Historisch Archief 1877-1940
K<\ 1507
DE AMSTERDAMMER "WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
MAfifil's Soepen in tabletten,
merk Kruisster,
ma&en het mogelijk om in den kortst
mogeljjken tijd (10-^25' minuten), slechts
met water, voorteeffejqke krachtig*
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke borden
Fransche soepen . * ?. . . 10 Ct.
Pikante soepen ...... 13
MAGGTs Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
RIAGG I's Aroma,
merk Kruisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrijgbaar in flacons vanaf 80 Ct.
?imiiiiimiiiiiimiMimiimmmiiiiiiiiiiiiimiMimm.....»».».»»»»»,,,,,....!» imi i?mrnin ummiii , i,ii,mmmiiiiimmmnmmmmiiimmmiimmiii?imiTi.,ii?mini mum , .?umiiii iiHiiiiiiNiiiiiiiniiiiiiNiiiiiiiiiHiiiiiiiniiiiiiiiiiimii.iinii.iimi,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,;,^,,
to&MEjSL'.
LIBERTY AGENCY
185/187 KAITVERSTBAAT
AMSTERDAM.
.' M«ssrs Metz & Co. beg to eall
yoBr attention (o (bcir new range of
INEXPENSIVE
SILK DRESSES
?kade of Liberty Silks. eelebrated
for durabitity and beautiful
colourings.
These dresses are.ready to wear
and are mmèdiateiy oblainable in
an ex^e^sirQ eboice of designs and
coloiws. :
PRESS in 'PrintedTy- ' ,
riaii Silk, trimmed with .
lace and silk stitchings . Fl. 6J8.5O
Shaped Skirt only with
Büfficient material bödice ' '
without lace Fl. 47.OO
"DRESS in Plain Tyrian
Silk, trimmed .with lace
and silfc stitöhings . . .'Fl. 68.5O
Bhaped Skirt only with
Bünfcient" material for '
bodiqe without lace. . . Fl. 45.OO
Au iJJusfrated catulogue
andjiat
an<f quaUtit-s s^lmitted o» regest. C'
II. Reformkleeding.
De vrouwen een/minderwaardig geslacht
sedert den v»l van Eva, dat staat onloochen-,
baar vast ! hebben in haar domme ijdelheid
ten allen tijde slechts oog gehad voor het
uiterlijk. Dat de zoogenaamde feministen
onder haar de leelijken, die uit gebrek
aan schoonheid voor geestig wilden doorgaan,
ook dat is een uitgemaakte zaak, ?waarover
ik niet debatteer met een nieuwe mode
-kwamen was eensdeels bet gevolg van de
onmogelijkheid voor- haar, haar lichaam met
alle bestaande kunstmiddelen te vervormen
tot elfengestalte, anderdeels een speculatie
op do ^delheid van haar geslacht.
Ulfl DB NATUUR
CLXXL Mei.
Mei begon met kouden oostenwind ; n,
twee dagen was 't guur in huis, guur in de lucht
en 't leek wel of de zon in kracht achteruit
ging; de hoornen bleven staan met half ont
plooid blad, de vogels zongen met gedekte
stem, de menschen waren verkonden en
mopperig. Ja, hier en daar kwamen er al
bruine randjes aan het teere jonge
eschdoorngroen, zóó had de felle en koude nachtwind ze
aangegrepen; hu dreigde ook de witte bloesems
te doen vallen, zonder dat er vrucht was gezet;
de zachtgroene weiden vervaalden; de pessimis
ten onder ons klaagden alweer ovei dat ellen
dige Hollandsche voorjaar en noemden den
vrnchtenoogst al vast mislukt. Maar op eens,
in den nacht van den tweeden op den derden
Mei kwam de voorzomer, de krachtige, de
weelderig schoone voorzomer ; en 's morgens
snoven de menschen de lauwwarme lucht op,
keken omhoog in den effen blauwen hemel,
glimlachten verwonderd en zeiden : 't wordt
zomer. En 't werd zomer op dien beerlijken
Donderdag van verleden week. Wie ge ook zijt,
als ge op dien morgen door een park of bosch,
door weide of duin, of over de hei zijt gegaan en
niet al te veel haast, pijn of zorgen hebt gehad,
dan moet ge 't gemerkt hebben, al was 't voor
'teerst van uw leven.
Want de zomer overviel n, bij greep u
onverhoeds aan, wierp u opeens uit uw gewone
denken en doen, en dwong o tot kijken naar
Voor geroep om kiesrecht, voor kreten over
verongelijking, in het huwelijk, miskenning
van het moederschap enz., enz., waren de
domme, onbeduidende ijdeltuiten doof.
Als zij maar fraai gekleed zich bewonderd
wisten en een hooge premie kregen in de
huwelijksverzekering en zoo min mogelijk
kinderzorgen... nu dan geloofden zij niet in
het zware lot van de vrouw" en ontvluchtten
de zwaarwichtige argumenten van de oude
vrijsters" en blauwkousen" die zich wreekten
over haar onbegeerd-blij ven, met
machtwoorden tegen de mannen.
Maar toen men raakte aan haar toilet...
toen zij bedreigd zagen het elegante harnas,
dat maskeerde al haar
lichaams-tekortkomingen, de mode, die welwillend gelijk gemaakt
had alle ontaardingen van Venus, toen
schrikten zy op en lieten de vrouwenbewe
ging niet langs haar heen gaan.
Dat hield op onschuldig marktgeschreuw
te zijn van een paar verbitterde
mannenhaatsters, dat was een aanval op haar dier
baarste belanden, nu bieren de leeghoofdjes
niet langer lauw en onverschillig, nu konden
zij geen onwetendheid veinzen. Zij vatten \uurl
Zij kwamen op voor hun goed recht zich
in te rijgen, haar voeten tézwikten op hooge
hakken, den pedicures te verrad«ii bét ge-'
heim barer kleine voeten, bacillen te vangen
in lange sleepen, mat den wind te vechten
onder het gewicht van reu senhoeden, zich
op te dirken met veeren, in spijt van
vogelbescherming, het goed recht in n woord te
lijden voor haar modeovertaiging.
Zij behield zich de onbeperkte vrijheid voor,
haar eigen lichaam te verwringen en te mar
telen en, zoo het moest, te sterven op het
veld der mode, liever dan te gedogen dat de
hobbezak zich meester maakte van de mode,
te niet deed haar lijden van jaren, door leelijk
te verklaren haar fijn middel, waarvoor zij
zich zooveel pijn, zooveel slapelooze nachten
getroostten.
Terugkeeren tot de natuur, die de vrouw
eeuwenlang beproefde te verbeteren. Afstand
doen van interessante kwalen als zenuwen,
bloedarmoede en vermoeidheid ?
Wel werden die kwalen reeds vulgair,
maat ze opgeven 1 't Was achteruitgang, een
oorlogsverklaring aan de beschaving!
't Gold nu, een strijd voor behoud van de
wespentaille en puntschoenen De beste wape
nen Waren natuurlij k spot en verdachtmaking.
Neg'aeren ging niet meer, maar afichuwelyk
die ; .nieuwe dracht, belachelijk en dwaas !"
'-;Eji>.. was,' zy DU wel zoo-hygiënisch...
Pira£Ösch T;'. 't was mogelijk, voor een paar
slonzen, die geen tijd hadden Kaai uiterlijk
te verzorgen. Maar... de autoriteiten waren
't nog niet eens of die verplaatsing van het
kleedergewicht van de heupen naar de schou
ders, zoo verstandig was," verzekerden de
anti-reformers, thans zeer bezorgd voor haar
gezondheid. En zij lazen heel ijverig al wat
geschreven werd tégen de reform, door
geneesheeren, die barg werden voor hun
inkomen van maaglüderessen, en grif instem
den, dat de verbetering een verslechtering
was, en die plotselinge afschaffing van het
corset kwade gevolgen zou hebben voor de
vrouwen, die een corset gewend waren.
En de corsetfabrikanten, ook al bezorgd
voor hun zaken, schiepen het droit devant".
Dit was het ideaal juichten de anti-refor
mers, die zich geen van allen inregen . ..
juist niets stijfs konden verdragen, haar ge
dingen, die ge anders veel te nietig acht voor
een groot en verstandig mensch; drong u tot
luisteren naar geluiden, die ge anders o ver en
langs u heen. laat gaan. met de gewone onver
schilligheid voor het alledaagsche of't onbe
kende, dreef geuren naar u toe, zoo vreemd, zoo
zacht en liefelijk, dat ze bij het inademen uw
gedachtengang stoorden, deden omkeeren en
terugvoerden naar de eerste tijden van uw
levenelente.
Dien morgen bracht mij 't toeval in een
bosch, of eigenlijk in een groot mooi park, op
een dag en uur, dat ik er haast nooit kan zijn;
een paar werklui, bezig met jonge boomen te
planten, en doode heesters op te ruimen,
waren de eenige andere menschen; ze neu
rieden bij 't werk en hun goeden morgen
klonk als een ware gelukswensch. 't Had een
uurtje geregend; groote, wijd uitslaande drop
pels; nog schoven zware witte wolken met
smalle, blauwe kronkelige kanalen er tusschen,
hoog 'boren de kruinen vooit; wonderlijk
mooi kleurden hun randen, als bij 't
avondrood, heele wolken glinsterden, werden
zilver en goud, en smolten zienderoogen
weg in de blauwe wateren, waarin ze dreven;
daaruit begon het te schitteren, Ie fonkelen
dat de oogen het niet meer konden verdra
gen; de zon brak door de lichtnevels, ge
weldig, met ontzaglijke kracht; de warmte
viel letterlijk op de aarde neer; en het licht,
dat uit den hemel stortte'als uit een vuurberg,
joeg vloeiende datnpdunne kleurstoffen voor
zich uit, een reuzengolf die alles tegelijk
De merelvrouw op 't nest.
heele hand konden steken tusschen haar
ceintuur.
Voor de volledigheid gaf ik dit historisch
overzicht, dat ik bekend mag onderstellen.
* *
Even bekend is ds voorliefde van het
schoone geslacht voor de mooie pakjes bij
marine en landleger ... de adelborsten
hebben een streepje -Voor, hun kleeding is
ook nog zwieriger dj^O die van het overige
militair. Alleen, in '"ïnaskéradetijden zijn de
schoenen ontrouw i«an de luitenants en
kapiteins, die moetëtt. wijken voor prinsen
en ridders. Dan verjaringen mooi opgedirkte
studenten tijdelijk }Ö|fer en vloot, die hun
overwinningen niet l^sinken aan de oorlogs
zuchtige gevoelens v$5 het zwakke geslacht,
enkel aan den glans der epauletten. Vleiend
is de voorkeur niet^.maar terwille van de
gunst van een paar n>ooie oogen, aanvaardt
men ze) Met het opbergen der
maskeradeuitrusting is het gedaan met de zegepraal
der studeerenden. De jp&uniformde salonhelden
zijn dan weer al»flcVitig.
Zoolang de heeren, zoolang de mannen
het onderscheid zit 'm bij velen alleen in
de kleeding hun smakelooze stijve cylinder
of kachelpüp of weyte andere namen men
aan hun hoofddetatëlAwil geven, niet ver
wisselen met de bevallige baret uit vroeger
dagen (licht en doelmatig, wat zijn de be
zwaren?), zoolang ze vasthouden ; aan de
kellnerachtige rok, aan ;de afschuwelijke
heerenmodes^ van b.et laajÈBt .dé* 19e eeuw,
inplaats algemeen aan teïiemen de meer
flatteerend* .ispcjgthjsfcïden -en, "voor gekleed
zijden of fluweelen buizen en korte dito
kuitbroeken, zullen^ de burgers steeds achter
staan bij de militairen. ,
Mevrouw en het" dienstmeisje hebben' in
dit opzicht denzelfden smaak.
Aan vermindering van liitgav-en voor leger
en vloot valt dan niet te denken.
Er is een causaal verband tussohen de
aanbidding der vronwen voor de mooie pakjes
en de oorlogsbelasÜpg. Zeolang de moeders
uit ijdelheid h»ar zonen opvoeden voor de
vergulde arrooede, !%i de zusters stralen als
zij mogen uitgaan m^ broerlief in zoo'n mooi
pakje", zoolang bjjf; gebrek aan inkomen
voor den militair n^g is te 'dekken door n
gemakkelijk te verqyeren; bruittechat . . . zoo
lang zal de liefhebberij vooi-^i^t j>ero:ep VAD
militair er in Wyën. Vervanging van de
thans gehuldigde hêrenmode door een sier
lijke schilderacbtigBjdracht, die de,
<vT«.»wenharten verrvert, gaRakkélijker dan de bonte
militaire rok, zal jèiden;: o. toïl verheffing
van het manneljjk ^slae^t Sït'öe 0ö£en'van
de vrouw en dientèjngevdlge tot herstel van
zijn gezag; 2o, tot' .ontwapening bij gebrek
aan liefhebberij votjf heti militair beroep als
de aaadeelen van de onweerstaanbare ba!4
versiering op de huwelijksmarkt dalen en
dus hongerlijden dé» militairen wacht.
Ik stel voor een congres iot hervorming
der heerenkleeding inplaats een
vredesconferentie. Men kan beginnen met een ten
toonstelling van historische kostutims en bet
uitschrijven van een prijsvraag voor een
heerenkleeding, voldoend aan de eischen van
schoonheid, gezondheid eh doelmatigheid.
Aan een jury van vrouwen de keuze voor
de toekomst-heerenkleeding. Wellicht is zij
met de keuze sneller gereed dan de com
missie voor het vredespalèis . . .
,.;.?- ->? " _ Mme
tumnttmuniiimmtMiiumiiiiimmmitumimiiiiiiiiiiiinmiimiiiim
overgoot. Wat was dat .j)p eens goddelijk
mooi. O, die beuken en: -Haden in 't pas ont
plooide teergroene blad ! 'k Voelde iets kouds
in den rug, en verbeeldde me, die hooge boo
men allemaal op eens hoezee te hooren roepen
en te zien kleuren van blijdschap, toen die
zonnegolf ze trol.
En de bloemen in 't gras, de rijkdom van
geel en wit, paars en rood, van madeliefjes,
pinksterbloem, van allerlei netels, vogelmelk
en paardebloem, neen, dat was geen gezichts
bedrog, geen spiegeling van eigen diepe ge
waarwording ; die bloemen, ze waren er een
oogenblik te voren nog niet, ze hielden zich
schuil, niet geloovend dat 't ernst was met
die warmte, dat licht, die vochtige zomersche
lucht en die ongewone zoanegloed; nu stonden
ze op bij duizenden tegelijk, en de grashalmen
en de grasbloemen ook richtten de gebogen
rugjes op en lieten de blinkende droppels
vallen op de aarde.
Waar kwamen ze zoo gauw vandaan al
die mooie bonte, witte en gekleurde vlinders,
die zware diepzoemende hommels en de gon
zende bijen en die eneurende vliegen 1
Op de vogels had die plotselinge aan
komst van den zomer, na dagen van weifel
en twijfel een verbazende uitwerking. De
dieren sloegen alle tegelijk aan 't zingen ;
eerst gewoon en langzaam mooi, ieder naar
zijn aard en wijze. De merel diep en statig,
de zanglijster watforscher hooger, de
winterkoning dadelijk overmoedig luid en lang,
roodborstjes zacht met klankrijk slot, fitis
klagend ; vinken : de man in rollen' slag en
het wijfje helder pinkend ; ropdstaartjes eerst
scherp, dan mooi; 't zHtarikópje pianissimo
met sonore zieltreflende heerlijke fluittonen ;
daardoor heen tjiftjaf-geüngel; hooge
pitapelen groenlingtrilleis met geïaag van koolmee
zen. En met dat de witte trossen van de
vogelkers opengingen, kwam een nachtegaal
en drorisi door en over alles heen.
Ben kwartiertje ging dat zoo door, met
styging in de kracht en versnelling in de maat;
't was eerst of de diertjes elkaar groeten
gingen ; dan of ze elkaar opwonden tot steeds
meer kracht en snelheid; op 't laatst of ze dol
werden; ze bleven niet meer rustig zingen,
maar vlogen er bij rond, van de hooge takken
wipten ze op de lage, en terugschoten ze heen
en weer door 't aandoenlijk mooie groen. Ze
vergaten alle gevaar, verloren alle schuwheid,
roodstaartjes vooral flitsen als vlamnaetjes
rond, zaten elkaar na bij drie en vier tegelijk,
als dartele kinderen.
Er was een leven en beweging in 'tjonge
nieuwe loof en in 't jonge gras, dat sr geen
DéVrouw en haar Huig."
Voorjaarshoeden. Ernesta Carston di Luüi.
Geboren iu Mei! lm wunderschönen Monat
Mail In weelde-tigd van groeien en bloeien;
van kleuren en geuren; van licht en leven;
in blijde dagen van vlugge vogelbedrij
vigheid: nestjes bouwen, uitkweelen van lok
kende minne-liedjes, bü-dag en bij-avond, in
dien tijd geboren worden, is een vriendelijke
kode, een aanbeveling.
Het eerste nummer van het geïllustreerd
maandschrift De V.roww en haaf Bws is zóó
juist verschenen. Dez» eerste aflevering, met
haar frisschen afwisselenden inhoud, maakt
een aangenamen indruk.
Het nieuwe maandschrift voor dames, onder
redactie van mejuffrouw Elis M. Rogge en
den heer R, W. P. de Vries Jr., voorzien van
een rijken staf mede werkers en medewerksters,
wordt uitgegeven door de firma Van Holkema
en Warendorf.
In het inleidings-bericbt, van de redactie
aan de lezeressen, lezen wij, o. a.: Eennieuw
tijdschrift komt uwe sympathie vragen, en, al
vermoeden wij wel,.dat uwe eerste gedachte
zal zijn: al weer o, (i£ was zoo snood dit
niet alleen te denken, maar zelfs uit-të- roepen!)
toch zijn wüovertuigd, dat bij nadere kennis
making gy wel eenigszins van meening zult
veranderen. Niet dat wij willen beweren, in
een bepaalde behoefte" te voorzien, maar, wel
dat wüzullen trachten in: De Vrouwenhaar
Huis te geven een maandschrift, dat door
tekst en illustratiën 'niet alleen aantrek
kelijk, maar tevens een welkome vraagbaak
zal blijken voor iedere vrouw, die, belang
stelt in hare kleedin?, in hare omgeving, in
haar huisraad, hare planten en huisdieren,
enz. enz?,, .
De redactie en haar staf' medewerkers
stellen zich voor, maandelijks een aflevering
te geven, waarin de rubrieken: kunst en
kleeding, huis en hof, moeder en kind, hygiëne
en sport behandeld zullen' worden."
Zér zeker zijn dit onderwerpen, die elke
vrouw behooren te intéresseeren, en die niet
genoeg onder haar aandacht kunnen ge
bracht worden.
Het handzame formaat van de Vrouw en
haar Huis" gedrukt op kunstdrukpapier, bevat
een aantal lokkende illustraties.
Het Mei-kind ziet er zoo frisch en welvarend
«iit, dat wij verlangen aaar de- maanxi Juni,
die ons zal brengen het zomer-zusje
#-,*
.De Fransche róaftinoière Pierre d
Gouleyain, als een Engejsche verzot op thee,..
in haar jongsten roman Sur la branche"
word veel thee gedronken, Vindt bet een
groot genoegen, een verrukkelijk uitgangetje,
's middags in Parijs bij Ritz een kopje thee
te .gaan drinken.
Il y a de quoi! Men vindt daar een
verzameling elegante, onberispelijk-gekleede
vrouwen, die een kijkje waard zijn l Op baar
ntje, in een hoekje weggedoken, heeft Pierre
de Coulevain menigmaal haar modellen be
studeerd ; hebben haar slimme oogen alle
bizonderheden der toiletten opgenomen, die
later door de vaardige hand der roman
schrijfster op 't papier gebracht werden.
Het is juist een jaar geleden, dat zij mij ver
telde : Vers cinq heures, je sors, je rode,
je rode, je m'arrête pour regarder, puis je
vais prendre mon thé... et je regarde encore".
Welnu, ik stel mij voor, dat Pierre de
Coulevain deze week aandachtig de
voorjaaisiiiimiMiiMiimriinmiffiirrfrifiKmiffimfffimmtiiirmmMfmiiiiimmi
oog op was te houden, en dat alles onder een
zingen, slaan, roepen, waar uit niet meer was
?wijs te wordea; geen lied was meer kenbaar,
't was een overmoedig getietelier van alles
door elkaar; vlak bij me hoor ik een wnlp
roepen, precies en duidelijk, zoo dat ik mij niet
kan vergissen; ik schrik er van, die groote
vogel van de duinpannen zoo dicht bij me;
weer gooit het dier zijn smeltende klagende
toonen, met kracht de lucht in, 't is me of
ik de wulp voor mijn voeten heb en sta
versteld ; ik zoek en zoek... en net tegen
over me op een tak zit de merel, die me zoo
lekker voor den gek houdt; nu roept hij als
een zanglijster, mdar met alttonen; ook andere
vogels, vooral koolmeezen maken geluiden die
ik nooit eerder heb gehoord; grasmusch en fitis
en tjiftjaf, alle slaan ze door en dobbel en
fladderen zonder maat of regel of doel in 't
rond, als een troep uitgelaten vroolijke
scholiertjes uit de groote stad, die -voor 't eerst
een dagje buiten zijn.
Ik wist waar een merel broedde en liep
op het hulst-boschje toe; nieuwsgierig, of
't wijfje nu ook mee zou doen met de
overigen, zich ook zou laten meeslepen door
de dolle pret van de anderen, allemaal man
netjes, of anders wijijes die nog geen moeder
plichten hadden te vervullen. En daar zat
ze werkelijk, maar stil en bedaard, het bruine
merelwijfje, een eindje van 't nest in een
vork, zóó dat de zon haar vol uit bescheen. Ze
leek wel verwonderd over 't mooie weer en
al de drukte om haar been.
hoeden >heeft bekeken der dames, die büRitz
voor hap five o'clock" kwamen. En de oogen
der romanschrijfster zullen zich verlustigd
hebben,'in verscheidenheid en kleurenpracht
van allerlei bloeme» die de hoeden tooien.
Bloemen, strikken van mousseline-de-soie,
rosetten van lint, zijn de modieuse garneering.
Struisveeren en aigrettes draagt de Parisienne
thans bij voorkeur op avondhoedjes en bij
feestelijke gelegenheden.
Bloemen zjjn en vogue; veldbloemen wor
den ook niet versmaad, over eenige weken
znllen klaprozen en korenaren ook als
hoedgarneering gedragen worden. De keuze der
bloemen harmonieert met'den leeftijd van
haar die ze draagt. Piepjonge vrouwtjes
openbaren een groote liefde voor myosotis,
het altijd bekoorlijk-naïve vergeet-mij-nietje."
Heele guirlanden couvolvulus, volubilisen
latyrus slingeren zich om den bol der hoe
den, hangen achterwaarts over den rand, en
gaan schuil in sierlijke touffes mousseline de
soie, die de hoeden van achteren garneeren;
de cache-peigne", is op 't oogenblik het
mooiste gedeelte van den hoed.
Pensees in alle ' tinten : wit, zacht-geel,
licht-mauve, donker-violet, worden gekozen
door dames, die meer dan twintig lente's te
avoueeien hebben.
Primula's, anemonen, orocassen, ranonkels
tooien de hoedjes van haar, wier gezichtjes
nog stralen en betoo veren als een blijde
lentemorgen. De wintertooi van camelia's,
mimosa's en viooltjes, is door de nieuw ont
loken lente-volheid tijdelijk verdreven.'Doch,
onder alle bloemen, in tuin-en-hof even
goed als voor hoedengarneering, handhaaft
zich, de schoone, de fiere, de heerlijke roos,
onbetwist als koningin. Profusie van rozen
in 411e vormen en kleuren, is de exquise
gaineering.
* *
#
Ernesta Carston di Luisi is een vijftienjarig
Belgisch juffertje, wier uitvinding, waarop zij
onmiddellijk patent heeft genomen, een aantal
Belgische ingenieurs verbaasd doet staan.
Ernesta Carston di Luisi, in Belgiëwoon
achtig en daar misschien ook geboren, is,
volgens haar naam geen volbloed Belgische.
Carston di Luisi doet denken aan Italië, Spanje,
of Zuid-Amerika.
Ernésta's vernuftige vinding bestaat in een
stuurrad voor voertuigen^ auto's, rijtuigen,
handkarren, onverschillig welk vehikel, kan
dbor*'aanbrenging van JSraesta's stuurrad
onverwijld omkeeren.
,:;De foto vertoont een jong meisje met
dieperostig denk-gezichtje. Absoluut niet mooi,
door het weinig klassieke .model van baar
neus en den ietwat vooruitstekenden mond.
Smaakvol en sober is zij gekleed. Groote,
ronde hoed met opgeslagen rand. De hooge
linnen boord die baar hals omsluit, geeft aan
Ernesta iets kordaats. Gedistingueerd is haar
donker laken jaquet^ waarvan de omliggende
kraag en revers van geruite stof. Klein,
wit en zwart ruitje. De Belgen willen zich
het monopolie van Ernesta's uitvinding ver
zekeren. Ik hoop dat de verbazing der Bel
gische ingenieurs zich zal concentreeren in
Ernesta's jeugdigen leeftijd, niet in het
onnoozele feit, dat zij geen man is. Waarom
zou een vrouw, vooral in onzen tijd, nu
vrouwen zooveel belang stellen in vervoer
middelen en sport, geen praktische uitvinding
kunnen doen?
CAPBICB.
mjfjiiNiJiiiiiiHiijiiiiiiiiiiitiiiiMtiiiiiiimiiiiiiiiiiiiitiiiMimiiimimiiiii
Wat was ze mager en wat zat ze sjofel in
de veeren, het algetobde dier. Zeker al jongen.
Voorzichtig draaide ik om haar heen naar 't
nest; maar ze schrikte en vloog terug naar de
struik, en daar zag ik hoe ze met bek en vleu
gels en pooten de jonge merels weer in 't nest
trachtte te duwen, dat ze net wilden verlaten;
twee zaten er op den rand, een derde een
eindje lager op een tak. Maar 't hielp haar
niet, de jongen wilden er uit; ze hadden waar
schijnlijk dien morgen al eerder een
voorsmaakje gehad van vrij-leven.
Jammer dat ik geen tijd meer had, ik
moest weg; even liep ik nog rond om 't
boscbje en daar zaten de jongelui al naast
bet nest op een tak en schreeuwden om voedsel.
Vroeger had ik altijd hevig spijt op zoo'n
moment geen camera bij me te hebben; nu
niet meer; je zoekt't maar op in een of ander
geïllustreerd Engelsch vogel boek, of je gaat
snufl'elen in de collecties van Steenhuizen
en Teepe; alle jonge merels lijken op elkaar,
doen ook precies gelijk. Het plaatje hierbij is
er een uit de serie I go a walking, waarvan
al drie boekjes met foto's verschenen zijn;
mooi, goedkoop (35 et.) Zoo zal ik 't kieken
toch nooit meer leeren; maar niet alle foto's
in deze boekjes zijn ecbt naar de tevende
natuur; of ten minste niet in de vrije natuur
genomen; althans zoo schijnt het mij toe.
E. HEIMANS.
Drie jonge merels.