Historisch Archief 1877-1940
l
Ma 1518
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
MAGGI's Soepen in tabletten,
merk Kruisster,
masen het mogelijk om in den kortst
mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke horden
Fransehe sqepen 10 Ct.
Pikante soepen 18
MAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreflelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
MAGGI's Aroma,
merk Krnisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerec h ten oogenblikkelijk een verrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrygbaar in flaeons vanaf 30 Ct.
i mini uu UMI n iiiiui uuuiini minimin iiin HUI luuuii uiiuiuu umi uu i n n mi niiiiin n uu
cravatten, strikken, blouses voor magazijnen
te vervaardigen, alles wat zij maar krijgen
kon en bij den aanhoudenden dagely'kschen
arbeid, leerde zij snel werken, zich
concentreeren op datgene, waarvoor zij het meeste
talent scheen te hebben.
Als zij eindelijk, na jaren van ingespannen
arbeid, eene eigen zaak met uitgebreide
clientèle heeft verworven, treedt haar
aangeleg en liefde voor het artistieke weer krach
tig op den voorgrond Zin voor kleur en
vorm moeten ontwikkeld worden, ook de
psychologie. Want het is niet voldoende
mooie hoeden te maken, zij moeten in de
eerste plaats karakteristiek zijn, haar die ze
draagt, inderdaad versieren. Door herhaalde
aanraking met mijne klanten uit de meest
verschillende sociale kringen, leer ik de
menschen en het leven kennen in bont
gewemel, trekken al die verschillende
levenstoestanden aan mij voorbij."
Nog veel meer zouden we kunnen aan
halen: spreken over het meisje, opgeroed
om zonneschijntje te zijn in haar ouderlijk
huis, maar wier horizon overdekt wordt met
donkere wolken, de zeer belangrijke levens
geschiedenis der costuumnaaister mededeelen,
waarmee het boek aanvangt, een overzicht
geven der beroepen voor vrouwen, die wel
in Amerika maar nog niet ten onzent bekend
zijn. Maar we willen het laten by deze aan
kondiging, vooral omdat, naar wy vernemen,
eene Nederlandsche vertaling wordt voor
bereid. Wühebben willen opwekken tot
kennismaking met het boekje, omdat het
lezen dier voorbeelden van eenvoudigen
heldenmoed, van moedig gedragen ontbering,
van opoffering en trouw aan het doel, dat
steeds voor oogen stond, inderdaad sticht.
Niet gering moeten wij achten, dat de liefde
voor man, kinderen en verwanten voor de
meesten dier vrouwen een machtige prikkel
geweest is, eene drijf- en stuwkracht op hun
doornig levenspad.
Krijgen wij aan den eenen kant eerbied
voor wat een zwakke vermag, aan den anderen
kant geeft het boekje een donkeren blik op
de menschheid. Waren niet de meeste levens
beschrijvingen tot in de kleinste bijzonder
heden aan de waarheid getrouw, we zouden
het nauwelijks kunnen gelooven, dat vrienden
en verwanten zich bijna altijd hebben afge
wend van deze vrouwen, zoodra het geluk
haar den rug toekeerde.
Verrijzen er zoovele nieuwe idealen aan
de kim van het vrouwenleven, van n ideaal
zullen wij, onder die veranderde omstandig
heden afscheid moeten nemen l van die
zachtheid," die een nationaal dichter de
schoonste deugd van schoone zielen" heeft
genoemd, waarvan wij allen de bekoring
hebben ondervonden bij een ander geslacht
van vrouwen, dat niet voor den
maatschappelijken strijd was gesteld, maar wier zegen
rijke werkzaamheid niettemin, in vele huizen,
voor vele harten, een opvoedende kracht is
gebleken, waarvan de invloed niet te hoog
kan worden geschat. Wij willen dit artikel
besluiten met de vertaling van eenige regelen
gedicht door eene, die alleen haar levens
strijd heeft moeten strijden en door zeer
bittere wateren is gegaan:
UIT DE NATUUR.
CLXXXI. Graafwespen.
'k Weet niet lezer of u zooveel van de
zonneschijn houdt en er zoo goed tegen kunt
als ik. Zoover ik mij herinner ben ik nog
nooit voor de zon in huis of bosch ge vlucht;
als er maar ligplaats is en dat is immers
overal, waar de zon schijnt mag het vuurtje
van boven zoo fel op de aarde branden, als
't wil; een hoed moet breeden rand is alle
bescherming, die ik verlang, anders kryg ik
last door my'n bril; maar lang en ver loopen
op een stoffigen of muilen weg, daar heb ik
een broertje aan dood.
Zachtheid l ze is goed op haar ty'd,
Maar lost niet op den levensstrijd,
Geen schild, geen wapen is ze of stuur,
Voor 't levensscheepje te aller uur;
Vergeefs is met haar uw streven,
Kracht is het wachtwoord van 't leven.
Kracht in 't wagen,
Kracht in 't slagen,
Kracht in 't begeeren,
Kracht in 't ontberen,
Kracht in 't dulden.
Kracht bij des broeders nood en leed,
Die de liefde der menschen te lenigen weet.
M. K.
Karakter", een brochuretje door mr. J.
M. VAN STIPRIAAN Lui'scius.
Tot nut der Nederlandsche jeugd" aldus
luidt 't op het titelblad van bovengenoemd
vlugschriftje. Ik wil van ganscher harte
aannemen, dat schrijver 't met genoemde
jeugd opperbest meent; maar.. .Maar of zijn
geesteswichtje, niet wat al te onvoldragen
is, om ook maar n der duizenden jonge
levens, die het te beweldadigen heeft, n
centimeter verder te brengen op het, terecht,
door hem gewenschte pad, daaromtrent meen
ik vrees te mogen koesteren.
Blijkbaar gevoelt mr. S. niet zonder leed,
dat 't met het zedelijk gebalte der jeugd, nu
niet bepaald vooruitgaande is. Gelijk anderen,
ziet hij, naar ik vermoed, de grenzenlooze
ruwheid, de tot bestialiteit ontaarde vrijheids
zin van een groot deel der Nederlandsche
natie. Ook heeft hij, naar ik waag te ver
onderstellen, paralellen getrokken tusschen
ons volk en de bewoners van andere laaden.
Maar onze goedwillende man moet dat gezien
hebben van uit een comfortable zitje in een
eerste-rangs-woning, en zyn parallellen moeten
getrokken zijn van uit een eerste klas hotel.
Schrijvers bedoeling... och, die was best,
maar de wijze, waarop hij deze ons, of beter
gezegd der Nederlandsche jeugd wil deel
achtig doen worden, doet in de eerste plaats
denken aan 't kookboek van Aaltje de zuinige
keukenmeid" en doorlezend, komt de uitroep :
Wat naïveteit I"
In drie afdeeldingen wordt de weg ter be
machtiging van het kostbaar kleinood: een
(goed) karakter door schrijver verdeeld.
De eerste draagt het opschrift:
Wat is karakter".
De tweede: Hoe vormt men een karakter?"
Ten slotte luidt 't: Waaruit bestaat 'n
goed karakter?"
De lezer zal 't mij vergeven, wanneer ik
den schrijver niet op den voet volg, veeleer
slechts zeer enkele greepjes zal doen uit den
schat van... naïviteit, in dit geschriftje ten
beste gegeven.
Al dadelijk op 't eerste blad:
Een kenmerk van het karakter is de
voortdurendheid. Niet ieder die volhardt,
heeft karakter, maar ieder die karakter heeft,
houdt vol. In 't volhouden van 't beginsel
ligt 't karakter."
Dat is immers juist", zegt ge, lezer, en
terecht. Te betreuren echter is 't, dat in
't geheele dingske een karakter en een goed,
nobel karakter, telkens dooreen gehaspeld
worden.
Maar nu biedt schrijver zijn te-leiden-jeugd
een dennenbosch; trouwens ge vindt ze op
zulke zonnezandplekken niet vaak; de bodem
wordt er gauw te mul voor hun mijnen en
schachten
Toch zy'n er tusschen uw ellebogen in de
schaduw van uw hoofd wel schachten te
bespeuren dat wil zeggen, de monden er van;
kleine gaatjes, waar een breinaald net in kan.
In de donkere put is niets te zien, maar
dat duurt niet lang; de mineurs zy'n van
schrik diep weg gedoken, toen daar zoo on
verwachts een vreemd reusachtig wezen op
hun grondgebied ging liggen. Tijd en geduld
hebt ge genoeg in de vacantie, in dit opzicht
zijt ge voor dezen keer eens de gelijke van
de gravers of eigenlijk de meerdere, want zij
Graafwesp (Ammophila sabulosa) met haar prooi (24 Juli). (Uit De Levende Matuur).
Zoo gauw er een plekje komt, dat belooft
iets van 't natuurleven te zullen vertellen,
val ik op mijn ellebogen en wacht. De kijker
ligt naast mij, gesteld op dichtbij".
Hoe zoo'n plekje er uit ziet? Zoo: de
bodem is kaal, zandig en oneffen, een helling
is ook best; de oppervlakte is niet groot, en
tien meter in 't vierkant is ruim voldoende;
in de rondte bloeien veel bloemen:
schermbloemen, heidekruid, of wat ook; niet ver
'af bevindt zich water, stilstaand of stroomend,
dat doet er niet toe; een heidepoel, een molen,
een sloot is al mooi; een boerderij met vee
er niet veraf; staan daar bijenkorven, zoo
veel te beter.
't Eerst ondergaat de bodem vlak voor u
een nauwkeurige inspectie, zijn er veel mieren
dan verkast ge een meter of wat. Mieren
zijn lastige beesten en zij overheerschen de
naaste omgeving zoo, dat er voor andere
natuurgenooten niet veel te doen overblijft.
Een mierennest bestudeert ge veel beter in
kunnen alleen werken en eten zoolang de
zon flink schijnt, en van deze gelegenheden
moet snel en volkomen gebruik gemaakt
worden.
Daar beweegt al iets in dat gaatje; iets
grauws verlicht 't onderste zichtbare deel
van de gang, het stijgt; een klein kopje sluit
de opening af: dat is een graafwesp, een
kleintje. Het diertje ziet u wel, maar 't weet
nog niet of ge gevaarlijk zijt; leeft ge dan
is er gevaar, beweginglooze dingen zijn dood
en onschadelijk. Dus ge beweegt niet of heel
langzaam. In orde; met een wipje is't diertje
uit de mijn en huppelt dartel in 't rond, de
vleugeltjes bewegen snel, 't is een vliegend
loopen ol een loopend vliegen, zooals ge 't
maar 't noemen wilt. Heel zacht brommen
de glimmende vleugels. Dat is het sein voor
de andere vluchtelingen. Op eens gluren uit
al de openingen wespenkopjes naar buiten,
sommige hebben een zilverwit streepje dwars
over den kop en een oogenblik lijkt er groot
een voorbeeld aan, door den Amerikaanschen
schrijver-over-karakter" O. 8. Marden ge
leverd, een voorbeeld, zóó wonderlijk-vreemd
toegepast, waar 't geldt het krijgen van een
(goed) karakter, dat men wél een geld-Yankee
moet zijn, om dat daar te gebruiken. In 't
kort komt 't verhaal of dewel voorbeeld,
door de heeren Stipriaan Lui'scius Marden
aangehaald, op 't volgende neer:
Na anderhalf jaar bar zwoegens, zonder
ook maar eenig succes, geeft in wanhoop,
een goudzoeker zijn mijn een ander voor 'n
prikje over. Bij den eersten houweelslag
vindt de nieuwe eigenaar een zóó rijken
goudader, dat hij zich dien eigen dag een rij k
man kan achten.
Kan de lezer soms eenig logisch verband
vinden tusschen 't verkrijgen van een goed
karakter en dat goud-verhaal, waarbij slechts
sprake is van blind geluk, in tegenstelling
met groote déveine ? My ontgaat dat ten volle.
Op blz. 5: Karakter is mér waard dan
geld." Gereedelijk echter geeft de schrijver
toe, dat eenig geld toch noodig is; veel
geld echter acht hij gevaarlijk.
Lezer, stel u nu, na de aangehaalde bewe
ring, eens duizenden heelen, en die bij na
proletariërtjes voor, hoe dezen, nog lang niet de
kinderschoenen ontwassen, in onze geld
maatschappij zich halfdood te worstelen hebben,
om niets meer te erlangen dan een (vaak)
niet-menschwaardig bestaan l
Als schrijver 't niet zoo naïf-goed voor
hadt, zou hier men aan bittere ironie denken !
Eenig geld is noodig I" Gaat men geen
neiging voelen, mr. S. L. nu ook het recept
te vragen, om dat noodige te bekomen, ten
einde tot 't andere noodige: het (goede)
karakter te geraken ? En ... is men anderzins
niet geneigd mr. S. L. den Gyges-ring toe
te wenschen, of 't vermogen, om met
Lesage's Diable bóiteux" een i-eis te onderne
men ; niet verder eerst, dan binnen Holland's
grenzen, om de waarheid (1) te erkennen van
zijn stelling, evenzoo op blz. 5 ten beste ge
geven, en luidend: Elk karakter is zelfstandig,
het is zich-zelf, het handelt naar eigen inzicht,
het kent geen protectie (ik cursiveer) het steunt
op zich alleen (!)
Heilige cnnoozelheid I In ónzen tijd geen
protectie!
Maar beste heer, kunl; ge u nog blind
houden in Holland iets wat in mijn oog
ondenkbaar is ik zou u dan raden, ge
durende eenige jaren een plaats als employ
op een of andere Indische
cultuur-onderneming u te verschaffen, zeggen we een suiker
fabriek, waarlijk, 't zou een uitmuntend
middel zijn, om uw oogen te openen voor
menschen en toestanden. Want zelfs half,
driekwart, ik waag zelfs den paradox : geheel
blind, zoudt ge uien, hoe in ons Indiëboven
capaciteit en bonen karakter, geldt het aldaar
eenig noodige" de machtige kruiwagen!
Merkwaardig.,. naïef óók is 't, om in het re
ceptenboekje erfelijkheid zoowel als het milieu
waarin een individu geboren en opgevoed is,
totaal te negeeren I
Slechts lees ik op blz. 8 : Van natuur zy'n
alle menschen egoïst: opvoeding of
zelfopvoeding maakt altruist."
Volkomen echter ga ik met den schrijver
mee, waar hij (blz 9) zegt: Niet, zooals volgens
iiiiiiiiMimiiiiiMii
feest; dan zet de een, voor, de ander na de
vleugels op en weg zijn ze. Andere komen
thuis met een zware last tusschen de pooten.
Wat 't is kunt ge niet onderscheiden :
spinnetjes, vliegjes, torren, bladluizen, van alles
wordt er binnen geuleept. Gevochten wordt
er ook ; onder elkaar en met vreemde indrin
gers, schijnt het; met luie dieven ook of
misschien wel met parasieten.
Om fourage voo r zich zelf is het de
graafwespen haast nooit te doen; wat ze inzamelen
is voedsel voor hun jongen die nog geboren
moeten worden; eerst als de prooi goed en
De opgegraven rups met de larve van
de wesp (26 Juli).
wel is opgeborgen, legt de moederwesp daar
diep in den grond, een eitje op de doode of
verlamde vlieg of spin. Als 't larfje uit 't
ei komt, is de moeder al lang dood en ver
gaan; ze heeft nooit een kind gezien en zal
't niet zien, ook heeft ze zelf als kind geen
zorgzame moeder aan 't werk kunnen gade
slaan en toch weet ze precies hoeveel en
en welk voedsel haar jong zal behoeven om
tot een volwassen graafwesp te kunnen op
groeien.
Uw oog dwaalt even af, want links van u
tegen een der zandheuveltjes van drie deci
meter hoogte bonst iets en een zacht gegons
bereikt- nog net uw linkeroor; daar komt
een ander dier thuis, een bij; 't is net
een vlokje van gele wattf-n, zoo zit zij
rondom in de poeder; hoor haar nu eens
luid brommen, onder 't zweven en schomme
len in de lucht, vlak voor een groot open
donker hol in den wand, wel zoo wijd als
een potlood dik is. Zij roept uitdagend een
eventueelen inbreker toe, voor den dag te
I)e rups gaat orer in de wespenlarve.
(30 Juli, 10 uur 's morgens).
komen, want zij is er, de rechtmatige eigena
res, en ze zal den voorraad stuifmeel op haar
lijf en den honirg in haar maag naar binnen
brengen, desnoods wil zij er voor vechten.
Bismarck, is 't te doen, om een gezond egoïsme,
maar wel om een gezond altrüisme.
Of echter met dat boekske in deze richting
iets gewonnen kan worden, dat lijkt myÉzoo
goed als ondenkbaar. Van harte hoop ik dan
ook, dat de aan 't slot van 't brouhuretje
gegeven vingerwijzing, dat ter verkrijging van
ruimeren blik op dat terrein, de werken van
Marden en Lubbock te raadplegen zijn, tot
meerder resultaat mogen leiden.
Juli 1906. VROÜWKE.
iMiiiiiiHiiMiiiiiiMtHiiiiillimmii
ilmHimiiiimumiiiiiiluiillllllliR
Nederlandsche studente in de letteren aan
de Sorbonne te Parijs. Sarah Bernhardt
ontdekt een nieuwen dramaturg: Ren
Fraudet. Pittig epistel van Ellen Terry.
Aan den avond van 11 Juli j.], ontving ik
het volgend schrijven:
Geachte Mevrouw!
Als getrouw lezeres van uw rubriek in het
Weekblad De Amsterdammer, kom ik u even
eene gebeurtenis meedeelen, die misschien
van eenig belang is voor de vrouwenwereld.
Mijne dochter heeft op 19-jarigen leeftijd ie
Parijs haar baccalaureat met succes gedaan
en wordt nu studente in de letteren aan de
Sorbonne. Zy' is ex-leerlinge van de
Godelindeschool alhier en heeft, na slechts 2 jarige
voorbereiding te Parijs, dit gunstig resultaat
gehad. Het onderwijs alhier, werd door den
leeraar te Parijs, zeer geroemd. Van geen
belang is de naam (dien ik u dringend ver
zoek te verzwijgen) wél het feit. Zij is de
eenige uit ons land,"
Een welgemeend compliment aan onze
Nederlandsche studente te Parijs l Aan de
moeder een hartelijken gelukwensch met het
bezit van zulk een kranige dochter! Het
doet mij leed, dat de moeder meent, den
naam der baccalauréate te moeten verzwijgen.
Ik moet mij schikken naar het uitdrukkelijk
verlangen van haar, die ik niet het voor
recht heb persoonlijk te kennen.
Zeker is het feit belangwekkend, en aan
een trouwe lezeres" zou ik niet gaarne iets
weigeren.
Voor soortgelijke mededeelingen houd ik
mij aanbevolen; mits, met vrijheid, namen
te mogen noemen.
Namen werken soms magisch ! Zij, die mij
de eer bewijzen, mijne wekelijksche rubriek
te lezen, zullen allicht gemerkt hebben, dat
ik, geheimzinnigheden vermijdend, veelmeer
mij beijver, naar goed Hollandschen trant
man-en-paard" te noemen.
Dat ons onderwijs door den Franschen
docent geroemd wordt, verwondert mij niet.
Ik ben dikwijls in den vreemde geweest, en,
steeds deed het mijn Hollandsch hart goed
te hooren, hoezeer de algemeene ontwikke
ling, de geestesbeschaving der Nederlanders
in het buitenland wordt gewaardeerd.
De geringschatting der Hollanders zelf, over
hun landgenooten, hun eigen instellingen
en verordeningen, is evengoed een nationale
belachelijkheid als de adoration mutuelle"
onzer Gallische broeders.
* -*
#
De nieuwe dramaturg, door Sarah Bernhardt
ontdekt, de jeugdige dichter, van wien la
Divine" vél verwacht, is twee en-twintig
Maar niemand verschijnt, het gebrom ver
zwakt, verstomt en genoegelijk blazend en
trillend marcheert zij de mijaput in.
Een vijf minuten later komt ze terug en
brengt zand naar buiten, achterwaarts loo
pend, snel, als ging 't op wieltjes, rolt ze
heen en terug en 't fijne zand vloeit gestadig
uit de horizontale of schuine mijngang, 't Is
een mooie gelige dikpoot-bij, een Dasypoda,
mooie naam ook.
Weer een ander bezoeker I Een allerslankst
rood met zwart dier op hooge dunne pooten,
met een ber-wespentaille ('t woord excuseer,
was toch al barbaarsch), valt neer bij uw
voeten. Dat is een heel gewone graafwesp
en rupsendooder. Maar hij heeft nu geen
rups bij zich. Op de lange dunne pooten
danst hij rondom uw handen en voeten;
wees maar niet bang dat hij steken zal. Hij
heeft wel wat anders te doen hij neen,
't is al weer een zij; in wespenland werken
de mannen niet; zij zoekt blijkbaar iets;
ha, daar heeft ze 't; een voet van uw voet
verwijderd, lagen eenige zandkorrels; voor
u gelijk alle andere, voor haar van bijzondere
beteekenis. Kijk maar, ze schuift ze voor
zichtig met de pooten op zijde ; daaronder
De rups is bijna verdwenen. (30 Juli).
ligt een steentje, een klein rond steentje, bijna
zoo groot als een erwt; dat pakt ze tusschen
de kaken en legt 't op zijde, nog zoo'n steentje.
Daaronder gaapt een ronde kuil, al weer een
mijnschacht; weg is de wesp ; er in, er uit,
zand uitsmijten in zenuwachtige haast, dansen
rondom de put, even op de vleugels, weg,
weer terug, weer weg, weer terug; maar nu
met een lange groene slappe rups onder zich,
die ze ergens van te voren op 't zand neer had
gelegd. De rups beweegt, even een steek met
haar angel in een zenuwknoop, en daar duikt
ze opnieuw, de rups ligt voor pampus, nog zes
zandkorrels uit de put gegooid; ze pakt de
rups bij den kop en sleurt hem achter zich
aan ; zij laat de schijndoode prooi verbazend
handig neer zakken, en volgt hem naar
onder; na vijf minuten is ze weer boven,
zij heeft haar wespenei op de verlamde
geparalyaeerde" rups gelegd.
Uit die rups zal geen vlinder komen, wel
een graafwesp, rood met zwart en met zijn
ijse'ijk lang en dun steeltje, dat borst en
achterlijf verbindt.
Wilt ge met eigen oogen zien, wat daar
onder in de mijn gebeurt, dan moet ge straks
net als ik een paar maal gedaan heb, de
jaar, heet RenéFraudet, en is auteur van
een in zoet-vloeiende verzen geschreven
tooneelwerk: La Nuit perverse".
De slanke, blonde jongeling RenéFraudet,
vroeg stoutweg aan Sarah Bernhardt, haar
zy'n stuk te mogen voorlezen. De
altijdwerkende, zelden-rustende, geniale Sarah,
ontbood den dichter, 's nachts na twaalven,
in haar theater, en verklaarde zich bereid
de voordracht van zy'n tooneelstuk aan te
hooren, na afloop der avondvoorstelling.
Sarah Bernhardt, de onvermoeide, slaapt
weinig. Een korte slaap verkwikt haar vol
doende. RenéFraudet las met stijgend
enthousiasme, want de bewonderende uit
roepen, en de stralende oogen der groote
kunstenares, waren aanmoedigingen, die hem
met blijdschap vervulden. Toen Sarah den
inhoud en den vorm van La Nuit perverse"
in zich had opgenomen, strekte zij de hand
naar Frandet's manuscript, zeggend: Laat
mij uw werk, ik speel uw stuk dezen winter."
De onbekende jongeling is opeens de man,
van wiens poëtisch talent men in de toekomst
vél verwacht. Sarah Bernhardt vergist zich
in zulke onderkenningen niet. Toen zij n
stuk van Edmond Rostand gelezen had,
noemde zij hem den toekomst-dichter, den
gunsteling der Muzen, wiens geniale aanleg
in n adem met Victor Hugo genoemd
mocht worden. De schrijver van la
Samaritaine", la Princesse lointaine", Cyrano de
Bergerac" en l'Aiglon", heeft de profetie
van zijn bewonderaarster in vervulling ge
bracht.
*
* *
Tal van belangwekkende bizonderheden
werden ons door binnen- en buitenlandsche
nieuwsbladen meegedeeld, over de beroemde
Engelsche tooneelspeelster Ellen Terry en
haar gouden tooneel-jubilee.
Een karakteristiek briefje van haar hand,
gericht aan de leerlingen van Leeds College
of Dramatic Art, luidt aldus :
215, Kings Road,
Chelsea, 19 Mei 1906.
Lieve, jonge vrienden,
Mij werd verzocht, een woordje tot u te
zeggen.
Zeg ik N woord, dan is het Werkt.
Waren het TWEE woorden, dan zou ik zeg
gen: Weest geduldig.
Waren het DRIE woorden : Weest niet ijdel.
Met mijn beste wenschen, geheel de uwe.
ELLEN TEERY.
Niet slechts aan leerlingen van Leeds
College, aan alle jonge, strevende, toeko
mende kunstenaars en kunstenaressen heeft
de verrukkelijke Shakespeare-vertolkster op
haar gouden feest, deze gulden woorden
geboden. CAPRICE.
* *
*
Boheemsche sneeuw. Men klopt l liter
slagroom en voegt er 125 gram suiker en 2 thee
lepeltjes vanillesuiker bij, daarna 30 gram
opgeloste gelatine. Nu f erdeelt men deze massa
in 2 helften en kleurt de eene helft met wat
chocolade of bessensap. Wanneer alles stijf
begint te worden, roert men beide massa's
luchtig dooreen.
Recept uit de Vrouw en haar Huis",
Juli-afle vering 1906.
rups met 't ei opgraven en de wespenlarve
in een doosje met zand onder een glas zijn
rups laten verorberen, dat is een buitenge
woon belangwekkende waarneming. Maar let
nu goed op, waar de opening is, want de
moederwesp heeft haar sluitsteen al weer
beetgepakt; ze strooit er nog wat zand over.
Weg ia ze!
Houdt nu strak de plek in 't oog, terwijl
ge zijdelings-blindelings een sprietje plukt en
steek dat precies boven het graf in het zand.
Zie zoo, ga nu steenen zoeken voor
merkteekens en kom dan over eenige dagen terug,
om te graven. Ge kunt 't dadelijk ook wel
doen, maar gewoonlijk lukt het experiment
beter, als bij 't opgraven de larve reeds uit
't ei en aan 't eten is.
Neem de voorzorg een lang sprietje in de
mijn te steken zoodra ge de sluitsteen hebt
verwijderd, anders verliest ge zoo licht de
gang bij 't graven, of ge doorboort hem met
De larve spint zich in (31 Juli).
uw mes. Mislukt het, let dan op uw wande
lingen over hei en zand op de groote zwart
met roode graafwespen en volg ze, naar hun
vooraf gegraven holletje ze prooi beet hebben.
Daar is ontzaglijk veel bij op te merken en
te verklaren, en heeft ze u zelf bij het rupsen
graf gebracht, dat kan een uur duren, dan
heeft u de eerste mislukte poging al, ree
wat handigheid geleerd bij 't opgraven van het
tweede nest. Dat is heel goed vacantiewerk,
mits ge niet bang zijt voor de lekkere heete
zonneschijn.
E. HEIMANS.