Historisch Archief 1877-1940
-No. 1517
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
MAGGI's Soepen in tabletten,
merk Kruisster,
maKen het mogelijk om in den kortst
mogéljjken tijd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke borden
Fransche soepen 10 Ct.
Pikante soepen 13
MAGGTs Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
vragen altijd een 50 procent hoogere premie
voor vrouwen, en dan willen de verpleegsters
er tegelijk invaliditeitspensioen aan verbinden,
maar dat risico is te groot, voor de maat
schappijen en voor de verzekerden ook, dat
maakt de premie te hoog.
Hoe was uw ontvangst bij het publiek?
O, uitstekend goed, ik heb nooit be
paald onaangename ervaringen gehad, maar
ik heb me ook nooit opgedrongen; ik ben
opgetreden als verkondigster van denkbeel
den, en mijn succes, ook van my'n voordrach
ten ia geweest, dat ook een massa dames
zelf belang zijn gaan stellen in de zaken, die
de man om tijdgebrek of zoo niet behartigen
kon. 'k Heb 't wel gehad, dat 't personeel
by°meneer en mevrouw in de huiskamer
werd geroepen, en dat 'k dan zoo'n soort
voordracht hield, een uiteenzetting gaf van
de Verzekerings-idee en 't resultaat was dan
vaak dat de patroons besloten 't loon te
verhoogen, opdat de menscben zelf voor een
verzekering konden zorgen. Ik ben ook lid
van den Bond van Staatspensioneering, na
tuurlijk, maar dat is nog een ideaal, een
utopie misschien, en intusschen moeten de
menschen toch worden geholpen ... Weet u
wat bij mijn manier van werken dan wel
eens een beletsel is ? Dit... dat als de
menschen je, na zoo'n voordracht, vragen:
bij wien moet ik dan wezen ? ik ze ant
woorden moet: o, komt u dan maar by mij...
Ja, zeggen ze dan, nou begrijpen we 't wel...!
Ik wou dat ik geen geëmployeerde hoefde
te zijn om 't mooie van 't bedrijf...! D'r
zijn verpleegsters, die nu van patiënten een
ren te-bewijs krijgen, en dames die jaarlijks
zooveel storten voor pensioen van hun dienst
boden ... ik heb gedaan wat ik kon om dit
systeem ingang te doen vinden ...!
In '98 dat was met de Nat. Tentoon
stelling van Vrouwenarbeid in den Haag,
heb ik daar op verzoek de kwestie behandeld
en aangetoond dat deze functie ook door
vrouwen kon worden vervuld, en dat juist
haar invloed van zooveel beteekenis is voor
de vrouw in 't algemeen... Ik was daar met
mejuffrouw Schuller, die is 12 jaar in 't
vak, en ze is nu al 60, maar die heeft ook
verbazend veel succes; zij is de oudste na
mü, en de jongste, die nu onder mijn leiding
werkt, dat is mejuffrouw Tiemeijer, die zal
lllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
UIT DB NATUUR
CLXXX. Langs 't koren.
Windel znm Kranze die goldenen Aehren
Flechtet auch blaue Cyanen hinein..."
Nu wandelen er al heel wat stedelingen
voor 't eerat van 't jaar langs hun dagelyksch
brood; menig jong''meisje plukt
watkor$ibloemen en klaprozen en slingert ze in een
krans over de donkere lokken, of vlecht ze
om den rand van een strooien hoed; die heeft
ook eens, toen hy nog geen hoed was, op 't land
staan te stoven onder net zoo'n warme
Juli-zon.
Een korenakker is altijd indrukwekkend
ook nog wel eens haar 20 of 25-jarigjubilee
vieren, denk ik...
En uw mannelijke collega's ... ?
O, die beschouwen mij volstrekt niet
als een indringster... ze behandelen me op
voet van gelijkheid, ik heb me ook altijd
gelijk gesteld en dat mag u er vooral
wel bijzeggen! ik heb ook nooit voor minder
geld willen werken dan een man... dat is een
voornaam ding in de vrouwenkwestie, als
daar wat meer op gelet werd zouden de
vrouwen geen concurrenten voor den man
zijn, zouden ze op gelijken voet naast hem
staan, nu dringen ze als goedkoope arbeids
kracht den man vaak op zy... Eens heb ik
maar dat kan best van een ander geweest
zyn! een briefkaart gekregen, geteekend:
Een Inspecteur, dat was toen ik m'n rechter
pols gebroken had en m'n linkerhand bezeerd,
toen kon ik natuurlijk niet correspondeeren
en moest ik dat wel per advertentie bekend
maken, en toen schreef die mijnheer dat men
me uitlachte, enfin, 't was een erg flauwe
briefkaart... Ik las hem aan 't meisje voor,
en die stond er verstomd van... Maar
juffrouw! Kind, zeg ik, duizende menschen
hebben die advertentie gelezen, en als er
nou maar n mispunt is, die zoo iets schrijft,
dan kunnen we daar toch wel om lachen,
niet?" m
En de vertelster lachte er nu zelf nog om,
ook om 't verhaal van 't de tweede maal
vallen op dien al eens gebroken pols. En
intusschen vertelde ze allerlei: dat ze de
Encyclopaedie der Levensverzekering, van
Wm. de Bruyn, had mogen aanbieden aan
de Koninklijke Bibliotheek, dat ze nmaal
ook door H. M. ontvangen was, enz. enz.,
met allemaal bijzonderheden over haar streven,
bijzonderheden die niet alleen een kijk gaven
op het goed humeur, maar ook op de wils
kracht en de volharding waarmee deze vrouw
dit door vrouwen nog nooit betreden terrein
heeft ontgonnen...
Toch is Mary J. Fleischmann vooral vrouw
gebleven. Dat blijkt niet alleen uit de ge
zelligheid, waarmee haar ealon en huiskamer
smaakvol, zoo cht-intiem, zijn ingericht,
vol van allerlei mooie snuisterijen, maar dat
bleek ook toen ze me even haar vrouwen
kantoor" liet zien, waar n£&it haar schrijf
tafel, vóór een balcon met geurende bloemen
iiiiHimiiiHtii
groot en stil genot, daar te liggen op een heu
vel tusschen de eerste pasgemaaide schooven,
en in de diepte en verte het korengolven aan
te zien, het helder bikken van grasmaaiers te
hooren en te luisteren naar 't zacht schuifelen
en fluisteren van de halmen om u heen, die
morgen vallen zullen bij duizenden en dui
zenden.
Dan vallen meteen de roode en blauwe
bloemen, die heul en steun zochten en vonden
in 't halmenwoud; waar ze zich thuis voelen
als de muschen bij de menschen; pluk er
nog enkele by 't huiswaarts keeren, terwijl
uw kinderen luide Starings heerlijk liedje
zingen van ruischend valt 't graan."
Pluk ze laag af die korenbloemen, met wat
blad en knop er aan; en zet ze in een diepe
Blauwe korenbloem met knop op zijde gezien; schuin van boven, en in doorsnede.
mooi; maar 't mooist van een hoogte gezien,
wanneer de rogge-aren rijpen, de tarwe
rood gaat kleuren en tusschen de gelige
reuzenvakken nog groene haver- en gersteblokken
verspreid liggen; zooals in 't Zuiden en Oosten
van ons landje. Als de zon dan tusschen
witte veerwolkjes den horizon nadert, de top
pen van de aren hel verlichtend, de halmen
donkerder worden van tint, dan is t een
genot, dat alleen door een zitje op een
duintop aan zee geëvenaard kan worden, een
vaas tusschen een paar aren en een klaproos.
't Zijn toch zulke schilderachtig mooie bloe
men ; er is geen bevalliger en passender ver
siering te bedenken voor den akkerzoom, dan
die fraai besneden korenbloemen, en als ge ook
oog voor schoone details wilt krijgen, bekijk
dan een enkel pas ontloken bloem met aan
dacht. Elk deel, elk onderdeel is een a thint/
of beauty op zich zelf, schoon door vorm en
kleur (zeldzaam zijn de wilde witte en roode
variëteiten) en ook door de beteekenis voor
en kleurige Pelargoniums, een ronde tafel
vol naaigereedschap staat....
Tusschenbeiden", zei ze, dan laat 'k het
schrijven eens even rusten, en dan neem ik
dit" en ze nam een blouse van de tafel
weer ter hand, want ik maak ook m'n eigen
japonnen zooveel mogelijk...."
En dat is natuurlijk uw trots!" schertste
ik
Ja, dat is het", antwoordde mej. Fleisch
mann. Ik herhaal 't, ook in ons vak hoeft
een vrouw geen halve man te zijn, en kan
ze vrouw blijven."
Beneden wachtte alweer een dame, en ik
nam afscheid.
G. v. A.
IIIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllUMIIIIIIIIIHIIIIIIIIIII
Oratis-maal VOOT zoogende moeders.
Hoeden gemaakt door Engelsche
tooneelspeelsten. Modes.
Aan den heer en mevrouw Henry Caillot
te Parij s, komt de eer toe, een praktisch
middel te hetjhen bedacht, eenigermate in
Frankrijk'» hoofdstad het onrustbarend sterfte
cijfer der zuigelingen te doen verminderen.
Voed de behoeftige moeder en er bestaat
kans dat baar zuigeling in 't leven blijft,"
deze woorden herhaalt mevrouw Caillot aan
alle vrouwen die haar wenschen te steunen
in het menschlievend werk, waartoe zij IK
jaar geleden initiatief nam. In het
roezemoezige werkmans-kwartier Ménilmonlant, stond
een huisje te huur, dat langen tijd bewoond
werd door een voddenraper. Mevrouw Caillot
huurde het woninkje, waarvoor zij 6 francs
per week betaalt. Zij liet het huisje schoon
maken, desinfecteeren, meubelde het grootste
vertrek met een kookkachel, een lange, smalle
tafel en houten banken. Zij stelde een
kookvrouw aan, die eenvoudige, degelijke kost
moest koken en plaatste een hordje boven de
deur waarop vermeld staat: Toute mère qui
allaite son enfant est nourrie gratuitement
dans cette salie".
Schuchter, hongerig, in armoedige plunje
gestoken, met een zuigeling op den arm,
waagde zich de eerste moeder naar binnen.
Warme spijzen en vriendelijke woorden ver
kwikten haar in dubbelen zin. Zij kwam
lederen dag terug, vertelde haar ontdekking
aan andere stumperts, behoeftig als zij, óók
met zoogende kinderen aan de schrale, slappe
niiiifiiiiiiiiiiiiiiniii
jt samenstel; zooals de geheele bloemen weer
mooi doen door de massa in hun omlijsting,
en de heele bebloemde korenakker weer in
't bewoonde landschap.
Zoo'n korenbloem is eigenlijk geen bloem;
dat kan uw zoon of dochter u wel vertellen,
al zijn ze nog niet eens H.B.S.ers of Gym
nasiasten ; 't is een heel mandje vol bloemen;
't korfje zelf, k^snrig geciseleerd, dat is
wat wij gewoon zijn de kelk van de bloem
te noemen; en dat, botanisch juist, maar niet
fraai 't omwind'sel" heet.
Ziet ge wel wat 'n aardige eironde vorm
't mandje heeft, dat op den top van den
steel als op een serre-zuiltje staat?
Als ge den ruw aanvoelenden bloemsteel
tusschen de vingers laat draaien, treft u
stellig de mooie regelmatige plaatsing van
de driehoekige, groen met witte schijfjes, die,
elk van een bruin (ranje-randje, voorzien,
over elkaar in schuine rijen liggen, als de
schubben van visch. Samen vormen die
loovertjes een stevig korfje, dat zijn inhoud
vast omsluit. Plukt ge de buitenste
franjeschubjes er af, dan blijkt er nog een
glanziggroene voering in te zitten van lange strakke
linten, bleekgroen met rooden top; eerst al s
die teruggeslagen zijn, ligt de samenstelling
van de korenbloem als een open boek voor u.
Midden een bedje van zilverige donsharen
staan urntjes op lange gebogen stelen; dat zijn
de eigenlijke bloemen. De stelen zijn onderaan
glanzig wit, naar boven toe worden ze rood,
violet en eindelijk donker purperblauw, soms
tot zwart toe. Eventjes nog zijn met 't bloote
oog de vijf draden te onderscheiden, die de
slippen van de fljne witte bloembuis vormen;
daar tusschen staat, heel donkerblauw, een
zuiltje recht overeind, op zijn top draagt het
bij jonge bloemen een wit poederpruikje; dit
is het stuifmeel; dat uit het holle zuiltje
werd omhoog gedreven.
Hoe dat gebeurt, moet ge maar gelooven,
of de bloem zelf, liefst met eeu vergrootglas
ter hand nemen, al is 't mei 't bloote oog ook
nog wel te zien. Dat zuiltje blijkt, bij ver
grooting, een koker te zijn, die rust op vijf
dunne spijlen; de koker stelt de vijf
samengegroeide helmknoppen voor; de spijltjes zijn
de afzonderlijk gebleven helmdraden er van.
't Is nu lichtte begrijpen, waar dat witte
kuifje vandaan komt; de opening van de
helmknoppen, die 't stuifmeel bevatten is
naar binnen gekeerd, en zoodra de doosjes
zich openen, valt 't witte poeder in den
koker, 't Zou naar beneden vallen en nutte
loos verloren gaan, indien er niet een bodem
in gezet was, een beweeglijke bodem nog wel;
dat is de stempel, de top van den stamper,
die omhoog groeit door den stempel heen,
deze stempel ziet er uit als de bezem waar
mee de ouderwetsche voorlaadkanonnen van
binnen geveegd en hun kruitzakken
vastgedrukt werden, op dien ronden schuier rust
nu diep in den donkeren meeldraadkoker
't stuifmeel.
Als 't zoover is, gebeurt in de kleine
korenbloem iets heel bijzonders; er wordt
gewacht op bezoek, op de visite van insecten
d;e honing onder uit 't witte huisje komen
zuigen, waarin 't zuiltje op vijf geknikte
pooten staat; vlak bij 't knikje is een prik
kelbare stee met haakjes. Eaakt zoo'n beest
met zijn tong of poot de meeldraden bij de
haartjes aan, dan krommen die zich snel
onder de prikkeling, daardoor trekken ze den
hollen koker eventjes omlaag, waarin 't
stuifmuil ligt op den vaststaanden stempel, die
dus even hoog blijft; met het gevolg, dat de
witte poederkuif uit den dalenden koker komt
kijken; nu is 't meel niet meer zoo beklemd
door de wanden van den koker, 't spreidt
zich wat uit, als de vlierpit die uit de
twijgbuis wordt gedrukt, en 't kan niet weer
terug. Ook bij't wegnemen van den top komt
er telkens weer nieuw stuifmeel te voorschijn,
n
borst. De moeders sterkten aan, haar kin
dertjes groeiden als kool. Het huisje te
Ménilmontant werd te klein om alle moe
ders te voeden. Men opende nieuwe eethui
zen. Thans zijn er in Parijs 5 restaurants
waar zoogende moeders gratis gevoed wor
den: een te Ménilmontant, een in de rue
Mouffetard, een in Clignancourt, een in
Plaisance, en het laatst geopende in de
Grandes- Carrières.
Van de vier honderd zuigelingen, wier
moeders in 't eerste jaar gratis gevoed wer
den, stierven er slechts drie: n aan long
ontsteking en twee andere kleintjes bezweken
aan hersenvlies-ontsteking.
Omdat alles zoo eenvoudig mogelijk is inge
richt, kan men per dag een zoogende moeder
uitstekend voeden voor 56 centimes, dus voor
ongeveer 28 Hollandsche centen. Van alle
kanten stroomen de bijdragen voor dit
liefdewerk en, dat de werkman voornamelijk
voorbeeldig is met het offeren van zijn
penningske, bewy'st, hoezeer deze uiting van
menschenmin zijn volle waardeering geniet.
Een dusdanig eethuis den 23sten Januari jl.
te Nice geopend, heeft ook heel wat hon
gerige moeders gevoed. Wanneer men zich
wil overtuigen, of in de weeldeplaats Nice,
in het weelderig Zuiden, armoede schuilt,
dan moet men maar eens een uurtje plaats
nemen op een der lokkende banken van de
Promenade des Anglais! In Engeland, Zwit
serland en Italiëis men begonnen het
voedings-systeem van mevrouw Caillot in toe
passing te brengen.
* *
*
A penny for your thoughts" zeggen
Eiigelschen wel eens schertsend, tot iemand,
in gedachten verzonken. Vél meer dan een
stuiver zou ik willen geven aan haar, die op
de happy thought" is gekomen van
eigengemaakte hoedjes, voor den
weldadigheidsbazaar.
Een in Londen gehouden bazaar, waarvan
de opbrengst zal geschonken worden aan het
Convalesceut Home" voor patiënten uit het
Great Northern Central Hospital" ontslagen,
nog tijdelijk in een herstellingsoord om op
krachten te komen. Van deze bazaar was de
afdeeling gemaakte dames-hoeden, the great
attraction".
Bekende actrices: Mrs. George Alexander,
MAGGI's Aroma,
merk Kmisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrijgbaar in flaeons vanaf 30 Ct.
hoe dat komt, weet ik niet met zekerheid
te zeggen.
Deze belangwekkende mekaniek is bij onze
korenbloem nog al niet moeilijk in werking te
zien, doordat de meeldraadkoker vrij lang is.
Bij andere Centauria's, vooral bij de groote
soorten, die dezer dagen in bloemwinkels te
koop staan en by die welke in de vacantie
langs de boschbeekjes van den Eiffel en
Thüringer groeien, gaat 't soms iets beter,
maar daarby is een loupe noodig en ook
eenige handigheid om precies een bijenpoot
na te doen; met een fijne slappe grasspriet
lukt 't beter dan met een speld.
Eerst later verschijnt de roode stempel, die
zich splitst en op vreemd stuifmeel wacht
Marie Tempest, Ellen Terry, Lilia Braithwaite,
mr^. Tree, Evelyn Millard, e.a. hebben be
wezen gevaarlijke concurenten te kunnen zijn,
van beroeps-hoedengarneersters. De ver
koopsters in de kleurige, fleurige
hoedenafdeeling waren eveneens Engelsche
tooneelspeelsters. Leve de ontwerpster van dit plan
# *
*
Fransch zomertoilet: Eok en boléro van
rose linnen met garneering Valenciennes
kant. Blouse van torchon kant op fond van
witte mousseline de soie.
Eok met plis religieus, van boven smal,
wijd uitslaand naar onderen Onder aan den
rok vier stroken. Ceintuur van rose moir
lint dat door den modieusen dof-gouden gesp
is gehaald. Boléro met bouffante
bovenmouwen van rose linnen met kantwirreling,
lichtelijk verhullend den onderarm. Bij dit
toilet wordt een Panama hoedje gedragen,
gegarneerd met strikken van rose moirélint.
Eose linnen is sterker van kleur dan mauve
en blauw linnen.
Grijs, geel en wit linnen wordt veel gedra
gen met gesoutacheerde motieven. Wit
soutache, of kleur op kleur.
Van eenvoudige zomertoiletten, van japon
netjes, die de kennismaking met de
waschtobbe niet duchten is tegenwoordig geen
sprake.
De zoogenaamde doodeenvoudige toiletjes
zijn zóó bewerkelijk en gegarneerd, dat
uitstoomen te verkiezen is, boven de hachelijke
kuip-dompeling.
Op de badplaatsen kan men nu reeds zien,
dat in het aanstaand najaar de struisveer
meer dan ooit fureur zal maken. Buitengewoon
lange en breede veeren, die met ridderlijken
zwier achterwaarts van de hoeden neerhangen.
De plumassiers" hebben er iets op bedacht
om het minder fraaie gedeelte van de
etruisveer, den steel aan het oog te onttrekken.
Donzige, kleine veertjes bedekken den steel.
Hendrik IV, bijzonder kieskeurig op de
veeren die zijn hoofdbedekkingen sierden,
noemde de pluimen-leveranciers des
enjoliveurs".
Wat zou hij geestig in zijn baardje lachen,
als hij kon zien, hoe in de XXste Eeuw
matrones et donzelles" zich gaarne met
pluimen enjoliveeren."
CAPRICE.
vormen; hun dienst in de gemeenschap is
een andere, 't zijn schijnbloemen, die alleen
lokken moeten en daartoe groot en in 't oog
vallend zijn.
Wel is er nog een gesplitste zoom, wel ziet
ge onder aan de buis nog een
vruchtbeginseltje met pluis; maar eieren bergt 't niet,
het pluis zal geen vliegtoestelletje worden dat
't rijpe vruchtje een eindje kan doen
voortzweven, zooals met de middelste ware vrach
tjes gebeurt. Op zulke rudimentaire organen
berust een heele theorie van aanpassing en
vervorming.
Zie, dergelijke dingen, lijken allemaal
peuterige nietige kleinigheden; doch juist deze
blijken bij eenig nadenken tot de
hoofd1. Een middenbloempje van de korenbloem, vergroot. 2. Het wijdste gedeelte
daarvan met de prikkelharen, sterker vergroot. ? 3. De meeldraadkoker met de
uiteenwijkende draden en de prikkelharen op de knik, stuifmeel op den top.
4. Het bovenste deel van den koker in het tweede tijdperk; de stamper is rijp;
onder de beide uiteengeweken stempelslippen zijn nog de veeghaartjes te zien,
die 't stuifmeel uit den koker hebben geschoven bij inkrimpen van de meeldraden.
5. Een loos loktrechtertje, (sterielebloem).
of zich omkrult en zich met dat van de
buren behelpt.
Heel die vernuftige inrichting dient om
't witte knopje, dat onder 't zilverpluis zit,
tot een vruchtje te maken; dat bestuiven en
bevruchten is 't levensdoel van de bloem.
Bijen en hommels kunnen daarbij niet gemist
worden, maar die komen alleen op geur en
kleur af; lokgeur nu heeft de korenbloem
zoo goed als niet, en kleur hebben de kleine
ware bloempjes midden in 't korfje ook al
niet veel. Donkerblauw steekt wel goed af
tegen halmengeel, maar toch niet sterk genoeg
om van verre in 't bijenoog te vallen. Daartoe
is een kleurig uithangbord, een groote vlag
noodig; en dat nu is de krans van groote
trechters, die langs den rand van 't mandje
staan. Zij lokken door 't lichte korenblauw,
schitterend, vooral als de zou ze beschijnt,
de welkome bezoekers, bovenal de hommels,
die een bijzonder goed oog voor blauw hebben.
Hier toont ons dus de natuur een beste, een
doelmatige verdeeling van arbeid; 't zijn in 't
geheel geen bloemen, die diepe trechters;
zoek maar niet naar meeldraden of stampers,
geen van beide zijn te vinden; ze zijn loos,
ze kunnen en behoeven ook geen zaad te
zaken te behooren; zij verklaren het innerlijke
doel; dat 't uiterlijk wezen van't geheel beter
doet begrijpen en bewonderen. Zeker, ieder
kan ook zonder die detail-kennis de koren
bloem wel mooi vinden, en als er intieme
herinneringen aan verbonden zijn, wel lief
krijgen ook; dat blijkt wel uit de historische
beteekenis van de korenbloem voor de
Duitschers 't Was immers de lievelingsbloem van
hun eersten keizer Wilhelm; en deze had
gs-arne winter en zomer korenbloemen om
zich heen; ze waren hem een herinnering aan
den vreeselij ken . dag, toen zijn moeder,
koningin Louise, met haar beide zonen voor
Napoleon naar Memel vluchtte. Onderweg
brak bij een korenveld het wiel van 't rijtuig,
en Louise bedwong haar angst en de gejaagd
heid van haar kinderen door hen korenbloe
men te leeren vlechten, die de jongens weer
om 't mooie hoofd van de vluchtende koningin
legden.
E. HEIMANS.
De beide mooie foto's van den
Amsterdamscben Hortus uit mijn vorig opstel zijn
vervaardigd door J. A. Honing, Bot. Stud.
en overgenomen uit De Levende Natuur.