De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 22 juli pagina 5

22 juli 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

-No. 1517 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. MAGGI's Soepen in tabletten, merk Kruisster, maKen het mogelijk om in den kortst mogéljjken tijd (10?25 minuten), slechts met water, voortreffelijke krachtige soepen klaar te maken. Per tablet voor 2 flinke borden Fransche soepen 10 Ct. Pikante soepen 13 MAGGTs Bouillon-Capsules, merk Kruisster, geven door oplossing in kokend water oogenblikkelijk een voortreffelijken voor het gebruik gereed zijnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen Consommé(extra sterk vleeschnat zonder vet) 12 Ct. Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 vragen altijd een 50 procent hoogere premie voor vrouwen, en dan willen de verpleegsters er tegelijk invaliditeitspensioen aan verbinden, maar dat risico is te groot, voor de maat schappijen en voor de verzekerden ook, dat maakt de premie te hoog. Hoe was uw ontvangst bij het publiek? O, uitstekend goed, ik heb nooit be paald onaangename ervaringen gehad, maar ik heb me ook nooit opgedrongen; ik ben opgetreden als verkondigster van denkbeel den, en mijn succes, ook van my'n voordrach ten ia geweest, dat ook een massa dames zelf belang zijn gaan stellen in de zaken, die de man om tijdgebrek of zoo niet behartigen kon. 'k Heb 't wel gehad, dat 't personeel by°meneer en mevrouw in de huiskamer werd geroepen, en dat 'k dan zoo'n soort voordracht hield, een uiteenzetting gaf van de Verzekerings-idee en 't resultaat was dan vaak dat de patroons besloten 't loon te verhoogen, opdat de menscben zelf voor een verzekering konden zorgen. Ik ben ook lid van den Bond van Staatspensioneering, na tuurlijk, maar dat is nog een ideaal, een utopie misschien, en intusschen moeten de menschen toch worden geholpen ... Weet u wat bij mijn manier van werken dan wel eens een beletsel is ? Dit... dat als de menschen je, na zoo'n voordracht, vragen: bij wien moet ik dan wezen ? ik ze ant woorden moet: o, komt u dan maar by mij... Ja, zeggen ze dan, nou begrijpen we 't wel...! Ik wou dat ik geen geëmployeerde hoefde te zijn om 't mooie van 't bedrijf...! D'r zijn verpleegsters, die nu van patiënten een ren te-bewijs krijgen, en dames die jaarlijks zooveel storten voor pensioen van hun dienst boden ... ik heb gedaan wat ik kon om dit systeem ingang te doen vinden ...! In '98 dat was met de Nat. Tentoon stelling van Vrouwenarbeid in den Haag, heb ik daar op verzoek de kwestie behandeld en aangetoond dat deze functie ook door vrouwen kon worden vervuld, en dat juist haar invloed van zooveel beteekenis is voor de vrouw in 't algemeen... Ik was daar met mejuffrouw Schuller, die is 12 jaar in 't vak, en ze is nu al 60, maar die heeft ook verbazend veel succes; zij is de oudste na mü, en de jongste, die nu onder mijn leiding werkt, dat is mejuffrouw Tiemeijer, die zal lllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII UIT DB NATUUR CLXXX. Langs 't koren. Windel znm Kranze die goldenen Aehren Flechtet auch blaue Cyanen hinein..." Nu wandelen er al heel wat stedelingen voor 't eerat van 't jaar langs hun dagelyksch brood; menig jong''meisje plukt watkor$ibloemen en klaprozen en slingert ze in een krans over de donkere lokken, of vlecht ze om den rand van een strooien hoed; die heeft ook eens, toen hy nog geen hoed was, op 't land staan te stoven onder net zoo'n warme Juli-zon. Een korenakker is altijd indrukwekkend ook nog wel eens haar 20 of 25-jarigjubilee vieren, denk ik... En uw mannelijke collega's ... ? O, die beschouwen mij volstrekt niet als een indringster... ze behandelen me op voet van gelijkheid, ik heb me ook altijd gelijk gesteld en dat mag u er vooral wel bijzeggen! ik heb ook nooit voor minder geld willen werken dan een man... dat is een voornaam ding in de vrouwenkwestie, als daar wat meer op gelet werd zouden de vrouwen geen concurrenten voor den man zijn, zouden ze op gelijken voet naast hem staan, nu dringen ze als goedkoope arbeids kracht den man vaak op zy... Eens heb ik maar dat kan best van een ander geweest zyn! een briefkaart gekregen, geteekend: Een Inspecteur, dat was toen ik m'n rechter pols gebroken had en m'n linkerhand bezeerd, toen kon ik natuurlijk niet correspondeeren en moest ik dat wel per advertentie bekend maken, en toen schreef die mijnheer dat men me uitlachte, enfin, 't was een erg flauwe briefkaart... Ik las hem aan 't meisje voor, en die stond er verstomd van... Maar juffrouw! Kind, zeg ik, duizende menschen hebben die advertentie gelezen, en als er nou maar n mispunt is, die zoo iets schrijft, dan kunnen we daar toch wel om lachen, niet?" m En de vertelster lachte er nu zelf nog om, ook om 't verhaal van 't de tweede maal vallen op dien al eens gebroken pols. En intusschen vertelde ze allerlei: dat ze de Encyclopaedie der Levensverzekering, van Wm. de Bruyn, had mogen aanbieden aan de Koninklijke Bibliotheek, dat ze nmaal ook door H. M. ontvangen was, enz. enz., met allemaal bijzonderheden over haar streven, bijzonderheden die niet alleen een kijk gaven op het goed humeur, maar ook op de wils kracht en de volharding waarmee deze vrouw dit door vrouwen nog nooit betreden terrein heeft ontgonnen... Toch is Mary J. Fleischmann vooral vrouw gebleven. Dat blijkt niet alleen uit de ge zelligheid, waarmee haar ealon en huiskamer smaakvol, zoo cht-intiem, zijn ingericht, vol van allerlei mooie snuisterijen, maar dat bleek ook toen ze me even haar vrouwen kantoor" liet zien, waar n£&it haar schrijf tafel, vóór een balcon met geurende bloemen iiiiHimiiiHtii groot en stil genot, daar te liggen op een heu vel tusschen de eerste pasgemaaide schooven, en in de diepte en verte het korengolven aan te zien, het helder bikken van grasmaaiers te hooren en te luisteren naar 't zacht schuifelen en fluisteren van de halmen om u heen, die morgen vallen zullen bij duizenden en dui zenden. Dan vallen meteen de roode en blauwe bloemen, die heul en steun zochten en vonden in 't halmenwoud; waar ze zich thuis voelen als de muschen bij de menschen; pluk er nog enkele by 't huiswaarts keeren, terwijl uw kinderen luide Starings heerlijk liedje zingen van ruischend valt 't graan." Pluk ze laag af die korenbloemen, met wat blad en knop er aan; en zet ze in een diepe Blauwe korenbloem met knop op zijde gezien; schuin van boven, en in doorsnede. mooi; maar 't mooist van een hoogte gezien, wanneer de rogge-aren rijpen, de tarwe rood gaat kleuren en tusschen de gelige reuzenvakken nog groene haver- en gersteblokken verspreid liggen; zooals in 't Zuiden en Oosten van ons landje. Als de zon dan tusschen witte veerwolkjes den horizon nadert, de top pen van de aren hel verlichtend, de halmen donkerder worden van tint, dan is t een genot, dat alleen door een zitje op een duintop aan zee geëvenaard kan worden, een vaas tusschen een paar aren en een klaproos. 't Zijn toch zulke schilderachtig mooie bloe men ; er is geen bevalliger en passender ver siering te bedenken voor den akkerzoom, dan die fraai besneden korenbloemen, en als ge ook oog voor schoone details wilt krijgen, bekijk dan een enkel pas ontloken bloem met aan dacht. Elk deel, elk onderdeel is een a thint/ of beauty op zich zelf, schoon door vorm en kleur (zeldzaam zijn de wilde witte en roode variëteiten) en ook door de beteekenis voor en kleurige Pelargoniums, een ronde tafel vol naaigereedschap staat.... Tusschenbeiden", zei ze, dan laat 'k het schrijven eens even rusten, en dan neem ik dit" en ze nam een blouse van de tafel weer ter hand, want ik maak ook m'n eigen japonnen zooveel mogelijk...." En dat is natuurlijk uw trots!" schertste ik Ja, dat is het", antwoordde mej. Fleisch mann. Ik herhaal 't, ook in ons vak hoeft een vrouw geen halve man te zijn, en kan ze vrouw blijven." Beneden wachtte alweer een dame, en ik nam afscheid. G. v. A. IIIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllUMIIIIIIIIIHIIIIIIIIIII Oratis-maal VOOT zoogende moeders. Hoeden gemaakt door Engelsche tooneelspeelsten. Modes. Aan den heer en mevrouw Henry Caillot te Parij s, komt de eer toe, een praktisch middel te hetjhen bedacht, eenigermate in Frankrijk'» hoofdstad het onrustbarend sterfte cijfer der zuigelingen te doen verminderen. Voed de behoeftige moeder en er bestaat kans dat baar zuigeling in 't leven blijft," deze woorden herhaalt mevrouw Caillot aan alle vrouwen die haar wenschen te steunen in het menschlievend werk, waartoe zij IK jaar geleden initiatief nam. In het roezemoezige werkmans-kwartier Ménilmonlant, stond een huisje te huur, dat langen tijd bewoond werd door een voddenraper. Mevrouw Caillot huurde het woninkje, waarvoor zij 6 francs per week betaalt. Zij liet het huisje schoon maken, desinfecteeren, meubelde het grootste vertrek met een kookkachel, een lange, smalle tafel en houten banken. Zij stelde een kookvrouw aan, die eenvoudige, degelijke kost moest koken en plaatste een hordje boven de deur waarop vermeld staat: Toute mère qui allaite son enfant est nourrie gratuitement dans cette salie". Schuchter, hongerig, in armoedige plunje gestoken, met een zuigeling op den arm, waagde zich de eerste moeder naar binnen. Warme spijzen en vriendelijke woorden ver kwikten haar in dubbelen zin. Zij kwam lederen dag terug, vertelde haar ontdekking aan andere stumperts, behoeftig als zij, óók met zoogende kinderen aan de schrale, slappe niiiifiiiiiiiiiiiiiiniii jt samenstel; zooals de geheele bloemen weer mooi doen door de massa in hun omlijsting, en de heele bebloemde korenakker weer in 't bewoonde landschap. Zoo'n korenbloem is eigenlijk geen bloem; dat kan uw zoon of dochter u wel vertellen, al zijn ze nog niet eens H.B.S.ers of Gym nasiasten ; 't is een heel mandje vol bloemen; 't korfje zelf, k^snrig geciseleerd, dat is wat wij gewoon zijn de kelk van de bloem te noemen; en dat, botanisch juist, maar niet fraai 't omwind'sel" heet. Ziet ge wel wat 'n aardige eironde vorm 't mandje heeft, dat op den top van den steel als op een serre-zuiltje staat? Als ge den ruw aanvoelenden bloemsteel tusschen de vingers laat draaien, treft u stellig de mooie regelmatige plaatsing van de driehoekige, groen met witte schijfjes, die, elk van een bruin (ranje-randje, voorzien, over elkaar in schuine rijen liggen, als de schubben van visch. Samen vormen die loovertjes een stevig korfje, dat zijn inhoud vast omsluit. Plukt ge de buitenste franjeschubjes er af, dan blijkt er nog een glanziggroene voering in te zitten van lange strakke linten, bleekgroen met rooden top; eerst al s die teruggeslagen zijn, ligt de samenstelling van de korenbloem als een open boek voor u. Midden een bedje van zilverige donsharen staan urntjes op lange gebogen stelen; dat zijn de eigenlijke bloemen. De stelen zijn onderaan glanzig wit, naar boven toe worden ze rood, violet en eindelijk donker purperblauw, soms tot zwart toe. Eventjes nog zijn met 't bloote oog de vijf draden te onderscheiden, die de slippen van de fljne witte bloembuis vormen; daar tusschen staat, heel donkerblauw, een zuiltje recht overeind, op zijn top draagt het bij jonge bloemen een wit poederpruikje; dit is het stuifmeel; dat uit het holle zuiltje werd omhoog gedreven. Hoe dat gebeurt, moet ge maar gelooven, of de bloem zelf, liefst met eeu vergrootglas ter hand nemen, al is 't mei 't bloote oog ook nog wel te zien. Dat zuiltje blijkt, bij ver grooting, een koker te zijn, die rust op vijf dunne spijlen; de koker stelt de vijf samengegroeide helmknoppen voor; de spijltjes zijn de afzonderlijk gebleven helmdraden er van. 't Is nu lichtte begrijpen, waar dat witte kuifje vandaan komt; de opening van de helmknoppen, die 't stuifmeel bevatten is naar binnen gekeerd, en zoodra de doosjes zich openen, valt 't witte poeder in den koker, 't Zou naar beneden vallen en nutte loos verloren gaan, indien er niet een bodem in gezet was, een beweeglijke bodem nog wel; dat is de stempel, de top van den stamper, die omhoog groeit door den stempel heen, deze stempel ziet er uit als de bezem waar mee de ouderwetsche voorlaadkanonnen van binnen geveegd en hun kruitzakken vastgedrukt werden, op dien ronden schuier rust nu diep in den donkeren meeldraadkoker 't stuifmeel. Als 't zoover is, gebeurt in de kleine korenbloem iets heel bijzonders; er wordt gewacht op bezoek, op de visite van insecten d;e honing onder uit 't witte huisje komen zuigen, waarin 't zuiltje op vijf geknikte pooten staat; vlak bij 't knikje is een prik kelbare stee met haakjes. Eaakt zoo'n beest met zijn tong of poot de meeldraden bij de haartjes aan, dan krommen die zich snel onder de prikkeling, daardoor trekken ze den hollen koker eventjes omlaag, waarin 't stuifmuil ligt op den vaststaanden stempel, die dus even hoog blijft; met het gevolg, dat de witte poederkuif uit den dalenden koker komt kijken; nu is 't meel niet meer zoo beklemd door de wanden van den koker, 't spreidt zich wat uit, als de vlierpit die uit de twijgbuis wordt gedrukt, en 't kan niet weer terug. Ook bij't wegnemen van den top komt er telkens weer nieuw stuifmeel te voorschijn, n borst. De moeders sterkten aan, haar kin dertjes groeiden als kool. Het huisje te Ménilmontant werd te klein om alle moe ders te voeden. Men opende nieuwe eethui zen. Thans zijn er in Parijs 5 restaurants waar zoogende moeders gratis gevoed wor den: een te Ménilmontant, een in de rue Mouffetard, een in Clignancourt, een in Plaisance, en het laatst geopende in de Grandes- Carrières. Van de vier honderd zuigelingen, wier moeders in 't eerste jaar gratis gevoed wer den, stierven er slechts drie: n aan long ontsteking en twee andere kleintjes bezweken aan hersenvlies-ontsteking. Omdat alles zoo eenvoudig mogelijk is inge richt, kan men per dag een zoogende moeder uitstekend voeden voor 56 centimes, dus voor ongeveer 28 Hollandsche centen. Van alle kanten stroomen de bijdragen voor dit liefdewerk en, dat de werkman voornamelijk voorbeeldig is met het offeren van zijn penningske, bewy'st, hoezeer deze uiting van menschenmin zijn volle waardeering geniet. Een dusdanig eethuis den 23sten Januari jl. te Nice geopend, heeft ook heel wat hon gerige moeders gevoed. Wanneer men zich wil overtuigen, of in de weeldeplaats Nice, in het weelderig Zuiden, armoede schuilt, dan moet men maar eens een uurtje plaats nemen op een der lokkende banken van de Promenade des Anglais! In Engeland, Zwit serland en Italiëis men begonnen het voedings-systeem van mevrouw Caillot in toe passing te brengen. * * * A penny for your thoughts" zeggen Eiigelschen wel eens schertsend, tot iemand, in gedachten verzonken. Vél meer dan een stuiver zou ik willen geven aan haar, die op de happy thought" is gekomen van eigengemaakte hoedjes, voor den weldadigheidsbazaar. Een in Londen gehouden bazaar, waarvan de opbrengst zal geschonken worden aan het Convalesceut Home" voor patiënten uit het Great Northern Central Hospital" ontslagen, nog tijdelijk in een herstellingsoord om op krachten te komen. Van deze bazaar was de afdeeling gemaakte dames-hoeden, the great attraction". Bekende actrices: Mrs. George Alexander, MAGGI's Aroma, merk Kmisster, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Verkrijgbaar in flaeons vanaf 30 Ct. hoe dat komt, weet ik niet met zekerheid te zeggen. Deze belangwekkende mekaniek is bij onze korenbloem nog al niet moeilijk in werking te zien, doordat de meeldraadkoker vrij lang is. Bij andere Centauria's, vooral bij de groote soorten, die dezer dagen in bloemwinkels te koop staan en by die welke in de vacantie langs de boschbeekjes van den Eiffel en Thüringer groeien, gaat 't soms iets beter, maar daarby is een loupe noodig en ook eenige handigheid om precies een bijenpoot na te doen; met een fijne slappe grasspriet lukt 't beter dan met een speld. Eerst later verschijnt de roode stempel, die zich splitst en op vreemd stuifmeel wacht Marie Tempest, Ellen Terry, Lilia Braithwaite, mr^. Tree, Evelyn Millard, e.a. hebben be wezen gevaarlijke concurenten te kunnen zijn, van beroeps-hoedengarneersters. De ver koopsters in de kleurige, fleurige hoedenafdeeling waren eveneens Engelsche tooneelspeelsters. Leve de ontwerpster van dit plan # * * Fransch zomertoilet: Eok en boléro van rose linnen met garneering Valenciennes kant. Blouse van torchon kant op fond van witte mousseline de soie. Eok met plis religieus, van boven smal, wijd uitslaand naar onderen Onder aan den rok vier stroken. Ceintuur van rose moir lint dat door den modieusen dof-gouden gesp is gehaald. Boléro met bouffante bovenmouwen van rose linnen met kantwirreling, lichtelijk verhullend den onderarm. Bij dit toilet wordt een Panama hoedje gedragen, gegarneerd met strikken van rose moirélint. Eose linnen is sterker van kleur dan mauve en blauw linnen. Grijs, geel en wit linnen wordt veel gedra gen met gesoutacheerde motieven. Wit soutache, of kleur op kleur. Van eenvoudige zomertoiletten, van japon netjes, die de kennismaking met de waschtobbe niet duchten is tegenwoordig geen sprake. De zoogenaamde doodeenvoudige toiletjes zijn zóó bewerkelijk en gegarneerd, dat uitstoomen te verkiezen is, boven de hachelijke kuip-dompeling. Op de badplaatsen kan men nu reeds zien, dat in het aanstaand najaar de struisveer meer dan ooit fureur zal maken. Buitengewoon lange en breede veeren, die met ridderlijken zwier achterwaarts van de hoeden neerhangen. De plumassiers" hebben er iets op bedacht om het minder fraaie gedeelte van de etruisveer, den steel aan het oog te onttrekken. Donzige, kleine veertjes bedekken den steel. Hendrik IV, bijzonder kieskeurig op de veeren die zijn hoofdbedekkingen sierden, noemde de pluimen-leveranciers des enjoliveurs". Wat zou hij geestig in zijn baardje lachen, als hij kon zien, hoe in de XXste Eeuw matrones et donzelles" zich gaarne met pluimen enjoliveeren." CAPRICE. vormen; hun dienst in de gemeenschap is een andere, 't zijn schijnbloemen, die alleen lokken moeten en daartoe groot en in 't oog vallend zijn. Wel is er nog een gesplitste zoom, wel ziet ge onder aan de buis nog een vruchtbeginseltje met pluis; maar eieren bergt 't niet, het pluis zal geen vliegtoestelletje worden dat 't rijpe vruchtje een eindje kan doen voortzweven, zooals met de middelste ware vrach tjes gebeurt. Op zulke rudimentaire organen berust een heele theorie van aanpassing en vervorming. Zie, dergelijke dingen, lijken allemaal peuterige nietige kleinigheden; doch juist deze blijken bij eenig nadenken tot de hoofd1. Een middenbloempje van de korenbloem, vergroot. 2. Het wijdste gedeelte daarvan met de prikkelharen, sterker vergroot. ? 3. De meeldraadkoker met de uiteenwijkende draden en de prikkelharen op de knik, stuifmeel op den top. 4. Het bovenste deel van den koker in het tweede tijdperk; de stamper is rijp; onder de beide uiteengeweken stempelslippen zijn nog de veeghaartjes te zien, die 't stuifmeel uit den koker hebben geschoven bij inkrimpen van de meeldraden. 5. Een loos loktrechtertje, (sterielebloem). of zich omkrult en zich met dat van de buren behelpt. Heel die vernuftige inrichting dient om 't witte knopje, dat onder 't zilverpluis zit, tot een vruchtje te maken; dat bestuiven en bevruchten is 't levensdoel van de bloem. Bijen en hommels kunnen daarbij niet gemist worden, maar die komen alleen op geur en kleur af; lokgeur nu heeft de korenbloem zoo goed als niet, en kleur hebben de kleine ware bloempjes midden in 't korfje ook al niet veel. Donkerblauw steekt wel goed af tegen halmengeel, maar toch niet sterk genoeg om van verre in 't bijenoog te vallen. Daartoe is een kleurig uithangbord, een groote vlag noodig; en dat nu is de krans van groote trechters, die langs den rand van 't mandje staan. Zij lokken door 't lichte korenblauw, schitterend, vooral als de zou ze beschijnt, de welkome bezoekers, bovenal de hommels, die een bijzonder goed oog voor blauw hebben. Hier toont ons dus de natuur een beste, een doelmatige verdeeling van arbeid; 't zijn in 't geheel geen bloemen, die diepe trechters; zoek maar niet naar meeldraden of stampers, geen van beide zijn te vinden; ze zijn loos, ze kunnen en behoeven ook geen zaad te zaken te behooren; zij verklaren het innerlijke doel; dat 't uiterlijk wezen van't geheel beter doet begrijpen en bewonderen. Zeker, ieder kan ook zonder die detail-kennis de koren bloem wel mooi vinden, en als er intieme herinneringen aan verbonden zijn, wel lief krijgen ook; dat blijkt wel uit de historische beteekenis van de korenbloem voor de Duitschers 't Was immers de lievelingsbloem van hun eersten keizer Wilhelm; en deze had gs-arne winter en zomer korenbloemen om zich heen; ze waren hem een herinnering aan den vreeselij ken . dag, toen zijn moeder, koningin Louise, met haar beide zonen voor Napoleon naar Memel vluchtte. Onderweg brak bij een korenveld het wiel van 't rijtuig, en Louise bedwong haar angst en de gejaagd heid van haar kinderen door hen korenbloe men te leeren vlechten, die de jongens weer om 't mooie hoofd van de vluchtende koningin legden. E. HEIMANS. De beide mooie foto's van den Amsterdamscben Hortus uit mijn vorig opstel zijn vervaardigd door J. A. Honing, Bot. Stud. en overgenomen uit De Levende Natuur.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl