Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1523
toch z\jn het, die een afdoende verbetering
alsnog onmogelijk maken. De tegenwoordige
kolonie-bevolking zedelijk te verheffen, zal
wel vergeefsche moeite zijn. Uitstekend werkt
echter, nu en dan eens onder de mijnwerkers
een flinke opruiming houden, zooals dat in
den laataten tijd nogal eens voorkomt. Echter
dient niet vergeten, dat een directie, die het
wél meent met den arbeider, voor dezen op
sociaal gebied zeer veel doen kan. 5)
Hopen wij, dat we in ons artikel de mijn
directies eenige vingerwijzingen aan de hand
hebben gedaan, die misschien kunnen strekken
tot verbetering en opheffing der socialenooden
in ons ryke Zuid-Limburgsche
steenkolengebied !
H. 14 Aug. '06.
ZuiD-LlMBUEQEK.
1) Eene uitzondering hierop maakt, sinds
eenige maanden, de nieuwe kolonie aan den
Sehaesberger weg. In deze kolonie worden
n.l. slechts mijnwerkers toegelaten, die voor
zien zyn van werkelijk goede" papieren.
.Te voorzien is derhalve, dat de bevolking
van die kolonie van een beter gehalte zal
worden. Z. L.
2) Welke scènes zich hierbij kunnen voor
doen, leeren wij uit het volgende berichtje,
door ons ontleend aan de N. Limb. Koerier,
dd. 28 Aug. '06:
Een mynwerker, bewoner der kolonie aan
den Sittarderweg, het werken moede, werd
aangezegd zijn woning te verlaten. Daar hij
hieraan geen gevolg gaf, werd hij 's anderen
daags goedschiks kwaadschiks uit het huis
verwijderd en de hem toebehoorende
meubeltjes volgden, zonder dat de man er een
cent voor behoefde uit te geven, denzelfden
weg. 't Scheen, dat bij ook de transportkosten
voor z\jn inboedel wilde besparen, want onder
den uitroep met mijn spullen kan ik doen,
wat ik wil l" begon hij er zoo fiks op los te
hameren, dat er van zijn huisraad geen stuk
heel bleef; daarna vertrok hij met gekalmeerd
gemoed, zijn ameublement onbeheerd achter
latende." Z. L.
3) De mijnwerkers ontvangen slechts twee
maal in de maand hun loon. Z. L.
4) Toch schijnen van particuliere zijde
pogingen in het werk te worden gesteld om
het woningvraagstuk voor Zuid-Limburg mede
te helpen oplossen. In de N. Lir^b. Koerier,
dd. 25 Aug. jl. nl. lezen wij het onderstaande :
Men deelt ons mede, dat een aannemer
uit Rotterdam informaties kwam inwinnen
voor het bouwen van een aantal goedkoope
arbeiderswoningen, waaraan hier werkelijk
groote behoefte bestaat." Z. L.
5) Om dit te illustreeren, nemen w\j het
onderstaande over uit de N. K. C., dd. 29
Aug. Eerste Blad B:
Een van de mooiste arbeiderskolonies is
die van de mijn Eheinpreussen in de buurt
van Meurs. In dezen zomer .is er een heel
stuk bijgebouwd. Door de kolonie of tuinstad
loopen fraaie, breede straten en voor elk
huig ligt een aardig tuintje. De huizen van
een verdieping met een zolderverdieping en
een kelder onder het geheele huis door bieden
voldoende ruimte voor vier gezinnen. Elk
gezin heeft echter zijn eigen toegang. Achter
ejk huis liggen ruime schuren en een achter
tuin. In de groote winkels van de
verbruiksvereeniging hebben de arbeiders gelegenheid,
om hun levensmiddelen goedkoop in t slaan.
Er zijn nu al 2550 gezinnen mooi en gezond
in de nienwe kolonie gehuisvest."
Z. L.
iiiiiiiniiiiiiimiiiimi ..... i ..... imMimiMimiiiMiiiimiiijiiiïiiiiiumimiiii
Nationale KleeflerflracliteD.
Niet zonder eenige verbazing las ik het
stukje van mejuffrouw F. J. van Uildriks in
de Groene van j.l. Zaterdag over Het gesol
met onze Nationale kleederdrachten."
Zij keurt af en terecht, het reclameachtige
misbruik dat er van onze kleederdrachteu
gemaakt wordt, al achten wij het gevaar om
met alle landgenooten en club, door domme
kortzichtige Engelschen, voor Vollendammers
en Markers te worden versleten, nu nog niet
zoo heel verschrikkelijk.
Maar aan wien is hier de fout, aan de
kleeding, aan hen die er misbruik van maken
of aan degenen die naar een enkel costuum
een heele natie typeeren.
Ja, bestonden er geen Volendammer- en
Markercostuums, dan ware een dergelijke
reclame niet mogelijk geweest, maar och de
mensch is vindingrijk, wellicht had dan het
nationale costuum onzer politie-macht, van
aansprekers of brievenbestellers als specifiek
Nederlandsen doorgegaan, en zag men over
de grenzen ons in gedachten in dergelijk
uniform wandelen.
En dat vreemdelingen hier komen, om
onze kleederdrachten te schilderen, zeker daar
is mode onder, dit nemen wij graag aan, uit
mode trekken de schilders ook naar het land
van Mauve, maar het begin wa«, dat deze
costuums zoo prachtig zijn van kleur en stof,
prachtig van maaksel en bouw. Waarom trek
ken de schilders anders naar Volendain, naar
die sierlijke witte vleugelhulletjes, naar die
fijn gebloemde beukjes, omdat het costuum
veel mooier is dan op Marken, veel sierlijker,
Waarom zijn er meer schilders van het
Bevellandsche costuum dan dat van
Walcheren, ook weer omdat de wijd-uitstaande
Goessche-muts eene ongekende charme heeft,
die men in het land om Middelburg niet
vindt en, dat men (in casu bestuurderen van
vereenigingen voor vreemdelingen verkeer)
de vreemdelingen en bootdirecties er op
attent maakt, dat de Middelburgsche en
Goessche marktdag de beste gelegenheid
is om de helaas verdwijnende
eigen-kleederdracht van Zeeland nog zoo uitgebreid
mogelijk te zien, wie zal hun hier een
verwijt van maken, immers een ieder ont
vangt liefst in zijn beste plunje en bij
voorkeur wanneer de kamer aan kant is,
dan in den schoonmaaktijd.
Trouwens ook dit is een bijkomende om
standigheid, die door mejuflrouw Van Uil
driks met verbanning der nationale kleeder
dracht naar musea direct opgelost wordt.
De corzaak van die reclame makende ver
eenigingen en particulieren, de aanleiding tot
de zoo vernederende beschouwing der bui
tenlanders over ons, die moet weggenomen
worden volgens mejuffrouw v. U. en dan
kunnen wij weer behoorlijk plaats nemen
naast de andere staten van Europa want nu
zal men denken : dat Nederland een achter
lijk, suf land is, waar het oude haast niet wil
verdwijnen en waar men vasthoudt aan wat
in andere landen al lang door den tijdstroom
is meegevoerd, om alleen als curiosum in den
dienst der geschiedkundige wetenschap te
worden bewaard waar het behoort namelijk
in musea." Dus uit vrees om, voor suf en
achterlijk aangezien te worden moeten de
prachtige overblijfsels van volks-eigen-dracht
hoe eer hoe liever opgeruimd worden.
Helaas, zoo'n argument gebruikte men vroe
ger ook, toen men zijn oude meubelen opruimde
om toch maar met zijn tijd mede te gaan en ze
te vervangen door opgelegd-mahonie, ja, zoo
redeneert het Volendamsche meisje met haar
engen blik, al s zij, oin niet voor half aangezien
te worden, haar keursje met de aardige
afzetbandjes en haar fijn plooidoekje vervangt
door het dienstbodenkatoentje, zoodra ze in
Monikkendam, Amsterdam en elders haar
diensten aanbiedt.
Is dit nu waarlijk een motief, om die won
derlijke ouderwetsche kleeren" door moderne
te doen vervangen, door moderne", stel u
die ruil eens ernstig voor, een aardig Zeeuwsch
costuum vervangen door dat van een
hedendaagsch stadsburgermeisje, of een Volen
damsche in het costuum vaneen vischvrouw
op de Nieuwmarkt om gelijkheid van maat
schappelijke stand te bewaren.
Ik geloof waarlijk niet, dat iemand met
eenig oog voor schoonheid in kleedij, beweren
zal, dat de betrokken personen er op vooruit
zouden gaan. De nationale drachten, ze
mogen iets vreemds hebben, maar er zit
pit in, het is een kleedij die door traditie
geworden is, die zich met de personen ver
eenzelvigd heeft, en die bewust of onbewust,
een schoonheid van kleur- en
vormcombinaties geeft, waarvoor wij in de kostuum
historie terug zouden moeten gaan naar de
17e eeuw, daar wij ze bij het moderne
kostuum, door Frankrijk of Engeland aan
gegeven vergeefs zullen zoeken.
Dat door de nieuwsgierigheid van den
betalenden vreemdeling de nationale drang
kunstmatig in stand wordt gehouden" ook
dit betwijfelen wij wel eenigszins, wetende
hoe oude Zeeuwsche families trotsch zijn op
hun kleeding, hoe het geborduurde jakje met
de zilveren knoopjes als de Volendam
mer knaap aangenomen wordt, een ding is
van gewicht voor de heele familie, hoe de
trouwjurk op Marken als een heiligdom wordt
beschouwd, en dit alles niet om de betalende
vreemdeling, maar omdat men daar nog
hecht aan oude gewoonten en gebruiken nog
voelt voor schoonheid van kleedij, en niet het
weinig beduidende costuum aantrekt, dat de
mode ieder jaar aangeeft, waar niet alleen
geen nationaal, maar meestal zelfs gemis aan
karakter uitspreekt. Moet men iemand nu
achterlijk" vinden, omdat hij zijn eigen klee
ding, zijn huisraad schoener vindt dan wat van
elders wordt geïmporteerd ; het ware te
wenschen dat dan onze voorouders meer op die
wijze achterlijk waren geweest, er zou niet
zooveel schoons aan antiquiteiten" als oude
kasten, tafels, klokken en stoelen misschien
moeten schilderijen ook wel hieronder ge
rekend worden, naar het buitenland ver
dwenen zijn.
Och, laat men toch waarlijk niet weer gaan
ijveren tegen datgene wat nog van vroeger
schoonheid getuigt, men heeft het gedaan
tegen de specimen van oude bouwtrant huizen
en poorten afgebroken om door nieuw te
doen vervangen, en wat er voor in de plaats
kwam, het haalt er niet büin soliditeit, in
vorm, verhouding en schoonheid.
Die nationale kleeding, wij zijn er ons
van bewust, dat zy langzamerhand helaas wel
verdwijnen zal, daar de oorzaak hiervan voor
een deel haar grootere kostbaarheid is, doch
laten wij trachten zooveel mogelijk tegen te
gaan de valsche schaamte, die er toe leiden
zou dat zij, die nu nog trotsch zijn op hun
eigen dracht, dit zouden vaarwel zeggen,
vreezendeanders vooi suf, achterlijk of wat dies
meer zij te worden aangezien. Want voor een
schoonheid, zooals de kleeding onzer
Zeeuwschen, Volendammers, Markers, Larenschen,
Bunschoters enz. ons thans nog biedt, een
schoonheid die ook de Bretonsche of
Spreewaldsche nog typeert, daarvoor kunnen wij
niets terug geven dat er maar eenigszins op lijkt.
E. W. P. DE VRIES Ju.
De heer De Vries schrijft boven zijn artikel
Nationale Kleederdrachten", en ik gebruikte
als opschrift Het gesol met onze nationale
kleederdrachten". In overeenstemming daar
mee had ik het bijna geheel over dat gesol,
terwijl de heer De Vries daar zeer luehtigjes
overheen loopt, om onze nationale kleeder
drachten zelf te behandelen. Geen wonder,
dat wij elkaar voor het grootste deel
voorbijpraten.
Trouwens indien ook ik het grootendeels over
de bewuste k leederdrachten zelf had gehad.dan
zouden wij allicht toch hetzelfde hebben ge
daan, want wij staan op geheel verschillend
standpunt. Voor den heer De Vries is de
schoonheid alles. Hij beoordeelt de
Volendammer-kleeding, evenals de Bevelandsche
en Walcherensche geheel naar den meer of
minder schoenen indruk, dien zij op ons
maken. Het is, alsof die kleederdrachten
moeten, blijven, omdat binnen- en
buitenlandsche schilders en anderen ze mooi vinden.
Doch als ook ik de zaak dier kleederdrachten
zelf had willen bespreken, dan zou ik, afgezien
van de quaestie, of wat mooi genoemd wordt,
niet soms alleen antiek of interessant of
hoogstens zonderling is, behalve het
sehoonheidsargument ook het nuttigheidsargument
hebben laten gelden, en dan is het de vraag,
of in den ouden strijd tusschen nut en schoon
heid in dit geval niet het eerste de over
winning zou moeten behalen.
Dit zou wenschelijk zijn, niet alleen uit
het oogpunt van hygiëne en zindelijkheid,
die tegenwoordig gelukkig in zake kleeding
meer meespreken dan vroeger, maar ook
met het oog op de maatschappelijke positie
der personen, die de ouderwetsche kleeding
blijven dragen. Een bezwaar tegen het zich
in ruimer kring gaan bewegen, tegen het
zich opwerken van de jongelui tot een
hoogere maatschappelijke stelling is die na
tionale kleeding zeker, en in den regel zijn
zij, die ze in hun jeugd droegen, buiten hun
dorp of stadje niet vooruitgekomen, vóór zij
de oudvaderlijke kleeding hadden afgelegd.
Mag iemand nu wenechen, dat ze terwille
van ons, die geen nationale kleeding dragen,
maar voor 999 p. mille de dwaasheden der
Parijsche mode volgen, zich in het wondere pakje
blijven steken, omdat wij dat zoo mooi
vinden?
Ik zei, dat de heer De Vries over het gesol
met onze nationale kleeding maar vluchtig
heen loopt; doch dat heeft erger gevolgen,
dan hij zich voorstelt. Het zijn niet alleen
domme, kortzichtige Engelschen", die
door nooit anders dan als Volendammers
ons, Nederlanders, afgebeeld te zien, in de
war worden gebracht, maar ook veel andere
buitenlanders, die de heer De Vries hooger
zal stellen. Juist dezer dagen vernam ik van
een mijner kennissen te Amsterdam, die
met haar man niet lang geleden in Amerika
had gereisd, dat de vrouw van iemand, wien
in New-York een belangrijke wetenschappe
lijke betrekking is toevertrouwd, het tegenover
haar in allen ernst betreurde, dat de gast
bij gelegenheid van dit bezoek zij a gewone
kleeding had afgelegd. Zij meende de be
kende wijde broek en de klompen, die de
Hollanders thuis immers dragen l
Zulk een verwarring teweeg te brengen in
de hoofden der bevolking van andere landen,
kan onmogelijk goed zijn; onze waarde als
staat zinkt daardoor, en het is niet te voor
zien, welke schade dit op den duur kan heb
ben. Men behoeft om deze reden onze nationale
kleeding niet heftig te bestrijden ; maar men
moet evenmin ze door kunstmiddeltjes ifl
stand trachten te houden. Zij zal langzamer
hand wel verdwijnen, zegt de heer De Vries
zelf. Aan de geslachten, die dat verdwijnen
bijwonen, alleen de taak, het met belang
stelling te volgen en te zorgen, dat er niets
verloren ga, wat als historisch monument,
als kenscheisend voor het verleden, van
beteekenis kan zijn voor wie na ons komen.
L o c h e m. V. J. VAN UILDRIKS.
Inhoud van Tijdschriften.
Tijdschr. voor onderwijs en handenm beid, No. 5:
P., Handwerken en handenarbeid. E. Mole
naar, Onderwijs en sociale wetenschap. Een
terugblik na een kwart-eeuw, II.
M.Posthuma, Eene tentoonstelling van handen
arbeid. A. T., Voor school en huis. . Uit de
practijk. J. Stam, Jaarverslag der Afd. Am
sterdam van de Ver. tot Bevordering van het
Onderwijs in handenarbeid in NeJerland over
1905?1906.
Dt Aarde en haar Volken, No. 39 : Hoofdblad:
Reis naar de Nieuwe Hebriden en de
Salomons-eilanden, door D. A. Hagen. Bijblad:
Het Geldereche La-ien. Overal bouwen,waar
het mooi is. Aan strand en duin. ?
Montferland. Een welkome restauratie.
Handelsstudie, No. 34 : De twee regels bij de
efl'ectenarbitrage. Uitveering der
Waardewet. Maatregelen tot herstel van den koop
handel indeXVIIIe eeuw. English as She
is... murmured. Financielle Wochenschau
(met noten). Benedetto Cotrugli, Raugeo.
Opgaven Duitsch. Vragenbus. Ver wete
ring.
Op de hoogtf, Aug.afl.: Over de maand, die
heenging. Bijlage: Dennenbosch" reprod.
naar schilderij van Gust. van de Wall Perné.
Wandelingen over de Veluwe, door J. Allen
(met reprod. naar schilderijen van Gust. van
de Wall Perné). Over Nederlandsche
paardensport, door M. Blokzijl. Maddy, door
Helene Lapidoth-Swarth. Aan den Greppel,
door dr. A. J. M. Garjeanne. Groei, roman
van J. Eigenhuis. Een dichterhülde, door G.
van Elring. Ilse's verhaal door Ossit, verta
ling van mej. E. Greeter. Op reis met de
Amsterdamsche reisclub, door Torn
Schilperoort (met foto's). Wat er uitgekomen is.
Boekbespreking, door .Lector. ? Van ko
men en gaan.
Friesche Tijdschrift Sljuchten Ejucht", Sept.:
Ho 't ik master wa rd, J. v. d. Tol. De
boeier Friso" by it hirdsi en toSnits, D. H.
Z. Blèdfolsel. Itlibben fen Jan
Skarminkel en syn soan, P. Jatzen Sz. Oan
al myn lytse frjeonen en frjeondintsjes, Madzy.
For de Bern, Madzy. Dy 't onderst'
ut 'e kanne ha wol, Joh. R. to 8. Swije?
Nel, G. S. Vlieg r. In nij middel, D. H. Z.
Toonkunst, No, 34 : Het muzikale leven in
Hamburg en de Zentral-Verband der
Zivilmusiker Deutschlands", door Hendrik Stips.
Berichten en Mededeelingen. Varia.
Uit het Vereenigings leven.
Eigen Haard No. 35 : Om Marijn's Hoeve.
Kiekjes van het platte land, door De
Meerulaer. (Slot.)'-?>feder!and op de Internationale
Tentoonstelling te Milaan, door Ph. J. K.,
met af b. en portretten. I. Westland, door
J. Sturing, rnet foto's, de meeste van den
schrijver. I. Eene nieuwe uitbreiding van
Eigen Haard. Als de geïllustreerde tijd
schriften komen ... naar de schilderij van
Calderon. Feuilleton.
OPENING 3 SEPTEMBER,
II
3,
3
EJL£JL=JL=JL£JL=J
AFD-HOLLAnD5CH
KUn5TnAALDW?RK
* MAI1DW?RR *
jfe £to. &. 4il .jte. 4l& Jk,
^fT «Ï7 ^|7 ^f? "^7 ^f? ^p
l\ALU?R5TRAATiG7
>:AM5T?RDAM>:
n
E
Ml
i-i-jHOGrDV?RT?G6nWGGRDIQ5T?Ri;i;i
DE WONING, LEIDSCHESTRAAT 13.
Plioto^raphieën- V;i n Meurs
MARMEREN SCHOORSTEENMANTELS
G. & J. COOL
AMSTERDAM. ROTTERDAM. UTRECHT.
BLOEMGRACHT 77 DELFTSCHE5TBflftT6l BIUSTRAAT 30
J. J. BIESING,
Kunsthandel.
'B-GBAVENHA.QE,
Molenstraat 65,65* BB 61
Moderne Schilderijen,
Aquarellen en Gravures.
1606 Rembrandt-Jubileum 1906
TENTOONSTELLING VAN
OUD HOLLANDSCHE KUNST
PRBDERIK MULLER & Co.,
DOELENSTRAAT 16-18 AMSTJUKDAM.
Dagelijks, behalve Zondags
van 10 Juli tot 15 September.
T?ntr«fl
Entree
^ Q 1Q
Panorama
Amsterdam,
Plantage
in de Muntttsaal. ?
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Oostersche Tapijten.
Vaste prtjzftt. Toegang vrij.
Het Panorama Jemsalem is dagelijks geopend.
Magazijn
Oud-Holland",
Damrak 75 AMSTERDAM.
TELEFOON 72G1.
Imitatie- en Antiek Kunst snijwerk,
Kop:rwerk, Oude Perzische tapijten, enz., enz.
ATELIER VOOK HET VERVAARDIGEN VAN
OUD-HOLLANDSCH SNIJWERK.
MODERNE MEUBILEERING
APARTE MODELLEN ,_ .?,
ontwerpen, eigen fabrikaat, bij onze ensembles wordt steeds op artistieke
kleur en combinatie gelet. Billijke prijzen.-t-
-t-t--t--<--t-*-*--t-+Staien en Teekeningen op aanvrage. Levering franco met garantie, -t-
-tVraagt onze speciale prijscourant voor Kantoor-Meubelen,
fteubileer-lnrichtitig
234 Spuistraat, 76Damrak, Amsterdam
PHOENIX
OP KOPER EN
GtB°(IW.,FELIX MERITIS"
r\EIZER5GRACHT32<tTEL. 2ÖO7
5TEENDRUKKERIJ
tETIKETTENFABRIEK
ARNHEM
TELtPHQON 970
matl Mjïerlieidsientoonst, te Leeuwarden 1906
AARDEWERK
TEGELS
Js. VAM G1NKEL
===== ZEIST =====
FABRIKANT VAN
KUNST-KOPEK
WKRKEN IN OÜD-HOLLAND8CHE
MOPERNE- EN ANDERE STIJLEN
Alp, Kunst- en tatnijverMttaiÊl
Sierkunst".
IV. Sie-elstraat 33.
Aardewerk, Koperwerk, Batik
en Borduurwerk.
Schilderijen, Lithografieën.
Antiquiteiten. Beeldhouwwerk.
EüDOLF ELION & Co.
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
ZEISTER FABRIEK
- - _VAN
KOPERWERKEN
2 MINUTKN VAN
STATION DRIEBERGEN
MODERN EN
ANTIEK KOPERWERK
GIETERIJ VOOR
FIJN KOPER EN BRONS