Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1524
e&
Treboff: ? Votre ftajesU' devta.it tlourer
** / /'? ' /''/J
: Par/at'Ó /. lije VOM mettcii
retrajitz ?,
iiimiiiiiimiiiiiiiiiiitMiiMiiiiiiiiiMiiii
huiskamer. Dikwijls spraken mijn vrouw
en ik, naar dat groepje ziende, over den
tijd, die ver achter ons lag. Van mijn
heer en mevrouw Tjasink ontvingen wij
dagelijks attenties >ij de geboorte van
ons eerste kind. Roobol, die niet toe
gankelijk was en stug van aard, ont
moette ik eens in het Vondelpark, hij
maakte mij overgelukkig, door mij, terwijl
hij mij op den schouder klopte, een regel
uit Sardou's Familie Benoiton" toe te voe
gen Peters heeft mij geholpen bij mijn
eerste belangrijke rol.?Als hij Napoleon
van Schimmel speelde, bekende hij mij
eens, zoo gerust te zijn als ik den Prefect
speelde, die gedurig midden in een vers
regel een aandiening moest doen. Tot
den alomgevierden en diepvoelenden
kunstenaar Peters heb ik altijd met ver
eering opgezien. In al zijn grootheid
heb ik hem nog gekend. Toen zijn roem
aan het dalen ging, trad hij uit de
directie en verliet het Amsterdamsche
tooneel. Hij werd elders geëngageerd
Nu en dan kwamen zijn gaven nog wel
voor den dag, maar al vager en vager
werd zijn kunst. Hem werd daarna
de gelegenheid gegeven in den Stads
schouwburg alhier een voorstelling te
geven zijn persoon maakte een diepen
indruk op ons krachtig bijgestaan
door allen kwam de voorstelling ten
einde.
Morin was tegenwoordig om, als het
noodig was, zijn rol van Meinau in
Menschenhaat en Berouw" voort te zet
ten. Ik zie Peters nog verslagen op een
kist zitten, de komst van zijn zoon af
wachten. De secretaris en ik werden
aangewezen de financiën met hem te
regelen. Hij verliet de directiekamer, ik
verloor hem geen oogenblik uit het oog.
Op den arm van zijn zoon leunende
verliet hij het gebouw en ik staarde
hem na zoolang ik kon. Daarna werd
hy te Delft in een inrichting voor zenuw
lijders opgenomen.
Op het kerkhof aldaar rust het over
schot van den man, die als hij optrad
het publiek stormenderhand had ver
overd, door de macht van zijn woord
en de grootheid van zijn talent. Toen
ik Possart bij Van Lier zag repeteeren
zag ik Peters.
Ook Roobol trad later uit de directie.
Alleen Tjasink bleef aan het hoofd.
Roobol bleef aan het tooneel verbonden
en is spoedig daarna gestorven. In alle
stilte werd hij begraven, het uur van
vertrek kon men niet te weten komen.
Vroeger dan men vermoedde passeerde
een eenvoudige lijkstoet de Leidschestraat,
ik stond juist voor het raam. Het over
schot van Roobol werd zonder eenig
vertoon ter ruste gebracht.
Tjasink ontving bij het einde van zijn
direkteursehap de Eikenkroon, wij werden
toen tot den laatsten dag betaald. Hij
vestigde zich te Haarlem, waar zijn
dochter woonde, werd later adviseur van
het Nederlandsch Tooneel, en bezocht ons
in den beginne getrouw als wij te Haar
lem speelden. Langzamerhand verdween
hij uit ons gezicht en is daar den weg
van alle vleesch gegaan".
* *
*
Als W. P. de Leur aan het praten
komt, kan hij als vader Jurriaan heel
wat verhalen. Van de veranderingen
in directies ; van het verbouwen van den
houten Schouwburg; van het verbranden
van den steenen; van den jammer der
artiesten bij dien brand en hun vreugde
bij de verklaring dat de Raad van Be
heer der Koninklijke Vereeniging: het
Nederlandsen Tooneel de zaak zou door
zetten, waarbij mevr. 8. de Vries, den
heer A. C. Wertheim om den hals viel;
van den dood der groote artiesten: mevr.
Kleine-Gartman, mevr. Chr. Stoetz, mevr.
S. de Vries, Morin, Spoor, en anderen;
van de regie heele boekdeelen; van den
invloed der Meiningsche regie op de
zijne; van zijn aangenaam samenwerken
met en den grooten steun en hartelijke
sympathie van en voor Willem Stumpff;
van zijn vriendschappelijk werken met A.
Ising Jr., ook al niet meer onder de
levenden: van de eerste voorstelling na
den brand, te Arnhem, waarbij Herman
Schwab uit het Duitsch in het Hollandsch,
souffleerde, want het boek van den souf
fleur Richard Voss, Alexandra was
verbrand; van zijne goede verhouding
met en waardeering van het tegenwoordig
schouwburgbsstuur, alsmede van de arties
ten ; van het aardig gebruik bij Kloris en
Roosje,om ieder die achter het tooneel komt
iets aan te bieden, zelfs den Burgemeester,
die van hem of van Pieternel, gaarne
een snpeperijtje in ontvangst neemt; van
het reizen, en van nog tal van zaken
en dingen meer. Dat zou een boek
vullen, een boek der openbaring, en
dan had W. P. de Leur nog altijd
niet gesproken over eigen lief en leed,
van het verdriet over den dood zijner
vrouw, over zijne eerbewijzingen, over
vriendelijke en waardeerende woorden
tot hem gesproken of geschreven door
H. J. Schimmel, A. C. Wertheim, Mr.
W. F. G. A. v. Sorgen, Willem Stumpff,
en anderen ... en over de zaligheid
Nicolaas Beets aanschouwd te hebben,
wandelende over het tooneel met A. C.
Wertheim, bij de vertooning van
Shakespeare's Macbeth, waarvan de regie
evenals die van Sardou's Madame
Sansgêne tot de glorie zijner kunst behoort.
Bij al dat spreken en het verheerlijken
en zegenen van anderen, zou W. P. de
Leur gezwegen hebben over eigen
verdienste, over zijn zorgen en zwoegen,
over het zich gedragen als een vader
voor het algeméne tooneelheil, over
zijne studie op gevorderden leeftijd, over
zijne zwaartillendheid ; over zijn wensch
tot aan zijn dood, kon het tot aan zijn
stervensuur, werkzaam te zijn aan den
Stadsschouwburg; over zijn vermaarde
vaderlijke toespraken bij jubilea: over..,
maar waar is het einde ? ...
Maar nu zal over W. P. de Leur ge
sproken worden, geschreven en gedrukt.
Want veertig jaar heeft hij thans, met
liefde en ijver het tooneel gediend. Dat
is geen dag, en geen kleinigheid.
De Leur gaat dit feit herdenken. Hij
wil als David ook wel eena een dag
hebben om te huppelen.
Niet alleen zal men nu over W. P.
de Leur spreken, men zal hem op zijn
a. s. jubileum, te vieren in den aanvang
van October, ook openlijk huldigen voor
zijn talent, zijne hulpvaardigheid, toe
wijding en voorbeeldelooze werkzaamheid.
J. H. RÖSSING.
De historische roeping te nienw-Hegelsclie
school,
Alle nieuwe maatschappelijke machten be
ginnen onbewust van hun volle beteekenis en
de eerste periode'1 van hun groei is de rijping
van het bewustzijn tot welke maatschap
pelijke taak ze zijn geroepen. Zoo waren lang
voorMarx reeds vormelooze bewegingen in het
proletariaat te constateeren, als b.v. de
Engelsche Chartistenbeweging, maar Marx ont
dekte eerst de historische wettelijkheid en
de immanente politieke roeping van het soci
alisme en gaf zoo vorm aan die chaotische
tastingen tot het moderne socialisme.
Door de arbeid van Bolland is, in ons
land, een nieuw-Hegelsche beweging ontstaan.
Aanvankelijk chaotisch en gemakkelijk te
critiseeren maar groeiende en reeds kunnen
wjj verschijnselen opmerken, die er op wyzen,
dat de beweging op 't punt staat tot begrip
van zichzelf te komen.
Bolland bepaalde zich tot de Redeleer, ter
wijl toch deEncyclopaedie derBegrippen daar
boven, boven de kategoriënleer der algeméne
werkelijkheid, de leer der zelfverwerkelijking,
de methodologie dus der Werkelijkheid, stelt
die de kategoriën leert van de wijze, waarop
al wat is, werkelijk is, de abstract vorm der
der werkelijkheid dus, de kategoriën leer der
wiskunde, het systeem der wiskunde, die (ten
slotte) moet worden gedacht in overgang
naar de leer der absolute werkelijkheid, die
de geest is, de kategoriën der absolute erva
ring, tot welke alle andere (enpirische) weten
schappen tot een systematisch geheel moeten
worden samengesteld. Deze technische arbeid
heeft de Hegelsche school tot nu toe verzuimd,
z\j heeft zich bepaald tot de propaganda en
de algeméne principes die constitutief zijn
in de Redeleer, omdat juist dit gebied door
de moderne wetenschap geheel werd ver
waarloosd.
Na de onvermoeide arbeid van Bolland
zijn deze principes evenwel al lang ingebur
gerd. Er is een behoorlijk aantal filosofen,
dat in staat is een dialektisch betoog, dat
niet al te diep indringt te volgen en lang
zamerhand beginnen enkele de kracht in zich
te voelen oorspronkelijk werkzaam te zijn
op gebieden die buiten de redeleer liggen,
voornamelijk de «eestesleer, ofschoon ook de
wiskunde onder Hegetingen tot probleem is
geworden.
Maar belangrijker dan deze
technisch-theoretische arbeid, is het feit,dat deHegelsche w
jjsbegeerte practische beteekenis begint te krijgen
voorloopig in twee richtingen, de kunst en
het socialisme.
Een aantal door Bolland geschoolden worste
len met het probleem, hoe 'das dunkle
Theion' dat scheppend is in de Redeleer en
de bron van de dialektische kracht der
logische begrippen te ontwikkelen tot kunste
naars oorspronkelijkheid. Want wanneer Van
Eeden er op wijst, dat er verband is tusschen
wijsbegeerte en kunst, dan is dat zeer juist
opgemerkt. Alleen hebben wij aan een der
gelijke vaagheid niet». Van Eeden had eerst
moeten blijk geven het logische denken (in
Hegels zin) te hebben ondergaan, dan zou h\j
begrepen hebben, dat het mathematische
denken in zijn oorspronkelijkheid de levende
consequentie is van het redelijke denken,
zooals de kunstschepping weer de rijping is
van de mathematische scheppingskracht en,
een keer 'op zich zelf dit beseft hebbende, zou
bij mét ons mee hebben gestreden, om deze
mathematische en aesthetische oorspronke
lijkheid niet alleen 'eigenlijk' maar ook 'inder
daad' te bereiken van uit de wereld der logische
kategorienchepping. Dit verzuimt Van Eeden
en bepaalt zich, evenals zoo vele, die meenen
over de Nieuwhegelsche school te kunnen
oordeelen van-buitenaf, zonder in het wezen
ervan (dat werkelijk en nieuw léven is) te
zijn doorgedrongen, tot eenige oppervlakkige
polemiek, die alleen waarde heeft, om die
hegelingen wakker te schudden, die gewoon
ziju te rusten op de lauweren van anderen
en het besef te wekken, dat er nog hél wat
werk voor de boeg is, voor wy kunnen spreken
van een levenskrachtige, BH eerbiedwekkende
absolute wijsbegeerte/, wjj 'staan pas op den
drempel der wijsüeid.
Ik wil hier de verschillende pogingen om
het verstandelijk absolute denken tot spon
taan fantasieleven dóór te leven niet in
onderdeelen bespreken. Daarvoor is de be
weging nog te jong, de tagtingen te vormeloos
en de kritiek nog al te gemakkelijk. Ik wensch
alleen te wijzen op het feit, dat in deze
richting met ernst wordt gezocht.
Welke kunst hieruit zal groeien is nog
moeilijk te ontleden, want ook déze beweging
moet chaotisch beginnen. Maar dat de
wijsgeerig geschoolde kunst, wanneer zij eenmaal
de vryheid en de vormzekerheid heeft gekre
gen van de oude gevoelskunst, die overal in de
wereld is ondergegaan, van ongehoorde maat
schappelijke beteekenis zal zijn, en van een
geheei anderen bouw dan de oude niet
wijsgeerig gestjjlde schoonheid, kunnen wij nu
reeds constateeren, niet alleen van uit een
onweerstaanbaar voorgevoel, maar ook door
analyse van wat de hegelsche kunstenaren
reeds hebben gegeven en van de vreemde
verwondering, die toch niet zuiver afkeer is,
die hun kunst opwekt. Het is een nieuwe
kunst, met n woord, die bezig is te groeien
uit de schoot van het wordende absolute
bewustzijn.
Een ander terrein, waar het hegelsche
denken practisch begint te worden is het
socialisme. Sinds een tiental jaren is voor
namelijk in de Duitsche partij een revisio
nistische beweging van het Marxisme
be;onnen, die tot de overtuiging is gekomen, dat
iet Marxisme niet meer in staat is de moderne
problemen in de samenleving te beheerschen.
Wanneer dus het socialisme zij a geestelijke
meerderheid met wil verliezen, moet het
worden ontwikkeld tot eea gedachtenstelsel
van waaruit alle geestelijke stroomingen bui
ten de party en in de partij kunnen worden
overzien en beheerscht. De Duitsche
theoreici zoeken deze revisie voornamelijk in
neo-kantiaanschen zin, waartegen door de
Marxisten gemakkelijk stelling is genomen,
voornamelijk in Kautsky's brochure over
Ethik und materialistische
Geschichtsauflassung,
In Nederland neemt het revisionisme een
andere vorm aan.
Sinds eenige maanden staat de partij voor
theoretische moeilijkheden ten gevolge van
tiet indringen van godsdienstige leden. In
de eerste plaats de steeds groeiende Blijde
wereld-beweging, maar ook het katholicisme
met dr. J van de Brink.
De Marxisten onder v. d. Goes, Koyper en
Pannekoek staan radeloos tegenover deze
proslemen. Men wil de personen niet afstooten,
maar kan geen weg vinden, die het religieuze
denken verbindt met het Marxisme, dat naar
Mnne meening wezenlijk ongoisdienstig is.
Voorloopig is de crisis nog latent. Men
doet zijn best de moeilijkheden zooveel mo
gelijk te bemantelen en vreest het probleem
met al zijn consequenties onder de oogen
zien, maar de macht der zaak is te groot,
dan dat personen op de duur remmen kunnen.
Hoe de crifis zal uitbreken, welke verloop
zij zal nemen, welke verschuivingen in het
martij bewustzijn er het gevolg van zullen
ijn ..., ziedaar politieke problemen van de
:ioogste orde.
De wijsgeerig geschoolde krachten hebben
:iier een veld, waar zij hun wacht kunnen
;óónen, om hetzij het Marxisme op te lossen
in het religieuzt-wijsgeerige denken of om
gekeerd. Het ig mijn doel hier alleen maar
de problemen te schetsen en tot arbeid op
te wekken.
Wanneer de jong-hegelsche school einde
lijk genoeg begint te krijgen van het wer
kelijk op den duur wat infantiel gebazel, dat
op iedere vraag geen ander antwoord weet,
dan dat tegendeelen eigenlek een zijn, blijft
er denkkracht en tijd over om dat 'eigenlijk
zijn' van de oplossing o.a. van dit probleem
te doordenken te doorleven tot werkelijke
oploising tot een werkelijkheid, die niet
anders dan gunstig kan inwerken op ons
algemeen volksbewustzijn en groepen die nu
nog buiten elkaar staan dichter tot elkaar zal
brengen. A. J. RBSINK.
iiniiii HIK IIIHIIII minimin i niniiniiinni n minimi iniiiiniliiniiiiilllliiiiiiil mini mimimm
J. J. BIESING,
Kunsthandel.
'8-ORAVENHAOE,
Molenstraat 65.65* en 61.
Moderne Schilderijen,
Aquarellen en Bravuras.
1606 ~ Rembrandt-Jubileum 1906
TENTOONSTELLINa- VAN
OUD HOLLANDSCHE KUNST
FREDEBIK MULLER & Co.,
DOiüLENSTHAAT 16-18 AMSTERDAM.
G-eopejcLcL d. a g e l ij les -vart 1O-5 utir.
?V Op veler verzoek is de tentoonstelling ook ZONDAG
9 en 16 SEPT. van 1O tot 5 uur opengesteld.
Van l September af entree 1O cents den geheelen dag.
De entree-gelden zijn bestemd voor het Genootschap Liefdadigheid n. Vermogen".
MEUBEL-BAZAR,
Singel 263-283,
t>U d*
Kantoor-Meubelen
3. MEIJEKINK MEIJER.
Telefoon SSBfl.
«u.
Prijs. . f3O.
MARMEREN SCHOORSTEENMANTELS
G. <6 J. COOL,
AMSTERDAM.
ROTTERDAM. UTRECHT.
DFLFT5CHEMRAAT6I BILT6TSAAT30
INRICHTING VOOR
NUVERHEIDSKUNST
LEIDSCHESTR, 13
m AMSTERDAM m
5TEENDRUKKERIJ H,
,ETIKETTENFABRIEK,
ARNHEM ^
TtLtPMÜON 970 r^^^^A
iS^^^^^9w
Bekroond Aijverheidstentoonst. t« Leeuwarden 1
GEOPEND 3 SEPTEMBER.
ATGJ?Rü*D?CORATI?V
AFD-HOLLAnD5O1
1!«
"l" afc iet
TT? *T* *T*
KALV?R5TRAAJiG7
XAI15T?RDAM>:
ij-j HGÜFDV?RT?G?nWDORDIB5T?R jgj
HSffi-HlDDP.UIT-5P?U?K
NAAMLOOSE VENNOOTSCHAP
ZEISTER FABRIEK
---VAN-
KOPERWERKEW
2 MINUTEN VAN
- STATION DRIEBERGEN
MODERN EN
ANTIEK KOPERWERK
GIETERIJ VOOR
FIJN KOPER EN BRONS
AtnSTgRDAfn
AARDEWERK
MAISON DROUOT
?h ?+ WKSSER &. Co. 4- ?*?
* LANGE HOUTSTRAAT 7 & 2 »
? » - Den Ha,a.{r - - »
INTEBV. 374 -
GROOTSTE INRICHTING VOOR
COMPLETE MEUBILEERING =
IN ALLE STIJLEN = = = =
ANTIQUITEITEN = =
EIGEN MEUBELFABRIEK
niiiimimnininimimmiimmitmmiiliminiimiijiiinillinnimniliii
Ho f juwelier. i
Oudegracht E 17, utrecht, f
M E » A I JL I. E 8. f