De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 17 juni pagina 8

17 juni 1906 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1512 groote loomheid in zaken: tengevolge van hun eigen hebzucht zijn de menschen hun geld kwijt geraakt. Voor eigenaars van financieele bladen breekt dan een tijd van af wachten aan, waarin zij geheel en al afhan kelijk zijn van plaataers van advertenties en directeuren van bestaande vennootschappen. Met moeite komen zij dan rond, maar ver dienen geen beklag. Evenmin behoeft men medelijden te hebben met de menschen, die, met behulp van de financieelepei s, schandelijk bedrogen zijn door den promotor; want die menschen, hoewel een graadje onnoozeler, zijn al even gelddorstig en beginselloos als de eigenaar van een financieel blad of de promotor. De speler geeft er niet om wie verliest, zoolang hij wint; hu moge heel wat misbaar maken wanneer de kans zich tegen hem keert, toch steekt hij genoeglijk zijn winst .op. ZÓÓ ook het door de speculatiekoorts aan getaste publiek. Een goed mensch krijgt zelden die koorts, en daarom is er geen goed dokter, die specialiteit is voor die afschu welijke ziekte, en daar kwakzalvers altoos meer verstand hebben dan hun patiënten, zoo spreekt 't van zelf, dat die financieele kwakzalvers, die nooit hun eigen genees middelen gebruiken, zeer welvarend zijn ge durende de epidemie. Beklaag den financieelen patiënt om zijn domheid, er is niet de minste aanleiding de beweegreden te bewon deren, die hem deed deelnemen aan een immoreel spel; een spel, dat hij wist dat immoreel was, al schijnt hij niet geweten te hebben, dat er met valsche dobbelsteenen gespeeld werd. De promotor en de eigenaar van een financieel blad profiteeren van de begeerigheid van den geldbelegger, en slagen daarin 't best als de speculatie-bacil door de lucht zweeft, 't Is echter wel merkwaardig, dat die welshers" (bedriegers) op financieel gebied afgevaardigd worden naar het parle ment, terwijl bij wedrennen hun op heeterdaad betrapte naamgenoot en een pak slaag krijgen. En toch stellen die heeren zich zoo gaarne aan als sportsmen". Het ne ongedierte leeft van het andere; in de City zijn advertentie-kantoren, die bemiddelend optreden tusschen eigenaars van flnancieele en andere bladen en bummers". Die kantoren huren van eenige bladen tegen een bepaalde som n of meer bladzijden, en bieden dan plaatsruimte te koop aan tegen eigen tarief. Ook redigeeren zij zelf soms van die financieele lorren, die verschijnen of op houden naarmate het publiek speculeert of tijdelijk, na duur betaalde ervaring, van die dwaasheid genezen is. Even onverwachts en geheimzinnig als zij opduiken, verdwijnen zij ook weer. Die kranten worden in Throgmorton Street door een soort van extra-tijdingschreeuwers op straat gevent, en zijn voor boden van naderende speculatie-woede. Op dévlucht gejaagd door de ten hemel stij gende jammerkreten van gemaakte slacht offers, trekken dan die kwalijk riekende vogels weer naar hun winterkwartier, om telkens met nieuw gevederte terug te keeren. Ze schijnen het levens-elixir uitgevonden te hebben en strijken voortdurend neer in Thïogmorton Street; nu eens luid uitsjilpend den lof van Zuid-Afrikaansche mijnen, dan weer van cultuurondernemingen. Dat gesjilp is oorzaak, dat het publiek zoo slecht wordt ingelicht omtrent nnancieele zaken. Menigeen zal nog versch in het geheugen liggen het verhaal van een promotor, die beweerde opgezocht te zyn door een flnancieelen journalist met twee in proef gezette artikelen over tere onderneming, die de promotor aan de markt ging brengen: het eerièstuk niets dan lof; het andere afbre kend in hooge mate. Met een onnoozel glim lachje vroeg de journalist, die wel goed op de hoogte van financiën moet geWeest zijn, welke van de twee artikelen de promotor 't liefst geplaatst zou hebben in de Financial Punch"1! Het verhaal klinkt echter tamelijk onwaar schijnlijk, want de promotor zou zeer zeker als een valk aangevlogen zijn op zijn bezoe ker, hem de twee tegenstrijdige artikelen afgegrist hebben, den jjeldafperser laten op pakken, .en het heele geval als een uitstekend reclamemiddel gebruikt hebben. Bovendien zyn de financieele journalisten de bummer", die voor hun heer het vuile werk doen, bijzonder bang voor hun kostbaar hacbje. Het verzinsel om met de proef van twee tegenstrijdige artikelen op zak een pro motor te bezoeken, doet wel wat al te veel denken aan den schurk in een of ander tooneelstuk. De eigenaar van een financieel blad is soms zelf met aandeelen van een kleine onderneming aan de markt; wordt steeds bereid gevonden Zuid-Afrikaansche, Egyptische of andere mijnwaarden aan te bevelen en daarvoor als belooning aandeelen of advertenties aan te nemen, maar nooit zal hij zich in het hol van den leeuw begeven met twee artikelen van geheel verschillende strekking. Tot zoo iets onbeschaamd» en gewaagds is slechts een held in staat, en de omkoopbare eigenaars van financieele bladen zijn lafaards. Betrekkelijk nog het grootste kwaad sticht de financieele pers met haar advertentiën, daar die advertentiën valstrikken zijn voor namelijk voor de kleine burgerij, 't Moet gezegd worden, dat ook andere bladen, waar onder zelfs eenige die zeer goed staan aan geschreven, dergelijke verderfelijke adverten tiën plaatsen. In de * * las een melkslijter eene advertentie, waarin voorgespiegeld werd, dat iedere £. 5 toegezonden aan een opge geven adres in de City binnen veertien dagen £. 10 zou opleveren. De courant stond gunstig bekend, en de redacteur zou zeker nooit toege stemd hebben, dat die mededeeling in zijn blad op andere wijze dan als advertentie in de daartoe bestemde kolommen opgenomen werd. Onze melkslijter, blijkbaar niet gesteld op een leven van werken en zwoegen, en bijzonder goedgeloovig uitgevallen, werd ver lokt door de schitterende vooruitzichten en zond zijn £. 5. Ik ruim de melkzaak op", zei hy tegen een schranderen, jeugdigen boekverkooper, wiens tuintje naast het zijne was. Ik dacht al, dat het je voor den wind ging", antwoordde de boekverkooper, opge ruimd. Hoe zoo?" Aan je sigaar." Ja, sigaren ben ik van plan in 't vervolg te rooken.' Ontrouw aan de pijp dus?" Ja", blufte de melkslijter. De boekver kooper ging voort met spitten. Zeg eens", hernam de melkslijter, ik zou je wat goeds aan de hand kunnen doen." Laat eens hooren", verzocht de boekver kooper. Of is 't iets met paarden?" Paarden, wel neen!" De melkslijter vertelde hem toen hoe me vijf pond tien pond te maken was, en hoe met tien pond binnen veertien dagen twintig pond gemaakt kon worden. Hij liet er op volgen, dat door het kunstje verscheidene malen te herhalen, hij gauw een rijk man zou zyn Toch niet genoeg om stil te gaan leven ?' vroej; de boekverkooper. Zeker," antwoordde de melkslijter. Dan vrees ik, dat je weer gauw aan '1 pijpen rooken zult gaan." Maar de melkslijter was vol vertrouwen, Hij had 't geval goed bestudeerd en vonc geld maken aan de effectenbeurs zoo een voudig als 't a. b. c. Hij ging in huis en las nog eens den gids voor lammetjes, waarin stond te lezen: Een geheel nieuwe methode Bijzondere voordeelen ! Geen provisie l Wij moeten er opmerkzaam op maken, dat geen groot kapitaal tfereischt wordt. Bewijzen voor handen, dat met een enkel bankje van £10 in den tijd van een paar maanden duizenden ponden verdiend werden." Toen de boekverkooper een volgenden keer zyn buurman in den tuin zag loopeu, merkte hij op, dat deze een pijp rookte, maar om hem niet te kwetsen, wenschte hij hem slechts goeden avond en vroeg naar zijn kool. De melkslijter bracht echter het gesprek op een ander onderwerp door openhartig uit te roepen I Die verd. ... effectenmakelaars!" Hoe dat?" informeerde de boek rerkooper. Ach, ze willen, dat ik nog £ó stuur." O zoo," riep de* boekenman uit. En ben je van pl&n 't te doen?" Te doen? Ik heb 't niet." De melkslijter bleef in zijn beroep. Dit drama werd afgespeeld ineen buitenwijk van Londen, op tien minuten afstand van het Crystal Palace. De overheid, zal menigeen zesgen, behoorde maatregelen te nemen tegen zulke praktijken, en moest handelend optreden tegenover de verdorven financieele pers, die promotors en makelaars in staat stelt het publiek op te lichten. Maar de werkelijke reden waarom er geen betere financieele bladen zijn, is dat het publiek die niet waard is. Geen goed land zou zulke leugenachtige lorren opleveren, om de eenvoudige reden, dat er in een goed land geen debiet voor ze zou zijn. Hun be staan bewijst, dat Londen ontaard is in.een dieven hol. Waren de mensclien niet zoo gesteld op geld, die dagbladen zouden niet kunnen bestaan: hun lot is dus in handen van het volk en niet in die van de overheid. Hoe 't zij, de Engelsche flnancieele pers is de voortdurende ergernis van alle recht vaardigen en het mikpunt der spotternij van den cynicus. DierenliesclieraiDs in Denemarken. L Nu van regeeringswege men 't (eindelijk) noodig geacht heeft, een zwakke poging te doen, om 't verhoudingsbegrip, tusschen mensch en dier, door middel van den onder wijzer aan de volksschool, wat verbeterd te krijgen, nu ook een nieuw ontwerp in zake de vogelwet in aantocht schijn,* tézijn, nu dus, zij 't dan ook maar flauwtjes, men zich begint te schamen over de steeds des vreem deling s ergernis wekkende ruwheid, waarmee hier met dieren wordt omgesprongen, nu heeft het bovenstaande naar mijn bescheiden meening, wél recht van te komen onder de oogen van 't beschaafde publiek, opdat nu ook van particuliere zijde wat mér worde gedaan, om verbetering te brengen in een toestand, die waarlijk niet dienen kan, om op 't punt van humaniteit, dus van waarach tige beschaving, ons tegenover den vreem deling een goede reputatie te verschaffen. Trouwens, zij, die zich maar even interes seeren voor bovengenoemde kwestie, zij zullen bij een bezoek aan Duitschland, aan Engeland, dra dingen gezien hebben, die al zér sterk verschillen met wat in Holland zoowel ten platte lande, als in de steden (nemen we slechts Eotterdam) iemand onmiddelijk treft; een verschil, waarlijk niet in ons voordeel! In 't biezonder echter is 't Denemarken, wat ons daarin tot voorbeeld kan dienen. Daar zal 't den vreemdeling dra opvallen, dat 1. geen hond als trekdier wordt benut; iets, wat trouwens ook in Engeland verbo den is 1); 2. dat alle paarden, dus óók die, welke als werk- of aapjes-paard worden benut, 'n wél doorvoed en niet-afgebeuld uiterlijk toonen; 8. dat daar 't gebruik van den zweep tot de uitzonderingen behoort. Toen ik van mijn bevinden met een Deensch opvoedkundige (directeur van Regenzen" 't tehuis voor 100 onbemiddelde universiteita studenten) sprak, antwoordde mij de profes sor, niet zonder voldoening: Dit, en nog vél meer danken we onze vereeniging tot bescherming van dieren, die inderdaad in ons land een groot opvoedingswerk verricht." Dit zeggen heeft mij aanleiding gegeven om te trachten, meer te weten te komen, om trent 't werk dezer vereeniging en waarlijk, dat werk mag grootsch genoemd worden. Reeds in 1746 heeft deDeengchephilosoof Friedrich Christiaan Eilschow 't gewaagd, zich te stellen tegenover Des Cartes's en Lockes principes, wat betreft de positie van 't dier tegenover den mensch. Volgens deze beide philosofen toch, zou 't dier niets zijn, dan een machine, absoluut vrijelijk door den mensch te gebruiken. Met niet bijster veel succes echter, heeft Eilschow getracht meer humane beginselen in deze, ingang te doen vinden. Meer dan veertig jaren later, verschijnt als resultaat n van Eilschow's streven, n van eigen denken, een werk van de hand des dr. Teol. Lauritz Smith, dat reeds vél grooter aantal tot nadenken brengt. De titel van dat boek luidde: Poging tot t geven van een volledige leerbouwstof over de natuur en de bestemming der dieren, ook over de plichten van den mensch tegenover bet dier." Doch de stichter van de eerste vereeniging ot besch. v. dieren te Kopenhagen is geweest Da?id Graah, en dit wel, nadat hij reeds in bristiania een dergelijke vereeniging had tot stand weten te brengen. Hierbij zij aangestipt, dat, terwijl deze beide vereenigingen ongeveer in 1875 ontstaan zijn, London reeds in 1824 haar dusdanige had en deze sinds dien, behalve in andere Engelsche plaatsen, ook op 't vasteland al lang te voren navolging had gevonden. Toch was in Denemarken reeds in 1857 :en, wel is waar niet veel beteekenend wetje ter bestrijding van dierenmishandeling door de regeering uitgevaardigd, waarna in 186f in 't algem. burgerl. wetboek 't volgende werc opgenomen: Hij, die zich schuldig maakt aan ruwe mis handeling of andere wreede of ergerlijke be handeling van dieren, met name van huisdie ren, wordt gestraft met een boete tot een maximum van 400 kronen (? 270) of wel mei eenvoudige hechtenis tot een maximum van 3 maanden." Toen echter de vereeniging haar werk wilde beginnen, kwam zij al hél gauw tot de con clusie, dat deze wet, zoo al geen doode letter zijnde, dan toch voor zóó vele persoonlijke uitlegging vatbaar bleek te zijn, dat elke poging om door hda> dierenmishandeling te breidelen, afhangen moest van 't individuee inzicht van de rechtbank. Trots allerlei pogingen van goed-willenden in den lande, van vele leden van de regeeringslichamen, trots ook biezondere k'achtig, medewerking in deze van de Zuid-Jutlandsche vereeniging Veeartsen is tot heden nog geen verbetering in de redactie van deze wet ge bracht, ziet men van hoogerhand nog niet algemeen in, van hoe groot gewicht op de volksopvoeding is, een in deze richting krachtig medewerken van regeeringswege." Aldus de klacht van 't Kopenhaagsch be stuur der V. t. b. v. d En toch heeft dat bestuur in samenwerking wond'ren verricht sinds haar wording! Reeds dadelijk na haar ontstaan, nu dus voor iets meer dan dertig jaar, stelde 't bestuur zich in contact met de betrokken autoriteiten tot 't verkrijgen van verordeningen, waarbij den koetsier gelast werd, op slechte wegen extra voorspan te nemen, verder, dat tijdens den markt de paarden moesten worden uit gespannen en gestald, dat bouwers verplicht waren behoorlijk berijdbaar te maken de wegen op 't terrein waarop paar'ien het materiaal te trekken hadden en ook, dat politietoezicht verscherpt werd, daar, waar paarden werden benut op andere industrieele ondernemingen, zooals op turfstekerijen, tegelbakkerijen enz. Buitendien moet op elke vrachtwagen duidelijk leesbaar staan: naam en woonplaats van den eigenaar. De politie houdt sinds dien, streng controle. Ook ten opzichte van het aapjes"paard heeft de vereeniging een gunstigen invloed kunnen uitoefenen. Dit is dan ook de uitsluitende oorzaak, waardoor tegen woordig men door, zooals ik reeds zeide, slechts goedverzorgde dieren voor plaats- en andere huurrijtuigen ziet. Sinds 1884 ver strekt de vereeniging gratis onderriclit aan aan komende koetsiers, stalknechts en voerlieden ... daarvan wordt roortdurenddruk gebruikgemaakt. Deze cursus als men 't zoo noemen wil bevat ook 't onderricht in de allernoodigste veeartsenijkunde. En . .. tot onderwijzers staan koninklijke lijf koetsiers aan 't hoofd ! Inderdaad heeft nu wijlen koning Christiaan met alle bereidwilligheid van het begin af de Ver. gesteund, niet alleen door 't ver strekken van ruime jaarlijksche bijdragen, maar ook buitendien is zijn protectoraat geen ijdel woord geweest. Zoo heeft zijn voorbeeld er veel toe bijge dragen, dat de Ver. spoedig groote sympathie verwierf en haar principes werden gevolgd ; dit te meer, doërdien ':j^ning Christiaan steeds zooveel doenlijkgpZ/1 iiMpicht heeft, gehouden, dat'^oprzijn (erreiS deziSLierdfti toefftpast. Voor de drie eerste prijsuitdeelingen der Ver. stond deze humane vorst Benige zalen af van 't slot Christiansborg 2) terwijl hij zelfde onder scheidingstekens uitreikte aan hen die op krachtige wijze het <-Hoel der Ver. hadden helpen bevorderen. ?'?''. In de koninklijke staïl«n werden in de eerste jaren ook bovengenoemde cursussen gegeven. Waar de lahdsvorst'zóó is voorgegaan, daar kon 't niet uitblijven, of de vereeniging tot dieren bescherming moest spoedig injlinke resultaten zich verheugen kunnen. Mi| zijn niet bekend de in Holland gel dende wetten voor harddraverijen, maar wel weet ik, dat in Denemarken niet alleen vee artsen de paarden vóór den afrit moeten keuren, ze na de races moeten inspecteeren, maar dat gén dier een tweede rit maa onder nemen, vóór dat tusscben den eersta en den tweede een half uur verloopen is. De vereeni g arrangeert zelve wedrennen, waai bij volko men ontstentenis van zweep en spoor als eerste regel geldt. 3) (Slot volgt). VEOUWKE. 1) Allicht is 't niet algemeen bekend, dat van heel ons land, slechts 't Loo en om streken een gunstige uitzondering maakt ten opzichte van 't steeds tot ergerlijke mishan deling aanleiding gevend, toelaten van 't bezigen van den hond als trekdier. Dank een verbod, indertijd door konin« Willem III uitgevaardigd, mag op 't terrein van 't Loo ;n daar om henen ik zag zelfs in Dieren nooit een voor 'n wagen gespannen hond?? de hond niet als trekdier dienen. 2) Het meest grootsche gebouw van Scandenaviëniet alleen in architectuur, maar vooral wat de verzameling van meubels etc. betreft, uit drie eeuwen aanwezig. Het ligt op eenigen afstand van Kopenhagen. 3) In de Pruisische hof- en staatsstoeterij Graditz" geldt gelijke regel. NIEUWE UITGAVEN. De Godsdienst der Hindoes. Een overzicht Ier voornaamste Brahmaansche leeringen, door WILI.IAM LOKTUS HARE. Vertaald door CIIR. J. SCIIUVKH. Amsterdam, Schellens & riïltay. Bulletin van het Koloniaal Museum te Haarlem", No. 35, Mei 1906. Verslag over net jaar 1905 met bijlagen en af b. De Kleine, Johannes, door FREDEEIK VAN EEDEN. Derde deel. Amsterdam, W. Versluijs. Kol-Nidrei,. (Avond voor den Grooten Verzoendag). Dramatische schets uit RussischPolen, door H. KESXIG. Amsterdam, Jac. an Cleeff. ])e ambtenaren, Hun organisatie en hun eischen, rede uitgesproken voor de vereeniging an ambtenaren bij de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam, door J. E. W. DUYS. Amster dam, J. J. Bos K.Azn. De rerzorging van neus, keel en mond, een wapen 'n den strijd tegen de tuberculose en andere ziekten, door I. C. HENKES. Amsterdam. F. van Rossen. Wereldbibliotheek", SCIPIO SIGIIALE, De menigte als misdadigster. Een studie over collecieve psychologie, uit het Italiaansch, naar den -weeden geheel omgewerkten druk van (1895), door ANXA POLAK. CIIR. G. SALZMANN, Het mieren boekje of aan'.eiding tot e.en verstandige, opvoeding der op?oeders. Vertaald door Louis LANDRY, met voorrede en aanteekeningen door dr. J. II. Wzn. F. SCHMIDT-ÜEGENER, jRembrandt. Een be schrijving van zijn leven en zijn werk, met 32 af b. Amsterdam, G. Schreuders. Literatuur en kunst, door Is. QUERIDO. Eerste reeks. Haarlem, De Erven F. Bohn. Alwin, Woudspel in 5 bedrijven, door J. B. SCBEPEES. Haarlem, v. d. Wilk & Groeneveld. Dramatische, studies van FRANS MIJNSSBN. Bussum, C. A. J. van Dishoeck. WILLEM SCHÜRMANN, De Berkelmans, 2 deelen, Rotterdam, Nygh & Van Ditmar. Verzameling van Rapporten", uitgegeven door de Zuiderzee-Vereeniging, deel III. Rap port van de Nederlandsche Heide-maatschappij over de zoetwatervisscherij in het toekomstige IJselmeer en in de wateren der droog te leg gen polders. Leiden, voorheen E. J. Brill. Conservatorium" der afdeeling Amsterdam van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst. Bericht van het 21ste studiejaar 1904?1905. Voorlooper van onze Provinciën. Eerste leer boekje der aardrijkskunde van Nederland, door R. Bos, met eenige kaartjes, 3e druk. Gronin gen, P. Noordhoff, Ome Provinciën. Een eenvoudig leerboekje der aardrijkskunde van Nederland, ook voor zelfwerkzaamheid bestemd, door R. Bos, 5e druk. Groningen, P. Noordhoff. Mijn nieuw systeem om het lichaam te stalen en te harden en om harmonisch ontwikkelde lichaamsvormen te verkrijgen,doordr.HuNOLD LAHMANN, met 60 illustraties naar origineele opnamen, benevens een oefeningstabel met opgave van den duur der oefeningen en de aanwending en werking der autogymnastiek door den autogymnast. Amsterdam, H. Meulenhoff. Nederland, Handleiding mj°het onderwijs in de aardrijkskunde van Nederland ten dienste van hoogere burgerscholen, gymnasia, kweekscho'en, normaalscholen enz. door dr. H. BLiNK.Met 13 figuren en eene kaart in kleuren, 3e, geheel herz. druk. Groningen,?. Noordhoff. Grammaire Prancaise Abrégée, a l'usage de ceux qui préparent leur examen de francais (brevet primaire), par C. F. VAN DUYL. Groningue, J. B. Wolters. JAN LiGTHAhT, Het paraphraseeren. Een toe lichting, in 't bizonder voor examen-candidaten. I. Het paraphraseeren. II. Max Havelaar. Groningen, J. B, Wolters. Het credietvraagstuk voor den handeldrijvenden en industrieelen middenstand, Rede, uitgespro ken door ANT. L. AKKERHUIJS. Haarlem, A. E. van der Heide. Bretonscne volksliederen, naar het Fransch bewerkt door E. H. DU QUESNE-VAN GOQH. Baarn, Hollandia-drukkerij. Het bot k en het volkskind, geschreven voor de moeders der arbeiderskinderen, door M. WiBAUT-BERDENIS VAN BERLEKOM. Rotterdam, H. A. Wakker & Co. Mimota, door JOHANNA STEKETEB. Amster dam, W. Versluijs. (Zie vervolg pag. 10.) IMIIIIIIimimillMIHIIMIM J.J.BIKSFNG, 'S-GRA.VE1MHAGE, Molenstraat 65. 65* en 61 Moderne Schilderijen, Aquarellen en Gravures. DE WONING LEIDSCHESTRAAT >Ï3 METAALWERK VAM JAM EISEMLOEFFEI' MEUBEL-BAZAR, Singel 263 283, toJJ de Falelastrtuit. Kantoor-Meubelen env J. 3IEIJEKINK MEIJER. Telefoon 89 8 8. Prfls. . f3O. NAAMLOOSE VENNOOTSCHAP ZEISTER FABRIEK - - VA N - - KOPERWERKEM 2 MINUTEN VAN STATION DRIEBERGEN MODERN EN ANTIEK KOPERWERK GIETERIJ VOOR FIJN KOPER EN BRONS 5TEENDRUKKERIJ ETIKETTEHFABRIEK, ARNHEM TtlEPHOON 970 jsj^jgjgag KV)N5 J ^sggggggg-' c UITVOCRIRG PLAFOBD - «n JAnDB?SCHILD?RIRG ? 1L i OI2TW?RPÉR ? VOOR RÉCLAflK'S ? BO?KBARD?n ? SSL AfflSTERDAm AARDEWERK JlAisow DROUOT -t- H- WESSER & Co. ?*? ?«? * LAÏWE HOUTSTB1AT 7 * t * - - - Den Haag; - - - - TBLBFOON UHTBBO. «74 . GROOTSTE INRICHTING VOO» COMPLETE MEUBILEERING s IN AT.T.R STIJLEN = ss = = ANTIQUITEITEN sa = = EIGEN MEUBELFABRIEK l Ion, Ik Fabriek ra Zilmerk I | ? Hofjuwelier. = f Oudegracht E17, utrecht. | l z K « E i. B i Bf« E ar. i + GR1SANT1 * Kalverstraat 111, Amsterdam. Knnatnijverheidaartikelen, Beeldwerken, Tegelschilderijen. MARMEREN SCHOORSTËENMAtïELS G, & J. COOL, AMSTERDAM. ROTTERDAM. -UTRECHT. BLOEMGRACHT 77' DELFTSCHESTBAfJTél BpSTHfllAT 30

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl