De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 10 juni pagina 6

10 juni 1906 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

'DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. .1511 P. DE JOSSELIN DE JONG. Geb. 2 Aug. 1861 te St. Oedenrode (N.-B ] Gest. 4 Juni 1906 te Amsterdam. P. De Josselin de Jong, onverwachts en in de kracht van zijn leven, aan een maag kwaal gestorven, heeft zich vooral naam steenkolenschuit, de puddlers in een ijzersmeltery, in het bezit van mr. Th. G. Dentz v. Schaick te Amsterdam, enz. Onder zy'ne stu dies in olieverf munt uit: Eene Italiaansche". P. De Josselin de Jong, geacht en gezien, ook bij zijn kunstbroeders, heeft met wijlen Th. de Bock den Haagschen kunstkring op gericht. Opleiding heeft hij ontvangen van den schilder P. M. Slager te 's Hertogenbosch, gemaakt als portretschilder. Tot de beste door hem geschilderde portretten behooren dat van zijne moeder, van Ch. Kochussen (museum Boymans te Rotterdam), van Jhr. mr. Victor de Stuers, van prof. Tiele, van mr.Vening Meine8z,oud-burgemeester van Am sterdam, van mr. J. A. Vaillant, oud-president van de Rechtbank te Rotterdam enz. Voor het Hof heeft de Josselin de Jong de portretten gemaakt van Koning Willem III, Koningin Emma en Prinses Wilhelmina, als meisje van 5 jaar. Voorts schilderde hij ook zwoegers en harde werkers,' als: de eggende boer op den esch in Drenthe, lossers op een llllllmltlllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIlmlIMHItilMIIMIIIIIIIII De pottebakkerfi De Goede Verwachting" te Lemmer. De fabriek van Lemster-aarde werk te Lemmer en omstreken, bekend onder den naam van pottebakkerij, was, tot vóór enkele jaren, het eigendom van den heer P. M. de Vries. Toen was de fabriek niets dan eene gewone pottebakkery. op de Akademie onder Verlat en Cabarel te Antwerpen, terwijl hij ter voltooiing zijner studie geruimen tijd te Parijs en te Rome heeft gewerkt. Te Parijs heeft hij o.a. ge schilderd : Het Verzoekschrift", een tafereel uit de dagen der inquisitie, dat zich onder scheidt door eenvoud, en weglating van al wat naar tooneelvertoon zweemt. Op de driejaarlyksche te Gent, 1883, tentoongesteld, werd het daar aangekocht en een plaats gegeven in het Museum. Hoewel te Amsterdam overleden, woonde P. De Josselin de Jong te 's Gravenhage. Zestien jaar oud, behaalde hij te Antwerpen Vaasjes, groen en bruin gevlamd. De hond grijs gekleurd, kan als tabakspot dienst doen. De kop van den hond is deksel. Een paar werklieden kwamen echter op het denkbeeld om in hun vrijen tijd het aardewerk te versieren. Dit aardewerk was in den beginne natuur lijk,zeer onvolmaakt. Ds, ,0tto Schriecke, destijds predikant bij de lied. Herv. gemeente te Lemmer c. a., kreeg toevallig van dat werk in handen. tiy begaf zich daarop naar de pottebakkerij, liet zich verschillende der vervaardigde voor werpen tpqnen, vroeg den werklieden het een en ander naar aanleiding van het hem geDe meester, gereed zijn leerling te onderrichten in het maken van vuurtesten. t"onde werk en beloofde dat hij zou trachten hen voort téhelpen. Enkele dagen daarna verschafte hij hun platen over Oud-HoIIandsche houtsnijkunst. Hadden de werklieden tot dusverre de figuren 'zelf moeten zoeken of maken, nu rmdden ze de prachtigste motieven voor zich, naar welke ze konden werken. Thans is de fabriek het eigendom van den heer C. Steenstra, die zich hoofdzakelijk met het kunstaardewerk bezig houdt. Al het andere werk, tot het gewone pottenba k kersbedrij f behoorende. wordt door zijn werklieden gedaan. In de Lemster pottebakkerij worden vervaar digd: Bloempotten, in verschillende maten; jardinières ; bloemmandjes op schotel; bloempot4|MMM£MM^M^^^p twt» Bloempot, kleine bloempotjes en bloemvaasjes. standaard met pot; bloembakken; parapluiestandaards; tabakskistjes; vazen; vazen met ringen, met ooren enz. enz.; bloemhangers; prikslee!jes ; wandschotels; klompjes en klom pen ; varkens als spaarpot; kruiwagens; pot ten met zeven ooren ; verschillende lampjes; vuurtesten ; hangklokken met uurwerk; pen dules met vazen ; theepotten ; koiliekannen ; sigarenblaadjes ; asohbakjes; hoorns des overvloeds; wandborden; groote schotels; enz. enz. De catalogus prijkt reeds met 190 nummers! Het aardewerk werd achtereenvolgens be kroond : In 1894 te Harlingen met het diploma Bloempotten. De rechtsche is bloempot op schotel. Ie klasse; in 1895 te Amsterdam (Wereld tentoonstelling) met de zilveren medaille, hoogste onderscheiding ; in 1896 te Leeuwar den met de zilveren medaille, benevens de zilveren medaille aangeboden door den weledelgestr. heer mr. Horatius Alberda te Leeuwarden ; en 31 Augustus 1.9Ü4 te Franeker Portret van Mr. Vening S. A. Meinesz, oud-Burgemeester van Amsterdam, geschilderd door P. De Josselin de Jong. ? (Reproductie, afgestaan door Kit/en Haard.) op den jaarlijkschen Wedstrijd aan deAcademie aldaar de groote gouden medaille. Later, toen hij naam had 'gemaakt, werd hem in 188:? de gouden medaille van den Koning en de Koningin toegekend; een go uden medaille opde ,.Driejaarlijksche" te Amsterdam 1886; een gouden medaille eerste klasee te Munchen, 1897, enz. Vazen, voor versiering van schoorsteenmantels. met de verguld zilveren medaille, Ie prijs. Alle voorwerpen, in deze fabriek vervaar digd, kunnen gerangschikt worden onder twee groepen : draafwerk en ratwerk. Onder draaiwerk worden begrepen alle ronde voorwerpen die op de draaischijf wor den gedraaid, net als gewone potten. Dus: bloempotten, schotels, vazen, jardinières, potten met ooren, kannetjes, bekers,parapluie-standaards enz. Onder ua/fcwerk worden begrepen hoekige voorwerpen, die uit platte stukken in elkaar worden gezet, en met zekere specie gehecht. Bijv.: bloembakken, zeskante-bloempotten, sleetjes, tabakspotten, lucifersstaodaards. Behalve door andere hoedanigheden, onder scheidt het Lemmerache aardewerk" zich door de kleur. In hoofdzaak komt de kwestie der kleuren hierop neer : de kleur die het voorwerp moet hebben, ontstaat in den oven. Als het voor werp n.l. in den oven gebracht wordt, heeft het geheel andere kleuren dan wanneer het eruit gehaald wordt na den baktijd. Door bijvoorbeeld grijs of lichtgrijs aan te brengen, krijgt het voorwerp na gebakken te zijn een blauwe kleur. Hard blauw, ongebakken, geeft, gebakken, lichtblauw. Zwart (roetzwart) geeft bruin. En nu is het interessant e<ren te zien welke verandering de kleuren nog ondergaan bij verdere verhitting. Vóór hut bakken. JVd het hakken.' wc!. paar Smit. Met donkerbruin (havanabruin) wordt bedoeld de mooie bruine kleur van bij v. een madura-sigaar; hazelnooten-bruin is iets lichter van kleur. Bruin en geel veranderen dus weinig of niets van kleur (in den oven), groen en blauw daarentegen vél. Door verschillende ver mengingen heeft de heer Steenstra zeer veel kleuren tot zijne beschikking, en zooals1 't overal mee gaat, is ook hij nog niet aan 't eind zijner proeven. Dat men reeds tracht het Lemster kunst aardewerk na te bootsen, spreekt van zelf wat wordt niet nagemaakt ! Te Sneek bijvoorbeeld bestaat een fabriek, waar 't Lemster k uns f aardewerk nagemaakt wordt. Zeker is 't echter, dat nog geen enkele Wandschotel, ter versiering van wand of muur. Rechts en links van wandschotel een vaasje, ter plaatsing op buil'et, kast of schoorsteemanttl. fabriek de kleuren heeft kunnen vinden, die aan het Lemster aardewerk zijn eigenaardig schoon geven. Vreemdelingen, die met een der booten van de Holland?Frieslandlijn over de Zui derzee naar Friesland komen, kan aange raden worden de fabriek te bezichtigen. Deze staat aan de Pieterburen. MIHIIItMIIIIIIIUIItllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllHllliiiHIIHIIIIIIItim Nederlands taal in 't rerre Oosten, door F. P. H. PEICK v. WELY. SemaraugSoerabaia 190(> bij G.C. T. van Dorp & Co. Ken belangrijk en levendig geschreven boekje, tevens n dat juist op tijd of iets te laat komt. Geen uur te vroeg! Immers men hoeft dit maar door te lezen om over tuigd te zij n hoe nodig een krachtig persoonlik optreden van de Nederlander, dat zich overal min of meer laat voelen tegenwoordig, waar hij ook woont, in onze Oost is. Schrijver begint met een histories overzicht van de strijd van onze taal met z'n konkurrenten: Portugees, Mateis-Portugees (de handelstaal) Maleis, waar het Hollands eerst in 't geheel niet tegeu in ging en nu nog ternauwernood tegen in kan. Een statistiek van de laatste jaren bewijst, dat bij het ter school komen van ile Indische kinderen 41.5 percent geen (zegge: geen stom woord) 29.'.-} percent, een weinig en maar 29.2 percent voldoende Nederlaiidsch verstaan." Xiedaar het resultaat van drie eeuwen overheersehing en invloed van ons volk, onze taal; maar die 29.2 percent zijn er dan toch en ze zijn voor uitbreiding vatbaar en daarvan geyen dit boek en het leven de doorslaandste bewijzen. Maar het gaat niet in de eerste plaats nog om de inlandse kinderen, het zijn de eigen Nederlandse die vermaleisen, omdat vele moeders, vele ouders niet doordrongen zijn van het be lang van de eigen. Nederlandse taal. I'. De Josselin de Jong was bovendien Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en in die van St. Michaël van Beieren., Ziedaar de kwestie naar behoren gestel'l, ziedaar het ruime arbeidsveld niet zo zeer nog voor onze regering; immers, al brengt de school de kinderen veel Nederlands bij, hij brengt ze ook bij elkaar en de jongestaul krioelt van Maleiïsmen; vele onderwijzers zelfs maken er zich aan schuldig, zien te veel door «Ie vingers; zodat zonder de heftige wil van de ouders de uitwerking van goed -onderwijs niet is zoals men dat wenschen zou. Maar wordt er goed onderwijs gegeven 'i Wordt ook hierbij uitgegaan van het 4j 'iet dan ook in kleine kring levende woord'.' Het kan niet altijd waut dat levende woord is vermaleist in vele opzichten. Er wordt dus veelal les gegeven in boeketaal, schrijftaal. En er ontstaan zelfs kleine kolonietjes. waar men om de onderwijzer te helpen zuivere boeketaal tracht te spreken. Gevolgen : de kinders komen hier in Holland en hun taal wijkt sterk, boekerig af van de hier gemeenlandse beschaafde spraak. Ziedaar de twee uitersten: vermaleising of verstijving tot boeketaal. Is er geen middenweg ? Zeker, de school kan daar niet alleen opbrengen. Zoolang de In dische kinderen hun eerste taal van een erfe lijk behepte moeder leeren en zelfs totokouders (ouders dus die pas in Indiézijn gekomen J.B.S.) het kassian" vinden om hun lievelingen zoo vroeg met het moeielijke Hollaudsch te laten beginnen, blijven we ronddraaien in een cirkel des verderf s. Wie kan de Indische moeder als bij tooversla< omscheppen in een goed Hollandsch spre kende opvoedster?" De moeder moet het zelf doen; moet moedertaal, Nederlandse moeder taal aanbrengen en als zij zelf al te lang in Indi is en te vermaleist moet in ieder geval de school levende moedertaal aanbrengen en de moeilikheden van het Nederlands moeten er uit genomen worden, d. w. z. de vereenvoudiging van onze schrijftaal is een levenseis voor Indië, zotoed als voor Zuid-Afrika. Dat onze bekrompen schoolmensen, autorittiten en ge leerden-hier dat nu toch eindelik eens inzagen. Het bloed, het Nederlandse bloed kruipt waar het niet gaan kan, maar het moest kunnen bruisen. Wat een lamheid en onwijze behoudzucht in ons bekrompen Nederland toch. Maar hij zal doorboord de muur van deftig heid of hij zal springen; iveg in ieder geval. Wie helpt er mee? VVeg wat de Nederlandse stam het groeien belet. Nu is het gevolg: dat de Indo in zijn zuchc om mooie taal te geven zich gaat be dienen van allerlei uitdrukkingen en stadhuis termen, die hij niet begrijpt, ten minste niet in de fijne schakeering hunner gevoelswaar den." O, het is moeilif, ook vereenvoudigd. dat Nederlands van ons voor de Nederlandse jongen van de Oost, immers het is gegroeid op heel andere bodem en, laten we maar n ding er uit nemen, hoe zal hij de talloze schipperij-beelden kunnen voelen als een Nederlander ? Maar maak het dan niet nog lastiger met onware vormendienst, als waar nu veel taalonderwijs in opgaat. Dit voor de Nederlandse jongen in de Oost, maar er zijn ook Inlanders, die ons Nederlands willen leren en zij doen dat al; ze leren het Neder lands zuiverder aan dan de Nederlander daar.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl