De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 27 mei pagina 5

27 mei 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

D K A M S T E K D A M M E R W E E X B L A D VOOR NEDERLAND. IHAGGPs Soepen in tabletten, merk Kruisster, maKen het mogelijk om in den kortst mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts met water, voortreffelijke krachtige soepen klaar te maken. Per tablet voor 2 flinke borden Frausche soepen . . . . . 10 Ct. Pikante soepen . . . . . . 13 MAGGI's Bouillon-Capsules, merk Krnisster, geven door oplossing in kokend water oogenblikkelijk een voortreffelijken voor het gebruik gereed zijnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen Consommé(extra sterk vleeschnat zonder vet) 12 Ct. Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 HAGBI's Aroma, merk Krnisster, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Verkrijgbaar in flacons vanaf 30 Gt. MlMmMMlimMiiiiMmimHmmiiiitiiiiiiiiiiinmmiiimiiiiiimminiinnWMniimMniiiimiiumiiiimwmiimwiiiMuiiimmiiHii LIBERTY LIBERTY LIBERTY LIBERTY LIBERTY LIBEHTY LIBERTY LIBERTY LIBERTY LIBERTY LIBERTY LIBERTY FOB SUMMER DRESSES AND BLOUSES PATTERNS ON REQUEST METZ a Co. LIBERTY AGEMCY PATTERNS ON REQUEST 185/187 KALTERSTRAAT AMSTERDAM. COTTONS COTTON8 COTTONS MUSLINS MUSLINS MUSLI]\S LINENS LINEN8 LINEN8 DELAINES D KL A m E8 DELAINE8 tandenpoetater, reinigde tanden en tandvleesch met poeders en tincturen en beves tigde met gouddraad, valsche tanden van ivoor; niets nieuws dus onder de zon, op dit laatste punt. Als het gelaat dus zoo versierd was, ging de meesteres over in banden der ornatrices," der kapster en verfster van het haar. "Van de grootste verscheidenheid waren de haar drachten, zooals te zien is aan de monumenten uit den tijd der Keizers; zóó afwisselend dat Ovidius zegt: men kan eveimin de verschil lende, in Rome gebruikelijke haardrachten tellen, als de ciiels van een eik, of de bijen in de korf." In de eenvoudige tijden der Republiek, werd het haar in golvende lijnen, naar achteren gekamd, gevlochten of ineengedraaid en, in een wrong, soms op den schedel, soms laag in den nek met linten en spangen bevestigd, maar met het in onbruik raken der oude zeden, maakte de eenvoudige haardracht plaats voor de buiteneporigste kapsels. Juvenalis zegt hiervan: ....Zij bouwt verdieping na verdieping, Zich op het hoofd en verhoogt dit door balken tot toreu." Het gebrek aan eigen haar moest verhol pen worden door haarlokken, die er werden ingevlochten of door geheele pruiken ; het geelblond van het Germaansche vrouwenhaar was modekleur, zoodat dit een duurbetaald handelsartikel was; het eigen haar werd met scherpe zalven, geel geverfd. Kostbare reukwateren en zalven verleenden glans en geur aan de haren (Kriton, de lijfarts van Plotena, geeft in zijn boek over kosmetiek 25 recepten ter bereiding van pomades), linten en naalden, bogen van gouddraad, snoeren van paarlen en edelgesteenten dienden ter versiering van het haar. Daarop brachten andere slavinnen (de vestiplicae) de voor den dag bestemd^ ge waden. De kleeding der Romeinsche vrouw bestond uit een onderkleed, meestal zonder mouwen, de tunica, een wijd, rijk geplooid bovengewaad, de stola en uit de voor het uitgaan bestemde pella. In den tyd der Keizers waren deze kleedingstukken zeer verschillend van snede, stof en kleur achttien soorten van tunica's werden met afzonderlijke namen aangeduid en werden zoo dikwijls ver wisseld, dat keizerlijke verordeningen de weelde trachtten tegen te gaan. Eindelijk werden de sieraden aangebracht. Tot het midden der Vide eeuw der stad, droeg de bruid eenen ijzeren ring, de ge huwde vrouw slechts matige versierselen van goud, zilver of brons. Dit veranderde in den tijd der Keizers echter zoodanig, dat de Romeinsche vrouwen ontzaggelijke ver mogens aan haar lichaam droegen. Naalden, snoeren en bogen versierden het haar, om den hals werden kettingen gedragen, die tot op den boezem afhingen (in den Maguraberg in Zevenbergen, vond men eene Roaaeinsche gouden vrouwenketting, van 1.71 Meter lengte en een gewicht van 710 gr., waaraan door middel van dertig kleine ringen, vijftig UIT DB NATUUR In 't Aquarium van Artis. Artis is toch maar 't mooiste wat er op dierkundig gebied in ons land bestaat; en 't Aquarium is weer 't belangwekkendste deel van onze heele diergaarde. In den tuin komen bij 't bekijken van de dieren het hok, de wanden en de tralies de illusie van echte wilde dieren te zien, eenigs zins storen ; bij de vogels in de vijvers en in de groote volières treft dat zoo niet, daar blijven de menschen dan ook 't langst, en met 't meeste plezier komen ze telkens terug, ook de vaste bezoekers. Maar nog meer dan de vijvers geeft 't Aquarium de illusie, dat men de dieren in vrijheid ziet. Wie de inrichting van 't gebouw zoo be dacht heeft, weet ik niet; misschien moest het uit den aard der zaak wel zoo en niet anders ontstaan ; maar indrukwekkend schoon is stellig en zeker die groote donkere hal, waaruit men, als door de groote salonven sters van een diepgaande zeeboot, de visschen heen en weer ziet schieten, de kreeften en krabben ziet trippelen langs en over reuzenschollen, onbeweeglijk of nauwelijks bewegende kleurige zeeanemonen, mossels en oesters, als bloemen en steenen op de rotsen ziet groeien. Ik heb ergens gelezen, dat men in Amerika een dergelijk aquarium wil inrichten, maar met een bodem die van tijd tot tijd eenigs zins golvende bewegingen uitvoert, zóó dat de toeschouwers geheel en al in de waan zullen worden gebracht dat ze zich in een schip bevinden, en dat zij door de ruiten kijken naar al die wonderen der diepten, bijgelicht door 't electrisch schijnsel van de boot. Ik vind 't zoo al mooi genoeg, en die hobbelpartij geef ik graag cadeau, al was 't alleen maar omdat 't daardoor onmogelijk zou worden de dieren te teekenen. Want dat is in 't aquriurn ook een genot, 't schetsboek ligt heel gemakkelijk op de breede venster gouden, allersierlykst bewerkte breloques waren bevestigd). Dikwijl hing aan den halsketting een gouden doosje met den talisman, tegen betoovering of den boozen blik. Armbanden in slangenvorm of uit goud gevlochten, versierden den boven- en onderarm, oorhangers van de meest ver schillende soorten, dikwijls van ontzaggelijke waarde, belastten de ooren, kostbare gordels, met nog kostbaarder gespen, bevestigden de tunica. In de ringen echter werd de grootste weelde tentoongespreid. Zij werden aan alle vingers gestoken, men bezat verscheidene garnituren, lichtere voor den zomer, zwaardere voor/den winter; een kostbaar ringenkastje, de Dactyliotheek, diende tot het bewaren der schoonste stukken en aan bijzonder ver trouwde slaven was het bewaken daarvan toevertrouwd. En nu besteeg de Romeinsche vrouw het met purper overdekte draagbed en vertoonde zich, omgeven van dienaren en dienaressen aan hare vereerders. Zoo was het hij de hoogste tienduizend," maar ook de vrouw van den welgestelden grondeigenaar of koop man, had voor hare persoonlijke bediening zulk eene menigte vrouwelijke bedienden noodig, dat wij tegenwoordig nog in 't geheel niet behoeven te klagen over byzondere weelde. Op een grafmonument uit de derde eeuw na Christus, dat zich in het provinciaal museum te Trier bevindt, ziet men het toilet eener welgestelde dame uit de provincie afge beeld ; de dame zit daarbij op een leunstoel van mandewerk, die, in onze dagen, elke modern ingerichte serre, tot eer zou strekken. Sociaal wert yoor iniieren. In dit opzicht mag Rotterdam de vergelij king met andere plaatsen doorstaan: de zorg van verschillende particuliere vereenigingen voor arme kinderen. Van het Tehuis voor schoolgaande kinde ren heb ik dezer dagen eenige opwekkende mededeelingen kunnen doen, aan de hand van het jaarverslag. Een veel oudere, veel grootere Vereeniging, nl. die voor de Gezondheids-koloniën, over wier nuttigen arbeid ik reeds mér dan eens mededeeling heb gedaan, heeft dezer dagen weer haar jaarverslag uitgebracht nu reeds het 22ste! De arbeid, die een aantal dames daaraan besteden, is een sociaal werk van sympathieke beteekenis, een geringe vergoe ding aan eenige honderden kinderen voor wat de maatschappij aan de kinderen onthoudt. Men weet, dat de Rotterdamsche Vereeni ging thans de beschikking heeft over twee kolonie-huizen, een te Ulvenhout, een te Oostvoorne. Daar kunnen 400 kinderen 's zo mers elke week 3 weken heerlijk genieten, maar... 't is nog altijd slechts een gedeelte van de kinderen, voor wie eene vacantie o l zoo noodig is J Er kwamen over 1905 weder 673 aanvragen in voor kinderen, voor wieu de huisdokter eene verklaring had onderteekend dat voor hen eene vacantie zér nuttig bank en het levend model zit achter vol komen doorzichtig glas. Bijzonder interessant is van de week de zeekant van 't aquarium, de linkerkant als men van de tuinzij binnenkomt. Er was net een heele bezending zeewolven aangekomen en de monsters waren nog wat zenuwachtig van het transport, en van 't overbrengen uit de tobbes in de bassins. Reuzen zijn er bij van meer dan een meter lengte en twee vuisten dik en breed. Wat gingen de dieren te keer bij 't over brengen. Dat is een karwei ! De oppassers zou zijn ; allén kinderen van 'J?13 jaar. Maar slechts voor 400 is er plaats, en dus moest er een keuring plaats hebben, waar mee er 270 moesten afvallen. Een harde maat regel, maar noodzakelijk wegens de financiën! De andere 400 kinderen werden in 10 koloniën van 40 verdeeld, en elk drie weken naar de koloniën gezonden. De uitwerking der vacantiën werd opgenomen 5 il 6 maan den na de terugkeer, en werd het volgende gerapporteerd: 35 kinderen veel verbeterd, 160 heel veel verbeterd, 93 tamelijk verbeterd, 69 niet blijvend verbeterd, 50 verhuisd en niet teruggevonden. UK er wordt nog aan toegevoegd: Velen konden geregelder dan vroeger de school bezoeken, en aan vele uitingen van dankbaarheid, zoowel v«i de kinderen als van hunne ouders, heeft het ons ook dit jaar wederom niet ontbroken". De uitnemende maatregel, om de kinderen óók nog te verzorgen nii hun terugkeer, door het eiken dag een tweetal glazen melk te verschaffen, werd ook nu weer toegepast. Niet minder dan 50 kinderen werden nog gedurende verscheidene, maanden nu hun terugkeer in de gelegenheid gesteld, elke dag twee glaasjes melk te drinken. Maar toch is met het oog op de behoefte hieraan, als met betrekking tot de gewone vacanties, versterking der gewone inkomsten zeer gewenscht l Belangwekkend zijn verder de mededeelin gen over het nieuwe koloniehuis Sonsbeek", het geschenk van een der ingezetenen, waar over reeds in het vorige jaarverslag mededeelingen gedaan werden. Dit grootsche ge schenk bestaat uit een ruim koloniehuis in de nabijheid van het straks genoemde dorp, op een berg gelegen, met bosch, bouwland en heide aan den voet", hetwelk als indruk wekkend schoon" beschreven wordt. Deze stichting, die spoedig voltooid zal zijn, is bestemd voor vacantiën van langeien duur, ten behoeve van kinderen uit den midden stand, kleine winkeliers, enz., die óók in staat zijn, iets bij te dragen. Er moet voor de vacantie-verpleging A&.&I ? l per dag voor een Rotterdamsch kind, ? 1.25 voor een kind van elders betaald worden. Kinderen reeds van 7 jaar kunnen worden opgenomen, tot 14-jarigen leeftijd toe. De inrichting zal ook gedurende den winter geopend blij ven. Begin Juli zal de inrichting eenigszins feestelijk geopend worden. Reeds nu zijn voor de maand Juli voor 25, en voor de maand Augustus voor 26 kinderen plaatsen bespro ken. Met de gedachte, dat voor de armere kinderen deze schoone stichting niet zal zijn, zullen we ons moeten verzoenen; de waarde dezer grootschéstichting; is er zeker even groot om, en stellig zaj zij ;nog duizenden kinderen ten zegen zjjflT S. Een Boek iian Heiligen en hun Dieren, door A. :,E. BEO^N. Uitgave van H. J. W. BecKt, Amsterdam. Zoo kan ik het bundeltje verhaaltjes gerust noemen, dat mij dezjsr dagen in handen kwam. Wanneer ik zeg £m<fcrl?oek wil ik daarmede geenszins aanduiden dat groote menschen geen genoegen eraan vinden kunnen. Inte gendeel. Maar door de naïeveteit van ver telling en den zacht-beminnelü'ken geest van het boekje lijkt het mij bizonder geschikt voor de jeugd. Ook nog om andere reden : het leert liefde voor dieren aan kinderen, wat, naar mijn stellige meening, een heel belangrijk ding is. Déwreedheid van kinderen voor beesten is eigenlijk niet zoozeer wreed heid, maar meer het gevolg van een aange boren neiging om de dieren als grovere wezens te beschouwen, in dien zin, dat hun py'ngevoel minder ontwikkeld zijn zou dan het onze. En dit moeten wij, oudere nunschen, hun leeren inzien als een fout. Ten deele komt hun handelen ook voort uit een zekere onverschilligheid voor een beest, zoo'n vreemd passen wel op, dat zij ze niet met de handen aanraken; evengoed als de visschers hebben ze respect voor 't geweldig gebit van den zeewolf, want een dikke houten lat beten deze dieren van de week glad middendoor; de kracht van kaken en tauden is ontzettend. Krijgen de Noordzee-visschers er een in 't net, dan weten ze niet hoe gauw ze hem met knuppels dood zullen slaan; anders gaat't net er mee. Alleen als ze bestelling voor Artis hebben, wagen ze 't er op, en dan is 't zaak voorzichtig en met overleg te handelen en de heeren in groote kuipen op te bergen. De Zeewolf. ding dat niet praten kan en geen kleeren draagt gelijk zij. In dit boekje nu zijn de dieren gegeven als gevoelige wezens, die zeer veel begrypen en in staat zijn tot die gemoedsuitingen, welke wij bij menschen deugden" zouden noemen. Ook zijn de verhaaltjes zelve bizonder ge igend om door kinderen begrepen te wor den ; het zijn meest legenden, kinderlijke, vrome aanminnigheidjes, treffend door een voud, en heel aantrekkelijk is erin de vriend schap, die tusschen goede menschen en goede beesten als van zelf leven gaat. In onzen tijd, nu de menschen zoeken gaan naar echte Knderlectuur, durf ik met vrij moedigheid dit boekje daarvoor aanbevelen en raad aan allen, die kinderen iets goeds willen laten lezen, het werkje eens in te zien. Ik twijfel er geen oogenblik aan of ze zullen het, na lezing, met goed vertrouwen in de handjes van de kleinen geven. STEYNKN. iiiiiiiiMiitiiiiiiitiiiiiiliimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiMimiiiiiiiiiiiiiiiiii Vrouwelijke auteurs in Frankrijk. Oordeel dfr heeren Laredem, Coppée, Menden en Faguet. Uitgestreken schedels. Plaats der handeling : Rue Pierre Charron, ten huize van Henri Lavedan, schrijver van Ie Duel". Smaakvol, weelderig gemeubelde salon; houtvuur lustig knetterend in hooge schouw; zwarte poes op kussen, sierlijkbehagelijk uitgestrekt voor den haard. Henri Lavedan denkt even na, staart peinzend voor zich uit, haalt de schouders op en zegt: Neen, ik kan geen reden opgeven, die het toenemend aantal schrijvende vrouwen in Frankrijk verklaart.... Vrouwen wijden zich aan fraaie letteren... Wat beteekent dat ?... Er is geen reden, waarom vrouwen niet zouden schrijven,... evenmin zie ik in, waarom zij het wél zouden doen... Trouwens, ik ben niet voldoende op de hoogte van die vrou wen beweging"... Een goed boek door een vrouw geschreven, lees ik, en daarmee uit. Verder reikt mijn nieuwsgierigheid niet. Ik werk, en de geluiden van buiten-af dringen niet tot mij door", .. Eerlijk gezegd, vind ik, dat Henri Lavedan wieBS woorden als bliksems kunnen flitsen, wiens argumenten solide op pooten staan, niet de moeite heeft genomen zich te verdiepen, in deze bizondere uiting schrijf-uiting , der vrouwen-beweging. Meneer Lavedan! ik verdenk u, van een weinig jalousie de métier", vooral nu vrou wen ook als dramaturgen lauweren plukken. Vriendelijk, welwillend, glimlachend in zijn gezellig huisje, rue Oudinot, staat de dichter van Le Luthier de Crémone", Frangois Cop pée, den interviewer te woord. De vraag lykt hem belangrijk; hij geeft zijn oordeel aldus te kennen : op elk gebied heeft het onder wijs zich uitgebreid. In onzen tijd heeft het onderwijs ongeloofelijk snelle en groote afmetingen aangenomen. Algemeene evolutie. In elk opzicht. Werkelooze hersens z\jn aan den arbeid gegaan; bij vrouwen is ontwaakt haar scheppend of nabootsend vermogen. Alle menschen hebben aan deze evolutie deelgenomen. Waarom zouden vrouwen een uitzondering zijn op den algemeenen regel? Op elk gebied, zyn vrouwen mededingsters geworden van mannen. Mij dunkt, letterkunde was voor haar toch niet een onneembare vesting. Vrouwen schrijven tegenwoordig zoo als zij mathesis, geneeskunde en rechten studeeren. Er wordt in onze dagen veel ge schreven. Honderdmaal meer dan vroeger; doch, sedert het aantal schrijvers zich uit breid, vermindert het getal lezers. Catulle Mendès, scheppend auteur, kundig en geducht kritikus tevens, is allergemoedelijkst in zijn oordeel over schrijvende vrouwen. Hij zegt: Wacht! even mijn pijp opsteken! Een pijp rooken is een prachtmiddel om gedachten op te wekken. Letterkunde is een bedrijf geworden. Waarom zouden vrouwen dat bedrijf niet uitoefenen? Vrouwen zijn De zeewolven komen vooral in Mei naar boven aan de kusten en de banken om er te paaien of kuit te schieten, 't Grootste deel van 't jaar schuilt hij weg iu de diepte aan de rotsige kusten van Schotland, Noorwegen eu IJsland; en loert er op allerlei sohaaldieren, rukt er kreeft en krabben, scheurt er de schelpdieron van de steeuen af en kraakt ze als nootjes. Toevallig heb ik van do week gezien hoe zoo'n beest een krab te pakken nam; n van de grootste zeewolven lag zoo geriefelijk dicht bij deruit van't groote midden-bassin, en hield zich zoo rustig of hij wist dat zijn portret gemaakt zou worden; een krab kwam op hooge pooten heel komiek aandribbelen; 't domme nieuwsgierige beest schoof schuin op den nieuwen vreemden bewoner toe, draaide zijn gesteelde oogen rond en voelde brutaal met een schaar aan de borstvin van den zeewolf. Die opende en sloot even den bek als voor een waarschuwing. Wat een muil! Voor een mensch om er bang voor te worden, laat staan voor een krab. Deze bleek echter zijn natuurlijken vijand niette kennen,hij retireerde op krabbenmanier wel een paar passen, maar kwam terug en voelde nu met de andere schaar tusschen de groote tanden van de zeewolf. Weer kwakte de bek met de vinnige doorschijnende haaktanden open en dicht, en weer wipte de krab zijwaarts af; minder ver dan zooeven. Hij stond nu op tien stelten naast den kop van 't zeemonster ; dat draaide den kop wat om; de bek opende zich wijd als een oven, met een bliksemsnelle wending greep hij de krab, sloeg de kaken op elkaar en buiten 't bassin hoorde je een gekraak, alsof een groote spanen doos in elkaar werd gedrukt; 't monster liet de ongelukkige krab weer uit den bek vallen; maar 't was geen krab meer, 't was een vormloos hoopje scherven, schilfers en pootstukken, geen lidje bewoog meer; n hap was afdoende geweest. Even draaide het k wabbige oog met de zwarte peervormige pupil naar 't gekraakte schaaldier, maar de eetlust ontbrak nog. Een zee paling en een haai schoten toe op de vermorgeboren schrijfsters. Briefschrijfsters voor namelijk. Dat hebben zjj ten allen tijde ge daan. Zij houden er van, lange epistels te schrijven, een soort dagboek, waarin zij alle loopende gebeurtenissen vermelden. Ik denk aan Mme de Sévigné, Mlle de 8eudéri,Mme Deshoulières, Mme de Maintenon, enz. Van den brief kwamen zij van zelf op den roman. Letterkunde is voor vrouwen een makkelek hedryf. Zij schrijven in haar eigen huis. Zij behoeven zich niet te verplaatsen om te schrijven, en, het is een werk, dat zij zittend doen. Óók een voorrecht voor haar. Waarlijk die thuis-zittende-schrijvende wijfjes, vind ik vogeltjes in een kooi; zij zingen een deuntje om den tijd wat op-te-korten." Emile Faguet, bekend schrijver, kritikus, lid der Académie Francaise, acht de vrouw geknipt voor romanschrijfster. Mannen zegt hij, moeten zich allén van den roman-vorm bedienen, wanneer zij daarin maatschappelijke vraagstukken of wijsgeerige stellingen op werpen. Voor de rest moeten zij den roman aan vrouwenhanden toevertrouwen. Engelsche en Amerikaansche vrouwen zijn in dit opzicht onze landgenooten vóór ge weest. De vrouw is de opvoedster bij uit nemendheid. Haar denkbeelden kan zij het best in boekvorm openbaren. Het schrijversbedrijf is een zittend bedrijf voor vrouwen gewenscht. Wanneer zij schrijven, blijven zij aan den huiseljjken haard, de plaats, die zij als chte vrouw, boven alles moeten lief hebben. Weinig omslag. Wat papier, pen en inkt, en zij kan als iedere man, dingen naar fortuin en roem; een en ander hebben vrouwen weten te bemachtigen, want, moge genie bij uitzondering het erfdeel der vrouwen zijn, talent hebben zij dikwijls". Het oordeel der heeren Coppée, Mendès en Faguet is eenvoudig en eerlijk, al vonkt er hier en daar een sprankje ironie door heen. * -X* Allicht zal men in de toekomst niet enkel gewagen van uitgestreken gezicht", maar, zal op ouderen van dagen, die koolzwarte, rosblonde of vlasblonde lokken vertoonen, de verdenking vallen, dat zij uitgestreken hoofdhaar" hebben. Professor Metchnikoff van het Institut Pasteur te Parijs, heeft naar de oorzaak gezocht, die bij 't klimmen der jaren, onze hairen vergrauwt, vergrijst, vervaalt, verbleekt. De chromophage" is de parasiet, die een verwoed gevecht levert tegen het pigment, de kleurstof in de haarbuisjes. De door den chromophage" ver schrikte kleurstof trekt zich gedeeltelijk terug in den haarwortel. Om die kleurstof op-nieuw te voorschijn te brengen, het aanwezig pig ment weer dienstbaar te maken, in zijn gewone functie, tot het kleuren der haren, moet de schedel met een warmte van 140 graad Fahrenheit bewerkt worden l Het heen-enweer strijken van een op temperatuur ge bracht ijzer, wordt hiertoe aanbevolen. Zal kalme bezadigdheid, schuilend onder gryze en witte lokken, uit pure ijdelheid zich laten verschalken tot dergelijke heethoofderii" ?! CAPBICE. * * Butterkuchen. Vermeng een kwart kilo boter en een ei met honderd vijftig gram geraspte suiker en voeg, bij kleine hoeveel heden tegelijk, van lieverlede een kwart kilo meel bij dit mengsel, totdat het deeg zich niet meer vasthecht aan de kan waarin het gekneed wordt; maak het geurig met kaneel. Wanneer alles goed dooreen gekneed is, wordt het deeg ter dikte van 3 a 4 centimeters uitgespreid in een bemeelde taartpan in den oven gezet. Na verloop van 5 minuten trekt men in lengte en breedte met een mes tamelijk diepe strepen in het deeg, als de koek gebakken is, dan is het deeg zoo broos dat men niet kan snijden zonder te brokkelen. Wanneer de strepen in de koek zijn, laat men het mengsel nog 25 minuten in den oven bakken. Daarna, wanneer het gebak afgekoeld is, bestrooien met grove witte suiker, kaneel en fijn gestampte zoete amandelen. zelde prooi en vochten er om; de paling won 't. Dat zijn me ook beesten, die palingen; van anderhalve meter lengte en een arm dikte zijn er bij. Ook leven er nog een paar snotdolven, waaraan ik verleden jaar al een woordje en een schetsje heb gewijd; wie die zien wil moet niet te lang wachten. Als 't warmer wordt, houden die 't niet meer uit. Gewoonlijk zijn ze om dezen tijd van 't jaar al weer ver dwenen uit de bassins; mogelijk dat een enkele acclimatiseert. Nieuwe kabeljauw is springlevend aange komen en een verscbe bezending levende haring vult een heel bassin. Levende haring, die ziet men ook niet eiken dag Ook is er nu een leng; die had ik nog nooit levend gezien, maar of die nog leeft, als dit nummer van de Groene gedrukt is, valt te betwijfelen. Wel zullen dan de puitalen in't voorste bassin nog op hun mooist zijn. Ook de anemonen zien er frisch uit en slaan hun tentakels om de garnalen. De heele zoute kant is de moeite waard om de vreemde en zeldzame dieren, die er in deze maand rond zwemmen; niet zoo vreemd, maar veel mooier zijn de meeste bewoners van de zoete rij. Prachtige goudzeelt, steur, baars en forel, alles kerngezond ; lustig zwemmen ze tusechen de schitterend mooie ondergedoken water planten. Uit de donkere hal lokt u het vriendelijk getemperd licht van de kleine zaal. Daar staan kleine aquaria, bezet met de mooiste water salamanders en siervisschen; vooral de karmijnroode Japansche salamander moet gy even aankijken. Vlak bij den ingang naar de hal wonen in een heel groot aquarium de negen jongen van de reuzensalamander, waarvan ik vóórverleden jaar de geboortegeschiedenis heb verteld, 't Zijn de eerste jonge reuzensalamanders, die ooit in een aquarium ge boren werden en ze zijn al grooter dan onze grootste Europeesche soorten worden kunnen. Nu ze over de kinderjaren heen raken, zijn ze geabonneerd op minstens een eeuw rustig salamanderleven op kosten van N. A. M. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl