De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 9 september pagina 3

9 september 1906 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1524 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. sterfgevallen (onder zijn gedichten is er^en, aanvangende aldus: Dierbaar wichtjen, thands het tiende, dat mij 's aardrijks schoot bewaart l") en die bovendien een byster-shcht financier was, daarmee niet rocdgekomen zyn. Dus zag hy' zich wel verplicht te trachten door het geven van lessen endoor het schrijven van verzen den schoorsteen roekende te houden. En inderdaad verbazingwekkend ij in hoevele vakken hij onderwees, en hoevele dichtbundels in korten tyd er van de pers kwamen! Eindelijk, echter, daagde er uitkomst. Dank den goeden zorgen en Jc-n geldelyken steun eeniger vrienden: waaronder Jeronimo de Vries en Johan Valckeuaar inet name dienen gedoemd, werd den dichter de gelegenheid geopend met de zijnen naar het vaderland terug te keeren. In de lente van 1806 gaat hij aan boord der tjalk De Hojp," en het jubelt van zy'n lier: Zoo zal ik dan na zooveel jaien Mijn dierbaar vaderland herzien, ^a zooveel schrikbre doodsgevaren, Na zooveel prangend zielsbezwaren, Myn Holland wear in de armen vlien! Juist had de raadspensionaris der BataafBche republiek Kutger Jan Schiinoaelpeuninck de plaats moeten ruimen, en was het koninkryk Holland geschapen, aan welks hoofd de welwillende Lodewjjk Napoleon. Deze, een ?warm vriend van kunsten en wetenschappen, trok terstond zich het lot des teruggekeei den dichters aan, dit openbarend op meer dan n wijze: niet het minst door het toekennen van een pensioen telkens even rijkelijk als graficus vermeerderd : woningen, buitenverblyven, allerlei gemak werd tut zijn beschikkiniz gesteld." Niet. vreemd dat onder zóó gunstige omstan digheden de (UctUader des zangers bijzonder rijk vlowdel Wederom verlaten tal van bun dels de pers; terwy'l onder de diehtsojrtea, ?waaraan hy zyn kraeaten wyd(, nu vour het eerst wij qpk ontmoeten hut treurspel en het epos. Bjj laatstgenoemd denk ik aan bet beroemde Ondergang der eerste Wareld'; een stoutopgezet kunstwerk, dat evenwel jammer genoeg! nimmer i» voltooid. Kuit vóór het einde vau den vyfjvn zan$: midden in een regel, breekt plotst-ling en voor goed het af. Da Costa oordeelt dat m dit poëem des dichters stem is als het kerkorgel: weer gevende in de verhevtnste eenheid alle uitingen der menschelyke ziel: donderenden zuchtend, schaterend en kermend, naar altoos en overal in zangerige lonen, trillend tot in het diepst der ziel..,." Wat tot het onverwacht staken van zójgrooisch-ontworpen en zóó koen yooitgezet kunstwerk zeker wel het zyne zal bijgedia^en hebben, was de groote omkeer, welke ju'St toen wederom er in den staatkundigen toestand van ons vaderland, en in verban! daarmee ook in des dichters omstandigheden, plaats had! In 1809 was het plan tot Ondergang der eerste Wareld" op touw gezet; en binnen enkele maanden reeds waren vier zangen Toltooid. Doch daar licht 1810 aan! Lodewijk Napoleon, van boven af daartoe gedrongen, doet afstand van de regeering; en bij de kreet van 9 Juli wordt het kouinkryk Hol land ingelijfd bij het Franse h e keizerrijk ; tengevolge waarvan Bilderdijk zich nu plot seling n van zijn beschermer, n van zijn jaargeld, beroofd ziet. Zóó benard de toe stand dat straks heel zijn inboedel voor a:huld wordt verkoelt. Hijzelf verklaarde soms geen drie stuivers in huis te hebben. Bilderdijk heeft honger geleden l" schrijft, met het oog op deze periode in des dichters leven, W. .-. Hofdijk. Wien verbaast het onder zoodanige omstan digheden den dichter te hooreu verklaren, . EENE SCHAKING. Naar 't Framch van PAUL GIXISTY. -M» Op 't oogenblik, dat mevrouw Chatel bellen wilde, begon haar hart heftig te kloppen. Haar hand, die het eUctriscbe knopje al bui a aanraakte, viel naar beneden, en op de stoep staan blyvend, trachtte ze met al haar wilskracht tot een besluit te komen. Het is werkelijk een lastige, zeer byzondere opdracht, die ik op mij genomen heb!" mompelde ze. Ze haalde (Jen brief, dien ze even te voren ontvangen had, uit haar zak, naderde de trapleuning en las nog eens haastig by den schijn van het licht: Mijn Suzanne, mijn lieve trouwe vriendin ! Het is een dwaasheid, ik weet het, maar nu ii er niets meer aan te doen. Zelfs jou, my'n intiemste viiendin, heb ik niets willen be kennen, uit angst, je zoudt my door het verstand ingeblazen" adviezen kunnen geven. Ik wil van verstand niets weten, ik wil, ge lukkig zijn, ik wil leven, tot eiken prijs' In het bekrompen bestaan, dal ik tot nu toe voerde, ben ik bijna gestikt. Ik ga met Louis Jurvières heen. Ja, een schaking, een romantische ontvoering l Ik geef toe aan een hartstocht, waartegen ik niet meer strijden kon. Waarvoor ook strijden?... Hij houdt zooveel van my, dat mijn offer gelijk staat met het zijne.... Als je eens «rist, welke heerlijke rillingen ik krijg, nu ik mij in dit avontuur heb begeven, hoe bedwelmd ik ben, door de vrijheid, die ik eindelijk veroverd heb ! Eerst gaan wy naar Engeland, vanwaar ik je schrijven zal. Nu moet ik je echter nog een groot ver zoek doen. Ofschoon ik niet wil dralen en geen berouw heb, voel ik toch een weinig medeHjden bij de gedachte aan den schrik, en het verdriet van mijn man. Wij beiden zijn zoo totaal verschillend van elkaar, en hij heeft mij nooit begrepen. Maar ofschoon hy er zich niet van bewust is, wat ons van elkander scheidt is hy toch, zooah je weet, een braaf en edel mensch. Bereid jy hem nu langzaam op een tij ling voor, die hem zonder twijfel zeer zal verschrikken, daar hy in de verste verte niet giste, wat er in my omging. Vertel hem omzichtig mijn besluit l Efi breng hem langzamerhand op de gedachte van een scheiding, waarvoor ik hem alle wapens geleverd heb! Bespaar hem alles, wmt te v ree sel ij k zou kunnen zy'n! Ik zelve stel my' in handen van het noodlot. Gegroet en gekust door je Lucienne " dat tot het voortzetten van zy'n epos hy noch lust, noch roeping -voelt!.... Aanstonds, gelukkig! kwam althans een kleine toelage" van de zijde der nieuwe regeering te hulp Voor het overige trachtte ook nu weer door het geren van lessen en door het >chryven van verzen hy in ''e be hoeften van zich en de zijnen te voorzien. En dat ondanks ailei zijn Mu?e hem niet verlegen liet, bewijst wel liet mede in dezen ty'd hem uit de ziel geweld geestdriftig en profe isch Afscheid", den ] Oen Januari 1811 voorgedragen in de Amsterdamscheafdeeling der Hollandsche Maatschappij van Kunsten en Wetenschappen, waarin de zanger ?choon onomwonden erkennende den val van zijn land toch desondanks weet te eindigen uiet het hoopvol : T)ees ellenden Gaan volenden; En verpletterd wordt het juk' Holland leeft weer, Holland streeft wee-, Met zijn afgeleg Ie vlag, Door de boorden ?? Van het Noorden Naar den ongeboren dag." Holland groeit we T! Holland bloeit we-r! Holland's naam is wê-r hersteld! Holland, uit zyn stof verrezen, Zal opnieuw ons Holland wezen; Stervend heb ik 't U gemeld".... En deze heil voor zegging werd vervuld! Nederland's herstelling daajzde; en hiermee zij het dan ook slecriU tot zekeie hoogte mede voor Bilderdijk een betere tijd. Oranje, die hem al tijdens zijn balling schap nooit had vergeten, lirt o<>k nu zich niet onbetuigd. Hem ecu flinke maatschap pelijke positie: een hem pass°nden werk kring, te bezorgen, evenwel, mocht den vorst niet gelukken. Door zijn eigenaardige denk beelden en opvattingen door zijn grillen en zonderlingheden, had Bilderdijk zich ouniogelijk gemaakt. ... Ten jare 1817, nadat een hoogleeraarszetel aan het athenaeum aldaar hem is ontgaan, verlaat hy het voddig Amsterdam," dat helsch gruwelnest", dat akelig gat," om zich te Leiden te vestigen. Opnieuw tal van dichtbundels. Voorts ver schijnen omtrent de^en tijd tr v .n hem ook taalkundige en grxl^eleerde werken. Tevens houdt hy voorlezingen over de vaderlaudsche geschiedenis. Hoe langer des te meer, echter, trekt men zich van hem terug; laat hem alleen slaan; stelt zelfs zich vijandig tegenover hem. En geen wonder! Of huldigde hij niet de leer: In af hankelykheid alle geluk. Individueele vrijheid de grootste jammer voor den mensch en voor alle schepsel.' Voorts: erkende hy niet in de wereld zich niet thuis te gevoelen; voor niemand te wijken ; voor geen wederstand te buigen, ieders gunst en welwillen openlijk te versmaden ; en tegen te dMiischen, «aar alles plooide!... Aid-a dan ook: tien jaar later (1827) wordt mede de sieutelstad hem te eng, en ?erhu st hij naar Haarlem, waar zooals in het voorgaande we bereids zagen zijn echt genoot hem kwam te ontvallen ; terwijl reeds na enkele maanden hijzelf haar volgde in den dood. Door de goede zorgen der rederijkerskamer De wijngaardranken'' wijst een gedenksteen, dragende zyn naam, de p aat», waar menden grooten dichter ter ruste legde. * * * Den grooten dichter." Zelfs Cd. Busken Hiiet zeker toch wel gren bevooroordeeld vriend van Bilderdijk ! prij-t hem onder de vaderlandsche zangers een der eersten en beroemd .ten." Geleerde : wetenschappelijk Alles is heel duidelijk,"zei mevrouw Cha tel, en de opdracht uiterst onaangenaam!... Wat voor toekomst Lucienne zich schept!... Als ik maar wist, hoe ik den armen Auger moet voorbereiden !...." Zij liet zich aandienen. De heer Auger kwam haar met uitgestrekte hand tegemoet. Hij was een man van in de veertig, met een opge ruimd gezicht, en zijn geheeie wezen ademde goedheid en vertron *en. Hij droeg een gouden lorgnet, en toen hij op Su'.anne Chatel toe liep, nam hy een zwart zijden kalotje af en frommelde het tusschen zijn vingers. Welke gunstige wind voert u hierheen, lieve mevrouw Chattl 's" riep hij en noodigde haar met een handbeweging uit plaats te nemen. Xeeint u mij niet kwalijk, dat ik zoo laat kom... al over zevenen!... Maar ik mott u spreken." Lucienne is nog niet thuis... Visites en boodschappen, weet ik het... Binnen enkele minuten zal ze hier zijn." Ja, juist over haar wou ik met u spre ken ...." Mevrouw Chatel keek den heer Auger onderzoekend aan. Ze geloofde nog nooit zoo'n vreedzaam, opgeruimd en toch ernstig gezicht gezien te hebben. En als in n minuut dese rust geheel verstoord is !" fluisterde het in haar. Ik verheug er mij op. een oogenblikje met u te babbelen," begon mijnheer Auger. U is zoo'n verstandig iemand, ja, zonder complimenten ... Jong en mooi als u ij, houdt u toch niet van oppervlakkigheid, en stelt u belang in een massa dingen waar Lucienne den neus voor optrekt..." Ja juist, Lucienne ...' Mijnheer Auger stond op. Hij ging naar een glazen kast en opende die voorzichtig. U, neen u spot niet met een ouden ver zamelaar... U begiijpt d(3 kleine, reine vreugde van het zoeken en vinden van een voorwerp, waarnaar men reeds lang verlangd heeft... Welnu, lieve mevrouw l hatel, u ziet een gelukkig mensch voor u." Mevrouw Chatel huiverde onwillekeurig. Ja," ging mijnheer Auger voort, kijkt u eeas naar dezen gedamasceerden sleutel! Tu schen de rozen en madeliefjes hier, draagt hy' twee ineengeslingerdu. letters... Dit is parel van mijn verzameling ... Het werk ig nu juist niet van volmaakte afwerking, neen .. mair weet u, d*t het door Lodewijk XIV gemaakt moet zijn? Sedert twintig jaar weet ik, dat deze schat bestaat. Vóór ik hem be machtigen kon, is hij door vele handen ge gaan. Ik lag als een jager geduldig op de loer... Eergisteren eindelijk, door eengroot toeval..." Wat een verwarring!" dacht mevrouw geleerde, was hij allerminst: schcon veel wetende (o. a. verstond hy niet minder dan twintig talen I) in uiet n vak geheel thuis. Met het proza stond by altoos op gespan nen voet. Ze'f verklaart hij: Ik kan geen pro'a pchrijvi'ii"; of elders: 't Proza is een moeilijk diug, en steeds moeilijker voor mij !' Maar poë-.ie?... Daarin denkt, daarin voelt, daarin leeft hij! Dan volgt my de taal; dan slaat ze mij ten dienste; en alles vliegt op mijn »eok<n, en schaart zich als een wctgeordend leger op zijn hoefslag." Het verzenmaken is mij zoo natuurlijk als het adem halen : ik kaïi'het niet laten: Die mij van een toren stiet Zou me iu gruizels doen verbrijzelen; Maar dit gruis naar allen schijn Zuu gebroken verzen zijn!" Met alle recht dan ook mocht hém-aan gaande Hofdijk schrijven: Geen traan in zijn, oog, gt en lach om zijn mond, geen zucht iu zyn- horst, of hij heeft ze vertolkt in een lied! Geen tiilling van vrel of yan wee in zijn prikkelbaar hart, of hij heeft ze uitge stort in zangen!' / En aan elke soort van Doëije uitgeno men slechts het blijspel: als l JKgende geheel buiten zijn aard en richting heeft hij zich gewijd, en op elk gebied (met uitzondering alleen van het treurspel) tuteoterwerken ge leverd. Bereikt almede in de beschrijvende poëzie hij een bij-uitstek-hooge hoogte; vóór alles toch i< hij lyrisch zanger: in zyn He leren gevende zichzelven: eigen innigst innerlijk. En dan, welk een rijkdom van gemoed! wat diepe gedachten! hoe weelderig een fan! a/ie! Ook: welk een macht over deii vorm! Geen Nederlandsen dichter ooit heeft met f'e keuze, de opvolging, de afw fseling, de tegenstelling der klanken, met het rijden P" dalen van den Loon, getooverd als Bilder lijk." (Beets). Ondanks dit alles, echter, is hij nooit populair geworde . En nu mo^e het waar zijn dat in de-e hij onder de vaderlandsche dichters waarlijk niet alleen staat; ook waar toch is dat wat hem betn ft, er vojr die in populariteit bij'.oudere redenen waren. Immers, niet alleen dat in taal en beelden hij vaak ie hoog gaat: boven het bereik zelfs van meer-beschaafden; maar ook al te zeer stond met zijn denkbeelden: zoowel in bet godsdienstige en kerkelijke, als in het staat kundige en maatschappelijke, hij alleen : lijn recht tegenover den geest eu het streven van zijn tijd en zijn volk. Als in kleedij en leefwijze, was ooi in denken en willen hij bijzonder ouderwe'sch. Voegt hierbij uu nog zijn uiterst somberen, ook in zijn gedichten, natuurlijk! zich niet verloochenenden, aard, welke bijv., schoon eerst in '3L hij kwam te overlijden, hen ree Is in '11 zijn \f-cheid" deed dichten; en die, zoowel bij net verde digen van eigen, als bij liet bestrijden van anderer standpunt en zienswijze, hem byzonder hard en ruw te werk deed gaan en duidelijk is dat het wel niet anders kon of, hoe langer des te meer. moest wel hij ieder van zich vervreemlen: hoe langer des te meer hij alleen komen te staan! Belijdt trouwens hijzelf niet: Ik weet: mijn ziel is overtuigd, Dat in inijn eigen hart De jammerlijke bronaer ligt Van alle levenssmart! ' ? Wat ona. aangaat, echter: ons, levende honderdvijftig jaar ua Bilderdy'k's geboorte, vergeten, bij zijn waardeering, we niet dat op allerlei wijzen en uit allerhande oorzaken hij veel heeft geleden: u naar het lichaam n naar de ziel: pijn en smart! Schier geen ramp welke hem gespaard bleef. Ook hier gelde het humaan: Alles weten n alles kwijten." Bovendien, hoevele en hoe leelijk ook de fouten en tekortkomingen van den mensch Chatel. Alsof het mij hier om sleutels te doen was! ' Zij trachtte het gesprek op iets anders te brengen, maar mijnheer Auger was niet ?an zyn onderwerp af te krijgen. Ziet u," zeide hij, ieder schept zijn paradijs in deze wereld naar zijn eigen smaak. Voor mij ligt het geluk in de verovering van deze zeldzaam heden en als ik zegevierend uit den strijd te voorschijn Ireed, dan beschouw ik ze steeds met eerbie l en liefde " Ligt daarin niet wat al te veel zelfzucht ?" vroeg mevrouw Chatel naar een overgang zoekend. Ik geloof niet, dat ik daar iemand onrecht mee doe," antwoordde de heer Auger met uaïve verbazing. Natuurlijk niet.... Maar gelooft u, dat het een jonge vrouw zooals Lucienne met een hartstochtelijk... een weinig ongedurig karakter... voldoet, oud ij «er te bedonderen zooals u ? ..." O, ik vergeet haar nie'.. .. Wacht eens, ik zal u in het geheim inwijden !..." Hij opende de lade van een klein antiek meuoeltje. Hier heb ik een echte oude broche... . Zoodra ze gerepareerd i.?, geef ik haar aan mijn vrouw cadeau." Mevrouw Chatel voelde zich teleurgesteld. Hoe weiui^ was deze uitstekende, eenigszini wonderlijke man verdacht op het ongeluk dat hem wachtte! Meer dan een kwartier was al met deze kinderachtigheden verstreken. En Lucienne snelde in den trein, die haar met zich voerde, den afgrond tegemoet! Met meer vastheid zeide ze nu : Beste vriend, heeft Lucienne misschien buiten uw wil zekere kleine beleedigingen of onaangenaamheden ondervonden?" Lucienne ?" Mijnheer Anger scheen zeer te ontstellen door die. vraag.. Hij dacht een oogenblik na, terwijl hij nog steeds de broche bekeek, die hij in de hand hield, en met aandoenlijk kinderlijke overtuiging antwoordde hij toen: Neen... nooit.... Zij weet trouwen9 hoeveel ik van haar houd, neen, waarachtig, zij is heel gelukkig, dat weet ik zeker." Driedubbel blind!" dacht mevrouw Chatel toen ze vol vertwijfeling bemerkte, dat het onmogelijk was, eenige achterdocht te wekken in deze open ziel. Dat kan zoo niet verder ga^in.. . . Als het hem tot in dezen graad aan nieuwsgierigheid ontbreekt, dau moet ik het met zwaarder geschut beproeven." Mijnheer Auger had iutusschen zy'n rust weergevonden en haalde juist een prachtig, klein geheimslot te voorschijn, dat den vorm ha l van een klok. Om het te openen, moet de wijzer op een bepaald uur gezet «orden . .. zoo ... ziet u is het niet ver/ukkelyk?" Bilderdy'k mogen geweest zijn, dit neemt niet weg dat de gaven van den dichter Bil derdijk groot blijven en grootsch. Zoo ry'k ik herhaal wat in den aanvang van dit opstel ik schreef zóó rijk aan poëten zijn we niet, dat wij de herinnering aan een der uitnemendsten niet in dankbare gedachtenis zouden houden l Amsterdam. P. VAN DER VEEN. MlllllllllllulllimmiHIIIIIIHIIIHIIIIIMHIIIIIIIMttlllltHMIinillltllllttlllllHI Inhoud van Tijdschriften. Onze L'e w, 9e afl.: Noortje Velt, door Jacqueline E. van der Vaals, III, slot. Het Par lement en het spooiwegpersoneel, door jhr. mr. H. Smissaert. Briefwisseling van Bak huizen van den Brink met zijne vrienden gedurende zijne ballingschap (1844 1851), uitgegeven door mr. S. Maller Fzn., VII, slot. Verzen, door Renéde Clercq. De XXf. Etuw.Se afl : Ethiek en maatschappij, door dr. C. .1. Wynaendts Francken. Gedich ten, door J. Reddingins. Uit het dagboek van e*n hypochonder, door J. Everts Jr, Aan 't labeuren, door Renéde Clercq. Is cels'raf' nog langer geoorloofd en gewenscht?, door dr. A. Aletrino. Gnosis en evangelie, door prof. G. J. P. J. Bolland. Voor-geschiedenis en vestiging vari den Oranje-Vrijstaat, door Ar. Hendrik P. N.'Muller. Staatkundige kroniek, door mr. H. P. Marchant. De Bewig'.vrj.Sept.: De wettelijke tienurendag, door J. Molenmaker. Kembrandt vereerintr. en Rembrandtnavolging, door Frederik van Eeden. Duitschegedichten, vertalingen, door Albert Verwey. Quiabsurdum, slot, door Nico van Suchtelen. Op de Heuvelen, door Fred. van Eeden. Boeken, menschen en «troomingen. door Will Vesper. Die Frnte aus acht Jahrhunderten Deutfcher Lyrik, door Albert Verwey. Boekbeoordeengen, door A PX Gutteling. I ragen van den Lag, Sept.: Mr. Willem Bil derdijk als geoloog, door H. Blink. Dr. C. Easton, Het sterrenstelsel. F. Adriani, De poeiale l etee'jenis der epidemische en besmet te ij ke volk<ziekten K. Sideiius, Zintuigen en zenuwen by de planten. Bibliographie. Van maand to maand: Hoe de lente komt, door Mieterlinck. De klassieke talen en hun beteekenis voor het hooger onderwijs en de a' ,'eineene vorming, door prof. J. Mac. Leod. ludi-ioh nalnnrso.hoon. I, De tuin voor water en moerasrjlanten te Buitenzorg. II, Palmen, bamboes, door H J. Wigman. Groit Xedirltmd. Sept.: r R. A. Kollewijn, De dichte»Bilderdijk. -r- Louis Couperus. Son netten. Kard van de Woestyne, Afwijkin gen.?L. S. Hijlsma. Verzen. Dr. Edw. B. Koster, Demonen vandeNotreDamp.?Fokko Bos. Zijn dro >m van geluk.?J. Rpddingius, Spel. Ad. Herckenrath, Dit is het leutig weik enBoomen bij avond.?Frans Coeoen Jr., Vondelverval-ching ter eere van Retnbrandf. Dii Vrouw en. ff nar Huis, No. 5 : Ik houd van je ... door lobanna Steketee. De stoel in het woonhuis, door 'l ies Bles. Prin'es Anna van Hannover als Moeder, door Johanna W. A. Naber. Een praatje over knnstnaaldwerk, doorElisM Rosge. Iets over bloedarmoede, door dr. J. Schrij /er. Onze planten, door dr. A J. M. Garjeanne Op moeders verjaardag, door B E van Oss^len- van Delden. Gehoor zaamheid, door J. van Leiden. E'ck wat wils. Wat men ziet en leest. Voorradige knippatronen. (Zie vervolg pag. 10.) cht Victoriawate OBERLAHNSTEIM cht Victoriawate Suzanne Chatel werd ongeduldig. Deze echtgenoot was werkelyk te naïef. Vroeger had ze Lucienne veroordeeld; nu begon ze deze dwaze, vertrouwende goedigheid te laken. Wie weet, misschien handelde baar vriendin goed, toen ze haar onstuimig hart uit deze docdende omgeving, uit deze verlammende atmosfeer, waar geen plaats voor warme ge voelens was, trachtte te redden. Toen al haar bemoeiingen om de treurige onthullingen zoo verschoonend mogelijk in te leiden, mislukt waren, stond ze op, ging naar den verward rondkjjkenden heer Auger toe en greep zyn handen. Arme vriend," sprak ze, daar gij mij niet begrijpen wilt, ben ik genoodzaakt, my duide lijker uit te drukken. Lucienne... Op d,t oogenbük weerklonk de electrischs schel. Mevrouw Chatel hield op. Een seconde later doorvoer haar een siddering toen ze Lucienne zag binnenkomen. Deze scheen nog een weinig geagiteerd, maar ze beheerschte haar gevoelens genoeg, om niets aan haar man te laten merken. Nog altijd met zijn gedachten in het verleden toevend, zag hij niet een-1, dat ze ir. reistoilet was. Wat kom j-j laat!" zei hij achteloos. Ik ben opgehouden,' antwoordde zij kort. Goed.. . goed!" suste mijnheer Auger zonder verder te vragen, en sloot voorzichtig zyne kostbare glazenkast weer af. Overigens," voegde hij er met een vleugje van galanterie bij. zich tot mevrouw Chatel wendende, fas ik ondertusschen in bemin nelijk gezelschap, ik hoef mij niet te be klagen. ..." Lucienne was Suzanne om den hals ge vallen en had haar met koortsachtige op winding gekust \Vil je ons een oogenblik alleen laten, mijn vriend ?" zei ze tot haar echtgenoot. De heer Auger willigde haar verzoek onver schillig in, groette mevrouw Chatel en verliet de kamer. 'ij... jij...!" stootte Suzanna uit. Je komt werkelijk juist te rechter tijd... Daar ik met alle voorbereidingen mijn doel niet bereikte, wilde ik hem juist de waarheid brutaal in het gezicht zeggen... Maar wat is er gebeurd?... Ik dacht, dat j9 al ver weg was... Goddank, dat er nog niets be sloten is I" O, lieve, vriendin," riep Lucienne, het leven is vreemd!... Om vier uur was alles vast b sloten... Om vijf uur was ik bij Louis, die mij verwachtte... Opwinding, beloften van liefde, verrukking... Oh, 't was heerlyk!" We zullen dus altijd van elkaar houden?" Altijd." Ik vroeg hem : Heb je geen berouw? Ik vertrouw je mijn leven toe..." ..9I1ETE E U1YER KRIÜPVRUE NATUUR IEDER STUK bAT KRIMPT W0RDT T E RUG 5E n 9 ME M. WAAR GEEN C«r!TRACTAHTE« ZUM WEMbE MEH ZI^H T?T EGGERTSTK.3 -AMSTERDAM VERKRUGBAAR BU - l H. NEIJEB, Hofl. Amsterdam. May. HUL .ANKER, Den Haag. 6'/lO'rta<fc C'o., Utreciit. fin. T H LAKSE R. Apeldoorn. J. G't/fA'A'/V.s./r.. Haarlem. A^Ë7T& B KOUTERS. Zwolle. (V. (,'. *CHu '/. Leeuw ai den. TA. HUKMAVfl, Gronin gen. H. A. nKKKtSMAN. Groningen. Jt'l,lliti Ht/F, JJen He! der. Gedeponeerd Filialen: SPUI 25, VAN WOUWTKAAT 9. Depots: v. Baerlestraat 38, Joh. Verhulststraat 105, 1ste Const. Huygensstraat 92, 1ste Helmersstraat 201, Na*saukade 30 la, de Clercqstraat 8, Marnixstraat 2*7, Haarlemmer dijk 20, Plantage Kerklaan 35, Von Zesenstraat 29, Jivastraat 5, Camperetraat 20, Weesperzijde 74, Watergraafsmeer: Brerde CPB 1. fl >|| ' Cailler Fij n sfl Zwrrs.ERscHE (H O GOLFDE aut^t\afccn:9 Cnc/JOen SUIKER. BOUWT t. NUNSP£ET O/d. VELUWE, Inlicht, b/d. Vereenigins: Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland te Nunspeet. ?MtlnlIIMIIIIMIIIIItllllllltllllmlMlllllllllllllmlIMIIIIIIlmHHIItlUtllHMIMI In plaats van te antwoorden kuste hij mii. Toeu bracht een rijtuig ons weg .. Wij kwamen aan het station .. Ik was als in een roes... Zijn wil was my'n wil... Ik ondervond niet eens een licht gevoel van angst of schaa'nte, zooals ik eerst gedacht had .. Ik was gelukkig, zalig !... Alle'* om mij heen leek veranderd ie zijn .. Wrj stapten in deu trein. Ik dacht: Dit is de Tijheid .. Nu begint mijn leven pas werkelijk... Wat beteekenen sociale conventies naast het geluk ?" Ik beklaagde alle ontevredenen, alle onverstandigen, die het niet zooals ik gewaagd hadden, zich te verzetten, en haar lot zelf in handen te nemen Toen ik het mij makke lijk gemaakt had, zei hij lachend tegen mij, met die zekerheid, die hem nog nooit ver laten heeft: Ben je gelukkig?" Een heerlijke rilling ging door mij heen, Als ik eraan denk, dat je nu voor altijd mijn meester bent?'1 Natuurlyk!" Heel zeker?... Voor alty'd?" Jon dwaas kleintje!" Een schok bracht den trein even in be weging. De conducteur kwam, om de plaats kaartjes na te den. Toen Louis ze hem aangaf, liet hy ze vallen door een kleine beweging, die ik gemaakt had, om een eindje op zij te gaan... Ik vond het prettig ze op te rapen en te betasten, deze kleine stukjes papier, die mij den sleutel toeschenen vau mijn toekomstig lot... Ik las ze, ik bekeek ze... Oh, Suzanne, Suzanne !!... Ik had vau altijd" gesproken, ik had een eed gedaan voor eeuwig... Louis was wijzer geweest; hij had retourbilletten geno:mn !... Iets in mij scheurde... ik sprong uit den wagen CB liep weg; ik liep weg, zonder mij aan zijn roepen te storen, met een soort wilde vreugde by de gedachte aan zijn verbluft gezicht .. Mijn bagage reist naar Londen, maar ik, ik ben teruggekeerd ... ik blijf hier." Je hebt je heelen roman in een oogf nblik doorleefd," zeide mevrouw Chatel, ,,des te beter!" Lucienne nog geheel ontroerd door de doorgestane opwinding, barstte in zenuw achtig lachen uit: O, als ik mij voorstel, hoe hij geheel alleen in den wagen achterajebleren is, ter wijl de trein doorging en hij niet meer uit stappen kon, en hoe hij geheel radeloos niet begreep, wat ik ineens had! . .. Waar hij nu zijn zou?... Waarschijnlijk te Amiëns?... Wat zal hij zichzelf belachelijk vinden!... Zijn retourbillet zal hij gauw kunnen ge bruiken !..."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl