Historisch Archief 1877-1940
f:?.
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1516
ongeveer twee ton. Het reservefonds ont
vangt ? 20.000. Dat fonds ontmoet ik op de
balans voor / 41.000. Het ia bjjna geheel
belegd. Waarin? De effectenpost van onge
veer j£ ton is niet gespecificeerd. Op de
prefs wordt 5 pCt., op de gewone aandeelen
3 pCt. uitgekeerd. Voor 1906 zijn de ver
wachtingen goed. De oogst van de suiker
wordt geraamd op 866000 pikols, die ge
middeld voor ? 6,85 verkocht zijn. Aan
gaande den koffieoogst is de directie wat in
goede verwachting.
't Geld is ietwat goedkooper dan verleden
?week. Nederlandsche Staatspapieren vermin
derden niettemin fractioneel. Ook Rassen
wederom naar den zwakkeren kant. Het ver
langen naar, de eisch van vrijheid schijnt
niet onderdrukt te kunnen worden. En in het
nieuwe regime durft de Czaar, naar het schijnt,
niet te getooven. Brazllian n en Dominicanen
zijn wat vooruit,
Bg vrouwe Fortuna ontmoet ik een prijs
vermindering van 97 X tot 94 X pCt. voor
de 3 pCt.-ta-ihtigers van het Credit Foncier.
Deze instel !i,ng geeft zes millioen francs
nieuwe 3 pCt. obligatien uit, gedeeltelijk ter
vervanging van de oude obligatien. Tot den
21en van deze maand kunnen de houders
van oude Loten hunne stukken tegen nieuwe
obligatien inwisselen. De loten hebben vele
mooie kansen op hoogeprjjzen; geen nieten.
STIGTEB'
maken verzakend, al meer en meer van het
volk zich vervreemdend, zich toeëigenead,
saam met de geestelijkheid, privilegiën en
rechten, die geen rechten waren en die ten
kwade van het Volk werden aangewend, die
edelen bereidden zoodoende den zuurdesem
voor, waaruit de omwenteling straks zou te
voorscrfyn vlammen.
De kunst sukkelde, een bleeke, anemische
kunst, onverbiddelijk gewrongen in het enge,
stijve kleed des klassieken stijls en wier
wortelen niet verder grepen, dan in de
bovenste lagen der samenleving, met een
ander beeld, die zwakkelijk leefde in het
klein bestek der gestrengeiyk afgebakende
aristokratie, terwijl braak lag de vruchtbare
aard, die rondom zich strekte heinde en veer.
De omwenteling, het resultaat der monar
chale staatkunde sedert de Middeleeuwen,
tot daadwerkelijke uitbarsting gebracht door
de al schriller opgedreven tegenstelling
tusschen het volk en den adel twintig mil
lioen menschen, schrijft TaiueS) en meer
waren ternauwernood den geestelijken staat
der Middeleeuwen te boven gekomen
alsook door de geschriften dergenen, die den
angstwekkenden wantoestand stelden in het
licht en aan den einder der eeuw vizioenen
weerspiegelen deden eener ideale
inaattchappy, de omwenteling vaagde de toen
beslaande samenleving van de aarde, alsook
de kunst, van die samenleving de twijfel
achtige vrucht. Het is waar, dat die kunst
has»r doodsstrijd voortsleepte tot tijdens de
Restauratie, gelijk het Machiavelisme der
.Bourbonsche eeuwen tijdens het Keizerrijk
den gang der gebeur! ij k hèd en weer bestierde,
de waarheid is, dat het wezen der dingen
was omgeschapen. Het Frankrijk, dat uit
den chaos der revolutie herrees was essen
tieel democratisch, gelijk voor de revolutie
het essentieel aristokraüech was geweest;
tegelijkertijd was de wijde akker ontgonnen
en bevrucht, het geestelijk leven, onderdrukt
nog door het despotisme van het Keizerrijk,
ontbloeide, na den val desgrooten Enkelings,
in een pracht van kleur en verscheidenheid,
letteren, historie, schilderkunst en muziek,
op eens en wonderdadiglijk teguar, dat heel
die eerste eeuwhelft een sprokigetuin geleek;
als de samenleving was de kunst democra
tisch geworden van wezen.
Gelijk Chateaubriand, als laatste verde
diger van het romeiuscb, apostolisch
CathcFilosofo-fideele
beschouwingen
van Prof. HAXS NAR.
-£0 12. Vroutcenkiisreclit.
Dames en Heeren!
Halt!! Nou moet 'k waarachies al dadelijk
?weer met 'n vraag beginnen; met 'n vraag
nog wel, die tevens de kern raakt van
't o'nderwerp, met welks behandeling ik dit
maal, in 't zweet mijnsscribenton-aansehijns,
'n brok van m'n dagelijksch brood ga ver
dienen!
Die vraag is deze: waarom moet ik altijd
beginnen met Dames en Heeren"; waarom
mag 'k nooit omgekeerd zeggen Hoeren
en Dames?"
O, ja, .'k hoor 'tal! Omdat dit laatste
onbeleefd zou zijn, in strijd met de wetten
der galanterie en beschaving!" n'et waar?
Natuurlijk!! Altijd maai- honneur au
dames!"
Als we op straat 'n dame ontmoeten,
ontblooten wij, mannen. >ïeeds respectvol
't hoofd. Gaan we 'n dei,»' in of uit
onvoorwaardelijk laten \;c de dames t
eerst passeeren. Is de tram vol, dan staan
we haastiglijk op, om 'n stai ad lid van de
zwakke sexe onze zitplaats ;.an te bieden
en gaan we zelf op 't vóór-balcon 'n ver
koudheid op doen. Gaat 't plotseling rege
nen dadelijk presenteeren we ons
regenlicisme een verleden sloot, maar tevens
door de geschriften, waarin hu deze,
zijn retroactieve ideeën kleedde, de inleider
werd eener nieuwe letterkundige school, zoo
was hy de stichter, op den speciaal
utilistischen zin dezer zegswijze wezen wy hier
boven eener historische school, die de
geschiedenis als universeele wetenschap zou
verstaan 4) en zyn persoonlijke beschouwings
wijze, theologisch-aristokratisch, rook be
vreemdend naar de oude ty'den, die het
nieuwe tijdvak, waarin hij haar ontvouwde,
had afgezworen, voor goed.
Het was een andere openbaring van het
dualisme, dat de levenstragedie van dezen
edelen mensch is geweest, een dualisme,
bepaald door de omstandigheid, dat hij,
geboren alreeds met een beginsel van twijfel,
uit een geslacht, dogmatisch en conservatief,
doortrokken als het ware van den geest van
het oude stelsel, in een gewest als weinig
andere, aan dat stelsel gehecht 5), in den
avond eindelijk eener ondergaande bescha
ving, omhoog moest groeien in den uchtend
der moderne tijden.
Er waar' een boekdeel te schrijven over
de betrekkingen turschen Chateaubiiand en
Napoleon; in de zeven boeken der gedenk
schriften, aan den Keizer gewijd, beweegt
de zuiverste schoonheid, door den
kunst'naar voortgebracht. Door de karikatuur, die
hij, in zijn vlugschrift De Buonaparte et des
Bourbons, van hem teekende, la'e men zich
niet misleiden, het ware beeld, dat. hij van
den Keizer schiep, bevindt zich elders; wij
houden ons zeker, dat geen hem dieper
heeft verstain.
Twee wijzen van beschouwing zy'n, in het
algemeen, omtrent Napoleon, in acht geno
men door degenen, die over hem schreven.
Of hij werd begrepen ah een ongemeene
geest, gelijk bij tmschenpoozen veler eeuwen
er een uit het vlak gemier der menscbheid
rijzen komt, maar wiens intellect, hoe ver
wonderlijk, door zijn fabelachtig geluk ten
slotte het besef van menschelyie vermogens
en van stoffelijke en tijdelijke afmetingen
verloor, die, door dat noodlottig geluk, af
werd geleid van zija aanvankelijke voor
nemens, te vormen een machtig, onverge
lijkelijk Frankrijk, zoodat, ten laatste, de
wereld hem werd als een ka'eidoscoop, waarin
menschelijke, bovenmenschelijke en
onnienschelijke verrichtingen in de wonderlijkste
kleurmengeling dooreengleden, en hij, het
geen mogelijk was, uitgeput hebbende, dron
ken zich stortle in de peillooze diepte der
onmogelijkheid, meesleurend in dien
duizelendea val hetgeen door hem tot stand ge
bracht was, of men kan hem begrijpen als
de groote passieman, wiens leven een nimmer
tot rust komende, anderen en zich zelf verslin
dende brand van daadkracht is geweest, die,
de verdeelde omstandigheden, waarin hij
verEcheen, benuttend, famen hen vatte en hield,
met demonische macht, overrompelaar van
Frankrijk, van haar zijn medeplichtige
makend, aan het hoofd van haar heerscharen
voorwaarts stormend ter verovering van
onbereikbare en immer vluchtende idealen,
offerend in de eigendunkelijkheid zijner
matelooze Begeerte de kostbre levens van
vele millioenen, scheppend in dekoortshiite
zijner schitterende verbeelding een wereldlijk,
gedrochtelijk conglomeraat, ongelooflijk: ge
wrocht van een menschelijk brein, maar in
zich dragend de elementen van ontbinding
en ras verval, hoe kon het anders, in den
aanvang van het moderne ara, met zijn f-treven
naar nationale eenheid en waaiin de stem
des volks, in den loop der voorgaande eeuw
van onverstaanbaar gemompel tot dreigende
ktaaht gezwollen, een oogenblik door het
wapengeweld kon worden overstemd, maar
bij het zwijgen der kanonren en het ver
stommen van den stap der zsvaarsehrijdende
legioenen wentelend opsteeg boven de wereld
in puin, dat de overgeblevenen verbleekten
bij liet hooren van dat nieuw geluid.
Uit de- c uiteenzetting blijkt, dat het tweede
inzicht zich tot een meer apotheotische
zienswys verheffen kan, het is waarschijnlijk
door den invloed der geheime stem, die, aan
niemand toebehoorend, in den schemer der'
eeuwen gaand van mond tot mond, de legende
weeft om de heuchnia der groote dooden. Het
is waar, dat er zijn, die, prat op hun nuchteren
zin, staande houden, dat Napoleon eenvoudig
was een min of meer behendige schelm,
duizend en meermalen schuldiger dan dei.e
of gene misdadiger, met beperkter geestelijke
vermogens en kwaad doende op kleiner
schaal, hel behoeft geen betoog, dat het be
lachelijke dezer stelling terugvalt op wie haar
verkondt en vergeefs te bewyzen tracht.
Bij een nauwkeurige beschouwing van de
begripswijze van Chateaubriand zal blijken.
dat deze uit de beide hierboven als gemeen
lijk in aanmerking komende is samengesteld,
dat wil zeggen, dat de eigenlijke zelfstandig
heid dier wgze is de eerste, terwijl van uit
het wezen der tweede bet schoöne en zuivere
licht is uitgevloeid, dat, zich breidend om
de eerste, aldus de geestelijke materie be
reidde, waaruit het weergalooze beeld werd
gevormd 6).
R. VAN GEXDERKX £TORT.
1) Etud. Hist., Paris, Firmin-Di lot,
AvantPropos. 2.
2) Hist. de France, Ibid., 341-43.
3) Les origines de la France contemporaine,
PAncien Régime, 278, 491.
4) Etud. Hist., Préface, 5.
.5) Sorel, L'Europe et la Révolution
fran«.?aiee, I, 145.
6) Mem. IV, 81?93.
scherm aan de dame en laten we ons-zelf
kletsnat regenen en ons mooie pak finaal
tederven. Altijd, overal, bij elke gelegenheid
toonen we onzen eerbied voor 't schoöne ge
slacht, offeren wij, mannen, ons op voor de
vrouwen !
Je zoudt dus zoo zeggen, dat in onzo
Westersehe beschaafde landen de vrouw
absoluut geen klagensreden kan hebben.
De man is doorgaans de kostverdiener voor
vrouw en kind, die kalmpjes thuis mogen
blijven.
Komt er oorlog, dan neemt de man de
wapenen op, ter bescherming van don
huiselijken baard en wat er zooal mc'i'i' aan
vast zit. De vrouw lant zich en haar boeltje
beschermen.
De man gaat naar z'n caféof sociëteit,
voornamelijk opdat z'n tweede ik (ie
golegenheid hebbe om naar hartelust
modewinkels te gaan bekijken, damefkransjes
te organiseeren of, onder 't voorwendsel
van groote schoonmaak te houden, 't heele
huis ondersteboven te keere».
De man rookt tabak en sigaren, die z'n
gezondheid benadeelen, allén tor wille van
de vrouw, die op geregelde tijdstippen 'n
gegronde aanleiding moot hebben om te
kunnen voldoen aan de specifiek vrouwe
lijke behoefte van eens lokker to kijven.
Desgelijks drinkt de man soms 'n paar
borrels meer dan hij verdragen kan. n.l.
opdat de vrouw kunne voldoen aan de niets
minder specifiek vrouwelijke behoefte, om
van tijd tot tijd eens wat tranen te vergieten !
/óó gaat 't maar -door! Al wat de man
doet, doet hij uitsluitend ter wille van de
vrouw!....
Wie nu echter denkr, dat de doch teren
Eva's dit op hoogen prijs stellen of er
althans tevreden mee*' zijn, die kent 't vrou
welijke karakter niet on slaat de plank
leelijk mis!
De man heeft van 't leven schier al de
lasten, de vrouw vrijwel al de lusten, maar
't schijntje lusten als 't zelfs nog lusten
mogen heeten! dat den man is gebleven,
dat heel kleine beetje gunt de vrouw hem
nog niet eens onverdeeld, ook daarvan tracht
zij eerst nog haar deel to krijgen, om dan
later, evenals in gansch 't sociale leven,
ook daar de eerste plaats te usurpoeren.
'k Bedoel hiermede in 't bizonder 't spelletje,
dat we bestempelen met den naam van
politik.'
Tot nu toe is de vrouw vrijwel buiten
de politiek gebleven. In onze
landsvergaderingen hebben we nog geen vrouwen,
dus ook geen galanterie, geen liefdoeiierij,
geen voorkomendheid. In de politiek zijn
we tot op den huidigen dag
onder-onsmannen gebleven en we kunnen er dus zoo
Zaak-Kleij.
De Pfov. Ouerijsselsche en Zwolsche Courant
schrijft over het ontslag van den majoor
Th. Kleij :
Onlangs werd d w ons melding gemaakt
van het verzoekschrift door den gep. majoor
Th. Kleij aan H. M de Koningin gericht,
houdende bezwaren tegen de wijze, waarop
hem ontslag uit den militair, n dienst is
verleend, alsmede van de af .vijzende beschik
king, welke namens II. M dc.or den Minister
van Oorlog en dien van Koloniën daarop
gevolgd is.
Requestrant, blijkbaar van zijn goed recht
overtuigd, heeft zich nu tot de Tweede Kamer
der Slaten Generaal gewend om door haar
tusschenkomst genoegdoening te verkiijgen.
Over dit adres schrijft men ons uit Deu IJaag:
Lettende op den krassen toon, dien de
adressant aanslaa', kan de lezer moeilijk den
indruk weren, dat genoemde ex-'ioofdMilicier
inderdaad het s-Lichtotfer van willekeur is.
Dat wij, Nederlanders, in de vrijheid van
drukpers een onschatbaar voorrecht bezitten,
blijkt wel zonneklaar uit den inhoud van Jit
geschrift, waarin adressant het htm gegeven
antvvoord van twee ministers onwaar en on
waardig noemt. Deze trroote vrijmoedigheid
van eea oud oilioier, die c'f maanden geleden
nog acïirf dienend was, moet een reden te
meer voor de Tweede Kamer zijn om grondig
te onderzoeken. Want kan de beur Kleij, waar
hij zijn grieven aldus, uitspreekt, zich wel ten
onrechte verongelijkt wanen V Stc'.t hij zich
dan niet aan ernstige moeilijkheden bloot?
En, indien hij wél verongelijk! is, moge dan
de Kamer haar gezag duen geilen om heui
herstel van grieven te verschaffen !
Hier waren maar geringe geschillen op
administratief gebied ' bij betrokken, lezen
wij in het ministerieel antwoord. Maar die
aeiiiige tCichillen" hebben in liet gegeven
ontslag een hoogst err.stig gevolg gehad. En
de de wijie, waarop het on slag is verleend,
was werkelijk zter kicnkeml voor een man,
l dio i 11 Nederland en in de koloniën een
J veeljarigen dien=t had volbracht en die reeds
vroeger onbillijk Ij3handeld was, hc!geen hem
destijds al een moeilijkcn strijd had opgolei l,
dien hij blijkbaar uit een vroeger herstel
in zijn ambt heeft ino^en winnen.
In het nu besproken geschil met zijn
cornonbeloefd, zoo onhebbelijk, zoo ongelikt zijn,
als we zelf maar willen. Van welke vrij
heid wij, 't zij erkend, steeds flink gebruik:
hebben'gemaakt. Maar sinds geruimen tijd
reeds ziet de vrouw hierin 'n suprematie
van den man over de vrouw en dat acht
zij heviglijlc uit tien booz<\ /e wil óók 'n
woordje meepraten in de politiek en eischt
mitsdien rro/itreiil.-ifsreclit.
Vrouwenkiesrecht? Ik voor mij vind 't
uitmuntend als 't maar buiten do politiek
blijft! Dat 'n jongeling z'n meisje mag
kiezen, terwijl 'n meUjo dat niet mag en
nemen moet wie haar vraagt, acht ik een,
inderdaad brullend, onrecht en ten leven
digste begrijp ik, dat vooral oude vrijsters,
zitten gebleven schoenen, daar heftig tegen
opkomen en ook 't recht van kiezen voor
zich begeeren.
Edoch, nogmaals, wnt duivel wil de vrouw
in de politiek doen? Waar /al dat op
uitloopen?
Wel, hierop, dat zij in onzo
regeeriiigslichamen dezelfde rol gaat spelen, die zo
nu reeds speelt in 't echtelijke leven, n.l.
dat zij naarstig zal pogen, er do bazin te
spelen!
.Nou ja. 't is waar, we krijgen dan in 't
huishouden wat rust van haar! Daar be
moeit ze zich dan natuurlijk niet meer mee,
daar heeft ze dan geen tijd meer voor er>,
bovendien, dat is dan ook te min voor haar.
Maar 't zal slechts 'n verplaatsing van do
ellende zijn! Want dan krijgen we in do
'l'weede Kamer en in den Kaad eindeloozo
discussiën; dan krijgen we wetten met
tallooze post-scriptuins: amendementen met
zenuwtoevallen ; interpellaties mot
tranenvloeden enz.
En de mannelijke leden van de Kamer
en den Raad? Dio zitten met de, door de
dames meegebrachte, zuigelingen op den
schootot'doppen poultjesachter hun lessenaar
of jassen aardar polen, on Icrwijl de liddinnen
op 't spreekgestoelte haar wil stokstijf
staan door te drijven, met behulp van allerlei
vrouwelijke wapens, als lachjes, oogjes-ge
ven, snikjes enz. of, wat nog rechter in de
vrouwelijke lijn ligt, door dik en dun oppo
sitie voeren, met 't gevolg misschien, dat
de discussiën zóó hoog loopen, dat de dames
elkaar in de haren vliegen. . . Dat zullen
nog eens ..ingrijpende" veranderingen in
ons politieke leven worden!
Maar waar 'k nu op neer wil komen: de
Yereeniging voor Vrouwenkiesrecht her
denkt binnenkort haar 12X-jarig bestaan.
Te dier gelegenheid heeft zij 'n paar prijs
vragen uitgeschreven en wijl'n geleerde als
ik altijl wel wat kan gebruiken, behoort't
mededingen bij prijsvragen tot een mijner
belangrijkste bronnen van inkomsten.
mandant heelt men hem niet gehoord. Hem
werd zelfs, toen hij uit de bladen zijn ontslag
vernomen had, door een hooger geplaatste
autoriteit (den hoofdintendant) verklaard, dat
hij in het wezen der zaak gelijk had. Toch
werd hij ontslagen en wel op grievende wijze.
Op 24 Juli 11. ontving hij de officieele kennis
geving, dat hem met ingang van l Augustus
ontslag uit den militairen dienst was ver
leend, d i. op een termijn zooals wij in
het request lezen waarop de wet na
reeds niet veroorlooft zelfs een dienstbode
weg te zenden."
De Tweede, Kamer moge nu doen wat zij
kan om deze zaak tot een recht en billijkheid
bevredigend einde te brengen, de Pers doe
evenzeer 't hare om de publieke belangstel
ling te wekken en levendig te houden, ge
dachtig aan het kernachtig woord van
Montesqnieu: ,,'tne injusticf, j'aite A un seul,
est U'ie menace, faite a tnus.:'
3e Jaargang. 15 Juli 1906.
Eed.: C. H. BBOEKKAMP, Damrak 59, Amst.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betrefl'ende, te richten aan bovenstaand adres.
Probleem No. 64, ter mededinging" No. .
Zwart (12 schijven en l dam).
Wit (12 schijven en l dam).
Oplossingen moeten binnen 14 dagen wor
den opgezonden aan bovenstaand adres.
UIT DE DAMWERELD.
Men ve'zoekt ons te vermelden, dat het
bestuur van de damclub De Vrieu Ischap"
te Zaandam is samengesteld als colgt: de
heeren 11. C. Win er, voorzitter; K. Slagter,
vice-voorzitter ; J. van Dailen. Ie secretaris,
Stationstraat 10 ; J. Kis, 2d secr.; . Roos, Ie
penningmeester; J. Adam?, 2e penningen.; A.
Vink, commissaris.
De speelavonden worden lederen Maandag
gehouden in de boveiuaal van CaféXeui"
\Vestzijde, Zaandam.
Zondag 8 JuH j.l. nerd te Haarlem, in het
Brongebouw, een const;tueerende vergadering
gehouden van den Nationalen Dambond. Het
bestuur werd samengesteld uit de heeren:
C. G. Vervloet, Rotterdam, Ie voor?,.; Ph. L.
BattefeH, A'dam, vice-voor/,.; Ileuri J. v. d.
Breek, Rotteidam, Ie tier.; A. L.
Zuidsrcherwonde, Schagerbrug, 2e seer.; P. Clay, A
kmaar; J. (ie Haas. A'dam, en Jan Je Heer Az.,
commissaiissen. Tot plaats vo >r de voUende
jaarvergadering is aangewezen
MiddeuBeemster. K. r. <J. D.
Oplossing van het einJspel Xo. 03, van
dt-ii auteur:
W 44 35 , 3') 4i't. 40 35! , 35-4'.)e,nz ren.!
'L 34 ;;cj .i.li.i'.lv. is 22 MIJ 4; lil'.ii.ii.,
Sö-T.l. T.) 24 mr. R.
H 2-' -;-., 28-03,
De cer&to prijsvraag betreft 'n
ontwerpteekening van 'n insigne voor do Hddinnen
i!er vereeniging, dat zichtbaar moot worden
gedragen. Onder ons gezond on gezwegen,
waartoe zoo'n ding noodig i?, vermag ik
niet te snappen! Immers, als ja 'n darue
>,ief, die niet koket is, dio reformkleeding,
'n hril en kort haar draast on goenerlci
vrouwelijke charme bezit, dan weet immers
oen iegelijk, dat zij 'n voorstandster van, <>/
'n ijveraarster voor vrouwenkiesrecht is?
| (Ik'zeg'niet opzet ,.of", omdat 'n vrouw
l ói'ik wel eens ijvert voor iets, waar ze
absoi luut goen voorstan,ister van is, alleen maar
uit lust tot dwarsilrijven, uit koppigheid
enz.) Wolk aanleiding bestaat o r dus nog,
om /e mot 'n zichtbaar godragen insigne
te merken 'i
Enfin, dat moeten die vrouwtjes zelf'maar
j weten, 't Insigne behoort, volgens de opgave.
symbolisch to belichamen do idoe:
vrou\Yenkicsrecht''. En er wordt uitdrukkelijk
bij gezogd : de symboliek mag niet te diep
verscholen liggen.'
Welnu, ik stel voor op 't insigne af te
beelden: 'n man, die met onmiskenbaar mis
hagen 'n bord aangebrande soep zit te eten",
of" 'n paar jonge kinderen mi't, laat 'k
j zeggen vochtige" neusjes, ongekamde ha
ren, groote güten iii hun kousen en slorJig
gekleed." 'k Geloof, dat de symboliek hier
heolemaal niet diep verscholen li»t!
Als eerste prijs wordt uitgeloofd: 't be
kroonde ontwerp in goud uitgevoerd of'
? 25, naar keuze. Mocht de jury dit mijn
antwoord op de prijsvraag 'n bekroning
waardig keuren, waaraan 'k, met al do
professorale bescheidenheid, die iüme is,
niet twijfel dan neem 'k maar liever
de 25 pop. 't Insigne in goud kunnen de
dames dan zelf houden.
De tweede prijsvraag is drieledig. Ge
vraagd wordt: a. 'n monoloog, b. 'n dia
loog, c. 'n comediestuk.
Aan alle drie wordt de eisch gesteld te
zijn van propagandistisch karakter ten be
hoeve van 't vrouwenkiesrecht.
Nu, 'n monoloog is gemakkelijk te maken.
Je neemt maar heel gewoon als voorbeeld
zoo'n aan politiek doende dame in haar
huisgezin. Je zal zien, daar heeft zij heele
maal alleen 't woord; noch de heer des huizes,
noch de overige huisgenooten hebben iets
in te brengen - je zuiverste monoloog dus!
En propagandistisch van je welste !
Immers, wie haar hoort monologeeren zal
subiet inzien, dat vrouwenkiesrecht niet al
leen wenschelijk is, maar zelfs dringend no>
dig. Want als'dergelijke vrouwen niet zélf't
recht van kiezen hebben en moeten wachten
tot ze door anderen worden gekozen och,
lieve tijd, dan kregen ze nooit 'n man !!!!
, 35-13, 13-27 enz. R.
G 22-27, 27-32,
., . 3.v 13. 13-19. 19 24 enz. R.
F 2i-2ö, 22-2», 2>-33,
, 35-49, 49-27 enz. R.
E 21-27, 27-31,
, 35-13 , 13 30, 30-39 enz. R.
D 18-2i, 21-27 a, 34-40,
, 13-19,19-30 , 30-8 , 8-12 enz. R.
a 22-28, 28-33, 33-39 Lj,21-26 of 27,
, 30-35, 35-44, 44-49 enz. R.
1) 34-40, 4U-45, 33-38,
35-21 , 2-11, 11-10 en/. R.
C 18-23, 34 39a,b,c,d,e, 39-43,
, 2-7 enz. R
e 34-40,
2-lfi, 1G-38 enz. R.
d 2a-i;y, zi-j;ü,
., . 2-19. 1930 enz, als bij D. a. R.
c i3-28, 28-33,
, 2-7 , 7-T6. 16-38 en*. R.
b 21-27, 23-29, 27-31,
, 2-7 , 7-18 , ]8-27, zie verder B
a 21-20, 23-29, 25-30 of?,
.. . 3% 2 .27, 7-18,18-27!
B 2L-2G, 18-23a.ö.c., 23-29, 25-3U, 34-39 d. e. f.,
27-38. 38-37! . 27-18. 18-34 en/. R.
29-34, 39-44 g. U , 34-39, ~~
, 27-18 , 18-22 , 22-39 enz. R.
h 34 40, 30-31 1), B'J-4b 2),
, 22-18 ens. R.
2) 4U-44,
, 18-31 enz R.
]) 40-40, of 44,
, 27-22, 23-39 enz. R.
g 30-35, 3943,
, 27 43 , 43-38, 38-43 enz. R.
f 34-40, 30-35 1), 29-34,
, 43-49 . 49 35 PTIZ. P,.
1) 2t>-34, 40-45 *,
.. , 49-43 enz. R.
* 30-35,
, 27-38 enz. R.
e. 30-35,
,. .. , 27-18, 18-34 en';. R.
d 29 33, 34 39,
., . 2-7 enz R.
c 20 3i,
., .. . 2-7. 7-11 enz. R.
b 18-22," 34-09,
, 27 pnz. R.
a 34-lu ol 39,
30 2 . 2-7 , 7-16, 16-38 R.
A 21-27, 18-23 a. h.c.d e., 23-29, 2/-31,
, 2-30, 30 39 enz., of 2-7 en 7-11 enz.K.
e 18-22, 34 40,
., ,2-7 en/. R.
d 27~3~r;
., , 2-7'enz. R.
Xo. 23. !
D 43 38:
K - i
Xo. 27. j
E 21-17
G
No. 33. j
F
E - j
No.
F
K
No.
F
M
No.
G
F
35.
36.
39.
No.
G
N
No.
: H 3
j K
: Nu.
\ K
i E
42. ;
1 i
1 :
47. i
4-29
57. i
1 i
1 i
No
K
G
No
>T
D
Xo
N
K
S.
1
1
. 74.
35 30
. 77.
34-30
c 27-32,
2-7 7 1.1 enz. R
b 34-aii, 18-2^,
, 2-7 enz. Remise.
a 34-4:i.
CORRESPONDENTIE-WEDSTRIJD-,
Tabel der gespeelde zetten van Wit.
P.
W.
Z.
P.
W.
Z.
p.
w.
Z.
* Voortzetting van partij :
F verhinderd met kennisgeving.
No. 47. H. presenteert de remise.
IIIMMlIltlilllllllllllMlllllllHIIIIIlmlIIMlIlllllmlIMIIIlmlIlnlIimlIlmlU
't Fabriceeren van 'n dialoog is lastiger.
Dat zal, denk ik, 'n samenspraak moeten
zijn tusschen twee aan politiek doendo
dames. "SVant neem je 'n dame en 'n heer
als dramatis personae, dan wordt 't onver
mijdelijk 'weor 'n monoloog, omdat de heer
toch n'iot aan 't woord zal komen. Maar 2
dames dan 'f Die praten natuurlijk beiden
tegelijk en de een laat de ander niet aan
't woord komen !... Neen, dat ehapitre
moet 'k nog eens bepeinzen.
Yoor 't comedie-stuk kan 'k me geen
aardiger en passender gegeven denken dan
'n vergadering van, 'n
danies-kiesvereeriiging. We hebben al eens iets van dien aard
op de planken gehad, maar dat was oude
school'1, 't Dient nu modern te zijn! De
jeugd" bemoeit er /,ich tegenwoordig im
mers óók mee 'i
/iehier dan: Candi.laat Meneer A. wordt
niet afgevaardigd, omdat hij 'n kaal hoofd
heeften de dames liever 'n krullebol kiezen.
Meneer !<-, de tvvcedo candidaat, wordt vin
nig door do presidente bestreden, omdat hij
op de laatste soiree niet genoeg notitie van
haar heeft genomen, 't geen voor eenige
andere dames juist weer"'n reden is, om wél
op hem te stemmen. Meneer C. wordt warm
verdedigd; die moet beslist gekozen wor
den; liij walst n.l. zoo goddelijk! en/, enz.
Ten slütte krijgen de dames 't onderling te
kwaad, omdat'ieder van haar meent 't meeste
recht te hebbon op den favoriet candidaat.
't Einde is 'n verwarde, zeer heftige
jaloezie-s< ne, waaraan llofnann-druppels,
losgemaakte japonnen, haarspelden enz.
medewerken en te midden van de hevigste
vrouwenbeweging" sluit de presidente de
vergadering, zonder dat 'T een van de,
inmiddels op de vlucht geslagen, candidaten
is gekozen .. .
Maar laat 'k het liever niet al te bont
maken, om 't niet hopeloos bij 't schoöne
geslacht te verbruien!
Dus nogmaals: 'k vind 't bestig, dat de
zwakke sexelingen eindelijk óók kiesrecht
krijgen. De vrouwtjes zullen 'n tikje kleur
en frischheid en.'., vroolijkheid in ons
politiek leven brengen.
Ken ding verlang 'k er echter direct bij,
n.l. de oprichting van Staatskeukens! Want
als de huismoeders en de keukenmeiden
aan de politiek gaan doen dan moet
de Staat maar voor 't eten zorgen!
Correspondent-ie: Den beer B. te Velp.
Bij gelegenheid hoop ik eens aan uw ver
langen te voldoen. Prof. II. N.