De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 15 juli pagina 5

15 juli 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1516 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. MAGGI's Soepen in tabletten, merk Ernisster, magen het mogelijk om in den kortst mogeljjken tijd (10?25 minuten), slechts met water, voortreffelijke krachtige soepen klaar te maken. Per tablet voor 2 flinke borden Fransche soepen 10 Ct.» Pikante soepen 13 MAGGI's Bouillon-Capsules, merk Kruisster, geven door oplossing in kokend water oogenblikkeljjk een voortreffelyken voor het gebruik gereed zijnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen Consommé(extra sterk vleeschnat zonder vet) 12 Ct. Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 MAGGI's Aroma, merk Krnisster, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassecden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Verkrijgbaar in flaeons vanaf 30 Ct. ililliiiiiiiiiiiMiimiii IIIIIIIMIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIII Zoier-üitfoerin te Naarden. Men mag gerust erkennen datbetdegroote verdienste is geweest van Eichard Wagner, te eisenen dat er tus'chen tekst en muziek een innig verband bestaat. . Het wezen der muzikale kunst en wel speciaal der vocale muziek, moet daardoor aan intensiteit winnen. BÜde uitvoering eener nieuwe opera vraagt men allereerst naar den tekst. * BÜde beoordeeling van een nieuw lied onderzoekt men allereerst of de componist er in geslaagd is den geest van bet gedicht weer te geven, i De tijd is dan ook lang voorbij dat men muziek slechts beschouwde als een aange name oorenkitteling, die den toehoorder voor een wijle een genotvolle verpoozing bezorgde. Het kan niet ontkend worden, dat men met deze opvatting van muziek menigmalen in verlegenheid komt, ten opzichte van enkele werken onzer klassieke meesters. Dit is o. a. het geval mét de groote mi a in c Mol van den onsterfelyken Mozart, welke mis op de laatste zomer-uit voering in de groote kerk te Naarden ten gehoor e gebracht werd. De oudste muziek op den mistekst is het Gregoriaansch. Vooral in den laatsten tyd is men doende de oudste vormen dtr gregoriaansche muziek op te sporen en in eere te herstellen. Naast het Gregoriaansch kan men stellen de werken onzer muzikale primitieven, zooals Dufay, Obrecht, Josquin en der andere mees ters uit de vocaalperiode, zooals Palestrina en Orlando di Lasso. Verschillende hunner wer ken zijc gebaseerd op motieven aan het Gregoriaanech ontleend. In zekeren zin kan men dan ook deze werken beschouwen in onmiddellijk verband met het Gregoriaansch. Toen voor een vijf en twintig of dertig jaren geleden de kunst van een Palestrina en diens tjjdgenooten begon te herleven was men niet weinig verbaasd op te merken hoe de geest hunner werken doordrongen was van een echt religieus gevoel, dat zy'n oorsprong te vinden had in de enge verwantschap tusschen tekst en muziek. Het bleek dus dat in vroegeren tijd de toondichters wel degelijk daar mede rekening gehouden hebben en dat de afwijking, waarop ik hierboven doelde, slechts beschouwd moet worden als een tijdelijke ontaardisg der muzikale kunst. Doch ook in de missen van Bach, de groote meester der protestantsche kerkmuziek, ont moet men eveneens een diep religieus ge voel. Wel is waar geeft zijn muziek ons geen gewaarwordingen van echt liturgische kunst, doch de innige vroomheid en diepen ernst van dezen toonheros drukken den stempel op al zijn Werken, ook op die van specifiek katholieke beteekenis. Ik geloof veilig te kunnen beweren, dat het karakter, de levensbeschouwing van een man als Bach in hooge mate zijn kunst zal geïnflaenceerd hebben. Gewis, humor was Bach niet vreemd en in zijn Streit zwi«chen Phöbus und Pan" in zijn Zufrieden gestellte Aeolns" en andere dergelijke werken heeft hvj dien humor ook genoegzaam ge openbaard ; maar de grondtrekken van Bach's muziek bestaan toch uit ernst en vromen zin. Deze eigenschappen waren den Leipziger Thomas-Cantor in hooge mate eigen. Ik geloof niet te ver te gaan, wanneer ik beweer dat men bij Haydn en Mozart hun karakter en hunne zorgelooze levensopvatting kan herkennen in hun kerkmuziek. Wenn ich das Lob des Herrn Gott singeu soll, dann hüpft mir das Herz vor lauter Freude"; in deze woorden van Josef Haydn ziet men het standpunt van de twee Oostenrij ksche blijmoedige kunstenaars, die in hunne muziek een wereld vol zaligheid ons heb ben geschon ken, wier voorhoofd zich nooit gerimpeld heeft vertoond en die ook in hunne kerkmuziek zich volstrekt geen moeite hebben gegeven hun waren aard tijdelijk te doen terugtreden achter de verhevenheid der liturgische tekstwoorden. Dat is het. Palestrina en Orlando wisten zich geheel te doen vervullen van de mystieke bekoring, die uitgaat van de liturgie en trachtten deze zóó te doorgronden, dat hun eigen ik geheel op den achtergrond trad Haydn en Mozart legden hun geheele blijmoedige wezen neer in hun muziek; zij droegen die aan God op, onbekommerd daarover of hunne muzikale wedergave wel steeds strookte met de betee kenis der tekstwoorden. Op die wijze kan men hunne opvatting \erklaren. Zich daar mede vereenigen behoeft men echter niet. Mozart is misschien de geniaalste kunste naar, dien de wereld heeft voortgebracht. Hemelsche melodieën van engelachtige klaar heid wellen, als een onuitputtelijke bron, uit zijn geest op. Toch heb ik in de kerk te Naar den geen oogenblik de ontroering gevoeld van echte kerkelijke kunst. En de omgeving zou daartoe zoo meegewerkt hebben I Een groote, mooie kerk, prachtvol van lijn, in een mystiek halfduister, eerst door het ondergaande zonlicht, later door het warme schijnsel van waskaarsen beschenen en een aandachtig luisterende toehoordersschare t Is het mijn schuld dat ik somwijlen moest denken, waarom heeft onze eerste Nederlandsche zangeres deze wjjdingsvolle plaats uitgekozen tot het zingen van- hare vocalisen? Kan ik het helpen dat b.v. bij het Laudamus te" de gedachte bij mij opkwam, hoe is toch die aria, die in de Entfuhrüng" of Cosi fan tutte" zoo uitstekend op baar plaats zou zijn, in deze kerk verzeild geraakt? De lezer begrijpt dat ik dus over Mozart's mis als stemmingsmuziek weinig meer te zeggen heb. En als muziek an und für sich" daartoe zou het voldoende zy'n te volstaan met de opmerking dat Mozart de componist is. Toch heeft de lezer het recht iets meer te hooren van dit werk, dat nog slechts n keer in dien vorm in ons land werd uitge voerd, nl. voor een paar jaren te Kotterdam door Gemengd Koor" onder George Kijken. In di«n vorm zeg ik ; want in 1889 werd door de zangvereeniging Excelsior onder leiding van Henri Viotta een viertal nummers uitgevoerd van het oratorium Davidde penitente", een werk dat door Mozart op bestelling was geleverd en waarvoor hij enkele nummers uit zijn mis gebruikte, na ze van Italiaansche woorden te hebben voorzien. De mis is niet in haar geheel tot ons ge komen, maar door den dirigent van den Dreedener Mozartverein" Alois Schmitt ge completeerd, uit vroegere werken van Mozart. Een torso is dus deze mis en dit opzicht bestaat er dan ook verwantschap tusschen dit werk en 's meesters Requiem". Ook heeft Schmitt de instrumentatie herzien en aangevuld. Op de vraag of hij dit geheel in Mozart's geest heeft gedaan, zon men, vooral bij de begeleiding der f uga'g Cum eancto spiritu" en Et vitam ventnri" een groot vraagteeken willen plaatsen. Het gebruik van het koper zooals het daar plaats vindt is toch wel zeer on-Mozartsch l Ik zou aan de waarheid te kort doen, indien ik niet in het licht stelde dat Mozart in enkele nummers een meer diepzinnigen toon heeft aangeslagen. Zoo mag men enkele koorgedeelten van het Kyrië", het Gratias", vooral het Qui tollis" voor dubbelkoor, het Cruciflxus" en den aanhef van het Sanctus" als meer religieus opgevatte gedeelten be schouwen. Voorts mag men bewonderen welk een schoon muziekstuk het Et incarnatns est' geworden is door de begeleiding van fluit-, hoboe- en fagot-soli. Men mag eindeljjk erkennen, dat Mozart in het Cum sancto spiritu", het Et vitam venturf' en het Osanna" blijk geeft den fugastijl met elegant meesterschap te beheerschen. Wat nu de uitvoering aangaat de direct eur, Johan Schoonderbeek, mag met rechtmatige voldoening terugblikken op de resultaten van zijn ijver. De koren klonken beschaafd en zeker ; een weifeling by het begin van het Osanna" mag men als van voorbygaanden aard beschouwen. Vooral de koren van lang zame beweging kwamen in de Naarder kerk goed tot hun recht; daar werd waarlijk een ideale klank bereikt. Zooals het meer gaat met kerken waarin een voor den gedragen koorklank gunstige resonans aanwezig is, klonken de gefigureerde koren een weinig verward. Het Concertgebouw-orchest werkte mede; dus daarmede is tevens geconstateerd dat de begeleiding in de beste handen wa*. Een afzonderlijke vermelding verdienen de heeren Nic. Klasen, R. Krüger en P. Elders, voor hunne soli in het Et incarnatus est." De heer Anton H. Tierie vervulde voor treffelijk zijn wel is waar niet zeer op den voorgrond tredende taak en de solisten... aan de spitse daarvan stond mevrouw Noor dewier. Niemand als zij kan zóó de engel achtige klaarheid van Mozart, waarop ik straks zinspeelde, tot uiting brengen. Inder daad, de nobele zangkunst van deze priesteresse verleende aan het geheel groote bekoring. Mejuffrouw v. Linden v. d. Heuvell was de andere sopraan. Zy bewees opnieuw welk een voortreffelijke kunstenares wy' in haar bezitten. In het Domine Deus" voor twee sopranen, wedijverden hare tonen met die van mevrouw Noordewier in schoonheid en reinen zang. De heeren Walter van Son en Hendrik van Oort vulden de ensembles met hunne zeer gewaardeerde talenten aan. Een groot aantal toehoorders uit het gansche Gooi, uit Amsterdam en uit de Stichtsche hoofdstad, gaf den heer Schoonderbeek blijk hoezeer zijn streven en zijn talent op prijs gesteld wordt. ANT. AVBEKAMP. Oe Amsterdamsche Bond voor licha. meiyke opvoeding verzoekt ons naar aanleiding van dr.Gunning's schrijven in De Amsterdammer van Juni, artikel 4 der statuten te publiceeren: Leden. De Vereeniging heeft leden, donateurs en begunstigers. Ledfin kunnen alleen zijn : te Amsterdam of in de omgeving gevestigde vereenigingen, rechtspersoonlijkheid bezittende, die een doel beoogen, aan het doel van den Bond ver want. Zij betalen eene contributie van min stens ? 2.50 's jaars. Donateurs kunnen vereenigingen en per sonen worden, die belang stellen in de licha melijke volksopvoeding en jaarlijks een con tributie van minstens ?10.?betalen. Begunstigers kunnen allen worden die een jaarlijksche bijdrage van minstens ? 1. toezeggen". P. H. LUITING, 51 P. C. Hooftstr., Penningm. iniiiiiiiiiiiiiiuiiiuiuiiuiiiiin miiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiM UIT DE Onze Hortus. Eigenlijk ging ik er heen om een paar bloemen die ik noodig had voor detail-teekeningen in een tweede opstel : Langs den korenakker. Maar toen ik er in was en weer eens volop genoot van al 't schoone dat mij midden in 't stadsgewoel als in een toovertuin omsloot, dacht ik, neen, die korenbl >emen zijn er de volgende weken ook nog wel ; en 't is nu net de tijd dat de meeste Nederlanders, die Amsterdam en natuurlijk Artis bezoeken, den Hortus voorbij loopen of voorbij trammen ; meestal zonder te weten, dat hij er is en wat hij is. Dit is voor een groot deel de schuld van den Hortus zelf; die ligt daar aan den ingang van de Plantage zoo stil en geheim zinnig met groen omsloten, zoo voornaam en zoo mooi en toch zoo weinig lokkend, dat ieder vreemdeling die er voor 't eerst langs tramt, vraagt, wat is dat ? Als hij een goed antwoord krijgt, zegt hij, O, zoo !" en rijdt verder, want Artis zegt zoo veel en Hortus niets. En dan de toegang l Een hooge donkere ijzeren hekdeur, gesloten bijna altijd, met een bel naast de spijlen, als voor een streng verboden buitenplaats. Dat is geen uitlokkende toegang. Een ingang moet een u tnoodiging zy'n; open deur en een mooi aangekleede portier, aan wie je wat vragen kunt, een bordje waar je op lezen kunt hoeveel 't kost en van wanneer tot wanneer men er in mag. Een Hortus botanicus is een stndietuin, zult ge zeggen; daar heeft 't groote publiek niets te maken. Dat is beslist niet waar; men kan evengoed zeggen, dat een Schilderijen museum of de Insectencollecties in Artis of de Universiteits-bibliotheek niet voor't publiek bestemd zijn. Alles wat mooi en goed is, alles wat wetenschap en kunst vereenigt, is voor 't volk, dat 't betaalt. En al mocht 't vroeger waar zijn geweest, dat de groote menigte aan een bezoek in een Hortus niets heeft, dit geldt tegenwoordig niet meer, althans niet meer voor dat deel van ons volk, dat langzamerhand belang is gaan stellen in de wonderen der levende natuur; niet meer voor hen, die hun jaarlijks reisje doen naar de stille oorden van binnenof buitenland; waar ze tusschen boomen en bloemen rust en vrede en kracht zoeken en hun geest vermoeien en verrijken met die weldoende indrukken, die alleen degeheimzinland, die in de vacantie bloeien. Daar is een aparte boschhoek, waar een massa moois en belangwekkend op natuurlijke wijze bijeen en dooreen groeit; het eenige verschil is dat hier in dezen boschhoek in klein bestek veel soorten bijeen groeien, terwijl 't aantal voorwerpen van elke soort in de natuur zoo veel grooter is; dat spreekt van zelf. Maar juist dat maakt den indruk sterker; en de gedachte op een wandeling: die plant heb ik meer gezien," wekt de belangstelling. Een veentje met onze vaderlandsche moerasplanten, een vijver pas vernieuwd en vermooid, prachtig begroeid met onze waterplanten, een groot bassin bij den ingang met heerlijke rose en gele uitheemsche waterlelies, dat zijn allemaal groepen, die ieders belangstelling waard zijn en die aan iedereen, niet alleen aan studenten, aestethisch genot kunnen schenken. En wat bergt de tuin een macht en een schat van bloemheesters, bekend . en en perken en laantjes langs, waar de planten familie'sge wijze gerangschikt staan; dien zullen ook de geneeskrachtige planten interes seeren, al is hij geen student in de medecijnen ; die zal ook een blaadje van de pistacia willen plukken en doorbreken en 't in een waterkuip leggen, om de terpentijn" er uit te zien stroomen, en 't halve blaadje door de reactie achteruit over 't water zien voortschieten; of 't amerikaansche duizendblad willen onderduiken om 't prachtig ver schijnsel, dat de luchtbellen vertoonen die 't meeneemt; of de zy'deplant bestudeeren in zijn bestuivingsdetails, die nog wonderlijker zijn dan bij de orchideeën ; of bewonderend staan voor de reuzenlelies ; of peinzend over wording en verwording bij de Gingko's; medelijdend en ietwat komisch aangedaan bij een ceder van den Libanon, van nog geen manshoogte; denkend aan Grieksche bouwkunst bij 't Acanthus-bed. nige en wonderlijke plantenwereld geven kan. Toen ik daar gisteren stond bij de be scheiden rotspartij van eenige meters omtrek waarop de alpenflora bloeide, dacht ik : ieder die naar Zwitserland of een ander hoog gebergte gaat, moest hier eerst een kijkje komen nemen, en in een schetsboekje wat namen en zoo mogelijk kleuren en vormen noteeren ; wat zou dat helpen om bij en naast den grootschen indruk van 't geheel daarginds de kracht van de details te leeren vatten en waardeeren. Edelweisz en vele andere mooie en algemeen e alpenbloemen, groeien en bloeien hier vlak voor je voeten tusschen de rotsspleten ; wie dat eerst eens zonder vermoeienis van nabij bekeken heeft en de meestal halfbekende namen van 't naambordje heeft overgeschreven, ziet ze daarginds eerder en beter. Zoo is 't met de boschplanten van ons vaderHet ronde bassin. onbekend ; vele met wonderlijke vormen, alle voorzien van een bordje die den belang stellende of den nieuwsgierige naam en her komst vermelden. Heele groepen coniferen die ieder vaak ziet en maar zelden onder scheidt, staan hier in 't rond; dicht opeen groeien de struiken en vaste planten waartusschen overal, net als in de groote bosschen van Eifel, Harz, Thüringen en Schwarzwald, de hooge Digitalis opschiet; prachtexemplaren, sommige met een zonderlinge klokvormige topbloem die niets meer van een vingerhoed heeft, andere met tinten en teekeningen die ze aan proefnemingen en cultuur te danken of te wijten hebben. Dat is allemaal mooi en goed voor de opper vlakkige kijkers, die met indrukken te vreden zy'n; voor den bloemen vriend en plantenkenner is er veel meer, meer dan in n dag opge nomen kan worden. Die gaat ook de rotonde In die paar hectare is de heele planten wereld opeengedrongen, en toch niet pakhuis achtig opgestapeld; de Hortus spreekt ons nog wel degelijk van kunst in de groepeering, en gevoel voor natuurschoon bij de keuze van hen, die moesten woekeren met zoo'n klein plekje gronds. Dat is nog maar alleen, wat in de open lucht te genieten valt. Maar er zijn kassen, broeikassen van belang, met palmen, boomvaren en orchideeën, met tropische water planten, overweldigend door afmeting, vorm en kleuren; de VictoriaRegia-bladeren naderen het einde van hun groei, van tafelbladgrootte zijn ze al, ofschoon pas een paar maanden geleden gezaaid; ze dry ven tusschen de blauwe waterlelie, de verheven lotos en de alledaagsche rijst. De Hortus is open van regen tot vier uur voor ieder belangstellende ; de toegang is door 't gemeentebestuur op 25 et. bepaald. Bel maar aan in den hoek bij 't hek, naast het lage huisje met de wilde wingerd, er is een tramhalte voor de brug; elke tramconducteur trouwens zet u neer, waar u wezen moet. Ga er 's morgens heen ; alle beambten, tot de tuinjongens toe, zy'n beleefd en vriendelijk; voorkomend ook, als ge belangstelling of weet gierigheid toont, zy kennen hun planten, ze houden er van en zy'n bly, als ze u iets inte ressants vertellen of aanwijzen mogen. E. HEIMANS. * # * CORRESPONDENTIE. Hartelyk dank, ook uit naam van de com missie voor 't vacantie-kinderfeest te Am sterdam, aan allen groot en klein, die gehoor gaven aan mijn oproep van voor verleden week. Meer dan ? 3UO was er al den 4den Juli büden heer Van Breemen (Wagenaarstraat 6, Amsterdam) gezonden ; 't regende postwissels, brieven met postzegels uit alle oorden van 't land", schreef mij genoemde heer. Eenige honderden misdeelde Amsterdammertjesmeer zullen nu meegaan, n dag royaal op reis uit de achterbuurt weg naar strand of bosch, heide of duin, dank zy stellig de vele kin deren van buiten, die voelden wat de stumperds misten. A. G. S. De twee groote boomen by de beren in Artis, met eschachtig blad en de han gende groene vruchttrossen van ruim een halven meter lengte, zy'n vleugelnoten" (Pterocarya's). B. B. D. Uw diertje is een bladwesplarve, geen rups; schadelijk voor de rozen. Het andere parel-ronde ding is een pop van een zweefvlieg, de larve ruimt flink op onder de bladluizen. In 't vervolg zitten laten. Tegen de bladwespjes, die de rozenbladeren doen op rollen, is weinig anders te doen, dan afknip pen, nog eens afknippen van het blad, zoo gauw de rolling zichtbaar wordt. N*. N. (briefjes verloren geraakt). De uitgroeisels op 't lindeblad zy'n gallen van een mijt (al vroeger geteekend in de Groene) en een lindeblad (fan inlandsche soorten) is bijna altijd scheef, de eene zijde is kleiner dan de andere (dat is geen ziekte maar natuur). Das Blatt ist wie ein Herz gestaltet" zei Goethe al; en een menschenhart is scheef. In de warme kas.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl