Historisch Archief 1877-1940
D K A M S T E K D A M M E R W E E X B L A D VOOR NEDERLAND.
IHAGGPs Soepen in tabletten,
merk Kruisster,
maKen het mogelijk om in den kortst
mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke borden
Frausche soepen . . . . . 10 Ct.
Pikante soepen . . . . . . 13
MAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Krnisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
HAGBI's Aroma,
merk Krnisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrijgbaar in flacons vanaf 30 Gt.
MlMmMMlimMiiiiMmimHmmiiiitiiiiiiiiiiinmmiiimiiiiiimminiinnWMniimMniiiimiiumiiiimwmiimwiiiMuiiimmiiHii
LIBERTY
LIBERTY
LIBERTY
LIBERTY
LIBERTY
LIBEHTY
LIBERTY
LIBERTY
LIBERTY
LIBERTY
LIBERTY
LIBERTY
FOB SUMMER DRESSES AND BLOUSES
PATTERNS ON REQUEST
METZ a Co.
LIBERTY AGEMCY
PATTERNS ON REQUEST
185/187 KALTERSTRAAT AMSTERDAM.
COTTONS
COTTON8
COTTONS
MUSLINS
MUSLINS
MUSLI]\S
LINENS
LINEN8
LINEN8
DELAINES
D KL A m E8
DELAINE8
tandenpoetater, reinigde tanden en
tandvleesch met poeders en tincturen en beves
tigde met gouddraad, valsche tanden van
ivoor; niets nieuws dus onder de zon, op
dit laatste punt.
Als het gelaat dus zoo versierd was, ging
de meesteres over in banden der ornatrices,"
der kapster en verfster van het haar. "Van
de grootste verscheidenheid waren de haar
drachten, zooals te zien is aan de monumenten
uit den tijd der Keizers; zóó afwisselend dat
Ovidius zegt: men kan eveimin de verschil
lende, in Rome gebruikelijke haardrachten
tellen, als de ciiels van een eik, of de bijen
in de korf." In de eenvoudige tijden der
Republiek, werd het haar in golvende lijnen,
naar achteren gekamd, gevlochten of
ineengedraaid en, in een wrong, soms op den
schedel, soms laag in den nek met linten en
spangen bevestigd, maar met het in onbruik
raken der oude zeden, maakte de eenvoudige
haardracht plaats voor de buiteneporigste
kapsels.
Juvenalis zegt hiervan:
....Zij bouwt verdieping na verdieping,
Zich op het hoofd en verhoogt dit door balken tot toreu."
Het gebrek aan eigen haar moest verhol
pen worden door haarlokken, die er werden
ingevlochten of door geheele pruiken ; het
geelblond van het Germaansche vrouwenhaar
was modekleur, zoodat dit een duurbetaald
handelsartikel was; het eigen haar werd met
scherpe zalven, geel geverfd. Kostbare
reukwateren en zalven verleenden glans en geur
aan de haren (Kriton, de lijfarts van Plotena,
geeft in zijn boek over kosmetiek 25 recepten
ter bereiding van pomades), linten en naalden,
bogen van gouddraad, snoeren van paarlen
en edelgesteenten dienden ter versiering van
het haar.
Daarop brachten andere slavinnen (de
vestiplicae) de voor den dag bestemd^ ge
waden.
De kleeding der Romeinsche vrouw bestond
uit een onderkleed, meestal zonder mouwen,
de tunica, een wijd, rijk geplooid
bovengewaad, de stola en uit de voor het uitgaan
bestemde pella. In den tyd der Keizers waren
deze kleedingstukken zeer verschillend van
snede, stof en kleur achttien soorten van
tunica's werden met afzonderlijke namen
aangeduid en werden zoo dikwijls ver
wisseld, dat keizerlijke verordeningen de
weelde trachtten tegen te gaan.
Eindelijk werden de sieraden aangebracht.
Tot het midden der Vide eeuw der stad,
droeg de bruid eenen ijzeren ring, de ge
huwde vrouw slechts matige versierselen
van goud, zilver of brons. Dit veranderde
in den tijd der Keizers echter zoodanig, dat
de Romeinsche vrouwen ontzaggelijke ver
mogens aan haar lichaam droegen. Naalden,
snoeren en bogen versierden het haar, om
den hals werden kettingen gedragen, die tot
op den boezem afhingen (in den Maguraberg
in Zevenbergen, vond men eene Roaaeinsche
gouden vrouwenketting, van 1.71 Meter lengte
en een gewicht van 710 gr., waaraan door
middel van dertig kleine ringen, vijftig
UIT DB NATUUR
In 't Aquarium van Artis.
Artis is toch maar 't mooiste wat er op
dierkundig gebied in ons land bestaat; en
't Aquarium is weer 't belangwekkendste
deel van onze heele diergaarde.
In den tuin komen bij 't bekijken van de
dieren het hok, de wanden en de tralies de
illusie van echte wilde dieren te zien, eenigs
zins storen ; bij de vogels in de vijvers en in
de groote volières treft dat zoo niet, daar
blijven de menschen dan ook 't langst, en met
't meeste plezier komen ze telkens terug, ook
de vaste bezoekers.
Maar nog meer dan de vijvers geeft 't
Aquarium de illusie, dat men de dieren in
vrijheid ziet.
Wie de inrichting van 't gebouw zoo be
dacht heeft, weet ik niet; misschien moest
het uit den aard der zaak wel zoo en niet
anders ontstaan ; maar indrukwekkend schoon
is stellig en zeker die groote donkere hal,
waaruit men, als door de groote salonven
sters van een diepgaande zeeboot, de
visschen heen en weer ziet schieten, de kreeften
en krabben ziet trippelen langs en over
reuzenschollen, onbeweeglijk of nauwelijks
bewegende kleurige zeeanemonen, mossels
en oesters, als bloemen en steenen op de
rotsen ziet groeien.
Ik heb ergens gelezen, dat men in Amerika
een dergelijk aquarium wil inrichten, maar
met een bodem die van tijd tot tijd eenigs
zins golvende bewegingen uitvoert, zóó dat
de toeschouwers geheel en al in de waan
zullen worden gebracht dat ze zich in een
schip bevinden, en dat zij door de ruiten
kijken naar al die wonderen der diepten,
bijgelicht door 't electrisch schijnsel van de
boot.
Ik vind 't zoo al mooi genoeg, en die
hobbelpartij geef ik graag cadeau, al was 't
alleen maar omdat 't daardoor onmogelijk
zou worden de dieren te teekenen. Want dat
is in 't aquriurn ook een genot, 't schetsboek
ligt heel gemakkelijk op de breede venster
gouden, allersierlykst bewerkte breloques
waren bevestigd). Dikwijl hing aan den
halsketting een gouden doosje met den
talisman, tegen betoovering of den boozen
blik. Armbanden in slangenvorm of uit
goud gevlochten, versierden den boven- en
onderarm, oorhangers van de meest ver
schillende soorten, dikwijls van ontzaggelijke
waarde, belastten de ooren, kostbare gordels,
met nog kostbaarder gespen, bevestigden
de tunica.
In de ringen echter werd de grootste
weelde tentoongespreid. Zij werden aan alle
vingers gestoken, men bezat verscheidene
garnituren, lichtere voor den zomer, zwaardere
voor/den winter; een kostbaar ringenkastje,
de Dactyliotheek, diende tot het bewaren der
schoonste stukken en aan bijzonder ver
trouwde slaven was het bewaken daarvan
toevertrouwd.
En nu besteeg de Romeinsche vrouw het
met purper overdekte draagbed en vertoonde
zich, omgeven van dienaren en dienaressen
aan hare vereerders. Zoo was het hij de
hoogste tienduizend," maar ook de vrouw
van den welgestelden grondeigenaar of koop
man, had voor hare persoonlijke bediening
zulk eene menigte vrouwelijke bedienden
noodig, dat wij tegenwoordig nog in 't geheel
niet behoeven te klagen over byzondere
weelde. Op een grafmonument uit de derde
eeuw na Christus, dat zich in het provinciaal
museum te Trier bevindt, ziet men het toilet
eener welgestelde dame uit de provincie afge
beeld ; de dame zit daarbij op een leunstoel
van mandewerk, die, in onze dagen, elke
modern ingerichte serre, tot eer zou strekken.
Sociaal wert yoor iniieren.
In dit opzicht mag Rotterdam de vergelij
king met andere plaatsen doorstaan: de zorg
van verschillende particuliere vereenigingen
voor arme kinderen.
Van het Tehuis voor schoolgaande kinde
ren heb ik dezer dagen eenige opwekkende
mededeelingen kunnen doen, aan de hand
van het jaarverslag.
Een veel oudere, veel grootere Vereeniging,
nl. die voor de Gezondheids-koloniën, over
wier nuttigen arbeid ik reeds mér dan eens
mededeeling heb gedaan, heeft dezer dagen
weer haar jaarverslag uitgebracht nu reeds
het 22ste! De arbeid, die een aantal dames
daaraan besteden, is een sociaal werk van
sympathieke beteekenis, een geringe vergoe
ding aan eenige honderden kinderen voor wat
de maatschappij aan de kinderen onthoudt.
Men weet, dat de Rotterdamsche Vereeni
ging thans de beschikking heeft over twee
kolonie-huizen, een te Ulvenhout, een te
Oostvoorne. Daar kunnen 400 kinderen 's zo
mers elke week 3 weken heerlijk genieten,
maar... 't is nog altijd slechts een gedeelte
van de kinderen, voor wie eene vacantie o l
zoo noodig is J Er kwamen over 1905 weder
673 aanvragen in voor kinderen, voor wieu
de huisdokter eene verklaring had
onderteekend dat voor hen eene vacantie zér nuttig
bank en het levend model zit achter vol
komen doorzichtig glas.
Bijzonder interessant is van de week de
zeekant van 't aquarium, de linkerkant als
men van de tuinzij binnenkomt. Er was net
een heele bezending zeewolven aangekomen
en de monsters waren nog wat zenuwachtig
van het transport, en van 't overbrengen
uit de tobbes in de bassins. Reuzen zijn er
bij van meer dan een meter lengte en twee
vuisten dik en breed.
Wat gingen de dieren te keer bij 't over
brengen. Dat is een karwei ! De oppassers
zou zijn ; allén kinderen van 'J?13 jaar.
Maar slechts voor 400 is er plaats, en dus
moest er een keuring plaats hebben, waar
mee er 270 moesten afvallen. Een harde maat
regel, maar noodzakelijk wegens de financiën!
De andere 400 kinderen werden in 10
koloniën van 40 verdeeld, en elk drie weken
naar de koloniën gezonden. De uitwerking
der vacantiën werd opgenomen 5 il 6 maan
den na de terugkeer, en werd het volgende
gerapporteerd: 35 kinderen veel verbeterd,
160 heel veel verbeterd, 93 tamelijk verbeterd,
69 niet blijvend verbeterd, 50 verhuisd en
niet teruggevonden. UK er wordt nog aan
toegevoegd: Velen konden geregelder dan
vroeger de school bezoeken, en aan vele
uitingen van dankbaarheid, zoowel v«i de
kinderen als van hunne ouders, heeft het
ons ook dit jaar wederom niet ontbroken".
De uitnemende maatregel, om de kinderen
óók nog te verzorgen nii hun terugkeer, door
het eiken dag een tweetal glazen melk te
verschaffen, werd ook nu weer toegepast.
Niet minder dan 50 kinderen werden nog
gedurende verscheidene, maanden nu hun
terugkeer in de gelegenheid gesteld, elke
dag twee glaasjes melk te drinken. Maar
toch is met het oog op de behoefte hieraan,
als met betrekking tot de gewone vacanties,
versterking der gewone inkomsten zeer
gewenscht l
Belangwekkend zijn verder de mededeelin
gen over het nieuwe koloniehuis Sonsbeek",
het geschenk van een der ingezetenen, waar
over reeds in het vorige jaarverslag
mededeelingen gedaan werden. Dit grootsche ge
schenk bestaat uit een ruim koloniehuis in
de nabijheid van het straks genoemde dorp,
op een berg gelegen, met bosch, bouwland
en heide aan den voet", hetwelk als indruk
wekkend schoon" beschreven wordt. Deze
stichting, die spoedig voltooid zal zijn, is
bestemd voor vacantiën van langeien duur,
ten behoeve van kinderen uit den midden
stand, kleine winkeliers, enz., die óók in
staat zijn, iets bij te dragen. Er moet voor
de vacantie-verpleging A&.&I ? l per dag voor
een Rotterdamsch kind, ? 1.25 voor een kind
van elders betaald worden. Kinderen reeds
van 7 jaar kunnen worden opgenomen, tot
14-jarigen leeftijd toe. De inrichting zal ook
gedurende den winter geopend blij ven. Begin
Juli zal de inrichting eenigszins feestelijk
geopend worden. Reeds nu zijn voor de
maand Juli voor 25, en voor de maand
Augustus voor 26 kinderen plaatsen bespro
ken. Met de gedachte, dat voor de armere
kinderen deze schoone stichting niet zal zijn,
zullen we ons moeten verzoenen; de waarde
dezer grootschéstichting; is er zeker even
groot om, en stellig zaj zij ;nog duizenden
kinderen ten zegen zjjflT
S.
Een Boek iian Heiligen en hun Dieren,
door A. :,E. BEO^N. Uitgave van H. J.
W. BecKt, Amsterdam.
Zoo kan ik het bundeltje verhaaltjes gerust
noemen, dat mij dezjsr dagen in handen kwam.
Wanneer ik zeg £m<fcrl?oek wil ik daarmede
geenszins aanduiden dat groote menschen
geen genoegen eraan vinden kunnen. Inte
gendeel. Maar door de naïeveteit van ver
telling en den zacht-beminnelü'ken geest van
het boekje lijkt het mij bizonder geschikt
voor de jeugd. Ook nog om andere reden :
het leert liefde voor dieren aan kinderen,
wat, naar mijn stellige meening, een heel
belangrijk ding is. Déwreedheid van kinderen
voor beesten is eigenlijk niet zoozeer wreed
heid, maar meer het gevolg van een aange
boren neiging om de dieren als grovere wezens
te beschouwen, in dien zin, dat hun
py'ngevoel minder ontwikkeld zijn zou dan het
onze. En dit moeten wij, oudere nunschen,
hun leeren inzien als een fout. Ten deele
komt hun handelen ook voort uit een zekere
onverschilligheid voor een beest, zoo'n vreemd
passen wel op, dat zij ze niet met de handen
aanraken; evengoed als de visschers hebben
ze respect voor 't geweldig gebit van den
zeewolf, want een dikke houten lat beten
deze dieren van de week glad middendoor;
de kracht van kaken en tauden is ontzettend.
Krijgen de Noordzee-visschers er een in 't
net, dan weten ze niet hoe gauw ze hem met
knuppels dood zullen slaan; anders gaat't net
er mee. Alleen als ze bestelling voor Artis
hebben, wagen ze 't er op, en dan is 't zaak
voorzichtig en met overleg te handelen en de
heeren in groote kuipen op te bergen.
De Zeewolf.
ding dat niet praten kan en geen kleeren
draagt gelijk zij.
In dit boekje nu zijn de dieren gegeven
als gevoelige wezens, die zeer veel begrypen
en in staat zijn tot die gemoedsuitingen, welke
wij bij menschen deugden" zouden noemen.
Ook zijn de verhaaltjes zelve bizonder ge
igend om door kinderen begrepen te wor
den ; het zijn meest legenden, kinderlijke,
vrome aanminnigheidjes, treffend door een
voud, en heel aantrekkelijk is erin de vriend
schap, die tusschen goede menschen en
goede beesten als van zelf leven gaat.
In onzen tijd, nu de menschen zoeken gaan
naar echte Knderlectuur, durf ik met vrij
moedigheid dit boekje daarvoor aanbevelen
en raad aan allen, die kinderen iets goeds
willen laten lezen, het werkje eens in te zien.
Ik twijfel er geen oogenblik aan of ze zullen
het, na lezing, met goed vertrouwen in de
handjes van de kleinen geven.
STEYNKN.
iiiiiiiiMiitiiiiiiitiiiiiiliimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiMimiiiiiiiiiiiiiiiiii
Vrouwelijke auteurs in Frankrijk. Oordeel
dfr heeren Laredem, Coppée, Menden en
Faguet. Uitgestreken schedels.
Plaats der handeling : Rue Pierre Charron,
ten huize van Henri Lavedan, schrijver van
Ie Duel". Smaakvol, weelderig gemeubelde
salon; houtvuur lustig knetterend in hooge
schouw; zwarte poes op kussen,
sierlijkbehagelijk uitgestrekt voor den haard. Henri
Lavedan denkt even na, staart peinzend voor
zich uit, haalt de schouders op en zegt:
Neen, ik kan geen reden opgeven, die het
toenemend aantal schrijvende vrouwen in
Frankrijk verklaart.... Vrouwen wijden zich
aan fraaie letteren... Wat beteekent dat ?...
Er is geen reden, waarom vrouwen niet zouden
schrijven,... evenmin zie ik in, waarom zij
het wél zouden doen... Trouwens, ik ben
niet voldoende op de hoogte van die vrou
wen beweging"... Een goed boek door een
vrouw geschreven, lees ik, en daarmee uit.
Verder reikt mijn nieuwsgierigheid niet. Ik
werk, en de geluiden van buiten-af dringen
niet tot mij door", ..
Eerlijk gezegd, vind ik, dat Henri Lavedan
wieBS woorden als bliksems kunnen flitsen,
wiens argumenten solide op pooten staan,
niet de moeite heeft genomen zich te
verdiepen, in deze bizondere uiting
schrijf-uiting , der vrouwen-beweging.
Meneer Lavedan! ik verdenk u, van een
weinig jalousie de métier", vooral nu vrou
wen ook als dramaturgen lauweren plukken.
Vriendelijk, welwillend, glimlachend in zijn
gezellig huisje, rue Oudinot, staat de dichter
van Le Luthier de Crémone", Frangois Cop
pée, den interviewer te woord. De vraag lykt
hem belangrijk; hij geeft zijn oordeel aldus
te kennen : op elk gebied heeft het onder
wijs zich uitgebreid. In onzen tijd heeft het
onderwijs ongeloofelijk snelle en groote
afmetingen aangenomen. Algemeene evolutie.
In elk opzicht. Werkelooze hersens z\jn aan
den arbeid gegaan; bij vrouwen is ontwaakt
haar scheppend of nabootsend vermogen.
Alle menschen hebben aan deze evolutie
deelgenomen. Waarom zouden vrouwen een
uitzondering zijn op den algemeenen regel?
Op elk gebied, zyn vrouwen mededingsters
geworden van mannen. Mij dunkt, letterkunde
was voor haar toch niet een onneembare
vesting. Vrouwen schrijven tegenwoordig zoo
als zij mathesis, geneeskunde en rechten
studeeren. Er wordt in onze dagen veel ge
schreven. Honderdmaal meer dan vroeger;
doch, sedert het aantal schrijvers zich uit
breid, vermindert het getal lezers.
Catulle Mendès, scheppend auteur, kundig
en geducht kritikus tevens, is
allergemoedelijkst in zijn oordeel over schrijvende vrouwen.
Hij zegt: Wacht! even mijn pijp opsteken!
Een pijp rooken is een prachtmiddel om
gedachten op te wekken. Letterkunde is een
bedrijf geworden. Waarom zouden vrouwen
dat bedrijf niet uitoefenen? Vrouwen zijn
De zeewolven komen vooral in Mei naar
boven aan de kusten en de banken om er
te paaien of kuit te schieten, 't Grootste deel
van 't jaar schuilt hij weg iu de diepte aan
de rotsige kusten van Schotland, Noorwegen
eu IJsland; en loert er op allerlei
sohaaldieren, rukt er kreeft en krabben, scheurt er
de schelpdieron van de steeuen af en kraakt
ze als nootjes.
Toevallig heb ik van do week gezien hoe
zoo'n beest een krab te pakken nam; n
van de grootste zeewolven lag zoo geriefelijk
dicht bij deruit van't groote midden-bassin, en
hield zich zoo rustig of hij wist dat zijn portret
gemaakt zou worden; een krab kwam op
hooge pooten heel komiek aandribbelen; 't
domme nieuwsgierige beest schoof schuin op
den nieuwen vreemden bewoner toe, draaide
zijn gesteelde oogen rond en voelde brutaal met
een schaar aan de borstvin van den zeewolf.
Die opende en sloot even den bek als voor
een waarschuwing. Wat een muil! Voor een
mensch om er bang voor te worden, laat
staan voor een krab. Deze bleek echter zijn
natuurlijken vijand niette kennen,hij retireerde
op krabbenmanier wel een paar passen,
maar kwam terug en voelde nu met de andere
schaar tusschen de groote tanden van de
zeewolf. Weer kwakte de bek met de vinnige
doorschijnende haaktanden open en dicht, en
weer wipte de krab zijwaarts af; minder ver
dan zooeven. Hij stond nu op tien stelten
naast den kop van 't zeemonster ; dat draaide
den kop wat om; de bek opende zich wijd
als een oven, met een bliksemsnelle wending
greep hij de krab, sloeg de kaken op elkaar
en buiten 't bassin hoorde je een gekraak,
alsof een groote spanen doos in elkaar
werd gedrukt; 't monster liet de ongelukkige
krab weer uit den bek vallen; maar 't was
geen krab meer, 't was een vormloos hoopje
scherven, schilfers en pootstukken, geen
lidje bewoog meer; n hap was afdoende
geweest.
Even draaide het k wabbige oog met de zwarte
peervormige pupil naar 't gekraakte
schaaldier, maar de eetlust ontbrak nog. Een zee
paling en een haai schoten toe op de
vermorgeboren schrijfsters. Briefschrijfsters voor
namelijk. Dat hebben zjj ten allen tijde ge
daan. Zij houden er van, lange epistels te
schrijven, een soort dagboek, waarin zij alle
loopende gebeurtenissen vermelden. Ik denk
aan Mme de Sévigné, Mlle de 8eudéri,Mme
Deshoulières, Mme de Maintenon, enz. Van
den brief kwamen zij van zelf op den roman.
Letterkunde is voor vrouwen een makkelek
hedryf. Zij schrijven in haar eigen huis. Zij
behoeven zich niet te verplaatsen om te
schrijven, en, het is een werk, dat zij zittend
doen. Óók een voorrecht voor haar. Waarlijk
die thuis-zittende-schrijvende wijfjes, vind ik
vogeltjes in een kooi; zij zingen een deuntje
om den tijd wat op-te-korten."
Emile Faguet, bekend schrijver, kritikus,
lid der Académie Francaise, acht de vrouw
geknipt voor romanschrijfster. Mannen zegt
hij, moeten zich allén van den roman-vorm
bedienen, wanneer zij daarin maatschappelijke
vraagstukken of wijsgeerige stellingen op
werpen. Voor de rest moeten zij den roman
aan vrouwenhanden toevertrouwen.
Engelsche en Amerikaansche vrouwen zijn
in dit opzicht onze landgenooten vóór ge
weest. De vrouw is de opvoedster bij uit
nemendheid. Haar denkbeelden kan zij het
best in boekvorm openbaren. Het
schrijversbedrijf is een zittend bedrijf voor vrouwen
gewenscht. Wanneer zij schrijven, blijven zij
aan den huiseljjken haard, de plaats, die zij
als chte vrouw, boven alles moeten lief
hebben. Weinig omslag. Wat papier, pen en
inkt, en zij kan als iedere man, dingen naar
fortuin en roem; een en ander hebben vrouwen
weten te bemachtigen, want, moge genie bij
uitzondering het erfdeel der vrouwen zijn,
talent hebben zij dikwijls".
Het oordeel der heeren Coppée, Mendès
en Faguet is eenvoudig en eerlijk, al vonkt
er hier en daar een sprankje ironie door heen.
*
-X*
Allicht zal men in de toekomst niet enkel
gewagen van uitgestreken gezicht", maar,
zal op ouderen van dagen, die koolzwarte,
rosblonde of vlasblonde lokken vertoonen,
de verdenking vallen, dat zij uitgestreken
hoofdhaar" hebben. Professor Metchnikoff
van het Institut Pasteur te Parijs, heeft
naar de oorzaak gezocht, die bij 't klimmen
der jaren, onze hairen vergrauwt, vergrijst,
vervaalt, verbleekt. De chromophage" is
de parasiet, die een verwoed gevecht levert
tegen het pigment, de kleurstof in de
haarbuisjes. De door den chromophage" ver
schrikte kleurstof trekt zich gedeeltelijk terug
in den haarwortel. Om die kleurstof op-nieuw
te voorschijn te brengen, het aanwezig pig
ment weer dienstbaar te maken, in zijn
gewone functie, tot het kleuren der haren,
moet de schedel met een warmte van 140 graad
Fahrenheit bewerkt worden l Het
heen-enweer strijken van een op temperatuur ge
bracht ijzer, wordt hiertoe aanbevolen.
Zal kalme bezadigdheid, schuilend onder
gryze en witte lokken, uit pure ijdelheid
zich laten verschalken tot dergelijke
heethoofderii" ?! CAPBICE.
* *
Butterkuchen. Vermeng een kwart kilo
boter en een ei met honderd vijftig gram
geraspte suiker en voeg, bij kleine hoeveel
heden tegelijk, van lieverlede een kwart kilo
meel bij dit mengsel, totdat het deeg zich
niet meer vasthecht aan de kan waarin het
gekneed wordt; maak het geurig met kaneel.
Wanneer alles goed dooreen gekneed is, wordt
het deeg ter dikte van 3 a 4 centimeters
uitgespreid in een bemeelde taartpan in den
oven gezet. Na verloop van 5 minuten trekt
men in lengte en breedte met een mes
tamelijk diepe strepen in het deeg, als de
koek gebakken is, dan is het deeg zoo broos
dat men niet kan snijden zonder te brokkelen.
Wanneer de strepen in de koek zijn, laat
men het mengsel nog 25 minuten in den
oven bakken. Daarna, wanneer het gebak
afgekoeld is, bestrooien met grove witte suiker,
kaneel en fijn gestampte zoete amandelen.
zelde prooi en vochten er om; de paling won 't.
Dat zijn me ook beesten, die palingen; van
anderhalve meter lengte en een arm dikte zijn
er bij. Ook leven er nog een paar snotdolven,
waaraan ik verleden jaar al een woordje en
een schetsje heb gewijd; wie die zien wil
moet niet te lang wachten. Als 't warmer
wordt, houden die 't niet meer uit. Gewoonlijk
zijn ze om dezen tijd van 't jaar al weer ver
dwenen uit de bassins; mogelijk dat een enkele
acclimatiseert.
Nieuwe kabeljauw is springlevend aange
komen en een verscbe bezending levende
haring vult een heel bassin. Levende haring,
die ziet men ook niet eiken dag
Ook is er nu een leng; die had ik nog nooit
levend gezien, maar of die nog leeft, als dit
nummer van de Groene gedrukt is, valt te
betwijfelen. Wel zullen dan de puitalen in't
voorste bassin nog op hun mooist zijn. Ook de
anemonen zien er frisch uit en slaan hun
tentakels om de garnalen.
De heele zoute kant is de moeite waard
om de vreemde en zeldzame dieren, die er
in deze maand rond zwemmen; niet zoo
vreemd, maar veel mooier zijn de meeste
bewoners van de zoete rij.
Prachtige goudzeelt, steur, baars en forel,
alles kerngezond ; lustig zwemmen ze tusechen
de schitterend mooie ondergedoken water
planten.
Uit de donkere hal lokt u het vriendelijk
getemperd licht van de kleine zaal. Daar staan
kleine aquaria, bezet met de mooiste water
salamanders en siervisschen; vooral de
karmijnroode Japansche salamander moet gy even
aankijken. Vlak bij den ingang naar de hal
wonen in een heel groot aquarium de negen
jongen van de reuzensalamander, waarvan ik
vóórverleden jaar de geboortegeschiedenis
heb verteld, 't Zijn de eerste jonge
reuzensalamanders, die ooit in een aquarium ge
boren werden en ze zijn al grooter dan onze
grootste Europeesche soorten worden kunnen.
Nu ze over de kinderjaren heen raken, zijn
ze geabonneerd op minstens een eeuw rustig
salamanderleven op kosten van N. A. M.
E. HEIMANS.