Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1507
BALI en LOMBOE,
Tweede Zwervers-uitgave",
door W. O. J. NIEUWENKAMP.
Het doel, dat Nieuwenkamp leidde
tot het maken van een boek over Bali
en Lombok, is: de oogen te openen niet
alleen van hen die wel in Indiëzijn
Zoo laat Nieuwenkamp den lezer in
woord en beeld geheel dit wonderland
doorkruisen en vol bewondering staan
voor de groote en grootsche natuur.
Hij brengt ons in prachtige
tempelhoven met de slanke, wonderlijk ge
vormde poorten, ea leidt ons op de
woonerven, omringd door hooge
kleikleedingstukken weven met ornament
van steeds wisselende pracht, hoe het
volk leeft en zich zijne Goden voorstelt,
en nog zoo oneindig veel meer.
W. O. J. Nieuwenkamp ging voor het
eerst in 1898, op aanbeveling, deels van
Justus van Maurik, die juist zijn vlug
geschreven tötök-indrukken had
thuisRouffaer. Vooral toch naar Bali!" zeide
deze tot hem. Rouffaer, de groote kenner
van Indië, de bewonderaar van Bali,
betuigde na het zien van Nieuwenkamp's
Nieuwe letters zijn voor het boek gego
ten; de hoofdletters ? rood door
Nieuwenkamp in hout gesneden. Het
boek, onder persoonlijke leiding van
Gebouwtje met houten klok. Singaradja.
.geweest, maar er de wondere schoonheid
van natuur en kunst niet wisten te
outdekken en in zich op te nemen; doch
ook, en vooral van hen, die nooit het ge
luk hadden Insulinde te mogen aanschou
wen, en .niettemin luide de meening
verkondigen: Indiëis niet mooi; Indi
kan niet mooi zijn met dat eeuwige groen
en die altijd brandende zon; daar ie voor
muren. Zijn boek doet ons aanschouwen
de ontelbare feesten ter eere van hunne
Goden, bij geboorte en huwelijk, en
vooral die groote, kostbare feesten bij
het verbranden van hun dooden,
het doet ons kennis maken met heel
wat schoons en merkwaardigs, heel
wat vreemds en onbekends, om tel
kens met zoekend oog na te speuren
Het lot eener vrouw hiernamaals, die niet
heeft leeren weven.
gebracht, den l sten Januari, op weg naar
Java en bleef er ty>t einde Augustus.
Zelve had hij met Johan Braakensiek
meegewerkt aan de illustreering van dat
boek (1897), en zóó was de lust gekomen
om ook te zien wat hem feitelijk wild
vreemd was.
Den Isten Februari 1904 kwam hij
weer op Java te Batavia. Eerst volgde
Hoofdtooisel van een danser.
teekeningen en het le/en van den tekst:
Meer dan voldoening is het mij, het is
me geluk. Want Nieuwenkamp kon doen
wat ik niet vermocht toen ik in 1888
zes weken ronddoolde: Bali mee terug
brengen voor anderen!" Door hem zal
zijn reis daarheen de bron worden van
blijvende aanschouwing. En dat, dank zij
den Dewa, den God", dien een Balinees
met mooie naïviteit zeide te herkennen
in zijn Teekenkunst.
De groote ingenomenheid van den heer
Nieuwenkamp gedrukt, wordt door hem
zelf uitgegeven. Om de kostbare uitgave
mogelijk te maken hebben enkele genoot
schappen en vereenigingen, o. a. Oost
en West" te 's Gravenhage, de
Nederlandsche kunstkring" te Batavia enz. de
onderneming financieel gesteund.
Tot het maken van nieuwe studie voor
teekening en tekst gaat Nieuwenkamp
17 Mei, a.s. weer uit Genua .met de
Koningin Wilhelmina" naar Bali en
Lombok, voor de twee volgende deelen;
Kam, uit, hoorn gesneden.
een kunstenaar niets van daan te halen."
Vooral ook collega's wenschte hij wel
van dit dwaalbegrip te genezen en hen
aan te sporen zijne voetstappen te volgen,
door eveneens op te gaan naar dat groote
land, dat zich slingert om den evenaar".
Dit boek het eerste boek over Indi
met oorspronkelijke teekeningen van een
Nederlandsen kunstenaar wil zijn: eene
weerspiegeling van al wat W. O. J.
Nieuwenkamp op Bali en Lombok ont
dekte ontdekken" is hier het woord,
want geen was er voor hem, die door
zijn werk hem een steun is geweest bij
het doorgronden van Indië's trotsche
natuur. De teekeningen zijn in het boek
de hoofdzaak; de tekst is een uitlegging,
eene noodzakelijke aanvulling van die
teekeningen.
Het boek voert ons door Bali's onge
repte, niet door spoorbruggen of fabrieken,
moderne steden of arbeiderswijken ge
hoonde natuur. Alles, wat daar de
inlanders bouwen, strekt slechts om de
trotsche natuur des te geweldiger te doen
schijnen; hun huizen en vooral hun
tempels, versteende bloemboomen gelijk,
vormen geen schrille contrasten met de
omgeving, maar lossen zich er in op en
vormen er een geheel mede.
Tempelpoort te Soekasada.
en nauwkeurig op te nemen, hoe dit
kunstlievend volk zijn weelderig orna
ment als klimop langs zijn tempelpoorten
op laat groeien, zijn beelden uit de rots
hakt of uit het harde hout; hoe het zijn
potten bakt en manden en korven
vlechtend versiert, hoe de vrouwen er
met onuitputtelijk geduld dn prachtigste
wat rondreizen daar in de buurt om
eenige inlandsche industrie te bestudeeren,
batikken te Batavia, weven en
gongsmeden te Buitenzorg; hoedenvlechten
te Tanggeran; potten-bakken te Batavia
en te Plered in 't Krawangsche. Maar
toen ging hij rechtstreeks naar Bali, den
goeden raad opvolgende van den heer G. P.
Jeugdige naaktloopers.
Rouffaer met Nieuwenkamp's werk over
Bali hoeft hem genoopt het te verrijken
met eone hoogst belangwekkende inlei
ding.
Enkele hierbijgaande reproducties der
teekeningen vnn Nieuwenkamp geven
natuurlijk slechts een flauwon weerschijn
van de vele teekeningen het zijn er
250, op elke bladzijde n, en allen oor
spronkelijk iii het boek, dat gedrukt is
op prachtig, expresselijk bij Van Gelder
gemaakt papier, en warm van tint.
hij heeft bovendien de opdracht om voor
Rijk's Ethnographisch Museum te Leiden
eene collectie kunstvoorwerpen en van al
wat op het leven en bedrijf der bewoners
van Bali en Lombok betrekking heeft.
bij-een te brengen.
I)e beide volgende doelen over Bali
en Lombok zullen, als het eerste deel,
rijk zijn aan teekening en beschrijving
eener volkskunst, niet dood en
voorbijgegaan, mnar nog levende, vol kracht,
oorspronkelijkheid en schoonheid.
l)eur met veelkleurig snijwerk.