De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 2 september pagina 2

2 september 1906 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE A-M i T V. K D A M M K R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1523 n ,/jAnotier" is bij de Parisienne, dus ook tq den Parisien, in ongenade. Men mag coiflfée d'un canotier" schuitjevaren, tennissen, heel vroeg in den morgen leng» het zeestrand kuieren; wie er mee wandelt, boodschappen doet, of bezoeken rfegt, i» in 't oog van een Parisienne, een Xngiftlsch».. . of een provinciaaltje. Huret w verliefd Op de blonde haren der Doitsche dame:". Heerlijk, prachtig, verrukteljjk blond l jubelt hij, blond otn van te iroomen ! . . . Helaas : men heeft den bewonAaenden Franschman in 't oor geblazen, dat al die haren en blonde tinten niet echt zijn! T0a m'assure qu'üfaut tresceptique, et qne ionres ces chevelures ne sont pas authentiques. Qnel dommage !" Wat een eigenaardig karakter aan de Ber^nsehe straten geeft, zijn een aantal op zichifctf onbeduidende dingen. Kleinigheden, die net elkaar aan de straten in Duitschland's ioofdstal een typisch kantje geven : d« helm -ran den bereden en niet- bereden politie agent; huurkoetëiers die er in hun blauw laken pak metroode in zilver gestikte kraag lig uitzien aU onze goedmoedige Auverg(Slim als een Auvergnat is e n Berlijnhuurkoetsier ongetwijfeld!) soldaten met Inn ; helblau ve uniform met roode kraag, tt$t, niet uit-de-plooi-komend, cartelle est rflettiétitpie militaire prussienne; electrisclïe teams met hun licht-geele rijtuigen en tjinirefend gebel; gpinnewebben van el 'ctrische ira-len, overspannend straten en vier-sprongen; ?wachtende menschen, wachtend aan elke op twee- honderd meter van elkaar gelegen JHoftf stelle"-", de Franschman schrijft het woord keurig in 't Duitsch! postkarren, hooge, l«narie geele gevaarten; kleurige uithangInrden; slordige winkelkasten ; alleen de wlstallingen van varkensslagers en sigaren-»inkels zijn lokkend, smakelijk, frisch en aeljes; tillooze zwangere vrouwen, trotsch »p haar toestand, voortdrentelend in korte sokken, of, gehuld in Reformkleid, een soort Xropire- kleed, waarover hij later nog mér mi vertellen. Ook vrouwen met luchtharSge moraal, haar fortuin zoekend, slenterend iooi Leipzigerstraese en Friedrichstrasse,, iear gezichten, e /enzeer als die der fat soenlijke vrouwen hebben weinig bezieling, Tfóutg uitdrukking; een stereotype trek Tan zachtheid en gelatenheid. Hél moeilijk voor een vreemdeling haar can .kleeding en houding te onderkennen. A force de regarder, a=jebliefc ! daarvoor was Huret er op uiigegaan, om zijn «ogen de kost te geven. mon oeil s'y est tot.. En, flank zij Huret's geoefen len blik, weet hij zeer nauwkeurig te vertellen, dat *e dame'jes niet vlugger en niet minder ?«lag loopen dan andere vrouwen ; dat zij ok aiet beter of sleehter gekleed zijn dan anderen; maar, hij vindt, dat zij béter ge lapt zijn,... hij heeft zoowaar onder haar ioedjes gegluurd, de schalk! .Zelden staan MJ stil voor winkeltamen; haar blik is niet «Iriest, leur oeil n'a rien d'assassin." Hij heeft ook wel eens gezien, dat die trouwen aangespioken werden 's avonds. JCTétaient les hommes qui avaient, Ie soir, jsslle hardiess'e; ils Ia tempéraient de politesse, *>u)evant avec piécautioa leur chapeau et «einblant murmurer a leurs oreilles des paroles . een andere bizon lerlieid der Duitsche itraat, ontiekt Ju'es Huret.: jonge meisjes, jr>n<ler geleide, te voet, of per rijwiel, naar Hrhool gaande. Wat, die deerntjes voar haar hebben ! Xeen, aasflr f prachtig l Mooie, dikke, blonde vlechten tot onder «ra haar rug reikend. Sommige hebhen de Wonde vlechten om de kopjes gestrengeld *», dat is nig ! C'est magnifique : on di j ai t d'un superbe gateau de miei dur ?tripte d'entrelacs." Zeer typisch is de straat in de werkmansIwartieren. Meisjes van een jaar of twaalf, ritst men daar gekleed in rood katoenen jurken met z varte of witte nopjes ; boezelaar TOOT; bloote armen; bruin fluweelen jocky pet »p 't hoofd. Gekrioel van vijf- en zesjarig jsoedje, met morsboezelaars van grof linnen »? Atnerikaarjsch zeildoek. Op hun kopjes jlalte patjes, naar 't model der ollicieren. 3n Berlijn, evenals in academiesteden en «(eden met hoogere burgerscholen, ziet men veelkleurige petten van studenten en schoSeren. Jiog een gewichtig personnage in de Duit?ehe straat: de schoorsteenveger. Zooals het Savoyarden betaamt, zijn zij meestal met hun tweeën op 't pad; zy dragen hun gereed schappen, en hebben een hoogen hoed op. Itn kachelpijp op 't hoofd van een schoor steenveger, vindt Jules Huret zoo vermakelijk, «Jat hij aan een rook verdrijver vroe/, waarmin zij in hun werkpak zoo deftig met, ioogen hoed liepen. Het weinig be .Tredigend antwoord luidde: Dat is zoo de gewoonte''. . In Berlijn zijn ook nog omni nissen! VVat TOOT bussen! Ellendige raramelkasten, door «*?n of twee paarden getrokken, met een twaalftal menschen er in. Doch, er is ook Je auto-omnibus; dreigend en lawaaierig, «n ook een aantal auto- rijtuigen, die bijna aiet duurder zijn dan rijtuigen met paarden Inspannen. Wat men niet in Berlijn aantreft, gelukkig fooi de kalmte en reinheid der straten, zijn fOHdventers. Men hoort er niet het gekrijsch tsm schreeuwende marskramers, die in Parijs Itelen opzetten, dat hooren en zien den kaljaen wandelaar vergaan. Jules Huret is n?n-al lof over de zindelijkheid der Duitsehe »tjaat. Zindelijkheid, d,ie hij ten bescha mend voorbeeld aan Parijs stelt Jn Duitschland mist de Parijzenaar de jrezellige tafeltjes en stoeltjes vóór de koflieluizen. Nos terrasses de cafés qui sont si f»ies et si agréables, qui créent des repos de fociabiliféparmi la cohue en marche, et qui lont une création de notre flanerie aimable et souriante." Misschien is het beter, dat onze reiziger te Berlijn min of meer gedwongen was en njarche" te blijven. Zoodoende heeft hij stellig «lér gezien, dan wanneer hij er op een itoeltje by was gaan zitten. IIMIIIIUIUIHIMHIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIinitflllMNIMII Sociak - AlgemeeneWerkstakingenSociaaldemocralie, door HENEIETTE K.OLAXD HOLST. Ver taling van J. T. A. Rotterdam, H. A. Wakker en Co. Bit werk is oorspronkelijk in het Duitsch verschenen. De Nederlandsche uitgaaf is niet het oorspronkelijke, maar eeae vertaling uit het Duitsch, niet door de schrijfster zelf maar door J. T. A. De vertaling is over het geheel vloeiend en juist, al komen er enkele onjuist heden, germanismen en Ongelukkige termen in voor. Een paar voorbeelden. Rechlsbodtn d. i. de basis der wettelijkheid, wo.dt ver taald met rechtsgrond, wat wel letterlijk vertaald is maar toch een geheel andere be eekenis geeft. Zoo wordt de term Natural Wirthschaft, weergegeven met Nsturaal eco nomie, wat voor den begrijpelijken Duitschen term een totaal onbegrijpelijke bastaard Nederlandsche uitdrukking in de plaats st 'lt. Op meer plaatsen in het boek moet rneii aldus om den juisten zin te vatten weer terugvertalen in het Duitsch, doch dit is toch uitzondering. De Duitsehe uitgaaf verscheen met eene voorrede van K. Kiu'sky, die vol lof over dit geschrift is, dat in zekeren zin aan hem zijn ontstaan dankt Naar aanleHing van zijne opmerking in de Neue fait XXII 1. 5, dat het bestudeeren en discuteeren der poli tieke massastaking iets noodzakelijks (was) geworden en zeer gewenscht (was) eene brochure die een geschikte grondslag daar toe bleek", werd hij zelf uitgenoodigd deze brochure te schrijven. Hij had daar toe geen tigd en verwees zijn partijgenoot Wallflsch, die het verzoek deed naar mevrouw Holst, die op het internationale Socialisten congres te Amsterdam de motie over de algeineene werks'aking door bet Hollai.d-che partijbestuur ontworpen, inleidde. De heer Wallfisch volgde dezen raad, waarop dit, geschrift wer l samengesteld, dat volgens Kautsky op voortreffelijke wijze de taak vervult, die er aan gesteld is. Het gansche voorhandene feitenmateriaal wordt er in behandeld en wel met eene methodiek waar uit eene vaste hand blijkt." Mevrouw Holst heeft hare taak, zioals zij in het voorwoord bij den tweeden druk mededeelt, beperkt tot de vraag, of er, oniler welke voorwaarden, in welke toestanden de werk staking liet proletariaat als strijdmiddel teyen den staat kan dienen, Met terzijdelating van de zuiver econo mische staking van enkel plaatselijke, of ten minste in het maatschappelijk leven onder geschikte beteekenis onderzoekt zij achter eenvolgens: 1. de staking uit soli lariteil, de veralgemeen de so'.idariteitsstakinj;; 2. de idee der anarchistische economisch sociale algemeene werkstaking; 3. de economische mwastaking. die de productie van onontbeerlijke voortbrent-ingsen gebruiksmiddelen in hoojja mate belem mert of den kringloop van het economisch en maatschappelijk leven verlamt, dus eco nomische staking met politieke diaagwijdte. (Waarom dit germanisme?; 4. de bewuste politieke massastaking. De eerste is een veel voorkomend ver schijnsel bij zwakke vakvereenigingen ge paard met een nox onontwikkeld besef van de noodzakelijkhei l der verovering van de staatsmac.-it, door het proletariaat, la zijn consequenties voert d-^ sjlidariteitsstaking tot de algemeeue werkstaking die het ge heele maatschai pelijk leven zou para'vaceren, die iedir bestaan in de eerste plaai» vun het proletariaat onmogelijk zou maken" (blz. 19). Bij versterking van h-t vakvereenigingsleven zal deze^vorm van slakingen dan ook naar het oordeel der schrijfster wel afnemen. De tweede, de anarchislisc're algemeene werkstaking, a's universeel heilmiddel, voor namelijk in Komaansche landen gepropa geerd, vindt natuurlijk bij de schrijfster even min bijval. Zij is utopisch, zij lrou.lt geen rekening met de ontwikkeling der produc tieve krachten, zij miskent dat slechts de staatsmacht de hefboom kan zijn om de ont eigening der kapitalistische klassen en het opnieuw organiseeren der productie op den grondslag van de vermaatschappelijking der productiemiddelen dojr te voeren, (blz. 25). In hoofdstuk IV werdt do economische werkstaking mtt politieke beteekenis onder zocht. A. Bij de productie der arbeidsmiddelen, waar gesproken wordt over de staking in de kolendistricten in de Vereenigde Staten van N.-Amerika en in het Roerbekken. B. de staking in het transportwezen C. bij de ge meentebedrijven in d^ groote steden. Deze stakingen hebben, naar de schrijfster meent, altijd politieke gevolgen. De hui-gerlijke maatsctiappij verschrikt over de :e sta kingen, die haar een oogenblik toonen de mogelijkheid van desorganisatie, herstelt ztch spoedig van dezen schrik. De werkstaking is het eerste bedrijf van het stuk, waarop fjiocd-ii/ een tweede in het parlewnt wilyt. De door d>: arbeiders lang* economifdieu wey een omjrnblik o e-weldijde burgerlijke maatschappij, overweid gt harerzijds spoed/g de (il beiders, it't er d'ior de kraciit der weWlijke macht (bl. D). Hier is het feitenma'eriaal toch niet zoo vo'ledig, als K. Kautsky wel meent, o a. de spoorweg staking in Zwitserland (18'.)7i is do >r de arbeiders onder de algemeene sympathie van het publiek gewonnen, zonder dat reactie maatregelen gevolgd zijn. Intusschen voor de schrijfster is dit alles s'e;hts inleiding. Deze economische staking met politieke gevolgen, leidt van zelf tot de gedachte deze'bewust te veroorzaken Van deze economie'ie werkstaking met m alschappe l ij k-politieke beteekenis tut de politieke massasta king is slechts een schrede (bl. 51). Aan de hand van de feilen van de politieke massastaking" wordt dan onderzocht Ie. de mogelijkheid van eene dergelijke staking. 2e de noodzakelijkheid daarvan. Schrijfster ver werpt de be'.waren van hen die zegden, dat een dergelijke staking onmogelijk is. omdat het proletariaat het eerste slachtoll'er zou zijn. Dit behoeft niet h. i., wanneer slechts voor behoorlijke organisatie ge zorgd wordt, wanneer met bewustheid wordt opgetreden en ook bij de regeerende klasse deze indruk van bewustheid bij het proleta riaat gewekt wordt. Hoofdzaak is de pressie. die op deze wijze wordt uitgeoefend, de verlammende invloed der staking. Zij moet ook niet te lang du-en, moet zoo noodig plotseling afgebroken worden. Dan kan zij slagen. Niet als uithougering d^r heerschende klasse, dit geeft ook schrijfster toe. Onnoodig is zij niet. Er is wel gezegd, dat, wanneer het proletariaat zoo machtig is dat het zijne wenschen kan doorzetten, dan dit middel overbodig is, maar zij die zoo redeneeren vergeten, zegt d-i schrijfster, dat. de .burgerlijke .klassen niet vrijwillig afstand doen van hunne voorrechten. \ Noodzakelijk kan z\j zijn, omdat, wanneer de heerachende klassen er op uit zouden zijn, door eene revolutie van boven af de macht van het proletariaat te breken, geen ander afdoend verweermiddel open zou staan. Belastingweigering geeft niet, waar de belas tingen op het proletariaat indirecte bela-tingen l) lijn.en dus alleen beperking van ver iruik in die richting zou werken. 0->k weigering van dienstplicht gaat niet, dat is te ge Baarlijk voor de betrokken individuen. Evenmin barricadenopetand. Zoo blijft dau als eenig middel, maar dan ook als middel dat af doende kan zijn over, debewus e massastaking. Deze kan dienen als verdedigingsmiddel tegen bovenvermelde reactionaire pogingen; zij kan ook als betoog'ng dienen om uitbrei ding van rechten voor het proletariaat af te d vingen. Zij kan ook dienst doen om d. n laatsten beslissendeu stap te doen. die overgang van de burgerlijke maatsciiappij in eene socialistische ten gevolge heeft. Dan zal zij de vrucht kunnen doen vallen, die inlmschen rijp is geworden. Het is grenzenloost na'evileit te denken, dat deze overgang van &?!? zond'r strijd zal geschieden, (blz. 141). Zoo blijft de schrijfster volkomen in de lijn van de motie op den par.ij lag der Duitiche sociaal-democratie te Dresden 1903 aangenomen, waarin de elfde gedachtengang is weer te vinden. Wij gaan natuurlijk te dezer plaatse geen debat met de schrijfster aan. Haar kan toe gegeven worden dat zij een pakkend, goedsluitend, over het geheel zuiver marxistisch betoog voor hare stelling heeft geleverd. Wij zijn overtuigd dat dit betoog bij de partij grooten indruk zal maken en dat de lof van Kautsky, dat het volkomen aan het beoogde doel beantwoordt, eerlijk is verdiend. Het is een uitnemend propagandagt schrift. Jammer slechts dut de diepgewortelde sociaal-democratische overtuiging van de schrijfster haar oog zoo eigen uirdig bene velt, en haar sommige feiten niet iaat zien. Het zij ons veroorloofd ook hiervan eenige staaltjes bij te brengen. Blz. 53 lezen wij de idee van het algemeen kiesrecht is echter niet noodzakelijk l') met de sociaal-democratie verbonden, liters vonrdat deze als product der tcnnmnifclie ontw'-kke. ling ontslaan wan 3). had de leii'.e van h;_-t algemeen kiesrecht de <irbeid»rx 4 reeds in n land tot gemeenschappelijke politieke actie samengevoerd in Engeland. Dat tok anderea als arbeiders voor d" idee 5) v .in het algemeen kiesrecht iets voelen kunnen, wordt genegterd. Blz. 01 wordt gezegd van de behandeling der dwangweten" van 1^03 ten onzent, de d'w'Mf e werd t,ily'«'(??»-/ ili>->r d- goda-d d nocralii'gi'voerd. Dat unie-liberalen vrije liberalen en vrijzinnigdemocraten er aan d/elnamen. dat alleen'de rechterzijde verklaarde van venier debat te zu'len afzien is toc'i d ;r schrijfster niet onbekend, even uin dat de vrijzinnig-democraten^.. </«(*/<'«'/<'». Verdienden deze f r Hen geene vermelding? Volgens schrijf-ter ( >lz. 135) is het mog Ijk te gelooven, dat de economische ontwikkeling er toe zal leiden, dat anti socialistische, d.w.7. burgerlijke rc;e.!.ing;i-n de socialistische maat schappij onle invoeren. Ci) f Ie! is echler onmo gelijk niet te KIOU, dit de'.e ontwikkeling er tot dusver de burgerlijke regeeringen slechts toe geleid heeft behalve nu en dan een beetje slappe sociale wetgeving anti-proletarische, anti socialistische daden te vol'nengen. inilitaris.-ne, ko'oniale pnlilink, ijraanrechlen en zoo mee Gaarne hadden wij van liet meerdere nog iets vernomen. Wellicht dat de burgerlijke regeeringen bj' ietw.it vollediger o ?Hoavning, naast hunne niet te ontkennen tekortkomin gen, ook iets meer op hunne credietzijde hadden gekregen. Trouwens ('jlz. 12-t) het is don heersehenden kla-sen onmogelijk, het proletariaat door politieke hervormingen in viijheidiievenden ziu (e temperen; zij kunnen het er niet op v'iiye.n de bewegingsvrijheid van hun r:jaud te versterken, hem uit de overwinning nieuwe moed en nieuwe kracht te laten puiten' . Dit kan vooral niet in Duitschland, want daar i.s de strijd der burgerij om meerdere rechten samengevallen met >len eersten s!rijd van het proletariaat (blz. 12 !) en daar groeien p.irlementiin.smöen democratie niet boven een schraal begin uit, en trachten de heer schende klassen verleende rechten weder terug te nemen". Schrijfster maakt, zonder d^e stelling te bewij/.en, dan ook beho irlijk melding van de kiesrechtbeperkingen in Saksen, Hamburg en Lu'ieck. l u het betoog pa.ssen niet de wijzigingen in het kiesrecht iu Oldenburg. Baden, Wurtemburg en Beieren, die tot stand gekomen zijn of in voorberei ding en uitbreiding der volksrechten bedoe len. Immers het dogma eisclit (blz. 143) toenemende tegenzin van de heerschende klassen om de democratie verder te ontwik kelen". Van dj aanvaarding van het enkelvou dig algemeen kiis echt door de liberale partij in Belgiëzegt de schrijfster niets, evenmin de uitslag van de verkiezingen in 1905 ten onzent. 7) Het staat buiten twijfel (blz. 144) dat aan de arbeidersklasse geen verdere rechten en vrijheden verstrekt worden. Blz. 187 zegt zij. de versterking der democra tische en sociaal democratische groepen in het parlement bij de laatste verkiezingen zal voor Zweden wel tijdelijk de kwestie der politieke werkstaking als aktueel vraagstuk op den achtergrond doen trelen. Gevraagd mag toch worden, vandaar deze versterking der demo cratische groepen komt bij den tegenzin der heerschende klassen, om in de richting der denocratie te gaan? Met het algefifc.en kiesrecht heeft de duitPche soeiaaldemocratie zich prachtig ontwikkeld, de socialistenwet verpletterd, Bisuiarck terneergeslagen en de eene reroierini] na de andere bevochte i (blz. 192). Alweder aangenomen dat deze voorstelling historisch juist is en niet aan bedenkelijke overschatting der macht van de sociaal democratie lijdt, vanwaar deze overwinningen eener partij die ondanks haar groot aantal stemmen in de minderheid -'is. wanneer de heerschende klassen ne reactionaire massa vormen ? In een aanhangsel wordt besproken de aigemeene werkstaking, de politieke massa staking, en de houding der soeiaaldemocratie, waarbij schrijfster nog een leelijke noot te kraken heeft. Het ongeluk wil namelijk, dat Liebknecht.de massa staking1 in 1889 zoo kras niojelijk als onm Jgelijk veroordeeld had. Deze zeide toch dat deze eeue zoo sterke organisatie onderst -!t, als thans nog niet bestaat en in de Burgerlijke, m .aUch»ppij in, het getieel niet beslaan kan. Deze woorden mogen echter door tegenstanders van elke politieke massastaking nietgebezigd worden als bewijs van instemming van Liebknecht met hunne denkbeelden. Zij betreffen in het ge.h el 8) niet deze vraag der politieke massastaking, die zich nog niet uit den nevelvorm der anarchistische alüemeerie werkstakingsidee had afgezonderd Toen in 1889 moest het propaganda en organisitiewerk, liet opwekken van de socialisli-che gezindheid in de massa, alsmede het k-iden de/.er gezind leid in de banen van den ge ordend -n, politieken en industrieelen klussen strijd n'et slechts de naaste, maar de eenige taak der sociaal democratie schijnen." In dit licht moet Liebkueehts 'jetoog over dit punt beschouwd worden (blz. 179. E"ii gewoon ineuseh zou zeggen Liebknecht heeft zich vergist, dij had geen goeden kijk op de dingen ea verklaarde iets voor on mogelijk, wat later bleek zeer goed moge'ijk te zijn. Maar dat mag natuurlijk niet Lieb knecht vergi.-t zich niet. Hij heefs gelijk en om dit te bewijzen geven wij aan zijne woorden de juiste beteekeuis terug. Of de woorden deze interpretatie ook loe'aten, komt er minder op aan. Het aanzien van Liebknecht is gered en tegelijk-TI ij l de autoriteit van L'ebknecht, die onze tegenstanders scheen te steunen, is voor ous gewonnen. Mevrouw Holst toont een goed volgeling der Berlijnsche katholieken te zijn. Zoo zoud.-n wij kunnen doorgaanmet vr.aien en opmerkingen, waarop wij van de schrijfster toch geen antwoord zond m bekomen. Zij zou ons i u het algemeen ktinn pn antwoorden. Ik geloof aldus, ergo is het zoo; de f iten zal ik wel pas klaar maken, of waar zij dit niet toelaten, ze een vu u lig 11 'geereu Van dit karakier d?r zuivere soc!aal<ie,mocratische wetenschap, is dit boek een zeer ajoed spe cimen. Wie daartoe nog iret is loorged'-ongen, kan tot deze kennis geraken door de lectuur van dit boek, dat naast deze verdienste ook. nog deze b -zit van zeer leesbaar te zijn, zoodit niemand de lectuur za! berouwen. H. J. TASMAN. l'i V.»lgens schrijfster (bU. 157) in Enge land n i «t voorhanden. Hoe komt zij aan dezen blunder? 2) Cursiveering is van de schrijfster. 3) Cursi veering van ons. 4) Is deze losmaking van den economiFc'ten ondergrond wel behoorlijk marxistisch? 5) Bed m'd is in het Duitsch staat Ge?ellschaftsordnuug regeling d-r maat schappij. fi) B:z. G2 wordt gcr.e.'d dat deze behand l ng ge-chiedde In ?trijl met de bepalingen van het resilemcnt van ord.', waar bedoeld is de door het reglement van orde Ineyexlant' a ? wijking van den re^rel, dat eerst 2 X '^ uren na het verschijnen van een verslag de beliHiideling aanvangt. 7) Haar boek i: vers-ebenen in het voo jaar van ItUlöDe 2- Duits :he daik d iteert van Deeemher 1905. dus van na. de. veikiezingeu. 8) Wij cursiveeren. Hot CoDgrej m Nood ei Zuid, Mag ik dezen titel maar zetten inplaats van Taal en Letteren? Want dit zijn we nu toch wel een->, dat de strekking; van deze tweejaarlijksche congressen wijder slaat dan 't beperk'.o gebied van de letteren. Op vorige bijeenkomsten is herhaaldelijk van gedachten gewisseld over 't veranderen van den naam, en ook nu weer ging een geheele morgen hiermee tremoeid. De heer L. Simons, als altijd strijdlustig en handig schermend niet logiek, wilde bij verrassing de zoo vaste belegerde veste nemen. Allen die hier gekomen zijt, zei hij. kwasie scherp zinnig, onder devies Taal en Letteren", zijt niet bevoegd over onderwerpen van gansch an-lere strekking, over volksteelt en slainb langen te vergaderen. Verander eerst den naam van uw congressen en eerst daarna k) ij (j t uw O( rdeel ecnige waarde. baai- zit misschien wel eenige waarheid in, maar grappig bleef het tocti, dat een ver gadering een geheelen morgen zoek bracht mei een onderwerp dat niet op de agenda stond en dus ook eigenlijk niet voor beraad slaging en beslissing vatbaar wa-i, Op j.ichzclf is deze wijze van doen wel kurien--, en diep-i-.i een bewijs voor onze revolutionaire neigingen, neigingen die spitten niet alle logika, al had de heer Simons 't er 1104 zoo druk over. Stel u voor, dat ge iemand in uw huis gastvrijheid ver leent, en Jat deze iemand op een gegeten oogeublik je zelf heel gewoon de deur uit gooit, enkel omdat hij meent, dat hy die ge hebt genoodigd, daar nu zelf hoort. Zoo is't ook ongeveer hier. De cuiig>esjen bestaan sedert meer dan vijftig jaar en werden in 't leven geroepen voor de belangen van 't ge meenschappelijk taalgebied van Noord en Zuid. Geleidelijk aan zijn daar bijgekomen /uid Afrika, Suriname en zoo ge wilt ook Indië. iJair op een goede keer werd uilgenoodigd 't Ntmnb'. uiij, omdat dit toch eigen lijk 't belang was van deze verschillende streken. Kn zie, op dat gege.-en oogenblik wordt de gast stambelang zoo van eigen waarde bewu-t, dat het de oorspronkelijke eigenaar Taal ca letteren" gewoon uit 't huis gaat jagen, of hoogstens een klein plekje van het be-dt ergens in de achterkamer wil toeslaan. En dit is wel te opvallender, wijl dat stam'"'o!aug nevens liet Taalverbond een eigen huik kreeg in het algemeen nederlandsch Verbond. Men zou zoo zeggfn, dat als men zelf een eigen stichting heeft, niet het overhellend dak van een ander er bij moet nemen, want dat geeft dubbelen last; men tornt zuo licht van den regen in den drop. Of zou 't kunnen gebeuren, dat het over hellend dak van taal en letteren wat men z )O langzamerhand ondergeschikt vindt aan de stambelangen, feitelijk nog wel de kern en 't krachtpunt er van uitmaken? Maar. waarom dan niet den naam, den aiouden naam behouden, en waarom tracht men onder geschikt te maken wat feitelijk de hoofdzaak nog altijd blijkt te wezen? Wij XoordNederlaaders beschouwen de zaak te veel van ons gezichtspunt uit en vergeten dat de taaicongresetn zijn ontstaan niet door ons, maar door de Vlamingen. Jaren hebben we er aan meegedaan als een soort liefhebberij, en ook omdat het nooit nadeel en allicht wel eenig voordeel kon brengen. De d epere zin die de Vlamingen bewoog, om 't eigen voli de eigen taal terug te geven, hebben we niet begrepen, 't Ging hier misschien onbekend om zich wat meer dan enkel om den aangeboren zin om de moedertaal te spreken. De Vlamingen wer den verdrukt in eigen land, werden vreemden op eigen grond met het noodlottig gevolg dat ze werden de minderen, de onderge schikten, de knechten van de \Vallons. 't Was niet alleen naar den geest, maar ook in het dadelijk tastbare, in 't sociaal-economische dat ze werden de miuderwaBrd:gen en de l'ransch sprekenden de meesters, die alle goede beentjes, alle vette ambten voor zich namen en. aan de arme Vlamingen niets overlieten dan 't harde werk en 't wrange zweet des aanschijn j, met spot en hoon nog bovendien. Zoo was van beginne aan deze strijd om de taal, een strijd om 't brood, een strijd om 't bestaan. Ue oorzaken liggen veel dieper dan 't woord taal uitdruk', maar toch blijft de taal de eenige band, 4e eenige samen trekking, de alpha en de omega, de oorzaak en 't gevolg, want zonder die taal valt er niets te verrichten en niets te bereiken. Sedert de Z.-Af ika-iwestie is nu ineens het stambelang opgedoken, feitelijk 't zelf Ie maar in breederen iin als 't Vlaarnsche belang dat de taaibeweging schiep. En wat zien we nu gebeuren? Eenvoudig dit, dat het stam belang van ons Noord-Nederlanders het Vlaamsch belang zoo al niet wil verdringen dau toch iri.tweede linie stellen. De Vlaamsche be.veging zonder den machtigen hefboom ia e en onmogelijkheid, nu eens afgezien dat de taal het krachtigste verweermiddel blijft van een volk en de letterkunde de spiegel moet zijn van alles wat diep in borrelt en wroet, oodat taal en l et ter kunde eigenlijk is hit grootste, het allergrootste stambelang, waarbij verge leken al 't andere van ondergeschikten en tijdelijken aard kan zijn. We schetteren veel te veel met 't woord algemeen Nederlandsen. De gewone Vlaming voelt niets voor dat woord Nedarlandsch. Hij is Vlaming, Brabander of Limburger, maar geen Nederlanler, al is die naam etnogralisch juist. Hij voelt zich Belg, maakt deel uit van 't Koninkrijk Belgiëen zijn wensch is voorloop'g a'.leen eigen taal te mogen spreken en daar rechtsgeldigheid, gelijkheid voor te hebben, niet omdat hij die taal gemeen heeft met NoordNed rlan l, maar omdat die taal zijn sjerkste wapen is in den strijd om 't be.staan. Wij Noord-Nederlanders hebben er dus rekening mee te houdjn, dat wij hun dit wapen, of duidelijker, die leus niet ontnemen. Vojr Vlaanderen moet de strij l blijven in de eerste plaats voorde taal zelf, in de tweede plaats voor 't algemeen stambelang. Eerst ais d.iar de taal gelijke rechten zal hebben verkregen en met die gelijkheid de kans ontstaat dat de Vlaamsche burger in gelijke levensverh udiug komt als de Waal, eerst als dat is verkregen, kan hij verder geven. en het algemeen Njderlandsch, als versterking en veioreeding van zijn belang op den voorgiond te zetten. Mij dunkt, men moet uiterst voorzichtig zijn met den naam der congressen te veranderen, en zoo men 't doet, hier te lande meer aan Vlaanderen dan aan zichzelf denken, van de taal dus ook Vlaanderen laten beslissen De Zuid Nederlanders voelen dat bij instinkt ook zonder dat zij de argumenten in 't felle 'ï'icht we;en te brengen. Ze spreken van tra ditie en vragen behoud uit naam van die traditie. Maar dit is een zwak argument, want wij revolutionaire menschen voelen tnaar bitter weinig voor traditie, en zoo zou 't kunnen gebeuren, dat bij verrassing en onder den druk van 't algemeen NTederlaudsch, de Vlamingen werden overmeesterd. Men kan den tisel der congressen wijzigen, zoo men dit noodig oordeelt, maar er moet iets inblijven dat Vlaanderen eigen is, b. v. van Noord en Zuid', het woord taal mag evenmin worden geweerd, zoo men letterkande wil laten vervallen en daarvoor stam belang bezigen. En waarom zou 't ook niet kunnen: Congres voor taal en andere stambelangen ? Dat is beter dan Nederlandsen. of Algemeen Nederlandsen, want d.it zegt voor den Vlaming veel te weinig. Er is o?er dit c >ngres te B-u-isel nog wel een en an Ier te zeggen, want in zeker opzicht kwamen er heel wat verrassingen. Er zijn allerlei telkenen dat de oude ban en de doctrine is gebroken, dat de oude garde abdiceert, maar even waar is het dat de jongeren nog niet gereed schijnen om de leidsels over te nemen,?en zoo geraken we eigenlijk in een toestand van verwarring. 't Btste bewijs is wel, dat dit congres zes dagen noodig had, bijna 't dubbele aantal van vroeger;, terwijl er betrekkelijk maar zeer weinij werd afgehandeld, en 't eeriig afgehandtlde, dat der vereenvoudigde spelling, ook niet geheel vrij was van verrassing, ook al was 't behoorlijk aangekondigd. Daarover in een volgend arlikel. G. VAX Hui.ZKN. HKHMAX TEIIU.INTK'S, De Doolarje Rotter dam, bij Meiudert Boog-ierdt Jnii. h 06. Tot goed begrip van dit nieuwe boek ? waarom het als een baken zal blijven opslaan in de schitterende reeks, is een vluchtige terugblik noodzakelijk. Hier ter plaatse, heeft Cyriel Buysse reeds een en ander o :er vroeger werk van dezen Vlaam gesproken ; daarmee in hoofdzaak saniengegaand, 'n enkele opmerking: er was een neiging bij vele critici waarneembaar om Teirliuck als poëet van het Vlaamsche volks leven te beschouwen en naar zulk een maat staf te meten. Dat wekt verwondering! Slechts even toch, in zijn eersten bundel, is eene geneigdheid tot dergelijke beelding bij hem bemerkbaar, en hoe zwak dan nog, hoe snel overgroeid door andere sentimenten. Valt hit te betreuren? Volgens den heer Buysse wel eenigszina. Maar laten we niet vergeten dat de voorman der Vlamingen zelf, August Vermeylen, naar aanleiding van het illustre Minnehandel" van Streuvels, ten slotte opmerken moest: dat de menschelijkheid der ? Vlaamsche landlieden toch t enkelvoudig, téarm aan geest (zal blijken), weldra, om- er waarlijk grootej -moderneuropeesche romans vaa te maken J" modern europeesche romans heeft Teirlinck nu nog geenszins gewrocht, maar toch reeds

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl