Historisch Archief 1877-1940
N o. 1521
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
MAGGI's Soepen in tabletten,
merk Kruisster,
ma&en het mogelijk om in den kortst
mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke horden
Fransche soepen 10 Ct.
Pikante soepen 18
MAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
MAGGI's Aroma,
merk Krnisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerec hten oogenblikkelijk een verrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrügbaar in flacons vanaf 30 Ct.
imlIIMMIIMIIIIM
MlmlMIIIMIIIIlmlIIIIIMtlMIIMIIMIIIM MINIMI l
bij haar te komen. Dan zou ik opschrijven
wat ze wilde zeggen, en dan zou een der
andere dames dat voorlezen.
Met den heer Malan, den hoofdredacteur
van Ons Land, ging ik er heer, en toen we
ia het salon waren, kwam ze ook binnen.
Maar hoe l Zwak, met moeite loopend, en op
alles steunend.
En toen ze in een stoel zat zei ze tegen ons :
Ga nu eens hier voor me zitten, want
ik moet jullie iets bijzonders vertellen. De
dokter heeft mij verboden naar de verga
dering te gaan, maar ik zou toch zoo graag
mijn stem ook laten hooren met die van
mijn zusters. En toen ik in bed zat, en met
bezorgdheid nadacht, wat ik nu wel doen
kon, toen heb ik mij tot God gewend.
Kijk", zei ze, zich tot mij richtend, ik
weet niet of ju een goede Hollander bent.
Er zijn er nu zooveel die niet gelooven.
Maar leer dan van een oude vrouw, wat
geloof vermag. Ik heb God innig gebeden
om mij te helpen. En als een arme, oude
vrouw jou iets vroeg, dan zou je het haar
toch ook niet weigeren, wel? God heeft het
mij ook niet geweigerd. Toen ik gebeden
had, heb ik een papier genomen, en in eens
door heb ik dit hier toen opgeschreven. Is
dat niet merkwaardig ?"
Ja, het was merkwaardig! Ze las ons toen
met haar zwakke stem het lange stuk voor.
Ik heb de redevoering van die door ziekte
uitgeputte vrouw nu nog eens nagelezen, en
met diepe bewondering sta ik voor dat wel
sprekende warme woord, dat, toen het op de
vergadering werd voorgelezen, een ontzaglijke
geestdrift verwekte.
En al ben ik ook niet een goede Hollander"
in den zin dien zij er aan hechtte, toch kan
ik de verzekering geven, dat ik een diepen,
diepen indruk meenam van dat voorbeeld
van wat geloofskracht vermag.
Maar ze deed meer dan spreken. Ze was
ook een van de leidende geesten bij de
verdeeling van de goederen eerst voor de
krijgsgevangenen, later ook voor de concen
tratie-kampen. De comité's in Nederland zul
len wel niet vermoed hebben, dat de werkzame
vrouw met wie zij te doen hadden, iemaad
was zoo'n teer, zwak gestel.
Telkens was ze zoo ziek, dat ze niemand kon
ontvangen dan enkele getrouwen. Maar van
uit haar slaapkamer ging nog altijd die
zelfde stuwkracht naar buiten, en met de
hulp van een staf van kranige Kaapsche dames
werden er wonderen verricht.
Want het werk dat daar toen gedaan is,
was veel zwaarder dan men zich hier te
lande ooit zal hebben kunnen voorstellen.
Men vergete niet in welke omgeving het
moest verricht worden. Behalve al de be
slommeringen met de douanen, het over
pakken en administreeren der goederen, het
verder expedieeren in een land dat onder
krijgswet stond, hadden ze te doen met
eenoverheid die openlijk wantrouwen toonde
jegens die rebellenkliek".
Ik herinner me nog hoe bij de verzending
naar de concentratie-kampen de
leger-overheid eerst eischte dat alle goederen door
haar zouden worden verdeeld. Maar met
kracht verzette mevrouw Koopmans aich
daartegen. Ze weigerde beslist de goederen
in dat geval af te zenden, overtuigd als ze
was dat ze dan niet zouden komen waar ze
UIT DB NATUUR.
CLXXXIII.
De tocht naar den Epipogon.
Net den laatsten avond voor we op reis
gingen, schreef ik 't vorig opstel over de
saprophyten en de zeldzame orchidee, die in
de sparrebosschen van Midden-Europa groeit.
We hadden een doel voor onzen tocht; dat
ie altijd prettig, 't geeft bezieling, wekt op
bij vermoeienis; en, mag 't ook niet bereikt
worden, de teleurstelling is voor een natuur
vriend in zoo'n geval nooit bizonder groot;
die bestaat eigenlijk niet eens; want wie 't
een zoekt, vindt allicht 't ander, dat even
mooi of belangwekkend is.
't Zal menigeen dwaas toeschijnen, dat
iemand .een reis gaat ondernemen een paar
honderd uur ver, minstens tien uur sporens
met een sneltrein, om een bloempje te gaan
zoeken, al is dat bloempje ook nog zoo mooi,
zeldzaam en belangwekkend van levenswijze.
En misschien betreurt ge wel 't lot van
mijn vrouw en een zoon en een dochter,
die op die onnoozele bloemenjacht mee
moesten naar Bad Harzburg.
Nu zult u me toegeven, dat u zelf nog
liever naar Harzburg zou moeten om daar
in de bosschen een orchidee te zoeken, dan
om er een of andere kwaal te laten
bekuren. En ik ,vil graag toegeven, dat 't
dood jammer zou zijn Bad Harzburg door te
hollen, zonder naar de chic te kijken, om
maar gauw in de donkere bosschen te zijn.
Maar stel u gerust; wij hebben Harzburg,
dat maar een pleisterplaats op onzen tocht was,
bijna een heelen dag en alle eer gegeven die 't
toekomt, en alles bekeken wat als beziens
waard is opgegeven; we zijn in 't Kurhaus
en in 't Julius-Bad geweest en hebben er
plichtmatig en ernstig 't zoute water ge
dronken. We hebben er heel wat chic met
en zonder ellende gezien, alsof we er om ge
komen waren. We zijn er naar boven ge
klauterd naar den Burgberg, den-weg op naar 't
Molkenhaus en naar de Eadau-fall, en
lang hebben wij daar staan kijken naar
bewegende stippen, rood wit en zwart aan
den overkant van den weg en het dal, hoog
boven ons en diep onder ons, dat bij scherp
toezien menschen bleken te zijn, die tegen
een steilen verbrokkelden rotsmnur stonden,
lagen of hingen te hakken met houweelen en
breekijzers.
En 't was hier warm in de schaduw, hoe
moest het daar giads in de volle zon tegen
de gloeiende steenen wel zijn.
Maar om met de bergwerkers medelijden
te krijgen, misplaatst misschien ook nog, want
wij zagen zwaar bepakte toeristen harder
zwoegen, waren we niet naar den Harz ge
gaan. De waterval van de Eadau was bijzonder
moesten wezen. En na een langen,
vermoeienden strijd heeft ze overwonnen.
Mevrouw Koopmans was een vrouw met een
wil dien men mannelijk zou kunnen noemen,
als juist toen niet de vrouwen zich zooveel
krachtiger hadden betoond dan tal van man
nen. Voor sommigen was zij wel eens te sterk
van wil.
Maar in haar gevoel was ze geheel en al
vrouw, en misschien was dat wel de oor
sprong van dien wil.
Eens was ik bij haar, juist toen er een mili
taire begrafenis van uit het kamp te
Groenepunt langs kwam: voorop soldaten, dan een
kanonaffuit met een kist, overdekt met de
Engelsche vlag, gevolgd door nog een peleton
soldaten. En op eenigen afstand daarachter
een lijkwagen met een overleden krijgsge
vangene, gevolgd door drie gevangen Boeren
in hun veldplunje, en bewaakt door eenige
khaki's, het geweer metde bajonet op schouder.
O, het was een zielig gezicht, dat drietal!
Toch kon het moeielijk anders. Het gevaar
van ontsnapping was te groot.
Maar die overweging gold niet voor me
vrouw Koopmans. Ze voelde slechts het
medelijden met die drie Boeren. En met
smartelijke verontwaardiging sprak ze over
die beleediging haar volk aangedaan.
Zoo was het eigenlijk ook met die geheele
beweging der vrouwen gesteld. Al de ellende
die zij om zich heen zagen en waarvan zij
dagelijks hoorden, werkte bij haar slechts op
haar gevoel, en terwijl de mannen gingen
redeneeren, lieten de vrouwen zich geheel
door haar gevoel beheerschen, en drongen
zij aan op daden.
Of ze dan den opstand van de Kaapkolonie
wilden? Velen ongetwijfeld wel. Mevrouw
Koopmans vermoedelijk niet. Ze was te goed
met den politieken toestand op de hoogte om
niet te weten dat er in de Kaapkolonie heel
weinig kans van slagen was voor den opstand.
Maar hoe dat ook moge zijn geweest, ze
heeft in die dagen een rol gespeeld, waarvan
de beteekenis hier te lande voor een deel
voorbijgezien is tengevo'ge van de massa
ander nieuws, maar die een waardig en zelfs
nog hoogere voortzetting was van hetgeen
zij vóór den oorlog had gedaan als vrouw,
die door haar geestesgaven een centrum van
de hoogst staan den uit de Afrikaander wereld
werd.
Middelb., Aug. 1906. J. H. DEIBEL.
NimiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiiiiimiiiimiiiiimiiiiiiiiMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir
In de laatste Groene vind ik ouder Dames"
'n ingezonden stuk tegen mij, naar aanleiding
van een voor weken gepubliceerd artikel:
Eadiumstoel. Ik vind het niet leuk daar weer
in een volgend nummer op te moeten ant
woorden. Geheel afgescheiden van het belang,
de stichting en de lol, die uit 'n dergelijke
losgeklingelde polemiek, voor den lezer
resulteert. Toch wil ik juffrouw of mevrouw
H. zeggen, dat ze eerst beter lezen moet, voor
ze in het vervolg weer naar d'r lyrische pen
grijpt. In hoofdzaak doet de dame mij drie
verwijten: 1. dat ik met nietszeggende phrases
de ongeschiktheid der vrouw voor
wetenmooi op dien zonnigen morgen, 't had dan ook
's nachts geducht gestortregend. Zie, daartoe
is 't ook al weer goed dat je een bepaald
doel hebt met je reis, dan blijf je niet te
lang hangen op mooie en nieuwe plekken
en wordt 't reisplan niet zoo licht in de
war gestuurd.
We moesten verder; als we maar eerst
onze plant gevonden of de overtuiging ge
kregen hadden, dat hij niet of niet meer te
vinden was, konden we naar hartelust rond
zwerven en omdolen in den Harz. Onze
eerste opgaaf van een vindplaats was: Aan
de voet van den Steinberg bij Wernigerode".
Eigenlijk moest dat zijn bij Hasserode, dat
zooveel voor Wernigerode is als Bloemendaal
voor Haarlem, of Velp voor Arnhem.
schappelijke studie zou hebben trachten aan
Ie toonen. Dat is leugen. Of mevrouw (resp.
juffrouw) H. kan niet lezen. Ik heb integendeel
gezegd, dat de vrouw fijne speurzin enz heeft,
die haar vooral voor natuurwetenschappelijke
studie geschikt maakt. Hoe zou ik o. a. als
apotheker, waar ik met ettelijke dames samen
heb gestudeerd en haar potentie in dit op
zicht zag 'n half jaar heb saarngewerkt
met 'n vrouwelijk collega-assistent aan 'n
buitenlandsche hoogeschool zulken onzin
vermogen neer te stiften ? Beweerd heb ik
alleen (niet dat de vrouw ongeschikt is voor
wetenschap en studie) maar dat het een
bedenkelijk verschijnsel is, dat 'n vrouw de
proftalaar krijgt, dat 'n vrouw als promotor
in de voorschijn honderden jonge mannen
naar het atrium van Minerva's zuilengebouw
voorgaat. En dat die. vrouw haai benoeming
dankt aan de omstandigheden, meer dan aan
hare prestatie.
2. Die prestaties heb ik nergens verkleind.
Het is waar : ik heb geschreven het lijkt me
toe dat Pierre was de geniale, de drijvende,
de indraaiende kracht". Het is ook waar: ik
heb die bewering niet met argumenten ge
staafd. Zulks dacht mij te liggen buiten de
lijn van een algemeen weekblad. Hoofdzaak
gold een bespreking van het algemeene en
maatschappelijke verschijnsel. Een opsom
ming van Curie's arbeid over para- en
diamagnetisme, zijn glasheldere
kristallosraphische vertoogen; waar tegenover 'n blank lijstje
staat van Marie Slodowska, op hun
huwelijksdag had hoogstens een tiende procent
van de Groene-lezers kunnen interesseeren...
Sub 3 verwijt de dame mij grove uitdruk
kingen. Vooral hei: oudenmeiden blaadjes
stekell. Zij heeft ongelijk dit met studie of
het dr. in verband te brengen. Ieder vogeltje
zingt zooals het gebekt is. En al heb ik niet
het geluid van 'n snoezig kanarievogeltje
er zijn ook lui, die 'n jonge putter oftewel
spreeuw graag z'n natuurlijke kreten hooren
krassen. On ne peut pas contenter _tout Ie
monde et son pêre !
Met dank voor de plaatsing.
A'dam, 12 Augustus. K. FEENSTKA.
Marie Corelli wil haar portret niet in om
loop hebben. Een Engelsch
boetprediker. Bertha Krupp maakt eigenhan
dig haar uitzet. Een ernstige primes
van het Saksische hof.
Naar aanleiding van het verschijnen van
The Treasure of Heaven", Marie Corelli's
jong sten roman, heeft de schrijfster zich weer
min of meer belachelijk, en zeker overdreven
uitgelaten ovef! het feit, dat met haar
toestemming ntïnmer een conterfeitsel van
haar werd gemaakt. Zij is ondanks de ver
zuchting van haar uitgevers, en de roerende
smeekgebeden van haar bewonderaars niet
te bewegen, zich te laten fotoj»rafeeren.
Wat moet Marie Corelli wel van Wilhelm II
denken ? l
Toch zijn er allerlei reproducties van quasi
Marie Corelli beeltenissen in omloop. En dat
is het juist wat den omvang van een ernstig
sorrow" aanneemt in den geest van de
schrijfster der Sorrows of Satan", 't Is dan
ook wel of de Booze er bij in 't spel is! Wie
ter wereld zou in onze dagen durven zeggen:
't Spreekt van zelf dat wij een onderkomen
trachtten te vinden in 't hotel Zum Steinberg
Daar kwam de eerste teleurstelling: alles
vol. Dom, niet vooruit te bespreken; maar
we dachten in 't begin van de vacantie nog
wel een paar kamers in elk hotel leeg te
vinden, te meer daar de voorzomer nog al
nat was en 't mooie weer pas begon. Dan
maar in een ander hotel; 't staat er vol van. Toe
risten-kamers waren er gelukkig nog te krijgen.
En nu geen gras er over late a groeien, jongens;
na opfrissching en versterking gingen wij er
met ons vieren op uit, om den Steinberg te
zoeken. Nu, die was er wel wat verder af
dan wij meenden; maar de voet bleek nogal
groot, een paar uur gaans of zoo en de aan
duiding van mijn vindplaats voor de Epipogon,
Ik wil niet gekiekt" werden ? Men zou
evengoed kunnen beweren: ik wil niet nat
worden, en een wandelingetje gaan doen in
een stortbui. Over het laatste lacy! zér
weinig flatteuse kiekje van Marie Corelli, is
de schrijfster woedend, en, met een véh
mentie als Zola's donderend J'accuse" ! be
schuldigt zij een aantal lieden die de bruta
liteit begingen haar te nemen", zooals men
tegenwoordig in een Hollandsen zegt, dat zijn
buitenlandsche afkomst niet onder stoelen
of banken steekt.
In een aantal Engelsche en Amerikaansche
bladen, werd het ongelukkige kiekje" bij
den ingang der Warwickshire bazar van
Marie Corelli gemaakt, gereproduceerd. En
dat onbeholpen, onsierlijke plaatje, is haar
een doorn in 't oog, wat elke vrouw zal
begrijpen. Marie Corelli vroeg over de
fotozaak het advies van haar uitgevers. Deze
gaven den raad, een goed gelijkend portret
van de auteur te plaatsen, in haar jongsten
litterairen arbeid. De heeren zeiden : Dan
ziet het publiek, dat de reproducties die u
zoo ergeren niet gelijken, en u geeft aan uw
lezers een beeld van uzelf, precies zooals u is."
De Engelsche schrijfster vroeg waarschijn
lijk om raad, zooals de meesten onzer, met het
kloek besluit, toch precies onzen eigen zin
te volgen. Zij laat zich niet fotografeeren,
nu niet en nooit, zooals z\j beweert, maar
souvent femme varie ...
* *
*
Vader Bernard Vaughan is een waardige
evenknie van den Schot schen boetprediker
John Knox, die, op zijn eigenaardige, heftige
wijze aan Mary Stuart, zonder aanzien des
persoons, harde waarheden deed hooren.
De dramaturg Alfred Sutro, heeft in zijn
tooneelstuk : The Walls of Jericho" de erger
nis-wekkende wuftheid der dames uit degroote
wereld, gegeeseld. Kort geleden heeft Father
Vaughan, in zijn preek, de leden der Smart
Set" ook eens openlijk doen hooren,
waar het op stond. Vaughan protesteerde
tegen hun niet meer eerbiedigen van den
Zondag, tegen hun leventje waarvan
immoreele uitingen op elk gebied, schering en in
slag waren. En, thans heeft de boetprediker
met zijn hoogst sympathiek uiterlijk, proto
type van een rechtschapen beminlijk
mensch, zijn waarschuwende stem doen
hooren tegen het verderfelijk kaartspel, en
wel het spel genaamd Bridge", een soort
whist, dat tot Vaughan's opperste veront
waardiging tegenwoordig hartstochtelijk Be
speeld wordt door jonge vrouwen en piep
jonge meisjes. Lieve, jonge meisjes, die voor
het eerst in de wereld komen, en aan wie
in de salons der Society" een plaats wordt
gewezen aan de speel tafel...
Bernard Vaughan sprak van den kansel
o. a. deze woorden: Van n ding, houde
zich een iegelijk die zich waagt in onze aan
zienlijke kringen, overtuigd: zoo hij onder
deze lieden komt met eenig geld, dan kan
hij hél zeker zijn dat hij hen straatarm ver
laat. Ik ken menschen, die men noopte on
danks hen zelf, bridge te spelen; hoog te
spelen, te spelen zonder respijt, te spelen,
tot zij geen penning meer bezaten... Erger
nog! Ik zou u de schrikkelijkste tafreelen
kunnen ophangen, ik zou u kunnen schetsen
den val en den ondergang van onschuldige,
mooie, Engelsche meisjes, meisjes, rnet de
In 't dal van de Drünge.
de eaprophytische orchidee, verloor wel iets
in juistheid en waarde.
Toch hebben we dien middag onze plicht ge
daan en op 't wanhopige van 't geval niet gelet.
Och die opgaven van vindplaatsen !
Wat is nu eigenlijk de voet van een berg ?
Tot hoe hoog reikt die? Of moesten wij zoeken
op de paar meters vlakken, drassigen grond,
tusschen den grintweg en de afstortingen,
't Gerölle van den Steinberg, die zijn naam
terecht draagt; maar daar groeien geen spar
ren op, niet eens gras; en onze orchidee moest
staan als een bleeke eenzame prinses op de dichte
moivloer van 't donkere sparrebosch.
En waar blijft de voet van een berg, als er
tusschen dien berg en zijn overbuurman een
nauw dal ligt, waar net plaats is voor een
grintweg van twee houtwagens breedte en
een driftig riviertje dat o f er de groot e platte
en ronde steenbrokken wipt of't voortdurend
paaltje springt? Op de enkele plekken waar
't dal van de Drünge zich eventjes verbreedt
tot een kom, ligt werkelijk een begaanbaar
stukje grond aan den voet Banden Steinberg; en
zulke hoekjes hebben wij afgespeurd met acht
nauwlettende oogen, die wisten wat ze zochten
en die zich hadden leeron bedwingen, om
tijdelijk naar niets anders te kijken dan naar
wat 't geestesoog al reeds zag.
Maar 't was mis; toen namen we 't koene
besluit, dat we ook de eerste twintig meter
van den berg, al was die ongemanierd steil
tot den voet zouden rekenen. Daar groeiden
ten minste sparren, al was 't mos er nu juist
niet een meter dik en óók niet bijzonder
vochtig, zooals was voorgeschreven.
Dat was natuursport, waarvoor men respect
hebben moet, maar waarvoor ik al een beetje
te oud word; dat heb ik daar gemerkt; een
half uur lang heb ik 't volgehouden dat
klauteren en springen en dat afglijden en
nog net een harsigo spar beetgrijpen op een
gladde helling van een 30 graden, en 't strui
kelen over een blok dat onder 't mos ver
scholen lag! En die bonk steen die zoo vast
scheen te liggen, maar aan't schuiven raakte,
als je er net eventjes op stond en je bergstok
al flink vast had gezet, om eens kalmpjes
uit te blazen.
En had je dan nog maar alleen op je zelf
te letten I... Mijn vrouw was al gauw weer
beneden van wege de hars aan de boomen,
op een voetreis neem je niet meer bagage
mee dan noodig is, niet waar? Ze zou wel op
de plantenbus en op de tasch met mondkos
passen; voor die had ik geen zorg. Maar de
jongelui sprongen rond of er geen gevaar
bestond en hadden een pret van belang; ik
vond 't wel wat benauwend, ze zoo hoog
boven me te zien huppelen alsof ze een
geiten- of gemzenopvoeding hadden genoten,
Nu hebben ze meer aan gymnastiek gedaan
dan ik in den laatsten tijd, dat merkten ze ook
jonge kopjes gebogen over de speeltafel.
Menig jongmeisje, dat in de uitgaande
wereld verschijnt, daar argeloos verschijnt,
voor 't eerst in haar leven, wordt door de
gastvrouw genood plaats te nemen aan de
erderfelijke, aan de vervloekte speeltafel,.
arme schepseltjes, onwetend hebben zij den
voet gezet op het pad, dat zal uitloopen op
de diepste vernedering die een vrouw kan
ondergaan..."
* *
*
Vele leden der familie Krupp, te Essen,
hebben op uitdrukkelijk verlangen van den
overleden kanonnen-koning" Alfred Krupp,
een handwerk moeten leeren. Niemand, zelfs
niet zijn twee dochters, waren van deze
verplichting uitgesloten. Mejuffrouw Bertha
Krupp, die binnenkort in 't huwelijk zal
treden met dr. Von Boblen, is een volmaakte
costuum-naaister.
Men beweert, dat het een groote teleur
stelling was voor aanzienlijke Duitsche mode
magazijnen, toen het bekend werd, dat bet
schatrijke meisje druk bezig is met het maken
van haar uitzet. Het grootste gedeelte van
haar lijfgoederen en japonnen maakt zij zelf.
Indien deze berichten waar zijn, betreur
ik dit feit, door sommige hemel-hoog ge
prezen. Het is zeker verdienstelijk en
typischvrouwelijk, dat Bertha Krupp de naald gaarne,
vlug en vlot hanteert. Zij kan naar hartelust
zich aan deze lofwaardige liefhebberij over
geven, door goederen te maken voor arme
vrouwen en kinderen, die overal zijn, dus
zeker ook in Essen niet met een lantaarn
behoeven gezocht te worden. Doch, de uit
zet van een millionaire moet geen teleur
stelling, maar vreugde aan vak-menschen
bereiden.
* *
*
Engelsche bladen opperen de vraag : Wat
zou Engeland moeten beginnen, indien het
geen waardige koningin had 1" Heel veilig
kunnen zij die vraag formuleeren, met de
rustige overtuiging, dat de waardigheid hun
ner geliefde vorstin niets te wenschen over
laat. Er wordt g- doeld op het Saksische hof
waar voortdurend gebrek is aan een waar
dige vorstin. De ex-kroonprinses die man
en kinderen verliet, moet vervangen worden.
Haar plaats werd tijdelijk bezet door prinses
Mathilde, de ongehuwde zuster van den
koning. Doch prinses Mathilde is van haar
functie ontheven omdat zij even als haar
schoonzuster, de tegenwoordige gravin de
Montignosa, te dartel, te weinig ceremonieel
is, en te veel van sport houdt. Een prinses
van strengere levensopvatting is nu tijdelijk
in haar plaats gekomen, de aanstaande
echtgenoote van prins Johann [Georg, broeder van
den koning van Saksen.
CAPRICE.
* *
*
Aan Mevrouw O. v. G.?v. S. te H.
Mij dunkt, lichte Moezel- of Rijnwijn zal
voor de toebereiding van den sorbet, waar
u op doelt, het meest voldoen.
Het verheugt mij, van u te mogen ver
nemen, dat uwe proeven, genomen met
recepten van de (?roe««,steeds in alle opzichten
voldeden.
Zooals ik wel eens meer meedeelde, worden
de recepten niet vooraf door mij geprobeerd
en gekeurd. Mijn dank voor uw hoffelijk
en vriendelijk schrijven. CAPRICE.
en ze lachten hun ouden, anders nogal
standvastigen vader schandelijk uit, toen die zoo
komisch wankelmoedig deed en er zoo gauw
de brui van gaf.
Ik zou den waren voet van den Steinberg
dan maar op Epipogon onderzoeken, (terwijl
mijn vrouw de randen van de rivier enden
grintweg voor haar rekening nam), en goed
vertrouwen stellen in de behendigheid en
stevigheid van jonge beenen en armen, bijge
staan door stevige en puntige bergstokken.
Zoo manoeuvreerden wij in vier parallelle
linies door 't nauwe dal van de Drenge
of Drünge (de spelling varieert); twee per
sonen op de helling, n bijna en een geheel
op de vlakte.
Ik zag allerlei moois langs den weg, ook
veel nieuws en hoorde veel zeldzame namen
van boven roepen; ook: kan hij hier staan?
Dat is net een plek voor hem I" Of een roep
van Hallo ! dan snelle rush naar iets wits
of bleeks dat hoogerop uit 't mos en steenen
opstak; miar 't was altijd weer dat stofzaad
of een bleeke paddestoel, waarbij ik uit de
naar omlaag rollende steenen zoo wat opmaken
kon, waar de beide orchideeënjagers zich
bevonden.
Na drie uur zoekens gaven wij 't op voor
dien dag en die vindplaats. Hij was er niet
of al uitgebloeid. En volgens afspraak zouden
we er nu ook niet meer aan denken en naar
uitkijken; ook niet naar de flora en de vogels,
of de vlinders omlaag en omhoog, niet naar
de details, maar naar 't geheel dat voor ons
alle vier even mooi en nieuw was; naar de
klotsende Drenge; naar de zwarte sparren
massa's op de rotstoppen, naar den spoortrein
die hoog boven ons langs den bergwand den
weg naar den Broeken door 't zelfde dal volgde
als wij.
Maar laat ik nu niet novelle-achtig doen,
misschien is er onder de lezers een jeugdig
plantenvriend die er nieuwsgierig naar is,
hoe 't afliep, met die Epipogon en mijn
opstel mag niet te lang worden; nu, we
hebben denzelfden dag nog de geheimzinnige
orchidee gevonden ; 't ging woordelijk zooals
er in mijn groot orchideeën-boek staat
... per pluros annos desideratur, subito quasi
spectrum prodit,.. . inde dificillime reperitur,
saepius inexpectum quam quaeiitum legitur,
wat zooveel zeggen wil als: jaren lang kunt
ge er naar zoeken en verlangen, hij blijft in
de aarde tot hij plotseling als een spook
opschiet, vandaar dat hij zoo moeilijk te vinden
is; veel vaker wordt hij onverwachts dan
na ijverig zoeken aangetroffen.
Hoe dat toeging een volgenden keer.
E. HEIMANS.
L