De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 9 september pagina 5

9 september 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1524 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Haison HIRSGH Amsterdam. vente de tons nos u PO Continuera Lundi Ie 1O Septemfore La Vente se fora strictement au comptant. IIHIIIIIIIIIIIIII IIIH ...... III imilllimi MINIMI millMII luien. in. Is een meisje, tot welken maatschappely'ken kring het behoore, niet van nature bijzonder redzaam, actief, kinderlievend, dan is een opzettelijke behandeling van haar plichten op dit gebied zeer wenschelyk. Gebeurt het niet meermalen dat, waar de moeder by de geboorte van het jongste kind stierf, dit jongste, omdat zijn hulpeloosheid de meeste sympathie opwekte, goed bewaakt en ver zorgd werd, aller liefde genoot en flink op groeide, terwyl het teere 3-jarig zusje weg kwijnde, de 4-jarige broer een arm brak een oog verloor, tengevolge van zy'n wildheid! Ze willen niet doen wat ik zeg l" klaagt het oudere persoontje, wier onmacht werkelijk treurig is, omdat ze uit gebrek afth een voeten wil voorkomt; die wil is niet gevormd, ondanks de volledigheid van haar opvoeding op elk ander gebied; en haar vader, de weduwnaar, ondervind het grievend leed, dat juist zyn dochter van allen in zijn woning de minst geschikte is voor den omgang met de kleine leden der familie. Men zegt: Dat alles leeren de meisjes wel door de practykl" Zeer dikwijls, zeker; maar alleen als er tijd voor is. Maar hoe, wanneer de nood plot seling aan den man is? Dan nog praktische oefeningen houden? Daarenboven, ook de wasch doen, een verband leggen, een Fransche les geven leert men het best door het alle dagen te doen. Toch worden die zaken onder wezen, theoretisch behandeld, de eene meer, de andere minder. En niet alleen met het oog op het beroep; ieder meisje heeft een kans te hooren spreken over een massa din gen, die haar vroeger niet duidely'k waren. Nu zal ze oppassen l Nu wordt de linnen kast, de wond, de vreemde taal niet de dupe van het klagerig: Hoe zal ik het aanleggen ?" of het spijtig : Ik doe het niet. 't Gaat my niet aan." Nog meer dan de lichamelijke verpleging van zuigelingen verdient de dagelijksche omgang met jongens en meisjes van 2, 3?6 jaar, verdient in de eerste plaats al wat strekt om hun jong leven gelukkig te maken, een punt van ernstige, opzettelijke bespreking te worden, tusschen een vrouw die met takt het onderwerp weet te behandelen, en jonge meisjes, wie men toewenscht dat ze lieve, hulpvaardige huisgenooten zullen worden, geduldige vriendinnetjes voor de kleinen thuis. Nu heb ik zoo gedacht: tegenwoordig breiden heel wat meisjes, die de Lagere School doorloopen hebben, haar kennis op de een of andere wys uit, theoretische kennis bedoel ik op 't oogenblik. Met het oog op haar bestemming als vrouwelijke steun in 't gezin van moeder, tante, buurvrouw, meesteres, vooral in 't gezin van moeder ; deze heeft het oudste recht! mocht heuach het bovengenoemde onder werp wel een plaatsje krijgen op het leer plan van inrichtingen waar Meer Uitgebreid Lager Onderwijs wordt gegeven. Een paar uurtjes per week zijn voldoende voor wat ik bedoel, een opwekking, een wenk, een raad, een waarschuwing, een vraag, een voorbeeld ; bovenal een wisseling van gedachten tusschen de leidster en de leerlingen, want 't is hoog noodig dat de eerste zich op de hoogte stelle van hetgeen er by' de jonge meisjes omgaat. Dus geen houterige, strakke toon bij deze gesprekken. Vertrouwen wekt vertrouwen". Een goed woord vindt een goede plaats." Deze beginselen moeten voorzitten.?Praktijk? Die staat thuis te wachten. En hoe is dat alles mogelijk op het platte land, waar enkele avondlessen in den winter de schoolopvoeding voltooien ? Voor de allerarmste kinderen in stad en dorp, die na de 6 verplichte leerjaren gauw, gauw aan het werk moeten? Wat hebben domme, onver schillige meisjes aan het praten over den om gang met kinderen, wanneer ze b.v. eenig kind zijn, geen kleine kinderen kennen of willen kennen ?" Op de derde vraag antwoord ik: Deze meisjes hebben er het allermeest aan; het belangwekkend van dit teere, dik wijls kiesche onderwerp zal stellig den iml doen ontwaken ; de rest volgt van «elf. Op vraag n en twee : Eisch niet alles opeens; begin al vast in n bepaalden kring. Ook voor de netelige vragen, die bij de invoering van andere leervakken rezen, hoofd en hart beroerden, is een oplossing gevonden. Eerst heette het vak op school ondenkbaar, toen onuitvoerbaar, eindelijk werd het onmisbaar, als schakel eener hechte keten tusschen school en huis. De echte wil der opvoedster voor jonge kinderen uit zich niet onveranderlijk in beslissende woorden. Hy weet ook behoed zaam te vragen en, als een trouw waker, zwijgend te wachten op de kentering van den kinderlijken wil naar goed, naar kwaad. De harde wil is onecht en sticht kwaad, my' dunkt, nog meer dan toegevendheid. Uit den tyd dat ik nog niet naar school ging, heb ik menige onaangename herinne ring bewaard. Men meende het goed met mij, nu weet ik dat maar al te goed; maar ik werd dwaas behandeld, uit onkunde, en ook uit tirannie, sommige krachtige vrouwen aangeboren. Ik ben beschuldigd, myn pepernoten ver keerd te hebben geteld toen ik nog niet eens wist wat tellen" was. Op myn klacht: Myn beenen doen pyn in de nieuwe laarsjes", was het antwoord : Je kunt geen pyn hebben" Hoe dikwijls was het: Je hebt geen wil" of: Ik wil het niet, en daarmee uit. Vit was het intusschen volstrekt niet: terstond overlegde ik in stilte hoe ik mijn zin zou kry'gen. Moet het kind dan de baas zy'n ? Mag er geen leiding bestaan ?" Het kind heeft behoefte, heeft recht op leiding, maar knel lende leibanden deugen niet. Ik heb eens bij een Zwitsersche familie gelogeerd. De ouders hadden in hun jeugd colleges" bezocht; in hun zaken waren ze niet dom ; ze hielden veel van hun kinderen. Een van deze, een meisje van 5 jaar, zager treurig uit. Haar rechterwang was vuurrood, kleverig, gegroefd. De moeder zei hiervan: Verleden jaar had Clementine klieren. Die wang zag er onooglijk uit. Toen heb ik er met een gloeiend heete bout eenige keeren overheen gestreken." Zoo maar over het bloote vel ?" vroeg ik vol afschuw. Ik dacht, dan zou de wond het gauwst dichtschroeien en het vel vanzelf weer glad worden." Stribbelde het kind niet tegen?" Verschrikkelijk ! Moeder hield haar vast, toen mijn man weggeloopen was, en ik zei maar, om de kleine te troosten: Wiemooi wil wezen, moet pijn lijden." Die chirurgie waag ik niet te beoordeelen, maar dit weet ik : Clementine is nu 17 jaar en haar wan? is nog afzichtelijk! En terwijl ik thans erken dat bloedverwanten en vreem den voor mij, als klein kind, haar best hebben gedaan, betreur ik het voor mijzelf en voor een massa andere kinderen wier lot mij be kend is, dat we zoo geducht veel pijn moes ten verduren en er niet mooier op werden, integendeel! Onze streken, ons inwendig verzet schry'ven we toe aan de moreele on handigheid dier vrouwen, aan haar onwetenden wit. We werden onbeschoft en bedriegelijk, wrokkend en onverschillig. Wij dreigden eindely'k ie worden wat we vroeger heetten te zy'n : onverbeterlijk. In allen zagen wy vij anden ; wy wapenden ons en voelden onze onmacht; wij werden lijdelijk, handelden laf, maar inwendig bleef iete broeien. Het was een troostelooze tijd! Daarop volgde een gelukkiger tijdperk. Die op ons 10de, llde jaar met onze leiding belast werden, verhielpen het opvoedkundig gebrek: er werd wederzijdsch vertrouwen gekweekt, doordat onze wil erkend, ik zou haast zeggen: geëerbiedigd werd. Wij van onzen kant zagen in dat het: Ik wil I" onzer nieuwe superieuren niet maar de uiting van machtsbesef was, maar van een vast streven om ons gelukkig te maken. Alle weerbarstigheid hield op. We knielden niet voor een macht tegenover ons, we zagen haar als bondgenoote naast ons staan. Ons voelen en begrijpen werd n, en voortaan hielpen wij aan onze eigen opvoeding mede. Noemt ge dit alles een dwaasheid? Zegt ge: Zorgelooze jonge kinderen hebben geen wil! zóó gaat het niet met hun bekeering!" Ik verzeker u dat het mij en anderen zoo gegaan is, maar zorgeloos, luchthartig, och l dat waren wij dan ook niet; daarvoor was de geestelijke atmosfeer te benauwend. Ook konden wij in dien tijd natuurlijk onze ge waarwordingen niet logisch ontleden; wél instinktmatig voelen dat de tallooze botsingen een gevolg waren van iets verkeerds buiten on», waaraan wij ons niet behoefden te on derwerpen. Verstokt stilzwijgen, uitdrukkingen als: We zy'n toch geen gevangenen l" Een kind is ook een mensch " Ik hang mij liever op, dan zóó nog langer te leven." Was ze maar dood! Ik kan het wel, maar ik doe het niet", een poging tot ont vluchting, tot zelfmoord,... wijst dit alles niet op een zekere beredeneerdheid en tevens, helaas! op kritieke toestanden van het kin derlijk gemoed ?" O zeker ! er heerscht wan hoop in sommige jonge, zeer jonge harten ! En niet wonderbaar bekeerd werden wij, kinderen I Maar toen de Hoop verrees, keerde zich onze ziel gewillig naar haar toe, de schaduwen weken, onze wil behoefde zich niet langer te verbergen ! Dat gaf ons groote blijdschap. Aan de vrouwen die een zeer moeilijken tijd met ons doorgeworsteld heb ben en ons die blijdschap bereidden, onzen drievoddigen dank! F. S. M. GUYOT. Mevrouw Ella Rawli Reader. Israëlitische sekte onder de Negers te Plainjield. Huwelijk eener aanzienlijke Amerikaansche met een Hongaartchen piqueur. Ver nuftig bedacht. De brave Teddy" zal wel zeggen, dat Ella Rawls Reader geen poesje is, om zonder handschoenen aan-te-pakken. Dat er vrouwen zijn with a very strong will of their own" was bij de kennismaking met de onverzettelijke Ella, voor president Boosevelt geen nieuwtje. Hij had herhaaldelijk gelegenheid, deze eigen aardigheid van naby' te bestudeeren in zijn oudste dochter Alice, de tegenwoordige mevrouw Nicholas Longworth. Tot de schran derste zaken-menschen derwereld, afdeeling zwakke kunne! behoort Ella Ka wis Reader. Deze dame is betrokken bij een concessie ter exploitatie vin mijngebied, dat op 240 millioen guldena wordt geschat, en die zij president Koosevelt, die er eveneens aan spraken op doet gelden, met hand en tand betwist. Het betreft de concessie van de Cerro de Pasco mijnbouw-maatschappij, waarvan Ella presidente is. Deze werd haar door den president te San Domingo, als belooning verleend, voor de wakkere zorgen en on verflauwde toewijding aan het flnantieel agentschap van dezen staat door mevrouw Reader besteed. Men ziet hieruit, dat ook in San Domingo de eene gelddienst de andere waard is. Volgens finantie-specialiteiten te NewYork en Cincinnati, zijn de natuurlijke rijkdommen van San Domingo onmetelijk, die van de Cerro de Pasco onschatbaar. Mevrouw Rawls Reader meent, en, geen Yankee-Brugman zou het haar uit het hoofd kunnen praten, dat de ongedolven schatten, de hebzucht van den niet van aardsche goe deren ontblooten Teddy in lichte laaie heb ben gezet! Toen te Washington, in het Witte Huis, de mijnbouwzaak bekend werd, heeft presi dent Roosevelt een schema van exploitatie bij de Domingoscae autoriteit ingediend, overtuigd dat zy'n wijze van zaken doen meer kans van slagen had, dan die van mevrouw Ella Rawls Reader. Ik vermoed, dat de pre sident der Vereenigde Staten, zich weer onverschrokken kant tegen trust-zwendel. Ella is woedend l En, met de kracht der onver zettelijkheid haar in driedubbele portie toebedeeld, als Amerikaansche, als vrouwen ala finantieel agent, scheepte zij zich in, trok naar Londen, Pary's eu Berlijn, en, is thans bezig door een reuzen-syndicaat haar tegen stander het hoofd te bieden, en, volgens haar energiek beweren, het geluk van duizende bewoners der 5 werelddeelen te verzekeren, wanneer zij schrander genoeg zij n, onder haar beleid het goud te gaan delven, verborgen in de donkerte van licht en vreugde belovende mijnen. In de Vereenigde Staten, met den volko men onaf hankelij ken toestand waarin de kerken tegenover den staat verkeeren, en, omgekeerd de regeering tegenover de kerken staat, gebeurt het nog al eens, dat het legio godsdienstige sekten, met n vermeerderd wordt. Zoo is er thans weer een ontstaan onder de Negers, die zich gekleurde Hebreeuwen noemen, omdat zij het Israëlitisch geloof hebben omhelsd. Het hoofdkwartier van deze gloednieuwe sekte, is te Plainfield, in New Jersey, een stad van pi. m. 12.000 inwoners. Tot de artikelen hunner geloofsbelijdenis behoort de overtuiging, dat, op onwederspreekbare, niet te loochenen of te ontkennen gronden in de historie van Sem, Cham en Jafeth aangetoond Israëlieten oorspronkelijk donker-getint waren als Negers, en, dat de blanken, behoorend tot de Joodsche natie, afvalligen van het oorspronkelijk type zijn. Met innige vroomheid volgen zij alle voor schriften van de Mozaïsche wet. iiiimiimiiliiiliiiiiiiiiiiliiiuii 's Soepen in tabletten, MAGGrs Bouillon-Capsules, merk Kruisster, maKen het mogelijk om in den kortst mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts ! met water, voortreffelijke krachtige soepen klaar te maken. Per tablet voor | 2 flinke borden j Fransche soepen 10 Ct. Pikante soepen 13 t merk Kruisster, geven door oplossing in kokend water oogenblikkelijk een voortreffelijken voor het gebruik gereed zijnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen Consomme (extra sterk vleeschnat zonder vet) 12 Ct. Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 Crowdy ig de naam van hun nieuwen profeet. * * * Het geheel onverwachte huwelijk van de elegante, mooie, Amerikaansche mevrouw Burke Roche, met den Hongaarschen piqueur Aurel Batonyi, heeft onder de New-Yorksche Smart Set" heel wat tongen in beweging gebracht. De Amerikaansche Society" is anders even min voor een klein geruchtje vervaard, als de Engelsche. Een jaar of tien geleden, vestigde de Hon gaar Batonyi zich te New-York, en gaf rijles aan een aantal dames en jonge meisjes uit de millioenen-wereld. Mevrouw Burke Roche, was de eerste Amerikaansche dame, die van hem onder richt kreeg in het mennen van een vierspan. Alice Roosevelt was ook een leerling van den heer Batonyi. Mevrouw Burke Roche, is een veertigjarige beauty", weduwe van den Honorable James Burke Roche, en dochter van den heer en mevrouw Frank Work. Behalve schoonheid en rijkdom, bezit de nieuwe mevrouw Aurel Batonyi een beeldschoone dochter, Cynthia, onlangs gehuwd met den heer Arthur Burden. Voorts brengt mevrouw Roche onder het pootig beleid van den Hongaar, haar tweelingen Maurice en Francis, opgeschoten knapen, de vreugde en de trots der nog zér-jeugdig uitziende, mondaine mama. Met haar grooten, licht-grijzen vilten Rubenshoed met witte struisveeren gegarneerd, gedrukt op haar donkere lokken, haar pracht-oogen, fijn neusje en beeldig mondje, ziet mevrouw Batonyi er er uit om te stelen. En wat de Smart Set" ook moge beweren of mompelen, de Hongaar zal zich verheugen in 't bezit van zy'n prachtige echtgenoote, en zijn benijders uitlachen. Het dames-personeel van een operette gezelschap te New-York, moe en uitgeput door de tropische hitte, die op 't oogenblik in de Vereenigde Staten heerscht, is op een lumi neus denkbeeld gekomen. De artisten vroegen aan directeur en regisseur verlof om te mogen repeteeren met ijszakken op net hoofd. De directie gaf gaarne toe en de ver koelingsproef echt Amerikaansch practisch bedacht voldeed in alle opzichten. De dametjes, ieder met een zak ijs op 't hoofd, acteerden en zongen er lustig op los. CAVRICE. Rozen-beignets. Een nieuw Fransch recept ontleend aan de Chineesche keuken, luidt aldus: Pluk 's morgens vroeg wanneer zij nog met dauw bedekt zijn, goed ontloken rozen. Wasch de bloemen luchtigjes af, en ontblader ze in een kom. Maak een stevig beslag van tarwebloem, eieren en water. Zet een pan met sla-olie op, die zoetjes aan de kook gaat. Schud de rozenbladeren door het deeg. Bak de rozenbeignets in de kokende olie. Laat het gebak n a twee minuten uitdruipen op wit vloeipapier, vóór gij de beignets met suiker bestrooit. Wanneer men vlug en handig te werk gaat, behouden de beignets de kleur der rozen die men voor dit doel gebruikt, wit, geel of rood. Er zy'n acacia-beignets, violettes-beignets, waarom geen rozen-beignets ? MAGGI's Aroma, i merk Kmisster, | geeft aan zwakke soepen, sausen, groen'\ ten, hutspot zoowel aan allerlei vleesch! gerec hten oogenblikkelijk eenverrassenden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve i spaarzaam te gebruiken. Yerkrygbaur in flacons vanaf 30 Ct.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl