De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 13 mei pagina 6

13 mei 1906 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1507 BALI en LOMBOE, Tweede Zwervers-uitgave", door W. O. J. NIEUWENKAMP. Het doel, dat Nieuwenkamp leidde tot het maken van een boek over Bali en Lombok, is: de oogen te openen niet alleen van hen die wel in Indiëzijn Zoo laat Nieuwenkamp den lezer in woord en beeld geheel dit wonderland doorkruisen en vol bewondering staan voor de groote en grootsche natuur. Hij brengt ons in prachtige tempelhoven met de slanke, wonderlijk ge vormde poorten, ea leidt ons op de woonerven, omringd door hooge kleikleedingstukken weven met ornament van steeds wisselende pracht, hoe het volk leeft en zich zijne Goden voorstelt, en nog zoo oneindig veel meer. W. O. J. Nieuwenkamp ging voor het eerst in 1898, op aanbeveling, deels van Justus van Maurik, die juist zijn vlug geschreven tötök-indrukken had thuisRouffaer. Vooral toch naar Bali!" zeide deze tot hem. Rouffaer, de groote kenner van Indië, de bewonderaar van Bali, betuigde na het zien van Nieuwenkamp's Nieuwe letters zijn voor het boek gego ten; de hoofdletters ? rood door Nieuwenkamp in hout gesneden. Het boek, onder persoonlijke leiding van Gebouwtje met houten klok. Singaradja. .geweest, maar er de wondere schoonheid van natuur en kunst niet wisten te outdekken en in zich op te nemen; doch ook, en vooral van hen, die nooit het ge luk hadden Insulinde te mogen aanschou wen, en .niettemin luide de meening verkondigen: Indiëis niet mooi; Indi kan niet mooi zijn met dat eeuwige groen en die altijd brandende zon; daar ie voor muren. Zijn boek doet ons aanschouwen de ontelbare feesten ter eere van hunne Goden, bij geboorte en huwelijk, en vooral die groote, kostbare feesten bij het verbranden van hun dooden, het doet ons kennis maken met heel wat schoons en merkwaardigs, heel wat vreemds en onbekends, om tel kens met zoekend oog na te speuren Het lot eener vrouw hiernamaals, die niet heeft leeren weven. gebracht, den l sten Januari, op weg naar Java en bleef er ty>t einde Augustus. Zelve had hij met Johan Braakensiek meegewerkt aan de illustreering van dat boek (1897), en zóó was de lust gekomen om ook te zien wat hem feitelijk wild vreemd was. Den Isten Februari 1904 kwam hij weer op Java te Batavia. Eerst volgde Hoofdtooisel van een danser. teekeningen en het le/en van den tekst: Meer dan voldoening is het mij, het is me geluk. Want Nieuwenkamp kon doen wat ik niet vermocht toen ik in 1888 zes weken ronddoolde: Bali mee terug brengen voor anderen!" Door hem zal zijn reis daarheen de bron worden van blijvende aanschouwing. En dat, dank zij den Dewa, den God", dien een Balinees met mooie naïviteit zeide te herkennen in zijn Teekenkunst. De groote ingenomenheid van den heer Nieuwenkamp gedrukt, wordt door hem zelf uitgegeven. Om de kostbare uitgave mogelijk te maken hebben enkele genoot schappen en vereenigingen, o. a. Oost en West" te 's Gravenhage, de Nederlandsche kunstkring" te Batavia enz. de onderneming financieel gesteund. Tot het maken van nieuwe studie voor teekening en tekst gaat Nieuwenkamp 17 Mei, a.s. weer uit Genua .met de Koningin Wilhelmina" naar Bali en Lombok, voor de twee volgende deelen; Kam, uit, hoorn gesneden. een kunstenaar niets van daan te halen." Vooral ook collega's wenschte hij wel van dit dwaalbegrip te genezen en hen aan te sporen zijne voetstappen te volgen, door eveneens op te gaan naar dat groote land, dat zich slingert om den evenaar". Dit boek het eerste boek over Indi met oorspronkelijke teekeningen van een Nederlandsen kunstenaar wil zijn: eene weerspiegeling van al wat W. O. J. Nieuwenkamp op Bali en Lombok ont dekte ontdekken" is hier het woord, want geen was er voor hem, die door zijn werk hem een steun is geweest bij het doorgronden van Indië's trotsche natuur. De teekeningen zijn in het boek de hoofdzaak; de tekst is een uitlegging, eene noodzakelijke aanvulling van die teekeningen. Het boek voert ons door Bali's onge repte, niet door spoorbruggen of fabrieken, moderne steden of arbeiderswijken ge hoonde natuur. Alles, wat daar de inlanders bouwen, strekt slechts om de trotsche natuur des te geweldiger te doen schijnen; hun huizen en vooral hun tempels, versteende bloemboomen gelijk, vormen geen schrille contrasten met de omgeving, maar lossen zich er in op en vormen er een geheel mede. Tempelpoort te Soekasada. en nauwkeurig op te nemen, hoe dit kunstlievend volk zijn weelderig orna ment als klimop langs zijn tempelpoorten op laat groeien, zijn beelden uit de rots hakt of uit het harde hout; hoe het zijn potten bakt en manden en korven vlechtend versiert, hoe de vrouwen er met onuitputtelijk geduld dn prachtigste wat rondreizen daar in de buurt om eenige inlandsche industrie te bestudeeren, batikken te Batavia, weven en gongsmeden te Buitenzorg; hoedenvlechten te Tanggeran; potten-bakken te Batavia en te Plered in 't Krawangsche. Maar toen ging hij rechtstreeks naar Bali, den goeden raad opvolgende van den heer G. P. Jeugdige naaktloopers. Rouffaer met Nieuwenkamp's werk over Bali hoeft hem genoopt het te verrijken met eone hoogst belangwekkende inlei ding. Enkele hierbijgaande reproducties der teekeningen vnn Nieuwenkamp geven natuurlijk slechts een flauwon weerschijn van de vele teekeningen het zijn er 250, op elke bladzijde n, en allen oor spronkelijk iii het boek, dat gedrukt is op prachtig, expresselijk bij Van Gelder gemaakt papier, en warm van tint. hij heeft bovendien de opdracht om voor Rijk's Ethnographisch Museum te Leiden eene collectie kunstvoorwerpen en van al wat op het leven en bedrijf der bewoners van Bali en Lombok betrekking heeft. bij-een te brengen. I)e beide volgende doelen over Bali en Lombok zullen, als het eerste deel, rijk zijn aan teekening en beschrijving eener volkskunst, niet dood en voorbijgegaan, mnar nog levende, vol kracht, oorspronkelijkheid en schoonheid. l)eur met veelkleurig snijwerk.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl