Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAM M E U WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1524
; . *' . ' «.?*??-? J
?'?' '"
l"*""--/-*'..- ~ tó'^i
Ontwerp-Kromhout voor het Vredespaleis.
Wij geven bij bovenstaande repro
ductie deze toelichtende beschouwing
ons door een deskundige verstrekt.
In het programma voor de prijsvraag
van het Vredespaleis werd gevraagd:
A. een gebouw voor het permanente hof
van Arbitrage, B. een bibliotheek. Hoe
wel met het arbitrage-gebouw verbonden,
moest de bibliotheek toch zóó ontworpen
zijn, dat zij een afzonderlijk deel vormt
van het Yredespaleis, onder welke
algemeene benaming het complex dier twee
deelen verstaan wordt. Het hoofdgebouw
is ongetwijfeld dat, waarin het perma
nente hof van Arbitrage zetelt, waarin
ook de groote en kleine rechtszaal ge
vraagd is, waarin de Eere-vestibule voor
komt. In dit hoofdgebouw treed de
Vredesidee actief op, in de bibliotheek
passief. Architectonisch moest dus ook
duidelijk gemaakt worden dat n geheel
verlangd werd van twee afzonderlijke
MMiiiiiliiiMiiiiiMtiiiiiiiniiiiitiiiiiiiiiiMllliliimiiMiiimiiMiimiiiMiiiiiiii
W, P. DE LEÜE.
Veertig jaar aan het Tooncd.
In de tooneelstad Utrecht was en is,
maar vooral was ook, naast de Koninklijke
Letterlievende Vereeniging Cremer te
Haarlem, de vermaarde Rederijkerskamer
Jan van B eer s, een der beste van ons land.
Daar, gelijk in Cremer hield en houdt men
wèlzeggenskunst, zooveel mogelijk in
eere. Vooral was dit het geval in de periode
van 1860?1866. In die periode werd
in ons geheele land, maar bovenal in
Utrecht door leden van Jan v. Beers"
veel voorgedragen, schier uitsluitend
verzen, die een tragische of treurige of
heroïeke geschiedenis bevatten, allen n
door een zekeren weedom en eenzelfde
overgevoeligheid. De namen der
Utrechtsche en Haarlemsche Kamer duiden het
karakter reeds aan.
De een had Jan van Beers, den
ZuidNederlander, die zelf schoon en gevoelig
voordroeg en er half bij speelde, de
ander J. J. Cremer, den schrijver der
Betuwsche Novellen, den meesterlij ken
uitbeelder van zwaarbeproefden en
eenvoudigen, tot schutspatroon.
In die periode werd een jongmensch
van omstreeks 18 jaar, gewonnen en ge
boren te Utrecht, lid der kamer Jan
van Beers." Hij blaakte van poëzie en
gevoelde den drang in zich om de verzen,
die hij schoon vond, voor te dragen om
het geheele menschdom te doen genieten.
Anton Peters had hij wel eens komedie
zien spelen. Diens schoon, vol, klank
rijk en melodieus geluid had hem
bedeelen, die niet tot elkander in de ver
houding staan van gebouw met koets
huis, waardoor van zelve het eene achter
het ander kan komen, doch van hoofd
gebouw en nevengebouw, van gelijk
waardige elementen, die men architec
tonisch dus naast elkander te plaatsen
heeft. Het Hof van Arbitrage zal dus
den stempel moeten dragen het hoofd
gebouw te zijn, de bibliotheek zal met
hare motieven dit hoofdgebouw architec
tonisch moeten steunen en tot een geheel
samenwerken: het Vredespaleis.
Deze opzet van het programma, sluit
dus logisch elk begrip aan symmetrie uit.
Vele inzenders ook de eerstbekroonde
hebben het bibliotheekgebouw als iets
minderwaardigs achter het hoofdgebouw
geplaatst, om hiervan een symmetrisch
geheel te kunnen maken. Zekere acade
mische sleur voor symmetrie heeft hierbij
het zwaarste gewogen, ten koste der waar
heid in de architectonische rangschikking.
In het programma wordt voorts van
geen verplichten historischen stijl ge
sproken. Gelukkig, zal men zeggen?
Zeker. Een gebouw kan stijlvol zijn,
zonder zijne vormen te hebben ontleend
aan een of anderen stijl. Een stijlvol
gebouw staat tot een gebouw in stijl",
als goed modern proza tot een procla
matie der Oeteldoncksche Club. Toch,
hoe natuurlijk men het ook vinden moge,
dat elke tijd zijn eigen taal heeft, aan
het denkbeeld dat elke tijd ook zijn eigen
kunst, dus ook een eigen Bouwkunst
moet hebben, kan men nog maar niet
gewennen.
De jury, die hier oordeelde, heeft zich
allerminst geneigd betoond individuali
teit in deze richting aan te moedigen,
integendeel, elk ontwerp dat de
stoutigheden vertoond eener persoonlijke stijl
opvatting werd meedoogenloos ter zijde
gezet. En daar waren toch zulke mooie
onder! jgj "i ?_;..?j l;;!
Bekroond zijn geworden n ontwerp
in Fransch-Vlaamschen stijl, dat door
de jury abusievelijk voor Hollandsche
Renaissance werd aangezien; drie ont
werpen in een mixtum van Roineinsch
in Renaissance, n in Lodewijk XIV
stijl en n in Néo-Empire stijl, dat zich
l'art de Fépoque" noemde.
Toch werd geen historische stijl in
het programma gevraagd!
Voorns was een bouwsom genoemd,
groot 1,600,000 gulden, zegge met alles
en alles mee: twee millioen gulden.
Deze som zal door het eerstbekroond
ontwerp nog wel met twee millioen
overschreden worden. Bij het program
ma was gevoegd een situatiekaart, aan
duidende de plaats waarop gebouwd
moest worden en het overblijvend park.
Onder de bekroonde ontwerpers zijn er
die met alles ontkennende genialiteit het
geheele park gerooid hebben en een
tuinaanleg ontwierpen waarvan enkele
tooverd, Peters navolgen" werd het
wachtwoord van het jonge lid van Jan
van Beers."
Hij werd dra met den heer
Doressen om de schoone voordracht, de
bolleboos van Utrecht. De verzen, die
W. P. DE LEUR, hoofdregisaeur der Koninkl. Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel".
beiden voordroegen, teekenen den tijd:
De dochter van Herodias" door
Bernhard ter Haar; Een getuige der liefde"
door AV. J. Hofdijk; De ledige stoel"
door A. J. de Buil; Ue zoon van don
Metserdiener" en De zieke jongeling",
beiden door Jan van Beers; De Brand"
door Tollens; Het Haantje van den
Toren" door P. A. de (lénestet: Eduard
de derdo voor Calais" door A. J. de
Buil en meer anderen, allen, verzen
van hevige droefheid. Doressen en de
Leur waren in dit soort van vaerzen
geweldige voordragers. Als zij hun stem
opzetten als een klok, als zij droefheid
en weedom in de toon van hun stem
brachten, zaten de hoorders en vooral de
hoorderessen van aandoening te schreien.
Er vielen dikke tranen ..., voor beiden:
het loon der kunst.
Overal wilde men deze jonge mannen
hooren, en zij trokken het land door,
voordragende en ontroerende. Menig
lauwer viel hun ten deel. De Utrechtsche
schrijver v. Rennes heeft later vau de
triomftochten wel eens gewaagd, in De
Amsterdammer, dit weekblad, o. a. van
Doressen, na de overwinning op een
wedstrijd. De leuke beschrijving van Izaak
v. Rennes trok bij de Rederijkers van
het geheele land de aandacht en allen
namen er een uitdrukking van over, en
konden nooit meer van Doressen ge
wagen, of de woorden van Rennes
kwamen er bij te pas: Doressen op een
blominenwagen !"
De dichter Jan van Beers was met
het voordragen van Doressen en W. P.
deelen tot in het station van de
Scheveningsche stoomtram zouden terecht
komen.
Toch dreigde artikel vijf eiken con
current met terzijdestelling van zijn ont
werp, indien hij zich niet stipt aan de
bepalingen van het tprogramma hield.
Zooals bekend is, werd geen der
Hollandsche inzenders bekroond. Of zij
zich te stipt aan het programma gehouden
hebben ? Bij de perspectivische schets
hierboven gereproduceerd, is het stand
punt dat van den beschouwer bij de z.g.
Scheveningschen tol. LinKs ziet men
hoogopgaand het permanente hof van
arbitrage, rechts het bibliotheekgebouw.
Het origineel, waarnaar deze reproductie
genomen is, is niet die, welke op de
Haagsche tentoonstelling te zien was,
doch eene potloodteekening.
de Leur zóó ingenomen, dat hij hen be
schouwde als zijne zonen in de kunst, en
hun zijn verzen zond nog vóór die in druk
waren, met het recht van voordracht.
Het succes, dat W. P. de Leur van
het voordragen had, deed hem de kunst
hooger stellen dan een gewoon
dagelijksch bedrijf, dan den handel. Meeren
meer dwepend, half knielend voor den
tooneelspeler Anton Peters, als hij diens
geluid maar hoorde, als hij hem de
enkele woorden in Laurierboom en
Bedelstaf", ik heb mijn vrouw begra
ven !" maar hoorde zeggen, of hem het
lied hoorde zingen, met tranen in de
stem, dat als Henri's Drinklied" brui
loftslied is geworden, smolt hij weg van
zaligheid. De Leur was de eenige niet,
die onder de bekoring van Peters nobele
kunst en prachtig geluid kwamen. Anton
Peters heeft er de oude Amsterdamsche
schouwburgbezoekers door in verrukking
gebracht. In Peter's zwaren tijd, in het
begin van zijn loopbaan, als hij schier
geen geld had om een rok te koopen,
stonden er drommen bewonderaars, op
getogen door de wondere klank van zijn
stem, hem aan de tooneeldeur op te
wachten, en brachten hem in triomf naar
huis, naar zijn eenvoudige woning,in de
Leidsche dwarsstraat. Een eenig kunste
naar als Louis Bouwmeester was als
jongen niet uit de schermen te slaan,
als hij stond te luisteren naar Peters,
vooral wanneer Peters Narciss speelde.
Men wil wel zeggen, dat Louis Bouw
meester het houden van de rechterhand
tusschen het linkerdeel van jas en vest