De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 13 mei pagina 10

13 mei 1906 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DB A MS TERP A M MI E WEEKBLAD YQ R HE D E RXAN D. No. 1507 S; I-:, tl-' ' &, iouders achtereenvolgens 2, 6, 6X» 10 J4, 6, 'O, 2X, 5, 7 e» 6X pQt. inoaMeeren, Ite beter* omstandigheden vaa eïlaatst* jaren bift'Ut niet icader invloed op d«* koers. In t begin van 1904 was de prjjs 84 85 pCt. De aand-.'eien w*rdea op een exeaat«rialen ?verkoop telfs tegea 58 pOt verkotht. Toen schreef de Grotne: d« koopaw bebfee» «ngetwü^eid een koopje gedaan, dot aan bonden geen reden tot oagaruatheid geren mag. De maatschappij heeft een directie vol goede troijw, jjw en toewijding". Baar van getuigt ook de ontwikkeling van d* Jïandelsver. Holland die door dezelfde eaergieie mannen bestuurd wordt. Na de onverwachte tegen spoed «ou deze onderneming dit jaar bet echec reeds ia succes veranderd hebben. Dat KOU van energie getuigen. Of ze wellicht den aandeelhouders reed* met 'n geringe nitk.eeing zon kunnen verblijden ? Tabakten na de 5de «msterdamsehe in«chry ving niet zoo r roolQk ala na de vier vorige. Integendeel voor wie is 'a niet onbeduidend verlies te verra*Men. Cultuurwaarden, vooral He Vorstenlanden, herstelden ilch van 't verlies van de vorige week. Tocawf8ti.de vergelijking voor enkele onderaemiagenBogeenigenachteruitganga«D. BÜde hypotheekbanken ia 't nog stil. Voor ' de Hollandse hèHypotheek bank schijnen be langrijke voorstellen te, wachten te zjjn. Het wordt tjjé. ' Met betrekking tot de prijsvermindering van de aand. en lappea North Western zij mede gedeeld dat daarbij de uitkeeringen van ? 43.31 en ? 32.87 in aanmerking genomen moeten worden. Als ik daarbjj nog doe op merken, dat volgen de directie nog ongeveer 7 pCt. op de aand. uit de opbrengst der te Verkóopen onroerende goederen uitgekeerd «ou kannen worden, dan zon .volgens den koers van heden het eigenlijke hypotheefcbankaaadeel 170 pCt. genoteerd ««n. Het bestuur beeft de beste verwachtingen vaa de ontwikkeling van het bedrijf. De prijs ia nu wel niet goedkoop, maar toch al meer in overeenstemming met de werkelijke, waarde dan enkele weken geleden. De directie van de Credietvereeniging geeft in het 53ste jaarverslag blijken van tevreden heid over den vooruitgang van d credietgeving. Die was in het afgeloopen jaar zoo groot als nog nooit te voren. Het totaal nominaal crediet bedraagt 15.9. miliioen waarvan voor ruim 1.1 raiJHoen niet gedekt ia. Op de dubieuse debiteuren werd ruim ? 10.000 afgeschreven, dat is ongeveer 8 pCt. van de verdienste op disconto en commissie. In 1904 werd echter meer dan 'n halve ton Op dub. debiteuren afgeboekt. Bijna 5X miliioen is in herdisconto gegeven. Ongeveer 2.5 miliioen ontving de Credietvereeniging in deposito, terwijl de crediteuren op 31 Deo. j), anderhalf miliioen te vorderen hadden. De kasvoorraad bedroeg op 81 Dec. jl. bjjoa 3J4 ton. Aandeelhouders kunnen 5>i pCt. dividend incasseeren, tegen 6, 5H, 5, 6, 6, 7, 7, 6, 5, 4K en 5 pCt. over de elf daar aan voorafgaande jaren. Het reservefonds is ineer daa 4 ton. Is dat niet afzonderlijk be legd? De aoteering verbeterde van lOS'/a tot 110, De normalireering der geldmarkt behoort allereerst den koersen der Staatsfondsen ten goede te komen. Dat 's echter nb'g niet het geval. Vergeten mag dan ook niet worden dat de buitengewoon hooge geldkoera slechts enkele dagen duurde. Bovendien moeten nog heel veelrnseiscbje fondsen geklasseerd worden. . Dese soort brokkelde sedert de vorige week algemeen wat af. Dat kan dit maai ook gezegd tromden van de Brazilianen en schier alle ZuM-AmerikaanBcbe fondsen. Lezers aangesiagenen in de vermogensbeiaeiiag- maakt gebruik van den Leiddraad die de toekende firma De Bussy voor U beschik baar stelt. Ze is te recommandeeren. J. v. D. te Buenos Aires. Volgende week. A. E. L. te W. Verdient wel overweging. ?Aftiam/Buasa-n. Dond. en Vrijd. D. STIGTEB. Leeemyeheimen, naar het Zweedsch van _ SEI.MA LAGEBLÖF, vertaald door MABG. MEUBOOM. Amsterdam, H. J. W. Becht. Door enkele groote werken heeft Lagerlöf zich in de harten van duizenden en duizen den een standbeeld opgericht en nu gaat ze -voort met daaromheen kleine beeldengroepen te boetseeren, korte verhalen, maar niet minder ontroerend, niet minder hearljjk. De «oo productieve schrijfster heeft nog zooveel te zeggen; nog zooveel van wat leeft in hare ziel, moet vorm worden gegeven en gedaante. Zoo hebben we hier een zestal verhalen, ?waarvan ik de Zilvermijn" 't hoogste stel. Zeker, hierin wordt ons wel een levenggeheim geopenbaard. De oude predikant, arm als zijn parochia nen, geliefd en vertrouwd omdat liij arm was gebleven om hunnentwille en dat zien we veel eens anders tegenwoordig ontdekte, toen hij nog jong was, met een viertal in woners van 't dorp een zilvermijn. Nu zou 't uit zijn met de armoede, allen zoaden rijk worden en gelukkig; hij zou een groote kerk kunnen bouwen en wonen in een paleis, wat tot nu toe niet zoo wezen kon; integendeel, 't was niet veel meer dan een hut, wat de boeren konden aanwijzen, wanneer gevraagd werd naar het huis van den predikant. En ook zou bij aanzoek kunnen doen om de hand van de geliefde, want veel geld zoude zorgen verre houden van hare woning... Maar zie, door het vooruitzicht alleen van rijk te zullen worden, vond een groote omkeer plaats in het doen en laten van de tot nu toe .zoo eenvoudige en goedhartige boeren. . Booze hartstochten laaiden op, dronkenschap en gevecht verstoorden wreed de rustige rust van het stille dorp; van de vier boeren, die mede bet geheim van de zilvermijn kenden, werd n krankzinnig, n ging in plaats van ?werken, drinken 'en rijden en viel dronken van den wagen, d« derde vermoordde den vierde en werd zelf opgehangen. Toen de predikant dat alles zag, deed hij afstand van zijn kerk .en zijn paleis en van de geliefde vrouw en verborg zóó goed den ingang -van de mijn, dat niemand die tot heden heeft gevonden... Maar de rust keerde weer in 't dorp en nooit meer hoorde men van dronkenschap en moord. Zie, daar zit wel een levenggeheim in dit verhaal. Zoo gaarne zou ik ook van de andere geheimen willen vertellen. Maar de lezers moeten die nu maar zelf ontdekken, en zij die dit niet kunnen, tullen in ieder geval va» d* mode sprookjes genieten en daa zeker mej. MeübooA daakea v»or de vloeiende vertaling. Zestien jaar. Naar het Zweedech, van KAEI. LABSES, vertaald door MAEG. MÏIJBOOM. Amsterdam, H. J. W. Becht. Wie zon niet sympathie gevoelen voor een lief meisje van zestien jaar, wie niet met teedere belangstelling gadeslaan .de langzame ontwikkeling van een liefde, een eerste liefde in een zoo jong en onbedorven hart 7 Wie niet ontroeren, at» daar weer zooveel liefde verloren is gegaan, wie niet medelijden met het leed, het schrijnende leed van Beate, als ze bemerkt dat haar liefde niet wordt beantwoorl? Beat e's vader was een knappe man enmj had vele vrienden. En nu nog, vijftien jaar nadat hij wae vertrokken met een vreemde vrouw, naar Amerika zei men, werd met geestdriftige bewondering over zijn bemin nelijke eigenschappen'gesproken en met ver gevende zachtheid over zijn ionten geoordeeld. 't Leven van Beate's moeder was gebroken en ze had zich niet weder kunnen oprichten van dien vreeselijkeu slag. Ook aan Beate's oudere zuster Louise, was het groote leed niet voorbijgegaan, want die haar man zou worden, was gestorven. En nu leefden deze twee vrouwen hun leven van leed; maar Beate was jong en zij kende 't leven nog niet en wist nog niet, hoe weinig dit geeft soms bij veel belofte. feite vereerde «baar vader; want ze zag wel het leed hare" moeder, maar de oorzaak daarvan kende ze. niet. Men had haar verteld dat haar vader was gestorven en nu bad ze voor hem, iederen avond. Maar lang koude waarheid niet voor haar verborgen blijven, want de ouderen in de kleine stad wisten 't allen wel, dat Beate's vader niet gestorven was en zy vertelden dit aan hunne kinderen. En toen nu Beate de oorzaak kende van de stille* smart der oude vrouw, kon ze niet meer iederen avond voor baren vader bidden: Ze kon niet begrijpen, dat de eene mensch de andere zooveel verdriet kon aandoen, ze kende nog niet de liefde, de bron van het hoogste geluk, maar ook van de wreedste smart. En wie zou dan ' Let angstig gadeslaan hoe de kleine, lieve Beate langzaam maar zeker naar de liefde wordt heengedreven. In langen tijd heb ik niet een boek gelezen, waarin zoo zielkundig juist wordt beschreven bet ontstaan van belangstelling eerst en hoe die geleidely'k overgaat in liefde. Eén per soon had ik gaarne gemist in dezen roman, saevrouw Krarup. Zy meent 't misschien goeti genoeg, maar of zij wel de rechte ver pleegster ia om Beate's hartje weer te gene zen, geloof ik niet. Of schuilt de font by den schrijver? T. C. Het-RgnrodBCtie-.'laïier Mipcn". Hoe menigmaal heeft men het betreurd dat er geen overleveringen bestaan omtrent de wijze waarop onze groote meesters in de mmikale kunst hunne werken geïnterpre teerd wenschten te hebben, vooral ten op zichte van tempo en voordracht. Kon men thans nagaaa hoe Baeh zijn orgelfuga's ge speeld heeft, in welk tempo Uaydn zijn symphonieën heeft doen uitvoeren en welke voordrachtanuanoen Beethoven in de ver tolking 4jner onsterfelijke klavierwerken heeft neergelegd, hoe veel minder zouden dan de klachten zijn over verkeerde opvattingen of over onjuiste tempi! Ieder musicus behoefde dan s'echts bezield te zijn met den wensch zij a wedergave in te richten zooveel mogelijk naar den wil van den schepper van het te reproduceeren kunst wei k, en wie zou dat niet wenschen te doen! Tot voor weinigejaren zou men het voor on mogelijk gehouden hebben opnamen te maken, die een beeld vermogen te geven van de op vatting der componisten. En toch was met de uitvoering der photographie een stap gezet op een weg, die ons nog vele verrassingen zou opleveren. Kan men met de photographie het beeld van den mensch, van de natuur of van welk voorwerp ook vasthouden, de phonograaf stelt ons in staat het orgaan van den mensch, den klank van een instrument, kortom elk geluid, op te vangen en te allen tijde weer te geven; nu heeft misschien deze uitvinding nog niet hare grootste volkon^enheid bereikt; toch kan men reeds bevroeden, hoeveel invloed een dergelijke uit vinding op de muziek beoefening in de toekomst zal uit oefenen. Wat ik echter dezer dagen zag bij de firma C. Kettner te Amsterdam, overtreft thans reeds de stoutste verwachtingen. Het be treft een uitvinding van de tirma Welte & fcöhne te Freiburg im Breisgau. Deze uit vinding bestaat in het opvangen van het klavierspël op een geprepareerde gevoel'g! plaat, door middel «in electriciteit. liet reproduceeren van deze opname, door middel van een extra daarvoor gebouwde piano, natuurlijk zonder klaviatuur, geeft op de meest volkomen ' en verrassende wijze het spel weer van den pianist. De firma Feurich is de bouwer van een dergelijk instrument. Over het algemeen ben ik tegenover alle mechanische dingen in de kunst eenigszins sceptisch gezind. Eti daarom was mijn ver trouwen in deze nieuwe uitvinding niet bijster groot. Maar ik moet eerlijk bekennen, dat elke gedachte aan het mechanische hier buiten gesloten is. Als de beer Kettner de gordijnen eenigszins voor het instrument schuift, krijgt men werkelijk de illusie alsof men d'Albert, Busoni, Paderewsky, Kleeberg of Pugno enz. enz. hoort, met al hunne typischep ersoonlijke eigenschappen, met hun aanslagauuancen, hun meer of minder strenge rhythmiek, met de hun eigene accentuatiën, kortom met al de grilligheden die aan hun persoon of spel eigen zijn. Het is klaar dat men thans no» tenauwer. nood kan overzien welke practische voor,deelen deze uitvinding zal ople eren. Enkele echter springen reeds aanstonds in het oog. In de eerste plaats krijgt de kunstenaar zelf een onfeilbaar middtl tot controle. Vergeet hy zich misschien in de oogenblikkelyke opwinding van zyn spel het Mignoninstrument is daar om hem, met dezelfde onbevangenheid waarmede de toehoorder hem aanhoort, te doen bespeuren, hoe hij zich door zijn onbeteugeld temperament Lerft laten mee slepen tot dingen die hij zelf niet kan bil lijken. Gelijk een spiegel het beeld van den mensch terugkaatst, wordt het spel van den pianist door het reproductieklavier weerge geven. . Maar nog grootere waarde bezit bet instru ment voor de paedagogiek en muziek-historie. Men bedenke slechts hoe bet voor komende geslachten leerzaam zal zyn, als jonge kun stenaars zich kunnen vertrouwd maken. met de wijze waarop d'Albert, Bisler, Busoni, Lamond en andere beroemde artisten van thans de meesterwerken uit de klavierlitte ratuur hebben vertolkt. Hoe gaarne zou men onze jongeren het spel van een Liszt, Bülow of Eubinstein willen voortooveren en in hoeveel gunstiger conditieën zijn dan eigenlijk de toekomstige jonge musici I En wat betreft de muziek-historie niet alleen tempo, opvatting en dynamische gchakeeringen, maar ook versieringen en hare uitvoering, waarover steeds zooveel meeningsverscbil geheerscht beeft, men denke slechts aan Bacb, zullen voor de toekomst worden vastgelegd. ANT. AVEBKAMP. Iiihoud van Tijdschriften. De Aarde en haar Volken, No. 23 : Hoofdblad.Auvergne, door G. Boscb. Jiijbtad:De groote aarde en het kleine menschenwerk. Hoe men 80 jaar geleden over den Oceaan voer. Opperste rechtvaardigheid. Milaan. De Holland- Amerikalijn. Persvrijheid Feuil leton. De Natuur int, afl. 4 : Van het radium. T. A. L. Beer, De torenuil. --De Nederlandsche levermossen. De Nieuwe Tijd, No. 5: Gedichten, door S. Bonn. De conclusie tegen de marxisten op het congres. Studies en socialistische aestetika over den samenhang van etisch en aestetisch ideaal, door H. Koland Holst De Belgische verkiezingen, door A. E. d'Oli^eira. Welk klein bedrijf?, door J. Gerritsz. Welk klein bedrijf?, Het 19eeeuwsche, door Ant. Panuekoek. De risico van den arbeid. Aard en getal der ongevallen over 1904. De bedrijfsziekten en de bedrijfsongevallen, door H. Spiekman. Het eigendomsrecht-, door K. Ainerikaansche baakschandalen, door J. K. van der Veer. Vlaanderen, Mei '06 : Flandria llustrata. De dondervlagen, door Om. K. de Laey. Verzen,door Ad. Herckenrath. In do Vennen", Lente-impressies, door Gustaaf d'Hondt. Wijding, door Loi. Ontrop. Weemoed, door Lod. Ontrop. Liederen van lente en herfst, door Karel van de Woestijne. De Doolage, door Fermond Tousaaint van Boelaere. Europa, 5e afl : Virginie Loveling, Miss Browne. Stanley J. Weymann, De ravenhoeven, (verv. en slot). Cenatos, Een boekenpraatje. Dr. E. Populair, Wetenschap pelijk overzicht. Cato E. Levie, De vorige maand. E'gen Haard,. No. 19: De gevolgen van een fietstocht, door Willy Zégem Het werk van den Algemeene Nederlandsche WielrydeisBond, Toeristen-Bond voor Nederland", door jhr. Jan Feith, met portretten en af b. Feuilleton. Aan de Vlaamtche Qjzet ontleenen wij het volgende: Marcus Van Vaernewyck heeft in zijne Hittorie ran Belgii twee kapittels gewijd aan verscheidene wondere dingen in deze Neder landen geschied sedert het jaar Ons Heere 3&0 tot 1164 en van het jaar 1207 of daar omtrent tot 1464. Hjj spreekt er in van verscheidene luchtverschijaseis ea v»n overstroomingen, maar van aardbevingen wordt er niets vermeld. In de Cronijvke van den lande ende graefscepe van Vlaenderen, djor Despars vinden wij het volgende : In bet jaar 1080 op den 27sten dag vaa Maart geschiedde er in Vlaanderen rond midder nacht al te vreeseiyk een aardbeving daer zij alle-gaJere buytermaten zeere inne te mets ende beladen waren diet zaguen ende ghevoelden." Anno 1116. Omtrent dezen tijd gebeurde in Vlaanderen een afgrijslijke aard beving daer veel Euyzen ende torren omme vielen. Die stede van St.-Omaers verbrande doen ter tijt over bycans gheel by tviervan fortune." Den 25n dag van Januari 1345 geschiedde er eeue gruwelijke aardbeving ter eeuwigher ruiue ende bedervenesee van zommeghe steden ende plaetsen, binnen die Duytsche landen." (Een groot deel van Belgiëwastedien tijde in de Duitsuhe landen begrepen). Den 26 Januari 1441 gebeurde te Anchiers zulke groote aardbeving dat men meende dat geheel de stad ging verzinken. Vele personen werden ziek en stier ven van schrik. Den 23 April 1419 werd men Vlaanderen door, tusschen 3 en 4 uren van den nacht eene geweldige aardbeving gewaar ende byaondere omtrent die stede van Brugghe, daer men die huysen ende andere ediüciën tallen cante notoorlick zach schudde ende roeren, ja zelfs die schepen up ende nedere springhen, die in de vesien en de reye laghen." lu deztlfde Cronijcke van Vlaenderen lezen wy dat er den 27 November enden 5 Decem ber 1456 buitennate giuwelijke en verschrikkelijkeaarbevingen ontstonden in verscheidene landen en steden, zonder eenige bijzondere vermelding voor wat Belgiëbetreft. Ziedaar allea wat wij gevonden hebben in de vier dikke boekdeelen waaruit de Cronijcke van Vlaenderen is samengesteld. Den 6 April 1580, tegen den a?ond gevoelde men door al de Nederlanden een sterke aardschuddiug, ook van Keulen af tot Parijs toe, insgelijks in Engeland. De zee scheen als van dtn afgrond opgelich'. Op 't land heeft de aardbodem zich tweemaal achtereen sterk be wogen en opgeheven en steenen doen vallen van kerken en torens. In 't volgenUe jaar heeft m n verscheidene aardbevingan in Engeland gevoeld. In de Algemeene historische Gedenkboe ken" door S. de Vries (vervolg op de Kronijck van J.-L. Gottfrieds), vinden wij, blad zijde 534 : Den 4 April anno 1640, 's morgens tusschen 3 en 4 uren, heeft men, zoo in de Verernigde als Spaansche Nederlanden, tot groote ver schrikking vaa ieder, maar meest in de Spaansche provinciën (als in deze gewesten eeae ongewone zaak) een aardsebudding vernomen. De geheete stad Antwerpen wierd hevig beweegd: ook ging deze stooting door geheel Brabant, Vlaanderen en d' aangelegen landeè. De eerste schudding was hier gering: een kwartier uurg daarna sterker : even als of vele zwaargeladen wagens over eenen lossen grond hadden gereden. Allengs werd de beweging* grooter, tot dat de gebouwen en de slapenden in hare bedden begonnen geslingerd te wor den. De laatste stoot trof deze stad zoodanig dat ze scheen te zullen vallen en duurde vrij lang. De wachters op de torens, ook degenen welke over straat gingen, getuigden dat de maan zich grooter vertoonde dan naar ge woonte, dat ze met een bloedroeden cirkel was omtrokken, ook zelfs bloedrood scheen. Al de starren waren van een gelijke verwe. Met grooten schrik en verwondering zag men belichtende vnurvlammen gintsch en her waarts door de lucht vliegen. De wachters te Gent Rebben verklaard dat ze hier ook .over de stad dergelijke vuurvlammen hadden gezien, even als had een brandende draak deielire uitgespuwen. Andere zeiden, dat ze als bliksemde bezems en roeden hadden geschenen, vreeaelijk om t' aanschouwen. , Niet alleen deze stralen, maar ook d'aardbeving zelve heeft men waargenomen te Brussel, Mechelen, en door geheel Brabant. Dergelijks te Muer, Gelder, Nietnegem, en te Utrecht heeft men ze ook gevoeld, maar niet zwaar. «iiitiutiiiiitmiiHutmiiiiHimmiimitimituHiHiiMimiimtimumiiiiim SNUIFJES. Ik heb een opmerkelijk stukje gelezen van zekeren T. dat, zonderling genoeg, nog niet zijn gang door de pers-wereld heeft gemaakt, liet doet mij onwillekeurig denken aan den steen, dien door de tempelbouwers verachtelijk werd een plaats ontzegd . . . en toch, zooals later wel blijken zal, een eereplaats had verdiend. Het onderwerp alleen al, geeft het zulk een beteekeni?, dat het voor dertig miliioen mensehen van het hoogste gewicht moet zijn. Luister maar: Wanneer een vreemde, brandend van nieuwsgierigheid, de Apeldoornsche menschen aan klampt, vraagt, vorscht: Is 't waar ? Zal 't oude Loo misschien de geboorteplek worden van 'n nieuwen Oranjetelg? Zal 't geslacht dat na ons komt, kunnen spreken van Koning "Willem IV, geboren in 1906?... Dan blijven ze onbewogen en zeggen zoo iets als: t Is mogelijk! Waarom niet? 'k Heb wel wat hooren mompelen, maar ... En men praat verder over onverschillige dingen." Nu, heb ik te veel gezegd ? Maar welk een positie! Brandend van nieuwsgierigheid vorscht hij of Wilhelmina dit jaar een zoon zal krijgen ... en de Apeidoornschen halen hun schouders op. Mijn God, wat een toestand voor een vurig raensch! Ik begrijp niet, dat hij zich zoo kalm heeft kunnen houden. Waarom zoo'n Apeldqornsche maar aangeklampt, en hem niet bij. den nek gegrepen en gegtknepen, totdat hij eindelijk ja zei! Acb, roept hij uit, zoo'n kerel bluft zelfs onbe wogen, als je hem vraagt of KoningWillemI V in 1906 geboren zal worden... Wat een temperament . . .! Hun kalmte en rust" hebben die lui waarschijnlijk der natuur afgekeken"... en in die Apeldoornsche natuur leven nu onze koningin en do prins gemaal maanden achtereen ... Is 't niet Godgeklaagd? Hij zegt dit wel niet, maar het is blijkbaar zijn bedoeling. En toch te weten of de mogelijkheid bestaat, dat de aloude Oranjestam intact blijft, is een zaak van 't hoogste gewicht. Niet slechts voor 'n ingewijd hofwereldje en enkele artsen. Doch voor ganscn Ne derland. Indelicaat, dusdanige kwestie aan te roeren", meenen sommison. De persoon van de Kon'ngin".,. enz. Doch dio sommigen nemen 'n zeer ver keerd standpunt in. Dat 'n gehuwde vrouw moeder kan wor den, is 'n doodgewone zaak, zoowel voor 'n vorstin als voor 'n bcdelaarster. De helft van 't menschdom pleegt zoo nu en dan eens in belangwekkende omstandigheden te verkeeren. De vrouw, die een pand der liefde onder 't harte draagt en voedt met eigen bloed, verdient in dubbele mate ieders eerbied en achting. Aan dergelijke gebeurtenis 'n geheim zinnig cachet geven is onnatuurlijk;'k zou haast zeggen 'n ietsje onzedelijk. Speciaal in 't geval waarop hier wordt gedoelJ. Omdat de politieke constellatie van ruim dertig miliioen rnenschen in Holland en Indiëmeer ot' minder wordt beïnvloed door het feit tot nu toe voor hen nog een verborgen raadselachtig iets ot' het voortbestaan van 't geslacht Johan Willem . Friso naar mensehelijk oordeel mogelijk is." Hoe fijn is dit alles weer gezegd. Waarom zou het indelicaat zijn zulk een quaestie aan te roeren ? 't Is zoo, als de koningin en de prins-gemaal, die overigens er het naast aan toe zijn, zich daarover nog niet willen uitlaten, behooren wij krantenschrij vers ons daaraan niet te btoren. Dit zou een verkeerd standpunt" zijn, want wij denken altijd aan de politieke constellatie van de dertig miliioen, en de koningin en d» prins zoo maar eens een enkelen keer. En dan, als nu het krijgen van een spruit iet» onnatuurlijks was, maar en hierin moetr dunkt me, wel ieder het met hem eens zijnr 't is een doodgewone zaak"! Nietwaar,. welk een kijk geeft dit op de onkunde van een groot deel van het krantenlezend publiek, dat zo0 iets hun nog gezegd moet worden; ten betooge dat het op dit oogenblik schrij ven over de bedoelde mogelijkheid niet indelicaat is. 't Menschdom is soms zoo aartsdom. Intusscfaen, dit zijn nog maar opmerkingen van lagere orde. Stralende1 van ineuschenkennis laat hij dan zijn zede lijke argumenten volgen... met een open hartigheid aan zekere gepaste driestheid niet vreemd. Een aanstaande moeder heeft recht op tweemaal zooveel eerbied en achting als een kinderlooze vrouw, 't Is zoo, je ziet dat in de maatschappij dan ook bewaarheid; de werking van panden der liefde onder het harte:' gedragen, op het publiek, gaat onmis kenbaar in die richting, waarschijnlijk, omdat de helft van 't menschdom zoo nu en dan eens in belangwekkende omstandigheden» pleegt te verkeeren waaruit dan regel recht volgt, dat T. de discretie in persoon ie, als. hjj over een bepaalde mogelijkheid van dubbele eerbied en achting" uit Apeldoorn schrijft. Van de allerhoogste orde, ja, onge twijfeld van hemelsche orde, acht ik zyn slotbeschouwing: Aan dergelijke gebeur tenis 'n geheimzinnig cachet te geven ia onnatuurlijk, ik zou haast zeggen een ietsje onzedelijk, speciaal in 't geval waarop hier wordt gedoeld." Ik weet niet of het noodig i», dat de personen bij bet geval hier bedoeld" betrokken, dit lezen; maar wat een man als T. veroorloofd is, het is mij als eerbiedig onderdaan nog niet toegestaan. Hier houd ik mij liever gedekt. Toch,, de zaak in 't algemeen beschouwd, doet bet mijn zedelijk gevoel goed, alsook mijn natuurlijkheid, dat er eens een flink woordje?wordt', gesproken ter bestrijding van geheim zinnigheid bij verwachte bevallingen. Je hebt van die moeders en vaders in spe, die een aangeboren af keer hebben vanden stadsen dorpsomroeper, wijl zij behept zijn mefc een preutschheid, die hen totaal ongeschikt zou maken voor de tegenwoordige jour nalistiek. Trouwens het is toch al niet gemakkelijk een goede plaats daarbij in te nemen. Ik heb den tijd gekend, dat jo met wat artistiekerig en vooral met een beetje komiekerig over alles en nog wat te wauwelen, het een heel eind kondt brengen, en van die capaciteiten zijn er, geloof ik, nog wel eenige in het gild. Maar aan T.'s schrijven merk je, dat er nu nog iets anders wordt vereischt. Je moet thuis zijn in heel het physieke leven, en om het onnatuurlijke, haast onzedelijke geheimzinnige met vrucht te bestrijden, je voorzien van een opmerkings gave, van een waarnemings-en combinatievermogen, waaraan tot dusver niet werd fedacht. Nu weet ik wel, dat T. ook niet zoo uitengewoon zou hebben uitgeblonken, -als niet zijn vaderlandsch gemoed tot aan het uiterste geprikkeld was. Zooals hij zelf zegt, is bij een naar zekerheid hunkerende1', en verkeert hij in een .?kwellende onzekerheid''; en daarom wie weet of hij in dezen toestand zijn dagblad niet nog treffender bijdragen zenden zal ? Ik verwacht dit zelfs. Mij dunkt, hjj kan rust noch duur hebben, en zal begrijpen, dat hij, zooals hij naar Apeldoorn is gereisd, ook eens naar den Haag moet gaan om den ooievaar zelf 't geheim uit den strot te werken. Want een goed repor ter, althans een reporter zoo goed als hij, staat voor niets. 3e Jaargang. 13 Mei 1906. Red.: C. H. BEOEKKAMP, Damrak 59, Amst. Verzoeke alle mededeelingeh, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Probleem No. 58 is goed oppelost door SS. van Bailen, K. C. de Jonge, M. Snijders, M. Wolder, A'dam; IC. Bouwes, N. Bouwes, D. Kikke, Edarn; J. Luteijn, Groede; W. van Daalen, J. Fortgens, Haarlem ; J. Veersheijm, Hilversum ; K. Koster, Hoog Carspel; W.Vijn, Hoogwoud; P. H. Mooij. Leiden; J. Meijer,. Nijmegen ; H. Buisman, Zwartsluis. UIT DE DAMWERELD. 3 en 4 Juni a.s. zal te Grenoble (Fr), eer» congres plaats hebben van damspelers, nit verschillende landtn, teneinde de mogelijk heid tot oprichting van een Nationalen Dambond, te bespreken. Dit plan is hoofdzakelijk uitgegaan van verschillende Fransche damspelers, en heeft ten doel, een groote aaneen schakeling van dam-amateurs te verkrijgen, en het Poolsch" systeem over de geheele wereld te verspreiden, teneinde de verschil lende afwijkingen te doen verdwijnen. Ook ligt in het plan, door middel van deze Bond, samen te werken tot het organiseeren van plaatselijke, gewestelijke, nationale en inter nationale wedstrijden, enz. De heer Chauvei" van Marseille, een hoogst intelligent persoon, die goed op de hoogte is van de velschillende denkbeelden, welke nog bestaan, zoowel in Frankrijk als daar buiten, heeft reeds een naamlijst opgesteld van auto riteiten op damgebied, dien hij de congresleden wenscht aan te bieden, en welke personen hij gaarne zou zien opgenomen in het bestuur van dien Bond. Ook zal gelijktijdig het 'plan besproken worden tot oprichting van een Franfchen Nationalen Dambond, waarin de meest ener gieke Fransche amateurs deel zullen uitma ken van het bestuur. Te Grenoble is men in volle verwachting, en alle leden van de Grenoblesche damclub, hebben zich bereid verklaard de congresleden zoo feestelijk mogelijk te ontvangen, en hen tevens te laten genieten van de plaats en hare heerlijke environs. Wij sympathiseeren met dit schoone plant en brengen hulde aan allen, die dit hebben.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl