terog. 'k Moet xe achtereenvolgens voorover doen vallen ont ze naar me toe te kannen trekken, wat heel niet gemakkelijk gaat, want er achter ligt nog wat: Brochures met 'n touwtjeby' ngróenben. 'n Smaller boekje dan de Gotlta'g heb ik nu in de hand. 't Ia 'n Nederlandsche Muzenalmanak 1820. Onder den titel ia 'n engeltj-e gezeten op 'n tot-troon-gemaakt wapen van Nederland; er naaet twee evenzoo ge v leugelde figuurtjes met harp en hut. 't Boekje ie door schoten met hontsneden, die 'n liefhebber van oude Prenten" moeten doen watertanden. . Door de bree, ui 't vorste gelid gemaakt, sleep ik 'n bundeltje Brochures. De verwij dering er van zal «traks 't werk bespoedigen. 't Touwtje schuif fk er af. De bovenste heeft, met- het stof, de kleur er van aangenomen. 't Is dubbel gevouwen en heeft 'n schootscfariftrorm: Leetbotk voor de Hooysle Klcuse der Lagere School ter Oefening in het Lezen van otidericheidene Handschriften, door W. Plofcker. 't Bevat in verbijsterend moeielykleesbaar schrift Parabelen van Schrieerivs, vertaald door Lnbünk Wtddik en Letten van "Wijsheid tn Zedekunde. van de Heydei. In 'n Natehrift uit de verzamelaar den wensch, 40 oenti per ragal. ' Cailler FIJNSTE ZWITSERSCHE (TlOCOLTIDE aui-cdu-ten? Cacao en SUIKER. Cedeponccrd. Filialen: SPUI 25, VAN WOUSTEAAT 9. Depots: v. Baerlestraat 38, Joh. Verhulststraat 105, Ferd. Holstraat 4, Weesperzyde 74, Plantage Kerklaan 15, Tilanusstraat 83, Von Zesenstraat 29,Watergraafsmeer: Breedeweg 1. Ie Helmersstr, 201, Ie Gonst. Huygensstr. 92, de Clercqstraat 8, Nassaukade 304«, Marnixstraat 257, Haarl.dijk 20,~2e Tuindwarsstraat 2. OBEHl.AHNSTElr cht Victoriawatei OBERLAHNSTEIN. BOUWT t. NUNSPEET o/d. VELUWE, Inlicht, b/d. Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland te Nunspeet. iiiiiiiiiiiimiiimi lieve brieven, ik heb ze gelezen, hél mooi, d'r zat iets goeJigs in, dat je gerust anders niet veel bij vrouwen vindt. En toen d'r geen brieven meer kwamen, toen wier ze nijdig. .. idioot, gewoon, enfln dat was ze... ik ben toen 't huis uitgegaan... ik kan overal tegen, tegen wijn, en tegen scharrelen... maarniet togen 'n gek mensch. . . Moeder kon haar ook niet langer in huis houden en 'n ver pleegster, dat wier te duur... tóén is ze maar naar Meerenberg gebracht... ik hou niet van Meerenberg... ben je d'r wel eris geweest? Niet? 't Is 'r te groot.. . je voelt, dat je d'r in 'n gekkenhuis bent... de gan gen zyn d'r met stoom verwarmd... en ge wit... ik scharrel toch nog liever hier vrij rond"... Hy stond daarna kil op: Kom, laten we opstappen... de trams gaan niet meer, en 't is nog 'n eenwig end, naar m'n huis... breng-je me?" Ja, zeker." Ik zou jou wel brengen, maar ik ben moeier dan jij... en ik durf niet goed alleen de stad door... dan doe ik idiote dingen. . . weet je wel, toen wij nog filoso feerden zeien we altijd: onvoldoend gemo tiveerde dingen." Op de gracht, leeg van leven, waar wy'nu slap-stappende liepen werd ik bang voor hem... hy was beslist onwy's of dronken. Maar zijn moew-dunne stem was juist zeer verstandig, toen hij nazei: : Weet je wat 't is... ik voel niet goed meer, maar ik geloof, dat die miserabele historie van Ans van 'n objectief-sterke aandoening is... weet-je waarom ook? Om dat ik nooit behoefte voel om d'r iets bij te maken, 't Is alles precies zoo gebem-d geen stom Woord meer of minder. En'je weet wel andere dingen, die moest ik altijd opsieren, d'r wat by maken. Anders waren ze me de moeite van 't vertellen niet waard." JACOB ISEAËL DE HAAN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl