De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 13 mei pagina 5

13 mei 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

K<\ 1507 DE AMSTERDAMMER "WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. MAfifil's Soepen in tabletten, merk Kruisster, ma&en het mogelijk om in den kortst mogeljjken tijd (10-^25' minuten), slechts met water, voorteeffejqke krachtig* soepen klaar te maken. Per tablet voor 2 flinke borden Fransche soepen . * ?. . . 10 Ct. Pikante soepen ...... 13 MAGGTs Bouillon-Capsules, merk Kruisster, geven door oplossing in kokend water oogenblikkelijk een voortreffelijken voor het gebruik gereed zijnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen Consommé(extra sterk vleeschnat zonder vet) 12 Ct. Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 RIAGG I's Aroma, merk Kruisster, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Verkrijgbaar in flacons vanaf 80 Ct. ?imiiiiimiiiiiimiMimiimmmiiiiiiiiiiiiimiMimm.....»».».»»»»»,,,,,....!» imi i?mrnin ummiii , i,ii,mmmiiiiimmmnmmmmiiimmmiimmiii?imiTi.,ii?mini mum , .?umiiii iiHiiiiiiNiiiiiiiniiiiiiNiiiiiiiiiHiiiiiiiniiiiiiiiiiimii.iinii.iimi,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,;,^,, to&MEjSL'. LIBERTY AGENCY 185/187 KAITVERSTBAAT AMSTERDAM. .' M«ssrs Metz & Co. beg to eall yoBr attention (o (bcir new range of INEXPENSIVE SILK DRESSES ?kade of Liberty Silks. eelebrated for durabitity and beautiful colourings. These dresses are.ready to wear and are mmèdiateiy oblainable in an ex^e^sirQ eboice of designs and coloiws. : PRESS in 'PrintedTy- ' , riaii Silk, trimmed with . lace and silk stitchings . Fl. 6J8.5O Shaped Skirt only with Büfficient material bödice ' ' without lace Fl. 47.OO "DRESS in Plain Tyrian Silk, trimmed .with lace and silfc stitöhings . . .'Fl. 68.5O Bhaped Skirt only with Bünfcient" material for ' bodiqe without lace. . . Fl. 45.OO Au iJJusfrated catulogue andjiat an<f quaUtit-s s^lmitted o» regest. C' II. Reformkleeding. De vrouwen een/minderwaardig geslacht sedert den v»l van Eva, dat staat onloochen-, baar vast ! hebben in haar domme ijdelheid ten allen tijde slechts oog gehad voor het uiterlijk. Dat de zoogenaamde feministen onder haar de leelijken, die uit gebrek aan schoonheid voor geestig wilden doorgaan, ook dat is een uitgemaakte zaak, ?waarover ik niet debatteer met een nieuwe mode -kwamen was eensdeels bet gevolg van de onmogelijkheid voor- haar, haar lichaam met alle bestaande kunstmiddelen te vervormen tot elfengestalte, anderdeels een speculatie op do ^delheid van haar geslacht. Ulfl DB NATUUR CLXXL Mei. Mei begon met kouden oostenwind ; n, twee dagen was 't guur in huis, guur in de lucht en 't leek wel of de zon in kracht achteruit ging; de hoornen bleven staan met half ont plooid blad, de vogels zongen met gedekte stem, de menschen waren verkonden en mopperig. Ja, hier en daar kwamen er al bruine randjes aan het teere jonge eschdoorngroen, zóó had de felle en koude nachtwind ze aangegrepen; hu dreigde ook de witte bloesems te doen vallen, zonder dat er vrucht was gezet; de zachtgroene weiden vervaalden; de pessimis ten onder ons klaagden alweer ovei dat ellen dige Hollandsche voorjaar en noemden den vrnchtenoogst al vast mislukt. Maar op eens, in den nacht van den tweeden op den derden Mei kwam de voorzomer, de krachtige, de weelderig schoone voorzomer ; en 's morgens snoven de menschen de lauwwarme lucht op, keken omhoog in den effen blauwen hemel, glimlachten verwonderd en zeiden : 't wordt zomer. En 't werd zomer op dien beerlijken Donderdag van verleden week. Wie ge ook zijt, als ge op dien morgen door een park of bosch, door weide of duin, of over de hei zijt gegaan en niet al te veel haast, pijn of zorgen hebt gehad, dan moet ge 't gemerkt hebben, al was 't voor 'teerst van uw leven. Want de zomer overviel n, bij greep u onverhoeds aan, wierp u opeens uit uw gewone denken en doen, en dwong o tot kijken naar Voor geroep om kiesrecht, voor kreten over verongelijking, in het huwelijk, miskenning van het moederschap enz., enz., waren de domme, onbeduidende ijdeltuiten doof. Als zij maar fraai gekleed zich bewonderd wisten en een hooge premie kregen in de huwelijksverzekering en zoo min mogelijk kinderzorgen... nu dan geloofden zij niet in het zware lot van de vrouw" en ontvluchtten de zwaarwichtige argumenten van de oude vrijsters" en blauwkousen" die zich wreekten over haar onbegeerd-blij ven, met machtwoorden tegen de mannen. Maar toen men raakte aan haar toilet... toen zij bedreigd zagen het elegante harnas, dat maskeerde al haar lichaams-tekortkomingen, de mode, die welwillend gelijk gemaakt had alle ontaardingen van Venus, toen schrikten zy op en lieten de vrouwenbewe ging niet langs haar heen gaan. Dat hield op onschuldig marktgeschreuw te zijn van een paar verbitterde mannenhaatsters, dat was een aanval op haar dier baarste belanden, nu bieren de leeghoofdjes niet langer lauw en onverschillig, nu konden zij geen onwetendheid veinzen. Zij vatten \uurl Zij kwamen op voor hun goed recht zich in te rijgen, haar voeten tézwikten op hooge hakken, den pedicures te verrad«ii bét ge-' heim barer kleine voeten, bacillen te vangen in lange sleepen, mat den wind te vechten onder het gewicht van reu senhoeden, zich op te dirken met veeren, in spijt van vogelbescherming, het goed recht in n woord te lijden voor haar modeovertaiging. Zij behield zich de onbeperkte vrijheid voor, haar eigen lichaam te verwringen en te mar telen en, zoo het moest, te sterven op het veld der mode, liever dan te gedogen dat de hobbezak zich meester maakte van de mode, te niet deed haar lijden van jaren, door leelijk te verklaren haar fijn middel, waarvoor zij zich zooveel pijn, zooveel slapelooze nachten getroostten. Terugkeeren tot de natuur, die de vrouw eeuwenlang beproefde te verbeteren. Afstand doen van interessante kwalen als zenuwen, bloedarmoede en vermoeidheid ? Wel werden die kwalen reeds vulgair, maat ze opgeven 1 't Was achteruitgang, een oorlogsverklaring aan de beschaving! 't Gold nu, een strijd voor behoud van de wespentaille en puntschoenen De beste wape nen Waren natuurlij k spot en verdachtmaking. Neg'aeren ging niet meer, maar afichuwelyk die ; .nieuwe dracht, belachelijk en dwaas !" '-;Eji>.. was,' zy DU wel zoo-hygiënisch... Pira£Ösch T;'. 't was mogelijk, voor een paar slonzen, die geen tijd hadden Kaai uiterlijk te verzorgen. Maar... de autoriteiten waren 't nog niet eens of die verplaatsing van het kleedergewicht van de heupen naar de schou ders, zoo verstandig was," verzekerden de anti-reformers, thans zeer bezorgd voor haar gezondheid. En zij lazen heel ijverig al wat geschreven werd tégen de reform, door geneesheeren, die barg werden voor hun inkomen van maaglüderessen, en grif instem den, dat de verbetering een verslechtering was, en die plotselinge afschaffing van het corset kwade gevolgen zou hebben voor de vrouwen, die een corset gewend waren. En de corsetfabrikanten, ook al bezorgd voor hun zaken, schiepen het droit devant". Dit was het ideaal juichten de anti-refor mers, die zich geen van allen inregen . .. juist niets stijfs konden verdragen, haar ge dingen, die ge anders veel te nietig acht voor een groot en verstandig mensch; drong u tot luisteren naar geluiden, die ge anders o ver en langs u heen. laat gaan. met de gewone onver schilligheid voor het alledaagsche of't onbe kende, dreef geuren naar u toe, zoo vreemd, zoo zacht en liefelijk, dat ze bij het inademen uw gedachtengang stoorden, deden omkeeren en terugvoerden naar de eerste tijden van uw levenelente. Dien morgen bracht mij 't toeval in een bosch, of eigenlijk in een groot mooi park, op een dag en uur, dat ik er haast nooit kan zijn; een paar werklui, bezig met jonge boomen te planten, en doode heesters op te ruimen, waren de eenige andere menschen; ze neu rieden bij 't werk en hun goeden morgen klonk als een ware gelukswensch. 't Had een uurtje geregend; groote, wijd uitslaande drop pels; nog schoven zware witte wolken met smalle, blauwe kronkelige kanalen er tusschen, hoog 'boren de kruinen vooit; wonderlijk mooi kleurden hun randen, als bij 't avondrood, heele wolken glinsterden, werden zilver en goud, en smolten zienderoogen weg in de blauwe wateren, waarin ze dreven; daaruit begon het te schitteren, Ie fonkelen dat de oogen het niet meer konden verdra gen; de zon brak door de lichtnevels, ge weldig, met ontzaglijke kracht; de warmte viel letterlijk op de aarde neer; en het licht, dat uit den hemel stortte'als uit een vuurberg, joeg vloeiende datnpdunne kleurstoffen voor zich uit, een reuzengolf die alles tegelijk De merelvrouw op 't nest. heele hand konden steken tusschen haar ceintuur. Voor de volledigheid gaf ik dit historisch overzicht, dat ik bekend mag onderstellen. * * Even bekend is ds voorliefde van het schoone geslacht voor de mooie pakjes bij marine en landleger ... de adelborsten hebben een streepje -Voor, hun kleeding is ook nog zwieriger dj^O die van het overige militair. Alleen, in '"ïnaskéradetijden zijn de schoenen ontrouw i«an de luitenants en kapiteins, die moetëtt. wijken voor prinsen en ridders. Dan verjaringen mooi opgedirkte studenten tijdelijk }Ö|fer en vloot, die hun overwinningen niet l^sinken aan de oorlogs zuchtige gevoelens v$5 het zwakke geslacht, enkel aan den glans der epauletten. Vleiend is de voorkeur niet^.maar terwille van de gunst van een paar n>ooie oogen, aanvaardt men ze) Met het opbergen der maskeradeuitrusting is het gedaan met de zegepraal der studeerenden. De jp&uniformde salonhelden zijn dan weer al»flcVitig. Zoolang de heeren, zoolang de mannen het onderscheid zit 'm bij velen alleen in de kleeding hun smakelooze stijve cylinder of kachelpüp of weyte andere namen men aan hun hoofddetatëlAwil geven, niet ver wisselen met de bevallige baret uit vroeger dagen (licht en doelmatig, wat zijn de be zwaren?), zoolang ze vasthouden ; aan de kellnerachtige rok, aan ;de afschuwelijke heerenmodes^ van b.et laajÈBt .dé* 19e eeuw, inplaats algemeen aan teïiemen de meer flatteerend* .ispcjgthjsfcïden -en, "voor gekleed zijden of fluweelen buizen en korte dito kuitbroeken, zullen^ de burgers steeds achter staan bij de militairen. , Mevrouw en het" dienstmeisje hebben' in dit opzicht denzelfden smaak. Aan vermindering van liitgav-en voor leger en vloot valt dan niet te denken. Er is een causaal verband tussohen de aanbidding der vronwen voor de mooie pakjes en de oorlogsbelasÜpg. Zeolang de moeders uit ijdelheid h»ar zonen opvoeden voor de vergulde arrooede, !%i de zusters stralen als zij mogen uitgaan m^ broerlief in zoo'n mooi pakje", zoolang bjjf; gebrek aan inkomen voor den militair n^g is te 'dekken door n gemakkelijk te verqyeren; bruittechat . . . zoo lang zal de liefhebberij vooi-^i^t j>ero:ep VAD militair er in Wyën. Vervanging van de thans gehuldigde hêrenmode door een sier lijke schilderacbtigBjdracht, die de, <vT«.»wenharten verrvert, gaRakkélijker dan de bonte militaire rok, zal jèiden;: o. toïl verheffing van het manneljjk ^slae^t Sït'öe 0ö£en'van de vrouw en dientèjngevdlge tot herstel van zijn gezag; 2o, tot' .ontwapening bij gebrek aan liefhebberij votjf heti militair beroep als de aaadeelen van de onweerstaanbare ba!4 versiering op de huwelijksmarkt dalen en dus hongerlijden dé» militairen wacht. Ik stel voor een congres iot hervorming der heerenkleeding inplaats een vredesconferentie. Men kan beginnen met een ten toonstelling van historische kostutims en bet uitschrijven van een prijsvraag voor een heerenkleeding, voldoend aan de eischen van schoonheid, gezondheid eh doelmatigheid. Aan een jury van vrouwen de keuze voor de toekomst-heerenkleeding. Wellicht is zij met de keuze sneller gereed dan de com missie voor het vredespalèis . . . ,.;.?- ->? " _ Mme tumnttmuniiimmtMiiumiiiiimmmitumimiiiiiiiiiiiinmiimiiiim overgoot. Wat was dat .j)p eens goddelijk mooi. O, die beuken en: -Haden in 't pas ont plooide teergroene blad ! 'k Voelde iets kouds in den rug, en verbeeldde me, die hooge boo men allemaal op eens hoezee te hooren roepen en te zien kleuren van blijdschap, toen die zonnegolf ze trol. En de bloemen in 't gras, de rijkdom van geel en wit, paars en rood, van madeliefjes, pinksterbloem, van allerlei netels, vogelmelk en paardebloem, neen, dat was geen gezichts bedrog, geen spiegeling van eigen diepe ge waarwording ; die bloemen, ze waren er een oogenblik te voren nog niet, ze hielden zich schuil, niet geloovend dat 't ernst was met die warmte, dat licht, die vochtige zomersche lucht en die ongewone zoanegloed; nu stonden ze op bij duizenden tegelijk, en de grashalmen en de grasbloemen ook richtten de gebogen rugjes op en lieten de blinkende droppels vallen op de aarde. Waar kwamen ze zoo gauw vandaan al die mooie bonte, witte en gekleurde vlinders, die zware diepzoemende hommels en de gon zende bijen en die eneurende vliegen 1 Op de vogels had die plotselinge aan komst van den zomer, na dagen van weifel en twijfel een verbazende uitwerking. De dieren sloegen alle tegelijk aan 't zingen ; eerst gewoon en langzaam mooi, ieder naar zijn aard en wijze. De merel diep en statig, de zanglijster watforscher hooger, de winterkoning dadelijk overmoedig luid en lang, roodborstjes zacht met klankrijk slot, fitis klagend ; vinken : de man in rollen' slag en het wijfje helder pinkend ; ropdstaartjes eerst scherp, dan mooi; 't zHtarikópje pianissimo met sonore zieltreflende heerlijke fluittonen ; daardoor heen tjiftjaf-geüngel; hooge pitapelen groenlingtrilleis met geïaag van koolmee zen. En met dat de witte trossen van de vogelkers opengingen, kwam een nachtegaal en drorisi door en over alles heen. Ben kwartiertje ging dat zoo door, met styging in de kracht en versnelling in de maat; 't was eerst of de diertjes elkaar groeten gingen ; dan of ze elkaar opwonden tot steeds meer kracht en snelheid; op 't laatst of ze dol werden; ze bleven niet meer rustig zingen, maar vlogen er bij rond, van de hooge takken wipten ze op de lage, en terugschoten ze heen en weer door 't aandoenlijk mooie groen. Ze vergaten alle gevaar, verloren alle schuwheid, roodstaartjes vooral flitsen als vlamnaetjes rond, zaten elkaar na bij drie en vier tegelijk, als dartele kinderen. Er was een leven en beweging in 'tjonge nieuwe loof en in 't jonge gras, dat sr geen DéVrouw en haar Huig." Voorjaarshoeden. Ernesta Carston di Luüi. Geboren iu Mei! lm wunderschönen Monat Mail In weelde-tigd van groeien en bloeien; van kleuren en geuren; van licht en leven; in blijde dagen van vlugge vogelbedrij vigheid: nestjes bouwen, uitkweelen van lok kende minne-liedjes, bü-dag en bij-avond, in dien tijd geboren worden, is een vriendelijke kode, een aanbeveling. Het eerste nummer van het geïllustreerd maandschrift De V.roww en haaf Bws is zóó juist verschenen. Dez» eerste aflevering, met haar frisschen afwisselenden inhoud, maakt een aangenamen indruk. Het nieuwe maandschrift voor dames, onder redactie van mejuffrouw Elis M. Rogge en den heer R, W. P. de Vries Jr., voorzien van een rijken staf mede werkers en medewerksters, wordt uitgegeven door de firma Van Holkema en Warendorf. In het inleidings-bericbt, van de redactie aan de lezeressen, lezen wij, o. a.: Eennieuw tijdschrift komt uwe sympathie vragen, en, al vermoeden wij wel,.dat uwe eerste gedachte zal zijn: al weer o, (i£ was zoo snood dit niet alleen te denken, maar zelfs uit-të- roepen!) toch zijn wüovertuigd, dat bij nadere kennis making gy wel eenigszins van meening zult veranderen. Niet dat wij willen beweren, in een bepaalde behoefte" te voorzien, maar, wel dat wüzullen trachten in: De Vrouwenhaar Huis te geven een maandschrift, dat door tekst en illustratiën 'niet alleen aantrek kelijk, maar tevens een welkome vraagbaak zal blijken voor iedere vrouw, die, belang stelt in hare kleedin?, in hare omgeving, in haar huisraad, hare planten en huisdieren, enz. enz?,, . De redactie en haar staf' medewerkers stellen zich voor, maandelijks een aflevering te geven, waarin de rubrieken: kunst en kleeding, huis en hof, moeder en kind, hygiëne en sport behandeld zullen' worden." Zér zeker zijn dit onderwerpen, die elke vrouw behooren te intéresseeren, en die niet genoeg onder haar aandacht kunnen ge bracht worden. Het handzame formaat van de Vrouw en haar Huis" gedrukt op kunstdrukpapier, bevat een aantal lokkende illustraties. Het Mei-kind ziet er zoo frisch en welvarend «iit, dat wij verlangen aaar de- maanxi Juni, die ons zal brengen het zomer-zusje #-,* .De Fransche róaftinoière Pierre d Gouleyain, als een Engejsche verzot op thee,.. in haar jongsten roman Sur la branche" word veel thee gedronken, Vindt bet een groot genoegen, een verrukkelijk uitgangetje, 's middags in Parijs bij Ritz een kopje thee te .gaan drinken. Il y a de quoi! Men vindt daar een verzameling elegante, onberispelijk-gekleede vrouwen, die een kijkje waard zijn l Op baar ntje, in een hoekje weggedoken, heeft Pierre de Coulevain menigmaal haar modellen be studeerd ; hebben haar slimme oogen alle bizonderheden der toiletten opgenomen, die later door de vaardige hand der roman schrijfster op 't papier gebracht werden. Het is juist een jaar geleden, dat zij mij ver telde : Vers cinq heures, je sors, je rode, je rode, je m'arrête pour regarder, puis je vais prendre mon thé... et je regarde encore". Welnu, ik stel mij voor, dat Pierre de Coulevain deze week aandachtig de voorjaaisiiiimiMiiMiimriinmiffiirrfrifiKmiffimfffimmtiiirmmMfmiiiiimmi oog op was te houden, en dat alles onder een zingen, slaan, roepen, waar uit niet meer was ?wijs te wordea; geen lied was meer kenbaar, 't was een overmoedig getietelier van alles door elkaar; vlak bij me hoor ik een wnlp roepen, precies en duidelijk, zoo dat ik mij niet kan vergissen; ik schrik er van, die groote vogel van de duinpannen zoo dicht bij me; weer gooit het dier zijn smeltende klagende toonen, met kracht de lucht in, 't is me of ik de wulp voor mijn voeten heb en sta versteld ; ik zoek en zoek... en net tegen over me op een tak zit de merel, die me zoo lekker voor den gek houdt; nu roept hij als een zanglijster, mdar met alttonen; ook andere vogels, vooral koolmeezen maken geluiden die ik nooit eerder heb gehoord; grasmusch en fitis en tjiftjaf, alle slaan ze door en dobbel en fladderen zonder maat of regel of doel in 't rond, als een troep uitgelaten vroolijke scholiertjes uit de groote stad, die -voor 't eerst een dagje buiten zijn. Ik wist waar een merel broedde en liep op het hulst-boschje toe; nieuwsgierig, of 't wijfje nu ook mee zou doen met de overigen, zich ook zou laten meeslepen door de dolle pret van de anderen, allemaal man netjes, of anders wijijes die nog geen moeder plichten hadden te vervullen. En daar zat ze werkelijk, maar stil en bedaard, het bruine merelwijfje, een eindje van 't nest in een vork, zóó dat de zon haar vol uit bescheen. Ze leek wel verwonderd over 't mooie weer en al de drukte om haar been. hoeden >heeft bekeken der dames, die büRitz voor hap five o'clock" kwamen. En de oogen der romanschrijfster zullen zich verlustigd hebben,'in verscheidenheid en kleurenpracht van allerlei bloeme» die de hoeden tooien. Bloemen, strikken van mousseline-de-soie, rosetten van lint, zijn de modieuse garneering. Struisveeren en aigrettes draagt de Parisienne thans bij voorkeur op avondhoedjes en bij feestelijke gelegenheden. Bloemen zjjn en vogue; veldbloemen wor den ook niet versmaad, over eenige weken znllen klaprozen en korenaren ook als hoedgarneering gedragen worden. De keuze der bloemen harmonieert met'den leeftijd van haar die ze draagt. Piepjonge vrouwtjes openbaren een groote liefde voor myosotis, het altijd bekoorlijk-naïve vergeet-mij-nietje." Heele guirlanden couvolvulus, volubilisen latyrus slingeren zich om den bol der hoe den, hangen achterwaarts over den rand, en gaan schuil in sierlijke touffes mousseline de soie, die de hoeden van achteren garneeren; de cache-peigne", is op 't oogenblik het mooiste gedeelte van den hoed. Pensees in alle ' tinten : wit, zacht-geel, licht-mauve, donker-violet, worden gekozen door dames, die meer dan twintig lente's te avoueeien hebben. Primula's, anemonen, orocassen, ranonkels tooien de hoedjes van haar, wier gezichtjes nog stralen en betoo veren als een blijde lentemorgen. De wintertooi van camelia's, mimosa's en viooltjes, is door de nieuw ont loken lente-volheid tijdelijk verdreven.'Doch, onder alle bloemen, in tuin-en-hof even goed als voor hoedengarneering, handhaaft zich, de schoone, de fiere, de heerlijke roos, onbetwist als koningin. Profusie van rozen in 411e vormen en kleuren, is de exquise gaineering. * * # Ernesta Carston di Luisi is een vijftienjarig Belgisch juffertje, wier uitvinding, waarop zij onmiddellijk patent heeft genomen, een aantal Belgische ingenieurs verbaasd doet staan. Ernesta Carston di Luisi, in Belgiëwoon achtig en daar misschien ook geboren, is, volgens haar naam geen volbloed Belgische. Carston di Luisi doet denken aan Italië, Spanje, of Zuid-Amerika. Ernésta's vernuftige vinding bestaat in een stuurrad voor voertuigen^ auto's, rijtuigen, handkarren, onverschillig welk vehikel, kan dbor*'aanbrenging van JSraesta's stuurrad onverwijld omkeeren. ,:;De foto vertoont een jong meisje met dieperostig denk-gezichtje. Absoluut niet mooi, door het weinig klassieke .model van baar neus en den ietwat vooruitstekenden mond. Smaakvol en sober is zij gekleed. Groote, ronde hoed met opgeslagen rand. De hooge linnen boord die baar hals omsluit, geeft aan Ernesta iets kordaats. Gedistingueerd is haar donker laken jaquet^ waarvan de omliggende kraag en revers van geruite stof. Klein, wit en zwart ruitje. De Belgen willen zich het monopolie van Ernesta's uitvinding ver zekeren. Ik hoop dat de verbazing der Bel gische ingenieurs zich zal concentreeren in Ernesta's jeugdigen leeftijd, niet in het onnoozele feit, dat zij geen man is. Waarom zou een vrouw, vooral in onzen tijd, nu vrouwen zooveel belang stellen in vervoer middelen en sport, geen praktische uitvinding kunnen doen? CAPBICB. mjfjiiNiJiiiiiiHiijiiiiiiiiiiitiiiiMtiiiiiiimiiiiiiiiiiiiitiiiMimiiimimiiiii Wat was ze mager en wat zat ze sjofel in de veeren, het algetobde dier. Zeker al jongen. Voorzichtig draaide ik om haar heen naar 't nest; maar ze schrikte en vloog terug naar de struik, en daar zag ik hoe ze met bek en vleu gels en pooten de jonge merels weer in 't nest trachtte te duwen, dat ze net wilden verlaten; twee zaten er op den rand, een derde een eindje lager op een tak. Maar 't hielp haar niet, de jongen wilden er uit; ze hadden waar schijnlijk dien morgen al eerder een voorsmaakje gehad van vrij-leven. Jammer dat ik geen tijd meer had, ik moest weg; even liep ik nog rond om 't boscbje en daar zaten de jongelui al naast bet nest op een tak en schreeuwden om voedsel. Vroeger had ik altijd hevig spijt op zoo'n moment geen camera bij me te hebben; nu niet meer; je zoekt't maar op in een of ander geïllustreerd Engelsch vogel boek, of je gaat snufl'elen in de collecties van Steenhuizen en Teepe; alle jonge merels lijken op elkaar, doen ook precies gelijk. Het plaatje hierbij is er een uit de serie I go a walking, waarvan al drie boekjes met foto's verschenen zijn; mooi, goedkoop (35 et.) Zoo zal ik 't kieken toch nooit meer leeren; maar niet alle foto's in deze boekjes zijn ecbt naar de tevende natuur; of ten minste niet in de vrije natuur genomen; althans zoo schijnt het mij toe. E. HEIMANS. Drie jonge merels.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl