De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 8 juli pagina 6

8 juli 1906 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

D E AM S T E R D AM M E R W E E K B L A D VOOR NEDERLAND. No. 1515 Oud-Amsterdam, door A. W. WEISSMAN. I. De Voorburgwallen. ' Van de Burgwallen, die in de 14e eeuw het oude Amsterdam omsloten, zijn die aan de Nieuwe Zijde gedempt. Alleen die aan de Oude Zijde bleven nog gracht; en tot hoelang zullen wij hier van de schoonheid, die het water aan een stads gezicht geeft, kunnen genieten? Het schijnt, dat het oude Amsterdam reeds spoedig aan uitbreiding behoefte hoeft gehad. Want buiten de oorspron kelijke Burgwallen werden nieuwe ge graven. Sinds noemde men de eerste Voor-Burgwallen en de laatste AchterBurgwallen, omdat men uit het midden der stad ze zoo zag. x Maar smalle strooken waren het, die evenwijdig aan den Amstel, tusschen de Burgwallen de stad uitbreidden. Doch die eerste uitbreiding is toch van groote beteekenis geweest, niet zoozeer om de aanwinst van grondgebied, welke zij gaf, als wel wegens het blijven bestaan der oude grachten. Die grachten zijn de eerste geweest van Amsterdam en het gemak, dat zij gaven heeft de latere uitbreiders Het Oudezyds Heerenlogement. schilderachtigheid door dempen doen ver dwijnen. De inenschen, die de grachten lieten graven zouden echter, als zij weten konden, wat hun nakroost deed, het daar niet hard over gevallen zijn. Hadden zij de grachten kunnen missen en aan straten behoefte gehad, zij zouden ook aacr het dempen zijn gegaan. '" Niet opzettelijk, maar toevallig is de schilderachtigheid van het oude Amster dam ontstaan. Van die schilderachtigheid kan men op den Oudezijds Voorburgwal De Oudezgds Voorburgwal en de Halsteeg. der stad op het denkbeeld gebracht, altijd weer nieuwe te graven, zoodat dus het Venetiëvan het Noorden ontstond. Men mag het nooit vergeten, dat de Amsterdamsche grachten geenszins ter wille van de schilderachtigheid werden aangelegd. Zij danken haar ontstaan slechts aan overwegingen van practischen aard. Want de oude Hollanders waren een ietwat nuchter slag van inenschen, dat slechts voor het nut oog had. De negentiende eeuw heeft de schilderachtig heid der Amsterdamsche grachten ont dekt en, vreemd genoeg, veel van die nog genieten, al is er ook reeds veel verdwenen. In het bijzonder het gedeelte tusschen den Grimburgwal en de Agnietenstraat is de moeite waard, om te zien. Op een steen van het mooie hoekhuis, waar thans mijn kantoor is, staat nog Fluweelen Burgwal," dus de herinnering levend houdend;aan, de rijken,: die hier in het begin der 17* eeuw bij voorkeur woonden. Dat waren de inenschen van geringe afkomst, die, door den handel, vermogen hadden verworven. Hun kinde ren lieten de Heeren- en Keizersgrachten De Nieuwezijds Voorburgwal en de Pijpenmarkt. Reibrandt-flitgaTen. Rembrandt, een boek voor Jong-Holland, door G. H. MARIÜS. Amsterdam, P. N. van Kampen en Zoon. Zoo heeft mejuffr. Marius haar studie over Rembrandt betiteld. Daarmede heeft zij aan geduid het standpunt waarop zij zich bij den opzet van haar werk wilde plaatsen: het wekken van belangstelling voor Rembrandt's werk door een uit simpele historische gege vens opgebouwd levensbeeld van den meester. En in deze beschrijving van Rembrandt's levensomstandigheden werden gevoegd zeer algemeen gehouden opmerkingen over zijn kunst en over schilderyen-zien. Zoo heeft de schrijfster in het aanduiden van de opeen volging der feiten uit Rembrandt's levens gang en in een kalme, verstaanbare ken schetsing van zijn kunst, haar studie, historisch en esthetisch, voor allen bevattelijk doen zijn. De jongeren worden op richtige wijze geleid op den weg die kan voeren tot het onder kennen van kunstuiting, ouderen kan de lezing van dit boekje meerderen lust bijbrengen tot bestudeering van Rembrandt's werken. Mejuff Marius heeft er verstandig aangedaan nu zjj zich toch ook geroepen achtte mede te werken aan de tegenwoordige sterke vermenig vuldiging der Rembrandt-litteratuur, haar verhandeling op dezen genoegelijken en gemakkelijk verstaanbaren verteltrant in te richten. Alleen, waar ze soms even afwijkt van haar ingeslagen weg en niet objectief meer haar onderwerp behandelt, is zij minder gelukkig. Maar dit is een algemeene fout waar meer in 't algemeen op zou moeten gewezen worden. Bovendien in den kring van lezers waarvoor dit boekje bestemd is, doet het er minder toe hoe men zich den grooten schil der als een mijnheer van Rhijn uit de 17e eeuw voorstelt. Verschillende vergissingen en onduidelijkheden zijn niet van zoo ernstigen aard om storing te brengen aan den welgevalligen indruk van dit boekje. Talrijke goed ver zorgde reproductie's versieren de bladzijden; die tusschen den tekst zijn het best geslaagd; de andere, afzonderlijk opgezet, doen minder gelukkig met het witte randje op het bronzen papier. De letter is van een royaal type, zoodat ook de druk er behagelijk uitziet. W. S. Oogenblikken van aandacht voor meester werken van Rembrandt Hqrmensz. van Ryn, door G. KIELDER. Uitgave W. Versluys, Amsterdam 1906. Van een eenigszina ander cachet, maar ook bestem! ten gebruike van de jeugd is dit boekje. Het heeft een nog meer specifiek onderrichtend karakter. Geschreven door een onderwijzer, wenschte deze het ook dienst baar te stellen aan het onderwys op school. De schrijver leidt zijn werk in met een algemeene kenschetsing van het wezen der kunst, maakt vervolgens met zijn lezers een wandeling langs schilderijen, of legt hun eenige etsen voor, om met den vinger na te wijzen de eigenschappen die het kunst gehalte van de werken openbaren. Deze embrandt-verhandeling is alzoo van meer demonatratieven aard, en het boekje hier en daar inkijkend kwam het me voor dat den onderrichter volstrekt niet bevoegdheid tot deze esthetische praktijk kan ontzegd worden. Eenige uitvoerig behandelde alge meene opmerkingen over actie, kunst van aanleggen, en bouwden daar de paleizen, waarvoor nu haast geen bewoners meer te vinden zijn. Als men zich plaatst op de brug voor de Lombardateeg en zuidwaarts ziet, vormt het gebouw van het Binnen-Gasthuis geen mooie afsluiting van de gracht. Toen dat gebouw gemaakt werd was de architectuur hier te lande in treurig verval geraakt. Doch men behoeft nog zoo heel oud niet te wezen, om zich 's Heeren-Logement" te herinneren, dat aan den Grimburgwal stond, en een af sluiting gaf, zoo goed als maar verlangd kon worden. Dat logement" was in de 19e eeuw wel geen herberg meer, doch een ver-' kooplokaal. Geen deftige bezoekers der stad namen daar meer hun intrek; deftige inboedels werden er onder den hamer gebracht. Die veranderde bestemming had echter den gevel niet doen wijzigen. De statige architectuur van het midden der 17e eeuw met haar fronton, haar festoenen en haar sobere afwisseling van gebakken en gehouwen steen was on aangeroerd gebleven. Ook het poortje, uit het begin der 17e eeuw, dat de latere bouwmeester behouden had, zag men nog. Alleen de aanplakbiljetten deden de veranderde bestemming kennen. Wenden wij ons nu noordwaarts, dan bereiken wij de Damstraat, een der drukste wegen van het tegenwoordig Amsterdam. SDaar was het ook,,, reeds druk, toen de Halsteeg de verbinding tusschen het oosten en westen van Amsterdam vormde. Het is zeker een verbetering geweest, dat de steeg in een straat werd veran derd, maar de schilderachtigheid moest daarbij noodzakelijkerwijze het loodje leggen. Zooals ik reeds opmerkte, een dertig jaar geleden was het geen goede tijd voor onze bouwkunst. En al hebben latere architecten gepoogd, althans eenigszins goed te maken, wat hun voorgangers bij het verbreeden der Halsteeg mis deden, de vergelijking van wat men nu ziet met wat er was valt, toch niet ten gunste van het eerste uit. Is zij dus niet ongerept gebleven, de Oude Zijds Voorburgwal is toch nog een van onze mooiste grachten, en zij zal dit blijven, zoolang de boomen zich in het water spiegelen en de minder ge slaagde bouwwerken der 19e eeuw met hun' lommer als met den mantel der liefde bedekken. Wat was de Nieuwe Zijds Voorburgwal omstreeks 1870 niet prachtig! De leden van de sociëteit Concordia" hadden iederen dag het fraaie gezicht, dat ik hier weergeef. Links het diepe groen van de Boommarkt, op den achtergrond het oude Postkantoor en de Brouwerij de Hooi berg, rechts de Pijpenmarkt met zijn veers,chuijt£n, .jvaarbêyej^het^oude Raad huis ''zich Jïer verhpf. fy "-..' De eerste v/erari&jrióg was het aan leggen der PaleisstraaC Toen wordende huizen aan de noordzijde gesloopt en door nieuwe, even nuchter als die in de Damstraat, vervangen. Tot tweemaal toe hebben latere architecten beproefd, van het logement op den'hoek wat beters te maken. Doch wie zou niet wenschen dat de oude huizen er nog stonden? Zoo schilderachtig als de Pijpenmarkt was het noordelijke gedeelte van den Nieuwe Zijds Voorburgwal tusschen de Gravenstraat en de Kolk niet. Maar toch keek de Nieuwe Kerk wel aardig boven de huizen uit, en als de oostzijde der gracht maar met boomen beplant ware ge worden, dan zou het effect beter geweest zijn. Waarom daar geen boomen stonden heb ik nooit begrepen. Waarschijnlijk vond men gedurende de 19e eeuw min der behagen in het beplanten of hechtte men er niet aan, wat schaduw te hebben. De Nieuwe Zijds Voorburgwal werd ontluisterd door de demping. Die demping is fel bestreden en om haar te verhoeden kwam alles, wat Oud-Amsterdam een goed hart toedroeg, in het geweer. Wie echter nu de electrische trams op den Voorburgwal ziet rijden beseft, dat de demping misschien had kunnen worden uitgesteld, maar dat zij toch niet had kunnen worden vermeden. groepeeren enz. kunnen mede dienstig zijn tot verkrijging van eenit; kunstbegrip bij de jeugd. Alleen, alles wit er in een leesboek staat, valt altijd toe te lichten en aan te vullen, en 't is twijfelachtig of bij een onderwijs materiaal als dit, op verschillende scholen wel gelijkelijk de bedoelde strekking in alle opzich ten tot zijn recht komt». Intusschen is er een tweede uitgave van dit boekje verschenen, daar ook buiten de school, de belangstelling ervoor zich heeft kenbaar; gemaakt. En werke lijk, met aandacht gelezen, en zich niet stootende aan den even schoohneeaterachtigen toon, is er uit dit gemoedelijk en welmeenende boekje wel vrucht te halen. De illustraties in dit zijn dragelijk. W. ri. Belangrijke tentoonstelling in de zaal van Fred. Muller & Co. Het is wel aangenaam tusschen al het gejoel der feestelijkheden Rembrandt ter eere, althans op positieve geneugten te kun nen wijzen, die ons door dit jubileum-jaar worden aangericht. Zoo belooft Leiden als Rembrandt's geboortestad, een tentoonstel ling van oude kunst, speciaal Leidsche, die belangwekkend beloofd te worden; Arti geeft een keur-tentoonstelling van kunst der groote moderne schilders. In afwachting van de eerste kennisname dezer twee, heb ik thans aan te kondigen de opening van een tentoonstelling bij Fr. Muller in de Doelen straat op Dinsdag as. Om aan de algemeene huldiging mee tedoen, heeft deze .Firma slechts kort geleden het plan ontworpen een tentoon stelling van zeventiend' eeuwsche schilderijen te arrangeeren. Ze heeft daartoe gebruikge maakt van hare relatie's met particuliere kabi netten en kunsthandelaars, om in vereeniging Hopen wij, dat tenminste het Burger weeshuis blijft bestaan. Doch nu men proeven gaat nemen met h«t verplegen der weezen buiten dat gesticht, schijnt ook voor de schepping van Haesje Claesstukje van Oud-Amsterdam voor het na geslacht bewaard. Het gedeelte van den Nieuwe Zijds Voorburgwal achter het Paleis is zeer veranderd. Wie herinnert zich niet de De Meuwzijds Voorburgwal en de Gasthuismolensteeg. dochter het begin van het einde gekomen. Aan den Voorburgwal toont het Wees huis zijn schoonheid niet. Wie die zien wil moet er binnengaan om te genieten van de karakteristieke binnenplaatsen, door de weezen zoo geestig gestoffeerd. Practische menschen zullen zeggen, dat Donkere Sluis en de doorvaart onder de huizen, die het Singel met de Burg wallen verbond ? Dat alles verdween met de demping, en de vroegere gracht ver toonde zich zooals de laatste hierbij ge voegde afbeelding haar weergeeft. Daar ziet men de Huiszittensteeg, het vroeDe Nieuwezijds Voorburgwal en de Nieuwe Kerk. men de weezen liever in gezinnen moet laten opnemen, het Weeshuis sloopen en het dus verkregen terrein te gelde maken. Daartoe zal het wel komen, want de praetische menschen weten altijd hun meening ingang te doen vinden. Gelukkig zal het Begijnhof wel niet om zulke overwegingen van h'nancieelen aard verdwijnen. Dan blijft althans, ook al gaat het Weeshuis weg, een aardig l-r Het oude Postkantoor. met wat zij zelf voor kostelijks in magazijn" heeft, een mooie collectie oude schilderijen bijeen te brengen. Een eerste en onvolledige bezichtiging van wat er is. gaf me de zekerheid, dat dese poging om haar slagen alle toe juiching verdient. Er zijn verschillende wer ken, die eens aanwezig op bijzondere ten toonstellingen als inden Haag bij v., hier door velen met ingenomenheid zullen teruggezien worden. Daarbij zoovele andere uit verzamelingen, waarin zij altijd verscholen blijven voor de groote massa kunstliefhebbers. Van Rembrandt zelf zijn er drie werken; en 't belangwekkendste hiervan is een nage noeg onbekend zelf-portret, dat ook in Bode niet wordt aangeduid, 't Is omstreeks 1G30 (een voorloopige en misschien te wijzigen schatting) geschilderd en met heele mnoie kwaliteiten, uit deze vroege periode van den meester. In het geheel zullen er zoo wat 125 schilderijen bijeen zijn. De tentoonstelling zal duren tot 15 Sept. W S. De Dam en zgn toegangen". (Ingezonden;. M. de R.! Onder b. e. opschrift verscheen in uw nummer van 8 April 1.1. een stuk van den heer T. Sanders, naar aanleiding van mijn brochure Dam, Damrak ea Centraalstation", weifee door u aan Z.Ed. blijkbaar ter beoor deeling was toegezonden. Behalve het mijne, komt echter ook rog het plan Kromhout op de proppen, terwijl hij de meeste aandacht wijdt aan de introductie gere Postkantoor, het Wisselkantoor van Donk en ook de omnibussen, die een blauwen Maandag door Amsterdam heb ben gereden. Maar toen de Raadhuisstraat werd aangelegd en het nieuwe Postkantoor gebouwd, verdween ook dit stadsgezicht, om plaats te maken voor hetgeen men thans ziet. De groote gebouwen, die de dagbladen op den Nieuwe Zijds Voorburgwal heb ben doen verrijzen gaven aan de gracht een cachet, geheel verschillend van het vroegere. En nu onlangs deed de ge meente de boomen op de Boommarkt vellen, waardoor het laatste, wat aan den ouden toestand herinnerde, verdween. Het is waar, Amsterdam wordt er niet mooier op. Wie dit betreurt moet echter bedenken, dat alleen dau de oude schoon heid had kunnen blijven als Amsterdam nu een doode stad was; gelijk Bruggeen Venetië. En zelfs de grootste bewonde raar van het oude zou toch tot zulk een prijs de schilderachtigheid niet willen koopen. Een volgend artikel zal aan den Buitensingel gewijd zijn. van zijn eigen plan, om daarna met een soort amendement-plan van de Redactie te eindigen; teneinde' zt gt de heer Sanders een objectief overzicht van het geheele vraagsiuk zooveel mogelijk te bevorderen." Dit voornemen is te waardeeren, maar het is toch wei wat veel in zoo'n klein bestek, om niet onduidelijk te worden. Zoo begrijp ik b.v. niets van zijn strijd tegen een Damrak-boulevard van 50 M. breedte, (tot de voorstanders waarvan ook ik n. b. word gesignaleerd) en van zijn pleit voor een breedte van 30 M. Voor zoover ik weet, zijn bijna allen het daarover volmaakt eens. Door de plaatsing van de Nieuwe Beurs op dien afstand is daaraan trouwens ook niets meer te veranderen. Hoewel het uit zijn betoog niet duidelijk blijkt, heb ik echter toch met genoegen ge constateerd, dat de heer Sanders met mij hierin overeenstemt, o. dat de Dam te klein wordt; b. dat niettegenstaande dure ont eigening de vier toegangen Vrgendam, Paleis straat, Mozes en Aaronstraat en Rokin zonder verwijl moeten worden verbreed; en c. dat thans de tijd gekomen is om het Damvraagstuk tot een goede oplossing te brengen. Dit feit acht ik van belang en ik betreur het, dat deze bevoegde recensent dit niet klaarder heeft doen uitkomen. Zal men toch, door o ver-en-weer-praten, met dit vraagstuk ie s vorderen, dan dient telkens geconstateerd of en in hoeverre overeenstemming bestond of bereikt werd. Ook over de gedeeltelijke demping van het Rokin (het is wel bijzaak, maar toch nog wel der vermelding waardig) denken wij vrijwel gelijk. Alleen wil de heer Sanders daarmede gaan heel tot aan de Taksteeg,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl