De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 15 juli pagina 8

15 juli 1906 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1516 Lt taan a, deudêde ne botte*, iufufotmt du tegiment ' ' ' ^ iiiiuiiniiiiiiiiiiniiii ...... in ..... immuun ....... nu ...... i ........ mm ..... Bembrandt- doctoraten . De faculteit van Letteren en Wijsbe geerte der Amsterdamsche Hoogeschool heeft den gelukkigen inval gehad, Rembrandt ter eere, niet minder dan vijf personen, die zich door hun studie, aan des grooten schilders leven en kunst gewijd, verdienstelijk hebben gemaakt, de doctors-bul te schenken. Bode, Michel, Bredius, Jan Veth en Hofstede de Groot zijn de gelukkigen; wij zeggen niet : de bevoorrechten, want algemeen zal erkend worden, dat, indien het dóctorschap honoris causa kon gevorderd worden ieder hunner het als Rëmbrandt-vorscher jure suo had kunnen eischen. En toch de faculteit deed naar onze overtuiging een zeer onvolkomen, al te gebrekkig werk. Hoe was het mogelijk, dat, waar zij terecht Bredius, Veth en de Groot die eer waardig keurde, zij Van Deyssel durfde voorbijgaan, als bestond Karel Alberdingk Thijm, in de hoedanig heid van letterkundig en wijsgeerig Rembrandt-vorscher, voor haar niet? Zeker, daar bestaat studie ten opzichte van Rembrandt en zijn werk van velerlei aard. Er is een historisch vorschen, een technisch vorschen, ook een antiquarisch vorschen, zelfs een commercieel vorschen geenzins door ons geminacht; maar boven dit alles heeft waarde het artistiekpsychologisch doordringen in de ziel van den schilder en zijn werk. Door dit laatste toch alleen komt men tot de rijpe kennis van hetgeen een genie heeft voortgebracht. En nu ons land hét geluk heeft bij dit derde eeuwfeest, een man te bezitten, wien men het geniale niet zal kunnen ontzeggen, die zijn gansche ziel ge worpen heeft in de diepste diepte van dat mysterieuse leven verklaart eene Amsterdamsche faculteit van Letteren en Wijsbegeerte: deze wijze van Rem brandt en zijn kunst te benaderen gaat mij niet aan, als zij niet tevens leidt tot winste voor de samenstelling van catalogus of lexicon. Arme faculteit, die zelfs een bundel als Van Deyssel's-Rembrandtstudiën niet een voldoende dissertatie acht voor een hon. causa-doctoraat ! Hoe doet gij weder denken aan die oude faculteit der letteren en wijsbegeerte, liefst heelemaal zonder wijsbegeerte; en een van letteren", waarbij dat woord schier uitsluitend den'zin van taalgepeuter had. Wie heeft u verleid aldus uw eigen aangezicht te schenden ? (Machten naar aanleiding van de Rembrandt-feesten. Groot is het volk dat zijn groote mannen eert tijdens hun leven. Eén schilderij, getocht van een levend schilder met talent, is een grooter eer aan Rembrandts nagedachtenis gebracht dan een optocht van 't Rok i n tot zekere armeluis-woning op de Kozengraeht. Welke vereering van zijn nagedachtenis heeft iemand noodig van anderen, die door zijn eigen werk voor zijn nagedachtenis heeft gezorgd zooals Kembrandt? Een volk dat drie eeuwen noodig heeft gehad, eer het er toe kwam een biographie te doen schrijven van den grootsten man, dien het heeft opgeleverd, moest liever minder luidruchtig een feest vieren waarbij het zich zoo over zijn verleden heeft te schamen. Ik stel voor de lommerd op den O.-Z. Voorburgwal te illu mineeren ter eere van 't Eerabrandt-feest. Daar heeft immers een anderen groote zoon armoed en vernedering geleden in de gouden eeuw". Professor doctor Jan Veth zoo moet het eens worden. Doctor Rembrandt zou ook niet kwaad klinken. Laat ons van Rijn dokteren in effigie. Is het waar, dat ter eere van het Rembrandt-feest, 't Museum Podor een week lang gratis geopend blijft en op uren, dat ook een gewoon, mensch, tijd tot bezoek heeft? Rembrandt moet vél van de Joden ge houden en begrepen hebben zijn lotgenooten immers in miskenning. Met de hand op 't hart hoeveel menschen vinden Rembrandt's werken waardchtig en eerlijk mooi ? Juist zooveel als w e rk e l ij k in staat zijn van een Joseph in Dothan-voorstelling te genieten. Rembrandt populair maken door repro ductie ? Ik herinner mij een klein herbergje aan de Schinkel. Daar heeft een onbekend schilder, die er wat lang wachten moest op de boot, in een goeden luim tegen een houten beschot met olieverf een waarlijk mooi Rembrandtiek avondgezicht op de Schinkel geschilderd. Dat 's mooi," zei ik tegen 't moedertje, dat de herberg houdt. Ja mynheer, en je kunt het afwasschen met zeep, zonder dat 't er af gaat." (Historisch). Het stuk, dat wellicht van de Nacht wacht" is afgesneden om 't schilderij voor de lijst pasklaar te maken, heeft een sym bolische beteekenis voor de persoonlijkheid van Rembrandt die immers ook niet in de lijst van zijn tijd heeft gepast. Van zijn tijd niet en evenmin van onzen t ij d ondanks de feestherrie. "Wat men werkelijk van Rembrandt's werk begrepen heeft, leert men uit den naam van Nachtwacht" voor een schilderij, dat van gouden zonlicht schittert. Als men den echten Rembrandt kent, zooals bij is, wanneer hij vrij schildert. ziet men duidelijk dat de Staalmeesters een bestelling van kleermakers is. Rem brandt's ziel naar 's snijderssmaak besneden. Hang middelmatige copiën van Rem brandt's werken 's nachts op de plaats van de echten. Hoeveel menschen zullen het den volgenden dag merken? Jan Steen is geschikt om populair te worden gemaakt door reproducties. Iedereen begrijpt van Jan Steen wat door een reproductie van een schilderij is weer te geven de inhoud. Daarom ook zou by een Jan Steen-feest veel minder kunst zin gehuicheld worden dan bij een Rembrandt-feest. Of Jan Steen ook door de calvinisten als een der hunnen wordt beschouwd? Of hij religieus was weet ik niet maar een goed mensch was hij zeker. Men 'lette maar eens op de wijze, waarop hij de dieren schildert op zijn vroolijke stukken. Altoos met liefde, begrip van en zin vóór den humor van 't dier. Ik vermeen, dat de feestyoorstelling in den Stadsschouwburg, uitsluitend vooi genoodigden toegankelijk zal zijn. Dit is het ideaal van een schouwburgpubliek een publiek, dat d oor iets anders dan door geld zich 't recht verwerft, een voorstelling bij te wonen. B. GASTER. Wij plaatsen deze gedachten", niet als waarheden" maar als een begin van nadenken, dat allicht den lezer tot dieper nadenken leidt. Sed. De volgende werken werden ons nog ter beoordeeling toegezonden. Boeken leest men niet als men schilderijen ziet en de voorraad is zoo groot I In afwachting dus van nadere bespreking noem ik de volgende van belang hebbenden op: Rembrandt en zy'n 300-jarigen geboorte dag", door dr. W. R. Valentiner, versierd door Veldheer. Uitg. Meulenhoff en Co., Amst. K. F. Kochler, Leipzig. Eeproductie's naar teekeningen in groot formaat, in serie's van 10, uitgegeven door M. Ayhoff, 's-Gravenhage. Rembrandt, een kunstenaarsleven", door Richard Muther, vertaald door mr. H. T. W. Jeltes. Uitg. Versluys, Amsterdam. (Dit is een nog al eigenaardig boekje, geloof ik). Rembrandt", door dr. A. Bredius. Uitg. El se vier. De bespiegelingen van Van Deyssel in het Tweemaandelijksch Tijdschrift. Eindelijk het werk van Jan Veth. ompleet verschenen in den eenvoudigen vorm van een handboek. Het eerste gedeelte der prachtuitgaaf heb ik reeds besproken. Nu het werk doorbladerende en hier en daar toevende by' willekeurige bladzijden, bleek het me wel uit te komen wat ik verwachtte: dat deze Rembrandt studie, behalve een betrouwbare gids, ook een zeer opwekkende lezing geeft. By beschrijving en, kenschetsing van verschillende werken, werd ik daarvan juist overtuigd. W. S. Orer CfcateanlifiaM, n*) De historische arbeid van Chateaubriand is, betrekkelijk gesproken, minderwaardig werk en blijft, ook in zijn beste oogenblikken, beneden het geschiedkundig gedeelte der Mémoires. Het draagt blijk van inderhaast te zijn geschreven, v*n niet met die gewe tensvolle zorg te zijn bewerkt, welke de schrijver toch bij het samenstellen van het geringste artikel gewoon was te betrachten. Inderdaad zyn de Historische Studiën in maatschappelijke ongelegenheid en om gel delijke redenen geschreven 1) en zoo kunnen de enkele tooneelen, die uit het grijs verloop dier namen- en feiten rij k e bladzij» af en toe naar voren wel komen, 'met scherper lijnen en krachtiger licht- en schaduwval, zoo de moord op den .hertog van Guise 2) een enkele epische volzin soms, ons dienen om te raden, wat die uitgebreide, zoogrootsche onderwerpen omvattende studiën hadden kunnen worden, indien züin gunstiger om standigheden geschreven waren. Gelijk men gewoon is te zeggen, dat de Romantiek van Chateaubriand is uitgegaan, alwaar in vele der werken dier letterkundige ridder- en roovertent bestanddeelen gevonden worden van den lüdelijken Jevensweeoaoed des Bretonschen schrijvers, die dan veelal in een gelyksoortigen stijl waren vervat, zoo pleegt men te zeggen dat de Historische bewegirg van het Frankrijk der negentiende eeuw, die der -wereld tal van zoo schoone werken schonk, mede in hem zijn oorsprong vond. Ziedaar echter twee gezegden, en deze al meer dan gene, een uitsluitend praktische waarde vertegenwoordigend; immers, alhoe wel Chateaubriand de eerste was, die de geschiedenis anders verstond, dan de Ouden dat deden en de Fransche geschiedschrijvers dier tijden, dat de historie nog niet, gelijk thans, als wetenschap gold, waarbij het be taamt het gjnsche menschelijk leven in al zijn toonaarden te betrekken, alhoewel in zijn historigchen arbeid zekere o vereenkomst niet te miskennen valt met werk van latere historici, Michelet bij voorbeeld, die soms zyn hleeke schetsen tot weelderige doeken te verbreeden en verdiepen scheen, terwijl het bekend is, dat Augustin Thierry de roeping van geschiedschrijver in zich ont waken voelde by het lezen van het zefde boek der Martyrs, zijn beschouwingswijze heeft, voer het overige, al even weinig van de grijze en kleurige progmatiek van Thiers en den moderneren Houssaye, als van de romantische opvatting van Lamartine of het wy'sgeerig-letterkundig inzicht van Taine en Sorel. Zoo kan men de stad, aan de bron eener rivier gelegen, als plaats van oorsprong diens strooms in de aardrijkskunde boeken, terwy'l de eigenlijke bron uit de ongekende krochten van het gebergte daarginds naar het daglicht komt geweld. In den loop der eenwen had het feodale stelsel zyn reden, bijgevolg zyn recht van bestaan verloren. Het Frankrijk der Middel eeuwen, dat, saamgesteld als het was uit min of meer onafhankelijke hertogdommen, graafschappen, baronnyen, ' vfeel geleek op een bonten lappendeken, was door den stagen centralisatie-arbeid der Capetingers in de eeuw van den veertienden Lodewyk de machtige staat geworden, waarvan terecht gezegd werd, dat hy het hart zelf was van Europa. De band van wederzydsche afhankelykheidserkenning en waardeering, die in de feodale eeuwen den heer aan het volk en het volk aan den heer op het hechtat bad verknocht, verslapte, toen heel dat heir van baronnen, graven, hertogen nalieten gaandeweg te rooven en te oorlogen onder elkaar en, hun domeinen verlatend, in schitterende stoeten om den koning samenstuwden, aan welks luis terrijke hof net leven toch aangenamer was, dan op hun eenzame sloten te mid den der boeren en wilde bestiën. Maar die edelen, aldus de plichten van bescherm heer hunner voorvaderen voor ijdele ver *) Zie De Amsterdammer, 6 Mei 1906. (Zie vervolg pag. 10.) IIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIUIMIIIIIIIIIIMIMIIMMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMtllllllininillllMllltlllllllllllllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll DE WONING LEIDSCHESTRAAT13 Metaalwerk van Jan Eisenloeffel M eubelen-Karpetten van W. Penaat Porcelein-Aardewerkv.CJ.v.d.Hoef Geheele Woninginrichtingen DE WONING LEIDSCHESTRAAT 13 N.V. KUNST-AMBACHT VOORHEEN FIRMA J. W. DE GRAAF F. OUDEN ENGWEGiS TE HILVERSUM. MEUBELEN J.J.BIKSING, Kuiuithandet. 's-GRA.VENHA.GE, Motetraat 65.85'Ë61 Moderne Schilderijen, Aquarellen en Gravures. 1606 - Rembrandt-Jubileum 1906 TENTOONSTELLING VAN OUD HOLLANDSCHE KUNST FREDERIK MULLER & Go., DO.h.LENsTKAAT 10-18 AMSTERDAM. Dagelijks, behalve Zondags Tün^óa J !9?l uur ? 1. van 10 Juli tot 15 September. Ti-ntró» Entree MEUBEL-BAZAR, Singel 263 283, t>l) d Kantoor-Meubelen J. MEUERINK MEUEE. Telefoon 8968. Prfls. . f30. Magazijn Oud-Holland", Damrak 75 AMSTERDAM. TELEFOON 7261. Imitatie,- en Antiek Kunstsnijwerk, Koper werk, Oude Perzische tapijten, enz., enz. __ _ _ ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN VAN OÜD-HOLLANDSCH SNIJÏVEEK. _____ * GR1SAMT1 «? Kalverstpaat 111, Amsterdam. KnnBtnijverheida~ artikelen, Beeldvrerken, TegelBohilderijen. 5TEENDRUKKER1J ETIKETTENFABRIEK ARNHEM TEL6PHOON 970 NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP ZEISTER FABRIEK VA N - - KOPERWERKEW 2 MINUTEN VAN STATION DRIEBEEÖKN MODERN EN _ ANTIEK KOPERWERK GIETERIJ VOOR - - FIJN KOPKR ZN BRONS | k tr, Fèiet m fcrota, I l Hofjuwelier. = l Oudegraclit E 17, Utrecht. | l tt F l» A I l. I, K S. _, nillllUUlMIIIIMniHIHIIllHMIIIHHMlmillllllllUJIIIMIMUtlltlllMIIMimH DROV/OT ?*? ?*? WKMSEK es. C*. +? 4? LAUWE UOUTSTKAAT 1 * f ? - - - l>eo HeLfLtc - - ? . . TBLBFOON UITBBC. «74 . . ROOT 8TB 1NEICHTING VOOB COMPLETE MEUBUJEEBING sae DJ ALLE STIJLEN = s ss s= ANTIQUITEITEN = ss ss KIOEN MKUBELÏABBIEK AfflSTERDAm T?rV93IR«n ? UITVCXRIRG PLAFORD - ai IVAt2DBaCHILIXRIBG ? I1L OBTWÉRPffl ? VOOR ? MJGSTnAALDlWRJV MARMEREN SCHOORSTEENMANTELS G. & J, COOL AMSTERDAM. ROTTERDAM. UTRECHT. 8LQEMGRflCHT77 DELFT5CHE5*R«AT6I BI].TiTR«AT 30

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl