De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 29 juli pagina 3

29 juli 1906 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1518 r DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Zal die ge wenen Latinist zich na de Ie zing bevredigd gevoelen? Die vraag zal nauwely'ks bevestigend kannen worden beantwoord. Vooreerst kan elke vertaling slechts ten deele het origineel weergeven, «venals men, volgens de opmerking van prof. Zielinski (Die Antike und wir, Leipzig 1905) door een pianopartitnur alleen ten deele eene eympbonie van Beethoven kan leeren kennen; en ten tweede ia deze overzetting, hoe letterlijk ook, soms zelfs te letterlek, noch onberispelijk noch aantrekkelijk door stijl of taal. In Sat. I, l, 3 is diveisa sequentes" niet: die een tegenovergettelden levensweg inslaan"; bedoeld wordt een geheel anderen"; ibid. 28 wordt gravetn terram" vertaald door zwaarkluitigen grond"; begrijpelijker en minder gezocht is zware grond". Zwaarklnitig", in de verte familie van het mooie Homerische epitheton grofkluitig", is bljjkbaar eene vertaling van schwerechollig". Vaargeid" («at. I, 5,13) noemen wij vracht"; voor 4e dejjwer" {van een paard voor «ea trekschuit) zeggen wij Jager". Ep. I, 14, 22 ?wordt onverstaanbaar door de overzetting van quod" door omdat"; in vs. 28 is strictis frondibus" -wel wat vrij -weergegeven door gras en hoM", en het voorlaatste wrs ia verkeerd opgevat; caballus" kan hier nooit oude knol" bcteekeaeh. Déaardige scène in Sat. I. 5, 15 is daargelaten de vraag of viator eigenlek wel het jagertje kan zijn in de vertaling niet beat te begrypen; de luie schipper bifldt n.l. niet bet niuildier met een touw aan een steen vast om het te laten grtWB", «Mkar l«ftt 4w «»1 loopen en meert zfrn schuit mei de JMgitftJ. De denkbeelden van den dichte r zullen den kan wel zoowat duidelijk worden, maar meer dan ooit zal hy beseffen, welk een nauw en onverbrekelijk verband er bij een dichter bestaat tusschen maat, kadans, klank eii gedachte. J. H. MOLL. Eea^ere-lTaübet aanst, Nedeil. taal-conires. Onder den titel Vaderlandsliefde" schrijft Vlaamsch en Vrij: Sedert jaren worden als goede noten of beter^ als boni pointe, waut de tekst is uit sluitend Fransch, in de lagere scholen der stad Brussel aan de kinderen geïllustreerde kaartjes gegeven, geleverd door het huig A. Hatier, van Parijs. Zoo wordt vooreerst de Belgische boekhandel en drukkersstiel ondersteund! Maar de zaak is nog veel erger. De tekst is gan?ch doortrokken van franschen geest; van Frankrijk, zijne mannen en de rest is er allén spraak. Ziehier daarvan een ergerlijk bewijs. Het kaartje No l is getiteld Le drapeau: op de voorzijde ziet men eene groep Fraasche soldaten; in het midden staat het vaandel der Republiek, omrinisd van eenen officrer met den degen in de vuist en van mikkende en vurende soldaten. Op de rngzijde staat deze stichtende tekst te lezen, waaruit zonneklaar blijkt dat het wel'terdege de Franse hèvlag is welke men te aanschouwen geeft: Le Drapfau Le Drapeau est Ie symbole de la patrie. Nolre drapeau est tricolore, c'est-a-dire fonnéde bandes d'étoffe: bleue, blanche, rouge. Cbaque regiment a son drapeau sur lequel sont inscrits Ie numero du regiment, les mots Honneur et Patrie, et les noms des batailles ou Ie regiment t'est tignalé. Le regiment tout entier salue Ie drapeau toutee les fois qu'il parait." Ziedaar wat vóór eenige dagen nog als belooning aan onze ' kinderen in de stads«cholen gegeven werd! KOERANG-TRANG. DOOK M. A. VAN HEEKEREN. I. De schemering was reeds ingetreden, die korte tropen-schemering, welke als in een ommezien helderen dag in duisteren nacht doet verkeeren, zoodra de gloe'nde zonne schijf aan, als in vuur gezet ten horizon is verdwenen. Hoefgetrappel deed «ch in de verte hooren langs den eenzamen weg, die hier door de riettuinen der fabriek Si Dodol zich windend naar het emplacement dier onderneming leidt. Steeds nader kwam het geluid der hoefslagen op den begrinten weg, droog, hard nu door blakenden zonneschijn van Oostmoesson, die het riet had doen rijpen in de velden, gereed hier om te worden gesneden en vermalen, waar van verder afgelegen velden het reeds was weggehaald voor de campagne, die dag in dag uit, nu werd voortgezet, de rook der schoorsteenen zich thans bij avondkoelte in lage, breede wolken, zichtbaar hier en daar bij enkele vergezichten, uitbreidend over de velden. De hoefslag, in korte, snelle maat, den telgang verradend, dien de inlandsche ruiter bij voorkeur beoefent, klonk nu zeer nabij, naderend het punt, waar de weg bij een hoogen djoewar-boom afboog zich verliezend <lan voor het oog tuaschen het hoog op gaande riet. Daar kwam om een buiging van den weg de ruiter te voorschijn, duister zich afteekenend tegen reeds donkeren achtergrond, maar tevens zichtbaar toch nog de vry'e arm, zwaaiend met snelle zweepslagen het vurige, kleine paard aanzettend tot snellen gang. Het is mandoer AH van Si Dodol, uitge zonden door zijn meester om in de naburige districts-hoofdplaats geld te wisselen voor den uitbetalingsdag van morgen, en op den terugweg nu met den zwaren zak vastgebon den voor aan den zadel van het paard. Het is wat laat geworden. Hij had ter hoofdplaats geen weerstand kunnen bieden aan de ver zoeking om even bij zijn ouden vriend, den schoolmeester, aan te wippeu, met wien hij indertijd de inlandsche kweekschool had bezocht zonder succes evenwel wat hem zelven betreft, daar hij nog voor het einde van den cursus er de voorkeur aan gegeven had om in het particuliere zijn geluk te beproeven met de reeds opgedane wijsheid. Ze hadden ondtr 'n lekker glaasje tamarinde stroop gezellig met elkaar gekeuveld over den ouden tijd, de school, de fabriek en de wederzijjsche families en onder het praten had Ali gansch niet om den tijd gedacht, die niet stil stond, totdat de verZoo kweekt M. Lepage vaderlandsliefde aan by de Vlaamsche jeugd der hoofdstad l En terwijl versmacht hij het Vlaamsch onder het Fransch" in diezelfde scholen, Juicht liberale Vlamingen! Weest trotsch op uwen rechtschapen Schepen-Volksvertegenwoordiger!" En diezelfde heer Lepage is eere-lid van het aanstaande Ntderlandteh taal-cengres." De VI. Strijd. NIEUWE UITGAVEN. Verslag «van de Vereeniging tot verzorging van gebrekkige en mismaakte kinderen in Nederland, jaar 1905. E. NESBIT, Goede voornemem. BEKNT LIE, Een school vutn Si en, Bij-de-wind", Gouda, G. B. van Goor Zonen. Het oude Nederksndsche litd, verzameld door F. VANDuwsE. Den Haag, MartinusNijhoff. Het geettelijke lied inde Nederlanden voor de Kerkherverm r>g, <Joor dr. J. A. N. KNUTTEL. Rotterdam, W. L. & J. Brusse. Mijn dagbo, k, door IDA DB WILDE. Rotter dam, Meindert Boogaerdt Jun. Die rkundenüber Hembrandt (1575?1721), Neu herausgegeben und commentirt, von dr. C. HOFSTEDE DE GROOT. Erstes Supplement,von M. C. VISSER. Den Haag, Martinus Nijhoff. Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid". Catalogus van de bibliotheek van het bureau. Den Haag, Martinus Nyhofl. Tijdschrift van het Koninklijk Neder). Genootachap voor Mant- en Penningkunde te Amsterdam, 14e j xargaug, 3e afl. Amsterdam, Joh. Muller. Schoone plekjes in Nederland", door J. F. RINKE, VII, Palkenberg, Maastricht. Wandelin gen door bat Geuldal. Vlll,'s-Gravenhage. Wandelingen naar Scheveningen. Voorburg en Rijswijk. IX, Wulcheren, Wandelingen van Middelburg uit naar Vlissingen, WestKapelle, Domburg, Veere enz. Baarn, Ho!landia-drukkery. De Architect, Hedendaagsche en oude kunst, 4e afl. Haarlem, H. Klemmann & Co. Ddftsch Aardewerk, Vijfde aflevering. (Zie vervolg pag. 10.) VOOR DAMES. Voor ten maalscfoappelijïeii strijd gereed, Het oude bekende tijdschrift Garlenlaube, dat zich nog sieeds staande houdt te midden van den stroom van nieuwere publicaties, heeft blijken gegeven niet verouderd tezyn. Het heeft een prijsvraag uitgeschreven, ter betere kennis van die vraag van den dag: de vrouwenquestie. Uit vele oorden van htt groote Dnitsche rijk, hebben vrouwen en meisjes aan dien oproep gehoor gegeven. En het gevolg is dat wij hier een vrij vol ledig beeld krijgen van hetgeen de vrouw kan en vermag, die, zooals de titel van het boekje luidt, is: Voor den maatschappelijken strijd gesteld." Zooals de redactie in de voorrede zegt: Ds waarde der op deze prijsvraag ingezonden antwoorden is voor alle vrouwen, wie de stryd om het bestaan is opgelegt zoo groot, dat wij het als onzen plicht beschouwen, de beste en leerrykste te publiceeren. Aan het doel der prijsvraag zou niet zijn beantwoord, als voor de keuze die wij uit de verschillende opstellen gedaan hebben, alleen de literarische waarde hiervan de maatstaf ware geweest: wat ons deed be sluiten tot de opname was voornamelijk het nut, dat lotgenooten kunnen trekken uit deze schijning van europeesche wandelaars op den weg, die langs de voorgalerij van meester's huis voprt, hem er aan herinnerde, dat de avond dra zou invallen. Fluks had hij zich weer in den zadel geworpen, na eerst den geldzak nog eens goed te hebben verzekerd, en in snellen gang, in de hoop nog voor het du ster was de fabriek te bereiken, was hij weggereden. Daar was reeds de djoewar-boom nu nog 'n minuut of wat, dan zou hij weer thuis zijn en dien zak, die hem thans bezwaarde, aan zijn meester hebben ter hand geate'd, Er zwierf in den laat sten tijd hier zooveel kwaad volk in den omtrek. Hij zal blij zijn wanneer hij 't hem toevertrouwde geld in goede handen zal hebben binnengebracht. Weisr kliefde het dunne rietje in de vrije hand de lucht en zwiepte striemend den hals van het paard, dit drijvend om den hoek by den djoewar-boom. Plotseling voelde ds ruiter een hevigen schok, die hem uit den zadel wierp en voor over deed neerploffen op den weg, w» ar hij 'n oogenblik verdoofd liggen bleef. Hij had het touw niet gezien dat om den voet van den boom gelegd over den weg was gespan nen en tusschen het riet vastgelegd, waaruit toen paard en ruiter neerstoitten, twee man nen te voorschijn sprongen, die zich op het paard wierpen en fluks met hunne messen den geldzak begonnen los te snijden. Nog waren ze daarmee niet gereed, toen mandoer Ali weer bijgekomen van den val, maar met hevige pijn nog in de gekneusde ledematen, zich oprichtend den toestan l dra overzag en den revolver trekkend, dien hij in de holster aan den gordel met zich voerde, het wapen op de schurken richtte en aftrok. De kogel miste maar deed de roovers hun arbeid voor 'n wijle staken, gereed al ooi te vluchten voor dezen onverwachteu aanval van den man, dien zij door den ontzettenden val onschadelijk gemaakt achtten. Maar, toen ze zagen hoe de man voor hen, blijkbaar door py'n overmand, ineen zakte even trachtend evenwel zich weer op te richten, waren ze onmiddellijk bij hem. en staken en korven den weerlooze met hunne messen, totdat hij liggen bleef stil. Zich den buit toe te eigenen en daarmee weg te ijlen was nu het werk van een oogen blik... Snel viel de duisternis in, en slechts het zacht klagend hinniken van het paard, dat met gebroken voorbeenen zich niet kon oprichten, verried toen de plek, waar het vreeselijk tafereel was afgespeeld. Het schot was op het fabrieks- emplacement gehoord, waar de administrateur de Boer het juist met een geëmployeerde over het lange uitblijven van Ali had. De man is dood eerlijk geloof jij ook niet, van Ruiven?" Zeker, mijnheer," antwoordde de toegesprokene, het hoofd dan afwendend eensklaps schilderingen van den strijd en de overwin ningen harer zusteren. Om de uitgekozen opstellen de tint der oorspronkelijkheid te doen behouden, hebben wij alleen de noodzakelijkste veranderingen aangebracht. In de overtuiging dat het prak tische voorbeeld de invloedrijkste leermeester is, hopen wij de vrouwen en de meisjes, die zelven haar brood moeten verdienen, met dit boek een bruikbare gave te bieden." Al zijn enkele toestanden ten onzent ver schillend, de grondgedachte, de behoeften zijn in alle landen dezelfie. Daarom willen wij de opmerkzaamheid vestigen op het pas verschenen werkje, hopend dat het ook voor vele Nederlandsche vrouwen worden zal eene aansporing tot krachtig streven, niet een wel bewust doel in het oog, eene vingerwijzing tot nieuwe middelen van bestaan, eene bron waaruit opwellen klare stroomen van troost en ,moed en bezieling, vruchtbaar makend en zegenend, zich uitstortend over menig dor vrouwenleven. De inhoud van het boekje is van de grootst mogelijke verscheidenheid. Nood leert bid den," zegt een Oud-HollandschspreeV.woord, maar nood leert ook werken en, blijkens hetgeen ons in deze verzameling wordt ver klaard, in wier samenstelling de fantasie geenerlei aandeel heeft gehad, maar waarvan de verschillende hoofdstukken allen bevatten een authentiek levensbeeld, is de vrou v bui tengewoon vindingrijk als het er op aankomt haar zelve en de haren te beschermen voor honger en nood. Eén trouwens geheel nieuw beroep, waarvan aan ons land de primeer toekomt, heb ik er niet in gevonden. Kort geleden, zag ik nl. in een onzer dagbladen, eene advertentie, waarin gevraagd werd een beschaafd meipje om in de wachtkamer van een tandarts, de patiënten te onderhouden. De nieuwheid, h* t praktische van het denk beeld heeft mij getroflen. Als men er ooit behoefte aan heeft onderhouden te worden, d.i. afgeleid van de pijnlijkheid zijner ge voelens, waarbij het psychische vaak een even groote rol speelt als het physieke, dan is het zeker bij den tandarts. En wie daarin slaagt, haar mag men zeker het brevet uit reiken, dat ze een groote mate van conver satietalent bezit. Iets dergelijks heeft naen beoefend in Amerika, toen men om de gasten het verblijf in zeker hotel aangenaam te maken, eene jonge dame engageerde, aan wie men zeer terecht den naam van de ziel van het hotel" gaf. Maar meestal zijn de beroepen, waarin die vele vrouweu en meisjes een bestaan hebben gevonden, eenvoudig en bereikbaar. De eerste voorwaarde er van was dat zü, om de geijkte uitdrukking te gebruiken, in eene bestaande behoefte hebben voorzien. En de tweede dat zij die ze uitoefenden, het hebben durven wagen om, volgens een andere Oud-llollandsche uitdrukking, haar fatsoen te grabbelen te gooien," wel te verstaan dat fatsoen, waar van zich het eng begrip gevormd heeft, volgens de beperkte opvattingen der menschen. En dat moet velen, van jongs af gevoed met die begrippen, doortrokken van den geest, die ia de kleine groote wereld overheerschend is, niet licht zijn gevallen. Want wat de lotgevallen en ondervindingen van al deze vrouwen bijzonder tragisch maakt, is dat zij die ze ondergingen, al zeer weinig waren gevormd en voorbereid voor den strijd, die haar wachtte. Niet zonder opzet, heeft men het boekje genoeröd: Voor den maat schappelijken strijd gerteld", heeft men het opschrift op den omslag omgeven met doornen- en distelranken. Byna al die vrouwen zijn, uit een zonnig verleden, te midden van weelderige, of tenminste onbe kommerde levensomstandigheden, "geroepen in de richting van den weg luisterend blijkbaar. Viel daar niet 'n schot?" vroeg de Boer, die tegelijk met den ander, opschrikkend, in dezelfde richting ha l gekeken. Ja," knikte van Ruiven. Zou er wat met Ali. .." Daar zeg je zoo iet?," viel de Boer haastig in. Laat je paard zadelen en wacht me hier. Hé, inan!" riep hij een koelie aan, terwijl van Ruiven zich haastig verwijderde. Loop gauw naar m'n huis en zeg dat ze m'n paard ge zadeld hier brengen. Maar vlug wat." De iiilander haastte zich uit zijn eerbiedige, gehurkte houding, waarin hij den toean besar genaderd was, op te springen en snelde weg in de richting van de a luoinistrateurswoning. Weinige oogenblikken later renden de beide ruiters van het ree-is verlichte emplacement af den donkeren weg op. Heb je 'n revolver bij je gestoken ?" vroeg de Boer nog even. Jawel, mijnheer," antwoordde van Ruiven en zwijgend vervolgden beiden hun weg, de kleine Sandelwood van den employédra een eindweegs achterblijvend bij den hoogen Australiër. P.otseling deed deze een zijsprong, en bleef toen stokstijf staan, zoodat zijffberijderzeker zou zijn afgeworpen, wanneer hy wat minder met do rijkuast ware vertrouwd geweest. Halt'" riep de Boer den hem volgenden employétoe, die hierop zijn paard inhield en dat nog bij'ijds wist te pareeren. Er moet hier wat op den weg liggen. Zie jij iets?" Het klagelijk hinniken van het gewonde paard deed zich nu weer hooren, terwijl beiden luisterenden toen zacht kreunend het geluid eener inenschelijke stem in de ooren klonk. Hier moet een ongeluk gebeurd zijn of wat ergers," zei van Ruiven, van zijn paard springend en dat bij den teugel houdend een lucifer at'strijkend. Daar ligt iemand," riep de Boer nu ook van zijn paard springend en dat eveneens bij den teugel houdend, op het menschelijk lichaam toeijlend, dat hij terzijde van den weg bij het flikkerschijnsel van zooeven had ontdekt. Van Huiven had reels weer een nieuwe lucifer aangestreken en nu stonden ze beiden gebogen over het lichaam van den gewonden mandoor. Hier, houd mijn paard even vast," zei de Boer, den ander de teugels aanreikend. En geef mij je lucifers." Knielend bij den gewonde, streek hij 'n lucifer af, en hield het lichtje boven den ter aarde liggende.... Een nagenoeg gelijktijdig ach" ontviel beider mond, toen zij het gruwzaam werk aanschouwden, dat de messen der roovers hadden aangericht. Ali l" zei de Boer tot van Ruiven opkijkend, die ten teeken, dat hij den gewonde ook geworden om het steile bergpad te bestijgen, dat echter de meesten gevoerd heeft tot de hoogte van een onafhankelijk bestaan. Daar is, in de eerste plaats, de bankiersdochter, opgegroeid in een weelderig tehuis, die op 225 jarigen leeftijd, door mislukte speculaties van haar vader, alleen en van bijkans alle middelen beroofd, achterblijft. Een heden ten dage waarlijk niet zeldzaam voorkomend geval. Als verlamd door den plotselingen overgang, herhaalt zij steeds weer die ne zinsnede! Nu moet er ge arbeid, geld verdiend worden." Maar dat z\j geen antwoord vinden kan op de vraag: hoe? dat maakt haar bijna wanhopig. Daar valt haar oog op eene gravure aan den wand, een voorstelling van het Noodlot, dat een menschenpaar, een man en eeae vrouw, voortsleept. De man verweert zich nog, de vrouw biedt geenerlei tegenstand meer. B dien aanblik ontwaakt weer al het gezonde, jonge leven in haar, zo u vastbesloten den kamp te wagen, alleen de middelen zijn nog onzeker. .Het eerste wat zij doet is de oude omgeving te verlaten, waar alles haar herinnert aan wat zy geweest is. Alleen wat zy worden wil, dat is nu nog van gewicht. In vroegere jaren, heeft zij met hare ouders, veel in Itali gereisd, en met liefde zich gelaafd aan zijne kunstschatten. Zij richt hare schreden naar Milaan en, na veel moeite, gelukt het haar, tegen 40 lire per maand, een betrekking op een kantoor te vinden. Slechts langzaam kan zij hare gezonde Duitsche maag gewennen aan het vegetarisch dieet, waartoe hare beurs haar veroordeelt. Maar als züook dit middel van bestaan weer verliest, ziet zij den nood steeds dichter naderen. Terwijl zg radeloos ronddwaalt door de straten, hoort zij twee Engelsche reizigers zich beklagen, dat zij geen Engelsch sprekenden gids kunnen bekomen. In een oogenblik is haar besluit genomen. Schuchter en stamelend, biedt zy harediensten aan. Zij wordt aangenomen en als zij den Dom bestijgen, schijnt zich voor haar weer de wereld te openen, waarin zij zoo lang geleefd heeft. Het oude leven schijnt haar den toegang te ontsluiten tot het nieuwe de herinnering maakt haar welsprekend en vol geestdrift verklaart zij later de schilde rijen en bee'den binnen in de kathedraal. Zij wordt ook voor den volgenden dag geën gageerd en, als herboren, als de vroegere vrouw, die zij reeds dood heeft gewaand, betreedt zij weer haar kamertje, zij heeft i O lire verdiend en vrijen kost in het voor name restanrant, waarheen zij de vreemde lingen heeft gevoerd. Scherp omlijnd, duidelijk en klaar, treedt haar eensklaps het beeld voor ooaen van wat zij in 't vervolg worden wil: Gids voor voorname vreemdelingen. En het gelukt haar. Reeds het volgend seizoen vindt haar in eene eigene kleine woning, een vriendelijk tehuis, versierd met al hetgeen zy gered heeft uit de schipbreuk van het ouderlijke hui?. Hare vroegere hospita is huishoudster bij haar geworden en opent in haar Lombardisch nationaal kostuum den vreemdelingen de deur. Zij heeft zich, tegen betaling van een hoog patent, lateninschrijven als officieele gids, overeenkomsten voor provisie gemaakt met de eigenaars van ver schillende magazijnen, waarheen zij de vreemEcht Victoriawatei OBERLAHNSTEir cht Victoriawate " O8E.RLAHN&TE1N. IIIIMIlllllllllllflllllllllMMHI herkend had, bevestigend kniklo : Hij leeft nog," ging de Boer voort, den gewonde oprichtend, die zachtkens kreunde... Wat is er gebeurd, Ali?" vroeg hij. De gewonde, leunende zwaar in den arm die hem steunde, opende den mond... Roovers.. . gewond. .. Sidin van Goenoeng Wetan," bracht hij er moeizaa-u uit, en viel toen terug, gehouden echter door den krachtigen arm vau zijn meester. Toen zich nog even oprichtend: De geldzak?" vroeg hij angstig. Die is terecht," loog de Boer om den gewonde geruft te stellen. Een zucht... loodzwaar hing het gewicht van het roerlooze lichaam in den steunenden arm, die moede nu zachtjes mee gaf: Ik geloof dat 't gedaan is met den arme," zei de Boer, vervolgend daarop: Je hebt immers Karelsen gezegd dat hij met eenige luitjes met obors zou nakomen?" Ja, mijnheer, ik geloof dat ik ze daar ook al hoor aankomen." Een gegons van stemmen kondig Ie reeds de naderenden aan, die ter plaatse van het onheil gekomen toen de obors ontstoken waren haastiglijk van takken en rietstengels een geïmproviseerden draagstoel in elkaar zetten, waarop het nu reeds verstijfde lichaam van den doode werd gelegd. Langzaam toog de stoet door den opzichter Karelgen geleid naar de fabriek, terwijl de Boer en van Huiven nog even op de plek bleven verwijlen, om het hopeloos verminkte paard het genadeschot toe te voegen. Geef mij je revolver," zei de Boer, ter opheldering daaraan toevoegend. Ik zal in Goenoeng Wetan dien Sidin zien uit te vinden en ga jij intusschen naar Goenoeng Kidoel den assistent en den djaksa waarschuwen..." 'n Oogenblikje later reden beiden ieder zijns weegs in de duisternis af. Pikdonker was 't onder het dichte loof van nangka, doerian, kemiri, tusschen welker stammen het onkruid welig opschoot zich kronkelend om de lage levende hagen, die kleine open ruimten insloten, in welker mid den door pisang-boschjes omgeven de lage desa-woningen lagen, waaruit tusschen de reten der pïoepoc-oruranding flauw licht naar buiten glooide. Twee donkere gestalten wonden zich langs het kronkelende pad, voor den ingewijde slechts in dezen doolhof te vinden eindelijk hadden ze hun doel bereikt ... Zacht tikte een hunner op den ploepoewand van de woning in welker schaduw zij gehurkt bleven zitten. Wie daar?" klonk het in fluister-vragen daar binnen. Sidin," zei de woordvoerder zacht en liet daarop even zachtkens het dapet" volgen, ten teeken dat de toeleg was gelukt. Een geschuifel op den sessakvloer daar binnen, krakende onder het opstaan van den bewoner, die daarop in het voorgalerijtje te Cailler rühSTE ZWITSERSCHE (HOCOLTIDE auktUi-e^? Cacao er. SUIKER. VRAAGT UWEN LEVERANCIER: Cigarettes. Prijs, l Mocca (?roen) l ct.| Abbas fpaar?ch) l H Hamit, Xamidiéen Edim met goud mondstuk . . . \% Balkan (rosa) 2 ^ Kef (rood) kurk 2 g Sultana (wit) goud mondstuk 2 ?* Khedive (blauw) . . . . 2X fc Extrafine (oranje) .... 3 Fleur d'Orient 3 g Grand Vizir 4 O Impériales 4 ^_ Verkrijgbaar in doosjes van 10-20-25-50 ^ stuks en hooger. M Dames Sigaretten Prijs, g Harem l et. g Hanem IX ^ Uitsluitend Handwerk met en zon- Q der mondstuk door Turken vervaardig,!. £> Kooit heeft een Sigaret op zoo snelle O wijze naam gemaakt en de gunst van het hooge publiek veroverd als de «5 STELIO. H Dat cucces is te danken aan de voor- 2 treft'eiijke eigenschappen en geheim 5 der hoog fijne Mélange. ^ De fijnste en meest aromatische &q soorten echte Turksche Tabak g| worden door de filiale te Smirna gekweekt en zoover noodig, deels aangekocht. L Indien n dezer merken bij Uw | leveranciers niet voorradig is verzoeke zich te vervoegen voor gratis monsters naar de Vorstenlanden, Zoutsteeg l Q/II, Amsterdam, waar de complete] collectie steeds voorhanden i=. De verkoopprijzen «ijn door deDirectie | vastgesteld en staan onder controle. BOUWT te NUNSPEET o/d. VELUWE. Inlicht, b/d. Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland te Nunspeet. *>' Illlllllllllllllltlllll l III l MIMI MIIIIIHIWHI voorschijn kwam bij het trapje, dat naar den beganen grond voerde, leunend hij toen over de bamboe-balustrade. Ik heb hooren schieten," zei hij, zich vooroverbuigend tot de beiden, die nader gekropen waren. Hij schoot." En?..." Wij hebben 'm gedood." Hm l" klonk hetietwat bedenkelijk. Maar wat is er aan te doen. 't Was z'n eigen schuld. Waarom verzette hij zich ... Was hij goed dood." Zeker!" En het geld?" Hier is 't." GoeJ," zei de man in het hui?, den zak overnemende. Komt binnen, dan zullen wij 't verdeelen." De buitenstaanden traden op het trapje toe, toen plotseling de hoefslag van een paaid op den straatweg, die hier vlaK langs de desa voerde, alle drie verschrikt als aan den grond genageld deed blijven staan, en zulks te meer, toen kort daarop de ruiter, blykbaar afgestegen, aan het desa poortje klopte en met luider stemme den bek riep, die het echter op het oogenblik te druk had met z'ii beide trawanten oin aan dat roepen gehoor te geven. Hier." zei hij den zak Sidin weder toe reikend, berg hem in den hollen boom, je weet wel. En zorgt beiden andere kleeren aan te doen als aan deze soms bloed zit. Misschien zoeken ze jelui wel. Vlug wat weg nu." Als slangen verdwenen beiden in de kampongduisternis, terwyl de bek, zich niet storend schijnbaar aan het steeds driftiger kloppen en roepen aan de desa-poort in zijn woning verdween, om na eenige oogenbhkken met 'n lampje in de hand weder te voorschijn te komen, op het oogenblik, dat de Boer, zijn paard aan de hand leidend en door een paar dorpelingen begeleid voor de woning van het dorpshoofd verscheen. Zich de oogen uitwrijvend als ware hij zoo even eerst uit diepen slaap opgeschrikt, stond de bek l het groepje voor zijne woning, als niet begrijpend wat dit te beteekenen had, aan te staren. Hij had evenwel den toean besar van de fabriek onmiddellijk bij het flauwe schijn sel, dat zijn lampje naar buiten wierp, her kend en begrepen, dat deze de moordenaars van zijn mandoor op het spoor was. Toen, alsof hy nu eerst den nachtelijken bezoeker herkende, zette hy het lampje op den vloer en gleed in gebukte eerbiedige houding langs het trapje naar beneden, hurkend voor den machtigen gebieder van Si Dodol: Wat wenscht mijnheer?" vroeg hy on derdanig. Bek," zei de Boer. Sta eens op en kom hier wat dichter by." (Slot volgt). J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl