Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD
NEDERLAND;
Wilde weigerde absolmrt de freote waar
heid in déze woorden vervat te <srkenafflï.
kon ze aiet begrijpen". Oa» ze te ieeren
moest de gevaogeaispoort achter
hem "diShtvalten, meest hjj, «eboeid, in 't
gewaad .der schande in een der spoorweg
stations van Londen slaan,
metahchuwaangestaaid deor allen, die hem zagen.
Wat een dergelijke ondervinding beteekende
voor n bundel zenuwen" als Wilde, kunnen
zelfs zijn eigen woorden ons maar onvolkomen
zeggen.
Zelden . of ooit zijn zulke ondervindingen
te boek . gesteld door den menscb, die ze
? opdeed en waar, behalve in deze boeken
ijfn «e neergeschreven door «ulk eenmeester
over détaal" als Wilde? Geen woorden zyn
sterk genoeg -om 'weer te geven de hevigheid
van het geestelijk Ijjden van sulk een onn
in zulk een Joestand.
De Prpfundüj" en TheBalladofReading
Goal" topnen aan wat misschien geen enkel
lioek ooit aangetoond heeft, welk een ont
zaglijk vewohii er, bestaat tusschen straften,
die in naam dezelfde xijn. Op ontstellende
wjüzöillnstreereii zg de onrijpheid der
mensahelyke gerechtigheid. En toch is misschien
ban uitwerking op Wilde de beste recht
vaardiging barer -methoden. Een verstokte
misdadiger zou zeker niet geleden hebbeu
6wat. Wilde leed, maar hy zou ook niet
Wilde's verlossing gev nden hebben.
Het is de openbaring van de. gevolgen, die
*t^rf «fcüiidan-Jiebilft», welke aan
- - sa~. . ssasiL UJQ mjj^g
P,-ofundi»"
,rl'n» Ballad of
Reading Goal". Met lelt, das het eerste een
proj&awerk is en het .andere -én gedicht, is
varifjjfete it)&lajtg,/ttftart :b«ide «jjn ze poëtisch
en jïjSSi^b in p'vittting: Staar de geest i»
andsA, «»«^ de onatauUlghedén waarin -t
weglén vervaardijd, «nders waren.
,jBe ftofundw*', in tle gevangenis
geBcbreven, « njeer -and.»rworpeB.. Het is waar,
het veroordeelt bovengenoemd strafstelsel,
maar-Wikte voeft er "bij: dat-de geestvan
ChjHutus, die niet in de kerken 'woont, het,
al ft H dan niet «eed, toch zóó maken kan,
dat; het mogelijk S» het «onder te veel bitter
hei* van hart t« dragen'. Eeading Goal"
geechieven nadat hij in vrijheid was gesteld,
duidt een reactie aan. De schets van de
cipiers, hoedend hun kudde beesten", is
vol bitterheid. Bovendien schijnt in enkele
opzichten de balladeaan te duiden, dat Wilde
terugkeerde tot zon vroeger ik uit de dagen
van z$n roem, en op grond hiervan is misschien
het vermoeden gerechtvaardigd, dat de
ver? oudering in zijn karakter minder diep en
Tolfcomen was, dan we uit De Profundia"
?eisden opmaken. In tenminste n opzicht
echter, duidt de ballade op voortdurenden
voortgang in eenzelfde richting: het is het
oprechtste van al Wilde's geschrif en. De
Pitolundis'' is leker meer wa«r en meer
opreefat dan n van eg'n vroegere werken,
maar de grootste font er in is, dat enkele
passages den lezer den indruk geven, dat de
schrijver slechts poseert. En dat zou volstrekt
gam -wonder zijn, het zou eerder een wonder
«Ün, als de vreeselijke catastrophe die hg had
doorgemaakt, dadelijk denaard en bet karakter
fan den -man hadden kunnen veranderen.
j» de ballade daarentegen draagt elke regel
4en stempel der oprechtheid. Al mogen de
gedachten verkeerd xya, het is onmogelijk
«r aan te twijfelen, dat ze zijn neergeschreven
4<?or «en man, die het zeer ernstig meent.
Bovendien zijn het gedachten, die vroeger
«nmetelijk -ver buiten zyn bereik lagen. Hg
BBOfrit der wereld, bgna zichzelf a&terven,
voordat hy kon herboren worden, begaafd
met nieuwe vermogens en met denkbeelden,
ItllltllUlllllllllttlllttllllllllllllIlllUlimiltllHIIUIIMHIIIHIHIIIItlll
m m BnsslscH Jotaeiw.
i.
Geklop aan de open deur van mgn kantoor.
Wrevelig draaide ik me om op mijn stoel,
?want ik was verdiept in een Zemstwo-kwestie.
In e deur «tond aarzelend een slank meisje
met vragende, schitterende oogen en zacht
zwart haar, dat onder haar bonte muts w
gkrulde en op* de schouders neerhing. Ze droeg
'het uniform der school, kaal en versleten een
loshangende japon met ceintuur, die tot aan
haar enkels reikte. Haar rechterarm kromde
zirA om een groot grgs pak schoolboeken. De
pols en band om het pak waren wit en schraal
mpu hun greep was krachtig. Ze hing niet naar
een kant over onder het gewicht der boeken,
maar stond rechtop -even voorover gebogen.
Slechts in die bleekheid van haar smal
olijf. kleurig gezicht, in de lijnen om haar lippen,
in haar zware oogleden, kon men de waar
heid lezen onzekerheid, ang-tt, honger,
slapelooze nachten. Haar groote, resolute,
zwarte oogen richtte zich zoo strak en hopend
op mijn gezicht, dat ik plotseling opstond.
Wat kan ik voor u doen ?
,__ Ik moet werk hebben. Haar stem was
zeer laag. Haar oogen bleven op de mijne
gericht.
Ik ben een jodin. Ik hen zeventien
jaar, ik zit in de hoogste klaa van 't gym
nasium. De regeering haat joden, ze doen
altijd bun best bij elk examen ons te laten
aakken. Ze hebben H met mij geprobeerd,
naar zejfs de christelijke onderwijzeressen
konden niets vinden. Elk jaar zakten er
andere joodsche meisjes, maar ik kwam er
altijd door. Over eenige maanden doe ik
mijn eindexamen.
Maar nu kan ik geen werk meer vinden om
aan geld te komen en als ik morgen het school
geld niet betaal, sturen ze me weg, (van 't
gymnasium). En dat is niet alle». Joden mogen
niet in de stad wonen, als ze niet op het
gymnasium of aan de academie zijn. Ik word
doe ook uit de stad gejaagd en naar een
eenzaam, doodsch dorpje ergens op de steppe
gestuurd. Dat wil ik niet. Ik wil hier blijven.
Ik wil leeren. Ik wil... Ze hield op, staarde
«p de vloer, baar lippen btijf op elkaar ge
prest. De arm om de boeken trilde. Ik moet
-w«rk babben.
Moed houden. We zullen zien wat we
kunnen. Laat uw adres hier en
Mijn adres achterlaten ? Ze sloeg haar
oogen op, vlammend van toorn. Hoevele
naaien zeggen ze dat niet, de heele wereld
daoor! Laat je adres hier. Ik zeg n, ik moet
werk hebben, nu, vandaag nog.
& begon heen en weer te loopen, over.
leggend of ik toch Biet wat voor haar kon
waarvoor bjj vroeger ontoegankelijk was.
Van Wilde -een gewone hervorming
Terwachrten, xelfs als resultaat van zulk «en
ondervinding, «on zijn den man verkeerd
begrijpen en hij laat ons niet ia twijfel om
trent de ijdelheid van zulk een verwachting.
Ik behoef u niet te zeggen," zegt hy,
,)di»t voor mij een, her vorming in zeden even
ordinair «n'beteekenisloos is, als hervormingen
ia de theologie. Het voor te stellen, alsof
mail een beter mensch is gemorden, is ia
mijn oog beuzelpraat, maar een ernstiger
denkend mensch* te zijn geworden is het
voorbeeld van hen, die geleden hebben. En
ik geloof, dat ik dat geworden ben" En dat
was inderdaad ook zoo. De aanbidder der
schoonheid, die zich had afgewend van ver
driet en lijden van allerlei aard als vormen
van onvolmaaktheid, verklaart nu, dat smart
de onmisbare voorwaarde is voor de hoogste
schoonheid. H\j, die had gezegd, dat er in
een enkele steeg in' Londen genoeg lijden
was om te bewijzen, dab God den mensch
niet lief had, schrijft nn: Het 'schijnt mij
toe, dat Heide; van welken aard ook, de
eeeig mogelijke verklaring vormt van het
buitengewone quantum lijden, dat er in de
wereld is. Ik kan me geen andere verklaring
voorstellen. Ik ben overtuigd, dat er geen
andere bestaat, en dat, indien de wereld,
-«ooaU ik gezegd heb, inderdaad uit smart
is opgebouwd, dit is gedaan door de handen
der liefde, omdat op geen andere wijze de
ziel der menschen, voor wie de wereld ge
schapen werd, het toppnnt harer'volmaking
bereiken kon. Genot voor hetschoone lichaam,
maar smart voor de schoone ziel."
Het laatste gedeelte van Wilde's leer wordt,
cooali we 'iteds gezegd hebben, algemeen
aangenomen. Maar terwüJ men, aan den
eenen kant, de' smart'beschouwt'als iets, dat
noodzakelijk is voor het zedelijke welzijn
der menschheid, is, aan den anderen kant
voor velen de zoude .een volstrekt en on
herstelbaar kwaad, liet is .van belang' bier
op te merken, dat Wilde dit absoluut verschil
tusschen zonde en lijden niet erkent. Hij
beschouwde ze beide als schoone, heilige
zaken, middelen tot volmaking, en bij geloofde,
dat Christus ze ook zoo beschouwde.
Natuurlijk moet de zondaar btrouw.ge
voelen. Maar waarom ? Eenvoudig omdat bij
anders niet in staat zou zijn te beseffen wat
hij had misdaan. Het oogenblik van .berouw
is' het oogenblik der inwijding. Meer dan
dat, het is het middel, waardoor men zgn
verleden verandert. Jezus toonde aan, dat
de grootste zondaar dit doen kob. Als men
't Jezus bad gevraagd, zou hij geantwoord
hebben, dat de verloren zoon, toen hij op
zijn knieën viel en weende, daardoor zgn
zon ten, zgn smart en lijden tot iets schoons
en heiligs in zijn leven maakte." Men merke
op, dat in bovengenoemde passage, Wilde
niet -zooals vroeger, zegt, dat de zonde schoon
en heilig is in zichzelf, maar om haar gevolgen.
Het verschil is belangrijk.
Deze passage* maken de kern van De
Prpfundis" uit. Uit de diepte, waarin hg
was gezonken, of vanaf de hoogte, waartoe
hij waj gestegen, verkondigde Wilde dit
opzienbarend woord, dat zonde en lijden
schoon en heilig zgn en middelen tot vol-.
inaking. Dat is wat een van de vreeselykste
ondervindingen, die men zich voorrtellen
kan, hem geleerd had. En niet al.eeu ver
kondigde hij deze leer, maar hij gaf daarvan
in zgn eigen persopn tevens de meest tref
fende illustratie.
? Men kan zich nauwelijks een ramp voor
stellen groot er en oogenschrjulijk meer on
herstelbaar dan die, waardoor Wilde werd
getroffen. Zijn roem zelfs droeg er toe bg
den toestand nog hopeloozer te maken.
Andere gevangenen bonden zich gemakkelijk
llllllllltllllulMlillliiliiililllliiiilllliiiiillllltiliHllilHilillimiiuiimimiiill
vinden. Er viel me iets te binnen. Lang ge
leden, in een vacantiemaand, had ik hard
gewerkt aan het verzamelen van statistieken
in boerendorpen. Het was geen
regeeringswerk. maar ik besloot nu, haar deze sta
tistieken voor mij to laten compileeren. Ik
keerde me om en vertelde het haar.
Haar schoolboeken gleden op de vloer. Ze
keek op, baar lippen half gescheiden en een
glimlach van onzekerheid.
Is dit werk voor mg hcelemaal
voor mö?
Ja, maar het is zeer moeilgk. Ik ben
nog niet zoo zeker, of n het wel kan doen.
Als n me maar wil laten probeeren.
Haar hand raakte de mijne aan, haar vingers
waren koud.
Vertel me er alles van en als ik weet dat
ik het niet kan doen, zal ik het u zeggen, dat
beloof ik n. Maar als ik meen, dat ik het wél
kan doen, twijfel dan ook niet aan me en
bedenk u niet weer, maar laat mij het doen.
Ze kwam al dichter en dichter naar me
toe, haar oogen jieen seconde van mg' af,
elke zenuw gespannen, om toch maar geen
woord te verliezen.
Wel?
Ik ben ik weet byna zeker, dat ik
het doen kan, riep ze uit. Ze bleef me strak
aanzien, vol van gedachte. Plotseling lachte
ze een doffe lach, maar haar oogen straal
den zoo big, dat ik ook lachte.
U moet het wel gek vinden, dat ik u
ZO3 aanzie, riep ze, maar wacht. De glim
lach verdween. Nog een oogenblik. Laat ik
u wat vragen.
Haar vragen kwamen snel en waren ver
standig. Toen ik ze de een na de ander be
antwoordde, werd haar gezicht al opgeruimder.
Ja, riep ze. Nu begrijp ik het. U moet
het me laten probeeren. U moet het doen.
Ik aarzelde nog. Ze was zoo opeens ver
anderd ; de tragische figuur van zoo straks
was een vroolijk meisje geworden. Vergeet
niet, waarschuwde ik, dat da kleinste fout
in uw berekeningen het geheele werk waar
deloos kan maken.
Wees maar niet bang. Ik zeg u, dat ik
het begrijp; ja, ja, ja !
Ik bleef baar nog een oogenblik aankijken.
Toen ging ik naar mijn lessenaar en baalde
er de stapel papieren uit Ze nam ze blijde
aan, ze verzamelde al haar op den vloer ver
spreide schoolboeken, ging op de knieën
liggen en bond met vlugge handbewegingen
mijn papieren en haar boeken tot een pak
samen. D.iarna sprong ze op. Ik gaf haar de
halve som vooruit.
Ze bedankte me verscheidene malen in
een ongeregeklen stroom van woorden, het
hoofd voorover gebogen, daarna keerde ze
zich om en liep snel het kantoor uit het
zware pak in beide armen voor zich houdend.
Twee maanden later, toen mgn drukste tg'd
voorbij was en ik den achtermiddag voor me
zelf had, schoten me opeens mijn statistieken
verbergen voor de weinigen die hen kenden,
maar hy' moest, met het merk der
eerlooeheid <op 't voorhoofd, voor de geheele wereld
verschijnen.
De verandering, door het lijden in Wilde
gewrocht, is zóó groot, dat zij met recht de
.geboorte van een ziel mag genoemd worden.
Die nieuwe ziel was verwekt door de zoende
en in doodsmarten geboren. Haar leven was
kort, en er .bestaan, helaas, redenen, die ons
doen vreezen, dat, «elft vóór haar einde,
Wilde was teruggegleden in de diepte, waaruit
hg zich had opgewerkt. Waarschijnlijk had
zijn vroeger léven zijn karakter te zeer
ondermijnd, dan dat hij kon blijven staan
op de hoogte, die hg bad bereikt. En zells
indien dat zoo ware, dan nog was het kort
stondig bestaan van die nieuwe ziel niet te
duur gekocht En a! had zgn volgend leven
ook nog zoo lang geduurd, al was het ook
nog zoo vol zonde, zwakheid en dwaling
geweest, aan den invloed van die louterende
ondervinding had hy zich niet meer kunnen
onttrekken, hij had nooit meer kunnen ver
geten wat het lijden hem had geopenbaard.
M. E. EDWARDS?NOEST.
De Eeuwige Burcht. Roman uit het
Odenwald, door RUDOLPII STRATZ. Amster
dam, Van Holkema en Warendorf.
Op den Eeuwigen Burcht zgn drie grijsaards,
de heeren Van Wodenstein, bezig hun Ie ven
te eindigen: de een is een oud generaal, de
tweede .een hooggeplaatst priester, de derde
een oude losbol. Ze zien in, dat het gedaan
is met den ouden adel. Wg gaan niet dood
zeggen zij, want we zjjn al docd. Het plebs
regeert, met de stoom is gekomen de nieuwe
wereldbeschouwing, die spot met al wat ons
heilig is. Tout passé, tout casse, tont lasse.
Alleen de priester is niet hopeloos, want hij
weet: de biechtstoel blijft en daarmee 't gezag.
. In tusschen snorren beneden in het dal de
raderen der groote fabriek, en worden soci
alistische woelingen voorbereid,
(Zal de auteur vau de Eeuwige Burcht"
beschrijven een botsing van den ouden en
den niéuwen tgd? Hij doet het in 't voor
bijgaan. Hoofdzaak wordt een liefdesgeschie
denis, waarin trouwens ook gewichtige zaken
worden aangeroerd.
Op het oude stamslot wonen met alleen
de drie grijsaards, maar ook de zoon des
generaals graaf Pius, zyn vrouw, de jonge
gravin en hun zoontje.
De gravin schiet korhanen als een echte
jager, en de graaf 7oedert de herten, 't Is
de verkeerde wereld. De twee zyn geen
paar. Natuurlijk heeft de gravin een vriend,
in eer en deugd wel te verstaan. De vriend
ia de fabrieksdocter, een natuurfllosoof en
een man van beteekents. Geen wonder, dat
bij ii druk maakt en invloed heeft op de
jonge gravin. De vraag, of er op den duur
vriendschap mogelijk is tusschen een jongen
man en een vrouw van gel k en leeftijd, wordt
door beiden bevestigend beantwoord, maar
de uitkomst bevestigt hun gesroelen niet.
Hg geeft haar tot haar ontwikkeling nog
al wat lectuur: Darwin, Haecïels Geschiede
nis der Evolutie, Treitschke, Ranke, Sybel,
Humboldt enz. enz. en zg neemt al de wijs
heid ' dier geleerden in zich op met dezelfde
gemakkelijkheid ah waarmede ze Korhanen
schiet.
Van verliefdheid voorloopig geen sprake;
maar als de jonge gravin haar vriend raad
pleegt over de kwestie of ze met haar man
zal meegaan op een buiienlandsche reis. dan
houden wij ons hart vast, want de moraal
van den jongen doctor is van bedenkelijke
soort. Er zgn geen plichten" zegt hij,
enkel maar natuurwetten. Uit alle boeken
die u geluzen hebt, hebt u toch gezien, dat
MIIMIMMMtwIlHMMIHHtllMHIIIUIIIIMMIHIIIMimMIIIMMHIIIIIIIIIIIimlIl
te binnen. Dadelijk maakte ik mij ongerust,
want ze had me beloofd het werk in een
maand te voltooien en nu waren er al twee
maanden voorbij. Ik had haar adres vergeten.
Ik begreep niet hoe ik zoo dwaas had kun
nen zijn haar vooruit te betalen.
Ik ging naar het gymnasium en informeerde
naar een jodin in de achtste klas.
Wat gaan u j oden meisjes aan, vroeg het
onderwgzeresje bits.
Dit meijje doet werk voor me.
H'm. Te hopen, dat u haar niet vooruit
betaald heeft
Dat heb ik gedaan, 't Meisje was arm.
O, ja, al deze joden zyn arm. We heb
ben er goddank maar n meer en dat is niet
die u zoekt.
Eindelijk werd ik van den conciërge het
adres van het meisje gewaar.
Ze woonde in de armste voorstad. Ik kon
er geen koetsier toe kry'gen mg daarheen te
rijden, want in die verwaarloosde wijk waren
de wegen modderig en vol gaten, diep genoeg
om elk rijtuig te doen kantelen. Ik huurde
een vrachtwagen en begaf me dien zelfden
namiddag op weg. Twee uren aaneen, hotsten
en schokten en plasten we door de kille regen;
elk oogenblik moesten we afstappen om de
wielen uit de moddergaten te beuren. Ein
delijk kwamen we bij het hui?.
De grauwe, havelooze bovenwoning zager
akelig somber uit in het trieste regenweer.
De gapende, gebroken ruiten dropen me
lancholiek.
Door een der bovenste vensters zag ik een
licht branden.
Ik ging de steile trap op en klopte aan de
deur. Hij werd open geschoven, uit de lage
kamer walmde me een luchtstroom tegemoet
zoo smorend heet dat ik eea pas terugdeed,
en me omkeerde.
? Wat wat nu? mompelde een lage
stem. Ik keerde me om. In de deur flikkerde
een kaars, op en neer trillend. Ze werd vast
gehouden door een ouden man met een
gescheurden grijzen rok aan en een roode, pluchen
muts op. Onder zgn muts kwamen witte grove
lokken haar te voorschijn. In den gelen
lichtring wierp zijn lang, beeuderig gezicht de
schaduwen. Een kromme neus, gryze stop
pelige wenkbrauwen en diepliggende, ver
moeide vreesachtige oogen.
Wat is er nu ?
Ik vroeg naar het schoolmeisje Rachel.
Maar wat moet u met -haar ?
Hij hield de trillende kaars vlak bij mijn
gezicht. &
Zg compileerde statistieken voor mij.
O, u bent meneer B....
By het noemen Tan mijn naam, hoorde ik
plotseling juodsche stemmen en in de don
kere kamer zag ik schaduwen bewegen.
Daarna duidelijker een lage, zwakke stem,
in 't Russisch sprekend.
O, vraag hem of hg dadelijk wil binnen
komen.
alles in de wereld geschapen is volgens
ijzeren, onveranderlijke wetten, die gén
bemelsche of aardeche jnaeht kan
omverstooten. Wat is gaat zjjn weg. Van ieder
ding is het vooruit bepaald wat het zijn
moet, en 't heef^ niets anders te doen, dan
dat ook werkelijk te zijn. De meiisch ook !
Zgn karakter is hem aangeboren en
verandert niet. Dat moet hy volgen, zoodra
hij het kan. Dat is de eenige plicht de
plicht tegen zich zelf." .Dao volgt na een
bedenking der gravin nog. iets over. Dar win,
en 't slot is, dat zij zich voorneemt haar man
vaarwel te zeggen en zich van hem te scheiden.
Als 't er er evenwel op aankomt des doctor's
moraal werkelijk in practyk te brengen, dan
blijkt 't, dat al zyn philosofieche poespas niet
bestand is tegen 't meest primitieve plichts
besef.
De gravin blijft bjj haar man, omdat zy
niet haar p icbt verzaken kan tegenover het
kind, dat beider dierbaar is. en de doctor
doet zyn best (en met goed gevolg) om het
kind te genezen, dat zyn levensgeluk in den
weg staat.
Het plichtsbesef triumfeert, en is
demachtigste factor in het menechelyk leven. Mis
schien heeft de auieur 'dit in 't licht willen
stellen door 't schrijven van zyn onder
houdend boek", waarvan ik 't slot niet mee
deel. Ik hoop dat velen er nieuwsgierig"
naar zyn.
Zm. v. H.
, 40 oenti per regel.
iiiiiiHiinkmiiiii
TRADB
MARKMARTELL'S COGNAC,
Dit beroemde merk is
verkrijgbaar bfl alle Wflnhandelaars en
bg de vertegenwoordigers
M OOP.Tl A XW «fc BttriEHER,
Wjjnhandelaars te Amsterdam.
Priizeüvan af ? 2,50 per IU
Normaai-Onderkleedmq
Prof Dr O.
^ Eenige
Fabrikanten
W.BenrjerSöhne
Stutlqarf
l Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstraat 157 |
K. F. DEUSCHLE-BENGER.
1
MMIIIIMIIIIIUIIMtlllllltlMttltlllllllimillllllMMIIIIIIIIUIIIIIIIflIIMIIMIIIHM
Een jongen van vijftien jaar kwam uit de
kamer. Hij droeg een grys school-uniform,
zijn donker mager gezicht was sterk en
intelligent, zijn tiere oogen deden me dadelijk
aan Kachel denken.
Mij a zuster zou gaarne met u spreken
Ik volgde hem in de lage, warme kamer
en daarna achter een scherm. De plaats
achter het scherm was de slaapkamer van
het huisgezin. Twee groote bedden vulden
bijna elke voet ruimte. Op n bed lagen
drie kleine kinderen. En uit een diepe kuil
in de kussens, midden tusschen de kinder
kopjes in, keek een bleek gezicht op, zwak,
maar gelukkig glimlachend. Het was Rachel.
De drie kinderen ademden sneJ. Het was
duidelijk dat ze in het bed aan 't ravotten
geweest waren voor ik binnen kwam. Nu
staarde ze me plechtig aan en ik moest wel
lachen.
Ook Rachel keerde haar gezicht naar hen
toe en hare ooj,en glansden. Ze zei iets'liefj
in het Jiddisch tot de kinderen en een lach
kwam op hunne gezichten.
Hoe ter werel i hebt u mg gevonden?
Ik vertelde haar, dat ik naar de school
gegaan was.
Die leerares," glimlachte ze.
Arme juffrouw ze keek zoo spijtig toen
ik den laatsten dag binnenstapte en mgn
schoolgeld betaalde. Nooit was ze zoo smal
in haar gezicht. Daarna begon ik met uw
werk. Ik werkte er hard aan eiken avond,
maar juist toen ik het af had, veertien dagen
geleden, werd ik erg ziek. Ik denk, dat het
typhus is.
\Vat zegt de dokter ?
Het hoofd draaide zich zwakjes om en de
oogen zagen naar mij op en ze lachten.
U bent zoo grappig. U praat net alsof
joden dezelfde menschen als christenen waren.
Verbeeld je dat iemand,naar een dokter ging
en zei: meneer, een jodenmeieje met geen
geld is ziek vijf mijlen hier vandaan in de
modder. Ze deed haar oogen dicbt. Kunt u
dat gezicht van den dokter zien ? Kunt u
hem hooren stampen en schreeuwen? Toch,
hij zou vreeselijk uit'zijn humeur zgn, de
christelijke ou*e heer. Maar ik zal zonder
hem wel weer beter worden. U ziet, ik ben
niet alleen. Ik heb hier drie wonderb arly'ke
dokters. Ze trok een der jongens aan het oor,
die juist heel serieus een lange, glanzende
krul van heur haar op het kussen zat vlak
te stryken.
Maar ik kan u wel zeggen,, dat ik blij ben
dat u gekomen is. Ik was zoo ongerust en
zenuwachtig omtrent uw werk. Vader zegt
ik ging overeind zitten in mijn droomen en
praatte als een idioot. Ziet u, mijn hoofd was
zoo in de war dat ik me uw adres niet kon
herinneren. Maar wat ben ik blij, dat n ge
komen is, het werk is af. Als er iets is, dat
niet deugt zal ik het natuurlijk verbeteren.
Moe... wil u het werk van mijn lessenaar
krjjgen? Ik had geen lust het te
onderN AT UUR W O L,
LIST K K 191 P V RIJ.
NEDERUNDUSTRIE
TER vEflwwRDftWS
v/m'/ G) i
/ O '
ATTEST EU &
J/ag. KKIZERSHOF, .Nieuwendjjk 194?196.
Mag. H KT ;l/vftg#, 's Gravenbage.
na A. K AST i -t A N SE, Utrecht.
&'. UK LI KM E, Arnhem.
firma Wed. ». BA KKER. Wormerveer.
Waar geen contractanten zijn, wende men
-zich tot de Ned. Fabr. LA COVÈTK"
Eggertstraat 3 te Amsterdam. _
Cedeponeant
Filialen: SPUI 25, VAN WOUSTRAAT 9.
Depots: v. Baerlestraat 38, Joh.
Verhulststraat 105, Ferd, Holstraat 4, Weesperzijde 74,
Plantage Kerklaan 15, Tilanusstraat 83, Von
Zesenstraat 29,Watergraafsmeer: Breedewf g 1.
Ie Helmersstr, 201, Ie Conet. Huygensstr. 92,
de Clercqstraat 8, Nassankade 304a,
Marnixstraat 257. Haarl.drjk 20, 2e Tuindwarsstraat 2.
Echt Victoriawatei
OBERl.AHNSTCIfi
cht Victorlawate
OBERL.AHNSTEIN.
BOUWT t, HUNüPtET
.d.
VELUWE.
Inlicht, b/d. Vereeniging Kantoren
voor Vaste Goederen in Nederland te
Nunspeet.
zoeken. Ik keek al maar naar haar gezicht.
Wil u me perinitteeren, dat ik u een
dokter st uur ?
Dank u. Ik weet, ik word wel weer
beter. Maar als het waar iu, dat het geld
dat u me gaf niet de heele som was, die u
me wou geren, zou ik d-in het overige heel
spoedig mogen hebben.
Ja, zeker. Ik ben u dertig roebels schul
dig. Ik zal ze n dadelijk geven.
Dertig roebels I O ! Maar wacht
het werk is misschien niet goed.
Dan kunt u het eorrigeeren, wanneer
u weer beter i».
Ze zonk diepur in de kussens en aloot haar
oogen. Wat ben ik gelukkig. Ik dacht niet,
dat er nog zooveel geld over was. Ik kan dit
allemaal sparen voor mgn medische school.
Dertig* roebels? Medische school! Wat
bedoelt u ?
De rnedifche school. Dat is het, waar
ik altijd voor gewerkt heb.
Ze opende haar groote oogen en ze straalden
zoo helder, dat al haar zwakte en ziekte voor
een oogenblik geweken scheen.
Ik ga naar Petersburg. Daarom verlangde
ik zoo naar de hoogste klas van 't gym
nasium om naar Petersburg te kunnen gaan
naar de groote universiteit voor doktert*.
Ah, u denkt, dat dertig roebels niets is.
Maar ik weet zeker, dat ik er mee begin
nen kan.
Ze rees op, steunend op haar elleboog.
Een licht rood kleurde haar ingevallen
wangen.
Ziet u, ik heb drie vriendinnen, die voor
arts studeeren en een er, van had maar
vieren-twintig roebels, toen ze begon. En ik heb
dertig, dus... De blos verdween plotseling
van haar aangezicht, ze zuchtte diep en viel
in zwijm.
Dadelijk kropen de drie dokters van het
voeteneind naar voren, ze gingen op de
kussens zitten en keken naar Rachei's ge
sloten oogen ze vonden het grappig en
glimlachten. Nu en dan fluisterden ze mekaar
wat toe in het Jiddisch. Het jongs e legde
haar poezele vingertjes op haar oogleden,
alsof hu onderzoeken wou, wat er achter zat,
maar het oudste duwde snel de vingers weg.
Daarna loerden ze weer naar haar geaicht.
Ze zijn altijd bij haar, fluisterde haar
broer achter mij. Kachel, weet a, is zoo mal
met deze kleintjes. Ze beeft ze 't liefst altij l
bg zich en zegt dat ze niet bang moeten zijn,
wanneer ze in zwijm valt, omdat ze dan weg
vliegt naar het land van de toeverfeeën. En
daarom hebben ze nu zoo'npret. Ze zouden zoo
graag weten in welk deel van het tooverland
ze nu wel is. U vindt het misschien niet
goed, dat ze altijd bij haar in bed zijn. Maar
heusch, ze doen haar veel goed, ze wordt
eiken dag beter.
Vertaald door H. B., Chicago.
(Slot volgt.)
?f