Historisch Archief 1877-1940
No. 1519
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
opgevoed, de vrouwen voor zwak achtend, mag
vooral niet verliefd worden wanneer hij een
trotse geest in een skaldendochter ontmoet.
Hfl, een skalle, mag niet ontroerd worden
door de zang zy'n er geliefde. Evenmin mag
een nors man, nors spreken, of een ten oorlog
trekkende jongling blaken voor Donar. Maar
ik verzeker, dat by' bekende schry vers wel
andere zaken z\jn te vinden. Werp denking
en voeiing van een gedicht weg, en gy' houdt
niets over dan brallende klanken en schim
mige figuren. Aldus doen noch velen heden
bfl Bilderdy'K, Nederlands grootste letter
kundige. Geen der leidende critici onzer
dagen schreef over hem de maest middematige
studie. Gr. v. R. moge het erkennen. Zelfs
voor De ondergang der Eerste Wareld.
Ontleed nu eens Yondei's Lucifer met uw
kritiese scherpzinnigheid:
De stedehouder hoort, waar dit plakkaat
op draait,
Dat Gabriels bazuin zo trots héft
uitgekraaid.
Een plakkaat in de hemel. Dit plak
kaat draait. Op een scharnier? Een bazuin,
die kra«it. Wat kraait die bazuin uit? Het
draaiende plakkaat. Het zal déstedehouder
moeiiik vallen dit draaien te horen, terwijl
de bazain kraait. Ik h-d inlke dingen eens
moeten schrijven I Zo kan men duizenden
regels van Vondel en Shakespaare behan
delen. Ik las ook dusdanige kritiek op Racine.
Lees Witsen Geysbeek\oser Vondel (100 blz.
vol) en Jonckbloet over de composities van
Vondel. Van het verLevene tot
hetbelachelike ia een enkele stap, doch niet alleen de
dichter, ook de criticus kan die stap doen.
Bij de opvoering kortelings van de Jeftha,
schreef de Nieuwe Rot erd. dat het stuk mis
lukt is; Vondei's voorrede zou het reeds
bewijzen. Van Nonhuys ontkende noch in
1902 in Dt Gids Vondels bestaan als drama
dichter op ondubbelzinnige wijze. Mag hy zich
nu met gezag bekleden, al draaide hij
anderhalf jaar later om als een blad op een
boom ?
Men licht liefst een of een paar regels uit,
laat de situatie in het duister of geeft die
verdraaid weer. Men rukt de woorden uit
hun verband, bespot de gevoelens, rommelt
alles door elkaar, en de criticus heeft zich
dékroon opgezet.
Hoe heeft men al omgesprongen met myn
opmerkingen" achter het stuk Circulaire
stjjl. Ik Lad zeker een vlammend loflied
moeten schr\jven! Hét is ongetwijfeld
goed, dat er óók handeling zij in een toneel
stuk. Ik schrp: Ten tlotte rist mij nog de
handeling van dit drama te besp' eken. "Maar
weet ge niet, vaart de heer v. Nouhuys uit,
dat gebeurtenissen en geschiedenissen"
nooit een drama kunnen vormen? Ik wij?,
gelqk veelmaals op bet innerlike van een
toneelstuk. Tans is Gr. v. R. niet tevreden;
Maëterlinek heeft het reeds beter gezegd.
HU keurt af, dat een klein geschil een
grooten ramp" kan baren, doch schrift: al is
het ook indirect en met zér verwijderde
haagt niet na te speuren oorzaken," dat is
krasser. Ik schrijf liefde, b\j hartstocht
enz. enz. enz. Het is niet te volgen.
Gr. v. R. was zoo vriendelik te schryven,
dat ik de oude dichters en denkers grondig
heb bestudeerd, maar ik zal zo onvrieodelik
z^jn hem te vragen of by zelf ooit bly'ken
daarvan heeft gegeten?
Een protest ten slotte tejfen de bewering
van de heer Vaa Loghem, dat Jbtarald drie
maal zo larg is als de Gjjsbrecht, dat boven
dien in Alexandrijnen is. Hjj las het stuk
een paar malen en heeit zich daardoor zeker
vergist. Eerst schreef hy' aan mij Harald
de Skalde zér belangrijk" te vinien, doch
hoe zjjn herinnering aan de eerste lezing tans
?werkt, leze men in Nederland.
VAN EI.RINO.
KOERANG-TRANG.
DOOR
M. A. VAN HEEKEREN.
II. (Stol).
Het dorpshoofd voldeed aan het verlangen
van den bezoeker, die hem hierop het relaas
deed van den zooeven voorgevallen moord:
Astaga, toean besar," viel het dorpshoofd,
ten teeken van de hoogste verbazing en ver
ontwaardiging over zulk een snood bedr|jf, in.
Je hebt hier ook 'n zekeren Sidin in de
desa, niet waar bek ?" ging de Boer fluiste
rend voort.
Geen spier vertrok op het gelaat van den
ondervraagde, toe a deze uiterlijk kalm met
'n zweem van verbazing, wat deze vraag
beduiden moest, 'n bevestigend antwoord gal.
De man is dóór den vermooide vóór z'n
dood als de dader herkend en aangewezen,"
vervolgde de Boer.
Onmogelijk, mynheer. Een van mü'n
menechen zou zoo iets hebben bedreven. Ik kan
't baast niet gelooven. En dan, 'n uurtje
geleden, heb ik nog m'n ronde gedaan, en
toen lag Sidin rustig in z'n huis te slapen."
Kun je my z'n huis wjj«en ? Ik zou toch
?wel willen, dat je z'n woning liet bewaken,
totdat de assistent en de dj aksa, die gewaar
schuwd zyn, hier kunnen wezen."
Zeker, mynheer," en toen tot een der
dorpelingen, die zich ietwat op den achter
grond hield. Roep Pa Kasmin, Wongso tn
Pa Riman en zeg hun dat ze naar het huis
van Sidin moeten komen, en daar vóór
blyven wachten."
Toen de Boer weinige oogenblikken later
met den bek el en 'n steeds aangroeiend gevolg
van dorpelingen voor het huisje van Sidin
stond, lag de bewoner naar het scheen in
diepe ruste, om als met 'n schrik door het
gedruisch in de omgeving ontwakend een
wie is daar?" te doen hooren.
De bèkèl deed den man naar buiten komen
en nam hem onmiddellijk in verhoor in tegen
woordigheid van de Boer, streng als het 'n
dorpshoofd betaamt. Doch Sidin ontkende
alle schuld en beriep zich op buurman Pa
Drono, met wien h\j nog voor 'n uurtje
geleden of zoo, gezellig had zitten keuvelen,
alvorens zich ter ruste te begeven.
Ook de vrouw van Sidin bezwoer by hoog
«n laag, dat haar echtgenoot den gansenen
Iiihoud van Tijdschriften.
Ome Eeuw, Aug. 1906 : Afscheidscollege van
professor van der Wy'ck. Noortje Velt, door
Jacqueline E. v. d. Waals, II. Een nieuwe
socialistische proefneming (dr. F. v. Beden, de
vry'e arbeid op Walden), door prof mr. J.
d'Aulnis de Bourouill. Briefwisseling van
Bakhuizen v. d. Brink met zijne vrienden ge
durende zyne ballingschap (1844?1851). uit
gegeven door mr. S. Muller Fzn., VI. Onze
Leestafel.
XXe Eeuw, Aug.: Ode aan Rembrandt,
Tijdzang, door Jac. van Looy. Hymne aan
Rembrandt, door P. H. v. Meerkerken Jr.
Rembrandt, door dr. Julius de Bo«r. Is
celstral"nog langer geoorloofd en gewenscht?,
door dr. A. Aletrino. Vastenavond, door
Edmond van Oflel, De achtergrond der
Evangeliën, door pi of. G. J. P. J. Bolland.
Staatkundige kroniek, door mr. H. P.
Marchant. Buitenlandsch staatkundigoverzicht,
door Chr. Nuys.
Groot-Nederland, Aug. 1906 : LouU Coupe
rus. Smetten. Virginie Loveling, Milan ran
Servië. Leo Meert, Van jongere geslachten.
slot. Daan v. d. Zee, Verzen. J. Hora
Adema, Trofenserie. Literatuur.
De Vrouw en haar hui», Aug. 1906 : Myn
poesjes, door H. Stuten-vanIJsselstein. De
hand wee f kunst in Zweden, door H. G. v.
Oosterzee-de Hartog. Het Engelscbe Home,
door H. Baart de la Faille-Wichers Hoeth.
Prinses Anna van Hannover als moeder,
door Johanna W. A. Naber. Zomersport,
zwemmen, door A- C. Z. De reisgarderobe,
door H. H., II. Inleiding tot het klavierspel,
door Jobanna Veth. Onze huisdieren, door
Ericus. Elck wat wils. Wat men ziet en
leest.
De Beweging, Aug : Rembrandt Hoon, door
Alex. Gntteling. Konservatieve
taalgeleerdheid, door dr. C. G. N. de Vooys. Quia
Absurdnm, IV, door Nico ?an Suchtelen. Twee
verzen, door J. Jac. Thomm. Eenzame vol
zinnen, SJe reeks, door Albert Verweij. Indi
sche politiek, door mr. P. Brooshooft.
B jeken, menschen en stroomingen, door
Albert Verwey. B jekbeoordeeüngen, door
Alex. Gutteling, Maurits ?Uyldert.
De KatJiolielc, Aug.?Sept.: Wiihelmine von
Hillern-Birch 1836?1906, door M, S. Me
thodische stijlstudie, door Jos Suys, leeraar
M, O. Isidorus van Pelusiuin, door dr. L J.
Sicking. Soorten en variëteiten. Naar de
onderzoekingen van prof. H ugo de Vries, door
Ing. J Schmutzer. Palestinologie, door fr.
E. v. Kroonenburg, O. F. M. Jeugd-lectuur,
door G M. A. Jansen. Verlangen, door
Willem Nieuwenhuis. Uitspraken en exem
pelen, naai Hs. n. 133 F. '22 der Kon. Bi b1, te
's-Hage,door D.A. Brinkerink. Lente illusie,
door f r. E. van Kroonenburg. O. F. M.
Liedeken douloureuse, door Jan v. d. Horst.
Wolken-Ly'denstrooat, door H. Nieuwe uitgav.
Vragen van den dag, afl. 8 : A. M. Kollewijn
Nz.,41et Prinsdom Oranje tot 1741.
Electri.sche melkery. Dr. H. v. Wijk, Nieuwe be
schouwingen over het ontstaan van den regen
en van de onweders. In den strijd om de
waarheid. Hoofdbeginselen uit prof. Bolland's
academische les door H. Titia van der Tuuk,
Het feuilleton. De Oceaan en het klimaat
der omliggende landen. Bibliographie.
fan maand tot mannd: Economisch pro
gramma voor de Vlaamsche beweging, door
Lodewjjk de Raet. Paddenstoelen, door dr.
Vitus Bruinsma. Chrysanthemu-ns, door M.
Maeterlinck. Psychische karaktertiekken
d ir Afrikaansche negers.
De HoHandüfhe R, rut, No. .VII: Mr. H.
Goeman Borgesiup, voorzitter van De Liberale
Unie", Frontispiece. Wereldgeschiedenis.
Belangrijke Onderwerpen.-Een nieuwe vondst.
De loting voor de nationale militie. Het zak
geld van het kind. Nieuwere onderzoekingen
op het gebied van het plantenleven.
- Karakterschets: Dreves Uitterdyk. Revue
der Tijdschriften. Het boek van de maand.
De Boekentafel: Jnli Overzicht van nieuwe
uitgaven en herdrukken in Nederland.
lltttiiiiiiillliMiliiMiMifiimiHiiiMHimiiimtmiiHMmiimmiMiliiiMiiiiiM
avond niet buiten de deur was geweest...
Zy rukte zich de haren uit 't hoofd, gilde en
wrong zich aan de voeten van het dorpshoofd.
Maar de bèkèl was onverbiddelijk en ver
klaarde Sidin als zy'n gevangene, dezen ge
lastende hem naar zyne woning te volgen, in
afwachting van de komst van de politie.
Hier kwam de Boer tusschenbeide, er op
wyzende, dat intus-chen alle mogelyke
bezwarende stukken uit de woning van den
gearresteerde zouden kunnen worden weg
gedragen de duisternis belette hem het
lachje te zien, dat om den mond van dea
toegespr >kene zweefde, overtuigd dat daar
voor reeds gezorgd was. De bek gaf evenwel
toe, zeggende dat als de toean-besar het zoo
wenschte hij den gevangene in de eigen
woning zou doen bewaken.
Sidin was intusschen op zijn last stevig
met touwen geboeid en qnasi toekijkende of
dit wel goed had plaats gehad, fluisterde hij
den gevangene toe :
Vrees niets. Ze doen je niets koerang
trang. De mandoor is dood."
Plotseling trad uit den zwarten nacht der
omgeving een gestalte te voorschijn, een oude
vrouw met tandeloo/,en mond, beenig, hoekig
gelaat en loshangende gry'ze haren, een ge
scheurde lap van onbestemde kleur, als
sarong dienende, de magere, vleeschlooze
beencn slechts tot de knieën bedekkend. In
den lichtkring stappend, bleef ze voor den
gevangene staan en brak toen eensklaps in
lachen uit, het lachen der krankzinnige :
Sidin en Pa Drono, die slepen hunne
messen en spanden 'n touw over den weg.
De ruiter viel en zy doodden hem. Nu gaan
ze naar de galg, Sidin en Pa Drono, net als
Pa Wirol Hal Ha! Ha!"
De vrouw is gek," zei de bek tot de Boer,
om zich daarna tot de ouie te wenden.
Waarom ben je uit je huisje gekomen,
Mbok Pa Wiro ? Blyf op je bed daar doe
je beter aan ..."
De oude keerde zich reeds tot heengaan,
toen de Boer aan de spreuk indachtig, dat
men de waarheid hoort uit den mond van
kinderen en dwazen, haar terug riep.
Plots keerde de oude hem haar gelaat toe:
De toean besar zt?akt misschien 'n liefje?
Mbok Pa Wiro was eefi* 'n knappe meid,
die wel van de toeans hield. Maar nu geeft
ze 'r heeleuiaal niet meer om."
En hem den rug toekeerend, sloeg ze zich
op het achterste en verdween toen schril
lachend weer in het duister.
Ze is gek," zei de bek ter vergoelijking
nu tot de Boer, die even knikte, maar
daarDe Aardt en haar Volken, No. 35, Hoofdblad:
Door Oost-Perzië. Reis van majoor Percy
Molesworth Sykes. Bijblzd: Ten westen van
Arnhem. De rozententoocstelling te Zeist.
Mooi hoekje in Groningerland. Volendam
aangesloten. Dat bekoorlijke Geuldal!
Rembrandt en de natuur. Vrijheid.
Toonkunst, No. 29: Moderne orgelmuziek,
door M. A. B. B. Jr. Een brief van Richard
Wagner. Herinneringen van een musicus
Johannes Brahms als miserabele jongen".
Beoordeeling van nieuwe werken, door Wr,
H. Berichten en mededselingen. Uit het
veretnigingsleven.
No. 30 : De loonvorming in het mo iern
Klavier onderricht, door A. Wadsack.
Residentiana door Wanderer. Living masters
of mnsic, door Wr. H. Beric iten en
Mededeelingen. Uit de Vereeni;->ingen.
Vlaanderen, Aug. 1906: Volkswelvaart en
staatsbelang, door Lodewyk de Raet. Ver
zen : Avondstond, door Léonce du Catillon,
Onweder, door Léonce du Catillon. Het
raadsel, vervolg, door Gustaaf Vermeersch.
Leven en kunst. Vlaamsen leven. De
gedichten. Letterkunde.?Tooneel. De
ty ischriften.
Eigen Haard, No. 31 : Moordenaars ? door
M. A. van Heekeren. (Slot.) Met de Bata
vierlijn naar en van Londen, met af b. (Slot.)
Schilderijen, vermaakt door juffr. M E. v. d.
Brink aan het Rijksmuseum, door J. H. R.
De Tiagédiennes Waltier?Ziesenis en
GreveHog?Hilverdink, in het treurspel Ifigenia in
Aulis van Ra"cine, naar de schildery van Louis
Moritz in het Rijksmuseum te Amsterdam.
In JJ.-Brabants lustwarande, door dr. d. W. H.,
met af b. (Slot.) Ouwe Jan. Nieinendalletjes
uit het ^oldatenleven, door Leo Lauer. (Slot).
EenwildeOrchidee,doordr.A.J.M Garjeanne,
met afb. Onze Rembrandt-numuiers.
Feuilleton.
mmiiiiniiiiiiiiiittiiiiiinmuiiiMiHHHHiuiiMiiiiiMiiiiii
UllllltlllllllllllllllllllllllllllllUMIftlllltmilMlllillllltlltl
Anti-stof en Auto's,
Oef rrrt, daar snort er weer een je voorbij,
reusachtige stofwolken en stank achterlatend.
Nauwelijks is hij voorbij en is de stof en
stank een beetje opgetrokken of meerdere
volgen. Meestal slechts n enkele stoot op
den hoorn en rakelings vliegen ze je met
een bliksemtrein-snelheid voorWj, zoodat je
als wielry'dêr tuenig ke«r al die auto's naar
de maan wenjcht.
Reeds jaren ben ik «ielry'der en elk seizoen
worden dan ook door mij eenige duizende
kilometers afgepeddeld.
De laatste jaren is 't echter alles behalve
aangenaam ons land door te toeren.
Zou er nu absoluut niets aan te doen zijn?
Zoolang men er nog niet in is geslaagd de
auto's zoo te maken, dat er zoo goed als geen
stof en stank verspreid wordt, zil er toch
iets anders gedaan moeten worlen.
Als bewoner van het Sarphatipark is 't mij
opgevallen hoe uitstekend 't middel anti-stof
werkt, waarmede a.en van gemeentewege
eecige dagen de proef neemt. Indien nu de
voornaamste verkeerswegen in ons land met
dat of een ander deugdelijk en goedkoop stof
wen nd mi idel besproeid worden, wat een
verademing zou dat voor wandelaats,
wielrijders enz. zy'n.
Zoete lieve Gerrilje, wie zal dat betalen
zal men zeggen. Wel mij dunkt natuurlijk
zij die de oorzaak van de stofplaag zijn. In
de eerste plaats, de automobilisten, ten tweede
de motorfietsets en ten slotte zouden ook de
wielrijders een klein steentje er toe moeten
bij frasen daar ook zij, al is 't ook uiter't
weinig en totaal niet hinderlijk stof opwerpen.
Er zou door de regeering een anti-stof
belasting ingevoerd moeten worden, waarvan
^*?*?''-'?^-*v^^?"?f^^>^?l?*>^^??^-»^^l-w-^?**?^?*^^^
mee nog niet vergeten had, welk bezwarend
getuigenis de oude tegen Sidin en Pa Drono
had afgelegd.
Hij wilde hierover juist met het dorpshoofd
spreken, toen uit de verte reeds het tusschen
de boomen doortchijnende licht van fakkels
en een gegons van stemmen de nadering van
nieuwe bezoekers aankondigde. De Boer ging
de aankomenden met den bókèl tegemoet en
deelde den assistent resident het een en ander
van zijne bevindingen mede. Hoofdschuddend
had de ambtenaar hem begroet, en naar de
reden daarvan gevraagd, hem ter zijde geno
men en toeg> flui terd : Ik vrees dat de heele
zaak op niets zal uitloopen. 't Is hier n
dievenbende."
Toen, zich tot den bek wendende, die op
eenigen afstand gehurkt de naderenden af
wachtte :
Waar is Mbok Pa Wiro? Breng haar on
middellijk hier."
Dra opspringend, in nederig gehurkte hou
ding ging de bek, op 'n wenk van den assistent
resident, van een jeugdig ambtenaar en eenige
politie-agenten vergezeld, de desa verder in,
naar 't huisje van Mbok Pa Wiro, dat hij tot
ziine gedeinsde verwondering verlaten vond.
Hij wist wel dat men haar niet zou vinden
het lijk dfr krankzinnige werd weinige dagen
later uit de kali op^evischt, waarin zij zoo
genaamd verdronken was.
Onmogelijk," zei de assistent-resident van
GoenoeLg,. toen de landraad-voorzitter hem
op z'n bureau het bericht kwam brengen,
dat Sidin en Pa Drono, door den landraad
ter dood veroordeeld, wegens roofmoord op
den publieken weg, bij beschikking van het
Hoog Gerechtshof van het hun ten laste ge
legde wegens gebrek aan bewijzen waren vrij
gesproken, met bevel tot onmiddellijke invrij
heidstelling van beklaagden. Onmogelyk",
herhaalde de bestuursman, de schouders
ophalend.
Onmogelijk," zei een ieder op het plaatsje,
waar deze afloop eener cause célèbre aller
minst was verwacht.
Het onderzoek en de behandeling dezer
strafzaak hadden maanden lang geduurd en
al dien tijd stof gegeven voor dedagely'ksche
gesprekken in den huisely'ken kring der
kleine Europeesche kolonie, in de kringen
der inlandsche ambtenaren, in de sociëteit,
en in het hotel, waar steeds zieken en gezon
den vertotfdenom in 'n kalme rustige omgeving
wat uit te blazen van de vermoeienissen van
den dagelykschen arbeid in het heete
strandkiimaat, hier 'n weinig getemperd door de
dan de houders van auto's, motorfietsen en
gewonen fietsen naar verhouding b.v. respect.
70, 25 en 5 pCt. betaald moeten worden.
Zy'n tegen een en ander groote bezwaren
dan zal er in ieder geval iets anders gedaan
moeten worden.
Zooals de toestand nu is kan ze niet bly ven.
Wy kunnen niet langer wachten geen dag
en geen nacht.
VERITAS.
VOOR DAMES.
Uit de pcnieflenis fier Vrouwenbeweging in
Nu in het begin van Augustus a.s. te
Kopenhagen de eerste samenkomst van den
Weieldbond voor Vrouwenkiesrecht zal wor
den gehouden, is het niet van belang ont
bloot kennis te nemen van wat ons aan
gaande de geschiedenis der moderne vrou
wenbeweging in Denemarken door eene der
toongevende Deensche viouwen, fru Johanne
Munter, wordt medegedeeld in het
Zwitsereche blad Frauenbettrebungen.
FJU Johanne Munter verhaalt ons daar,
dat de geschiedenis der moderne vrouwen
beweging in Denemarken moet worden ver
deeld in drie tijdperken: de Clara Rafaël
periode, die als den tyd van voorbereiding
is te beschouwen; de (reneefsche periode,
toen buitenlandsche invloeden sterk op de
Deensche vrouwen inwerkten; en eindelyk
de nu heerschende periode van zelfstandig
optreden der Deensche vrouw. De eerste, de
zoogenaamde Clara Rafaël periode, dankt
haren naam aan een boek, aan eenen roman
in brieven, die tegen Kersttijd van het jaar
1850 verscheen, en die eenen ongekenden
opgang maakte om de toen geheel nieuwe,
vreemde denkbeelden, die er in werden ver
kondigd. De schrijfster, Mathilde Fibiger,
eene nog jonge vrouw, wier anonymiteit lang
bewaard bleef, sprak daar gedachten uit, die
sedert zoozeer gemeengoed zijn geworden,
dat wij nauwelijks meer kunnen begrijpen,
waarom dit b.ek zoo heftig mo st worden
verketterd en zoo hemelhoog geprezen, dat
men nu nog in Denemarken spreekt van
de Clara Rafaël veete. De heldin van den
roman, eene gouvernante bij de dochters van
eenen groot grondbezitter, voelt, dat de
opvotding der meisjes van haar volk onvol
doende is en zoekt naar wegen om te komen
tot ernstiger, degelijker voorbereiding voor
hare levens'aak, mec-nende, dat de vrouw
daaraan niet ten volle kan beantwoorden,
zoolang zij mist vrijheid van oplei ling,
vrijheid van arbeid, vrijheid van deel
neming aan het openbaar staatkundig leven
van haar volk. De schrijfeer stierf jons;.
Aan den hef igen strijd der meeningen, die
door haar boek werd gewekt, nam zij
geen deel. Het blijkt ook niet, dat zij eenen
kring van geestverwanten om zich had. Zij
zond haar opzienbarend werk de wereld iri,
ongesteund en onbegrepen in eenen tyd,
dat in Amerika en eldeis niet slechts hier
en daar ne enkele stem, maar een machtig
koor van stemmen opging om te getuigen
voor het goed recht der vrouw op vrijheid
van ontwikkeling. Onopgemerkt was haar
verscheiden; haar boek scheen bij haren
vroe^tijdigen dood reeds weder der
vergetelijkheid nabij; na eerst zulk een geduchte
twi§tappel te zijn geweest, werd het nau
welijks meer gelezen. Maar de gedachten
door dit geschrift gewekt waren toch niet
meer te smoren; dat bleek, toen in het jaar
1870, van weik jaar fru Johanne Munter de
tweede, de Geneefsche periode, rekent, van
Genève uit een beroep op de Deensche
vrouwen werd gedaan.
Te Genève was in het jaar 1867 de nog
altijd bestaande internationale bocd voor
bergen in de nabijheid, waarvan enkele
uitloopers zich reeds tot het plaatsje uitstrekten.
De beslissing van den landraad zoo in deze
geruchtmakende zaak was evenwel zoo in de
europeesche kolonie, als in de inlandsche
officieele werrld, met het geboefte in de
afdceling de eeuige inlandsche elementen,
die zich voor de zaak interesseerden, met
voldoening begroet.
Sidin en Pa Drono, twee schavui'en, die
reeds heel wat op hun kerfstok hadden en
zoowel door mandoer Ali's aanwijzing als
door de uitlatingen der kran&zinnige Bok
Pawiro waren bezwaard, ontkenden hardnek
kig alle schuld, en een huisonderzoek had
tot niets geleid. De dorpsgenooten hielpen
hen om hun alibi te bewijzen en de bek, die
over beiden 'n leelijk boekje open deed, hen
fchetsend als luitjes, die steeds onder scherp
toezicht door hem moesten worden gehouden,
bleef in het essentieele hen bystaan door
hunne aanwezigheid in de desa vol te hou
den, op het oogenblik zelf of daaromtrent,
dat de moord zou hebben plaats gehad.
Plotseling deed zich een nieuwe getuige a
charge voor. Een inlandsche
kwee-kweeverkooper had op den avond van den moord
twee mannen gezien naby' de plek, waar het
onheil was aangericht, en verklaarde in de
beklaagden de bewuste lieden te herkennen.
Dat gaf licht in de zaak, zoodat zelfs beslo
ten werd den bèkèi van Goenong Wetan in
de zaak te betrekken en wegens meineed en
mededaderschap te doen terecht staan. Het
kwam zoover niet de
kwee-kwee-verkooper keerde op den avond van zy n bezwarend
getuigenis niet in zijne woning terug zy'n
lijk werd, weken later, palen ver, nitdekali
opgehaald.
Alle getuigen waren dood, maar hunne
getuigenissen voor geloofwaardige lieden of
bij het onderzoek afgelegd bleven voor den
rechter in eerste instantie bestaan, die in
volle overtuiging van de schu'd der beklaag
den, het vonnis over hen velde dat nu door
den hoogsten rechter was vernietigd.
Wat zegt u er van, regent?" vroeg de
assistent-resident, den hoogsten inlandschen
functionnaris in zyne afdeeling.
De toegesprokene, die juist de sigaar had
aangestoken, welke een oppasser op 'n wenk
van den bestuursambtenaar den hoosjen
inlandschen bezoeker had gepresenteerd,
blies de rookwolkjes even, als nadenkend,
voor zich uit.
Werd indertijd, mijnheer, in Holland ook
zoo recht gesproken, toen de staat en de
gemeenten op kleine inkomsten aangewezen
vrede en arbitrage gesticht, waarvan toen ook
Garibaldi lid was. Eene ry'k begaifde, warm
voelende Zwitsersche vrouw, madame Marie
Goegg?Pouchelin, werd daardoor op de ge
dachte gebracht, dat het voor de vrouwen
ook wenschely'k ware om in internationale
vereeniging over hare belangen te kunnen
raadplegen. De door haar in het jaar 1868
in het orgaan van den vredebond tot de
vrouwen van alle natiën gericht te oproep
om samen te komen in internationaal ver
band ter behartiging harergeestelyke, zedelijke
en maatschappelijke belangen klonk ook tot
Denemarken door. Daar gevoelde een der
groote leiders der internationale vredesbe
weging, de heer Frederik Bajèr, (sedert 1891
president van het internationale vredesbureau
te Bern), het diep, dat de vredeszaak en de
vrouwenzaak erg verwant zijn. Zijne vrouw,
Mathilde Bajer, voelde het met hem en werd
het eerste Deensche lid van den door Marie
Goegg te Gene /e opgerichtten internationalen
vrouwenbond.
Deze boni hield in het oorlogsjaar 1870
zyne eerste algemeene vergadering.
Zwitnersche, Italiaansche, Portugeesche, Fransche,
Duitsche, Engelsche en Noord- imerikaansche
vrouwen waren toen reeds als leden toege
treden en daaronder telde men klinkende
namen als die van Elisabeth Cady Staunton
en van Joséphine Butler. Het wa* toen
echter noa; geen tijd van handeU-n, Mechts
van voorbereiding; want zooiils Marie Goegg
in die dagen schreef: Aller gedachten zyn
thans geheel vervuld van wat er voor valt op
het oörlogstooneel en het schijnt nutteloos
thans onze stem te verheffen, nu aller opmerk
zaamheid als by uitsluiting is gericht op het
verloop der dingen in Frankrijk. Maar wij
hopen en vertrouwen, dat de denkbeelden
ten gunste der vrouwenbeweging na het einde
der vijandslykheien te beter ingang zullen
40 e en 11 per regel.
Normaal-Onderkleeding
Prof. Dr 6.
Y Eénige
Fabrikanten
//.BengerSöhne
Sluttqait
Hoofddepöt te AMSTERDAM: Kalverstraat 157 |
K. F. DEUSCHLE-BENQER.
Echt Victoriawater
OBEHI-AHNSTElf
cht Victoriawate
OBERLAMKSTEIN
BOUWT te NUNSPEET
O/d.
VELUWE.
Inlicht, b/d. Vereeniging Kantoren
voor Vaste Goederen in Nederland te
Nunspeet.
MMIIIIItMIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIHMHIIIIIHIIIIIIIIIMIItlfHItllllllllllllllllHHIHM
mg 'n onvoldoend bestuurs- en politiewezen
hadden? Het recht heeft zich in Holland als
overal ter wereld met de toestanden gewij
zigd ; men wil het hier naar 't schijnt omge
keerd beproeven en onze toestanden wijzigen
door het recht De repressie verloor elders
haar recht van bestaan door bi t preventieve
organisme van den staat, men meent het hier
zonder de repressie te kunnen stellen, voor
dat de middelen ons toelaten het preventieve
ralerwerk naar behooren in elkaar te zetten
het hooge gouvernement moet 't weten..."
Hoe zou 't toch komen?" vroeg, na afloop
van de avondtafel in het hotel, waar ook het
feit van den dag was besproken, een der
jongere gasten aan een oud rechterlijk amb
tenaar, met wien hij, onder 'n kop kotlie
en 'n pousse café, het tafelgesprek nog 'n wy'le
bleef voortzetten. Herhaaldelijk lees-t men
van zware vonnissen door de landradeu
geslagen, waarop dan een vrijspraak der
beklaagden van het Hoog Gerechtshof volgt."
De toegesprokene wachtte even met z'n
antwooid en toen:
Wanneer er eens wat te doen mooht
komen, dan zouden strenge rechters de eerste
slachtoffers zijn !"
De rechters zelven aarzelen niet die
eventneele gevolgen te dragen bij volle uitoefeoiog
van hun plichten naar eer en geweten, in
het belang van een goeden rechtstoestand
in hun ressort."
Ze hebben daarom des te meer recfet op
bescherming daar, waar men die kan
v^erleenen, zelfs tegen hun zin."
Collegialiteit beslist dus eigenlijk
inijoogste inrtan ie?"
De ander merkte het ironisch lachje in
toon en blik van den spreker, trok ev-en de
wenkbrauwen op:
Par Ion, mijn vrouw wacht my voor de
avondwandeling," zei by' en stond groetend op,
als hadde hy de laatste vraag niet gehoord.
,,'n Typische theorie," zei 'n overbuurman,
die by het gesprek had toegeluisUrtl.
(ielukkig, dat mij D heer Van Rijn n«g maar
raadsvoorzitter is en niet in het Hoog
Gerechtshof zetelt..."
Waarvoor hg echter op de nominatie
staat," viel de ander in. Een zwaluw maakt
nog geen zomer, en een Van Ryn maakt niet
de heele rechterlijke macht uit, maar zulk'n
uitlating van zoodanige zijde tot hooge
aspiratiën bevoegd, geeft toch stof tot nadenken."