De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 16 september pagina 3

16 september 1906 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1525 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O R N E D E R L A N D. fortuin, zegt ze hem of liever schrijft ze voor hem, terwijl hij over baar Behouder kijkt, want ze kin 't niet zeggen het bero-p van haar moeder. Dan ziet hy van haar af: van geld op die manier verdiend kan hjj niet leven en hu zetf verdient r iet a. Daarna is 't laatste tooneel gewijd aan de breuk met haar moeder. Vooral treft in dit stak de groot e ernst. Shaw hanteert spot en ironie meestal zoo meester lijk, dat het is of hij niet alleen het publiek maar ook zich zelf bij den neus neemt. Hier van is ditmaal geen sprake. Koel en hard handig, niets ontziend doortastend doet by dit werk Geen menschen wil hq treffen, geen maatschappelijke standen d K u gel se h maatschappij als geheel. Hij wil laten zien, laten voelen wat er is, en wat gene geerd wordt. Vivie zegt tegen Crofts: Als ik denk aan de maatschappij die u laat begaan, aan de wetten die a beschermen als ik bedenk hoe hulpeloos negen van de tien jonge meisies rijn die in handen vallen van u en mijn moeder: de vrouw, over wie men zwijgt, en haar steun, den kapitalist..." Sir Crofts vloekt, maar beeft zijn opinie al gegeven: Zoo lang als je de maatschappij Biet openlyk schandaliseert doet de ruaataehappjj geen ongepaste vragen... 't Zijn de yeiligfte geheimen die iedereen kent." volgt). W. G. VAN NOUHUYS. NIEUWE UITGAVEN. Hypotheekbanken, handboek ten d enste van hypotheek banken, bypotheeknemera, pand brief houder* etc. etc., door W. P. DE VRIES. Rotterdam, Willemsen et Co. Het ambulantitme. Uitgegeven door 't hoofdbestuur van de bon t van Nederl. onderwijzers, 190ti. Een pleidooi voor kleiner schoolklassen, door JACÜB EK. Overdruk uit Dt Bode, orgaan van de bond van Neder), onder w ij era. Uitgegeven door 't hoofdbest van Nederl. onderwijzers. Wandelen en waarnemen, Geill. schetsen uit het leven van planten endieren, door E. Hei mans. Amsterdam, Van Holkermiii Warendorf. Veroordeeld, Zweedacb-Finsche novelle, door A. CH. EDGREN-LEFFLER, No. 198 Van Waren dorfs novellen bibliotheek. Amsterdam, Van Bolkema & Warendorf. Wat wil ae internationale verereeniijing Vredetentoonstelling f en Welk nut kan de interna.lio, nalevereeniging \'rede-1entoim*lellin / stichten en hoe werkt zij f, door A. TEtrBoseii N.Jzn. Over voeding in het a'gemten en over suiker att: voeding»- en genotmiddel in hrt bijzonder, d )or C. J. VAN LOOKEKEN CAMPAGNE. Wageningen, F. E. Haak. Een bezoek aan een Nederfandsche stad in de XIV eeuw, door dr. F. BUITENRUST HETTEMA en mr. A. TELTIXG, met een kaan en pla.en. Den Haag, MariinuaiNyhoff. Goliath verthg, n, of het reuzensmaadschrift van graaf Hoenttbroech weerlegd, door een niet-katboliek, naar het Dnitsch van PILATUS, bewerkt door H. W. J. HOOSEMANS. Amster dam, C. L. van Langenhu yeen. Inhoud van Tijdschriften. > Europa, afl 9 : M. J. Brusse, Dieven op de rivier. Nannie van Weh l, Optreden. M. E. Francis, Een weggeloopen paarije. Elinor ?llliniltHIIIMIIIIIIIfMIIIIIItllMllllllltllllllllllllllltltllllllllllllllMIIIIIIIIII EEN JONGEN, DOOR EMMA VAN BERGEN. ?**Hy liep op het schemerende Rapenburg onder de hooge, kale booinen, het hoofd een beetje gebogen en zwaar- langzaam stappend met zijn lange, dunne beenen. Het was St. Nicolaasavond, en hij had naar huis geschre/en, dat hij niet overkomen kon, omdat 't gevooute was, dat de studenten dien avond met elkaar doorbrachten. Zijn moeder had 't dadelijk goedgevonden : dan vieren we 't Zondag met ons allen, m'n jon gen. Zonder jou is 't toch geen feest, "stond in haar brief alleen 't jongste zusje was er boos over geworden. Maar hij dacht, dat 't flink en mannelijk was, deze avond nu 's niet bümoeder thuis, maar met vrienden op de kroeg, onder uitgelaten vroolijkheid te vieren, en daarom had hij er zich dagen van te voren al op verheugd. Maar vanmiddag was zijn blijdschap lang zaam aan verminderd tot bange onzekerheid, en nu hij hier alleen in den schemer langs al die statige huizen liep, waarvan de luiken al gesloten waren, die zeker heel veel gezel lige huiselijkheid en bigde verwachting voor hem vei borgen, nu hy' niets hoorde, dan wat voetstappen in de verte en 't gekabbel van het zwart-stille water, naar de lantaarns hier en daar onrustige lichtplassen op wierpen; nu voelde tij zich een arme, eenzame, ver laten jongen, waar niemand aan dacht, naar ?wien door niemand verlangend werd uitge zien, en die ook door geen zou worden gemist. Hy had 't zich zoo heel anders voorgesteld; hy had gedacht, dat ze allemaal zouden blijven, alle oudere jaars zeker, dat de kroeg vol zou zijn, als bij een gewone kroegjool, dat de geestigste, lolligste kerels den avond zouden vol maken met grappen en liedjes en voordrachten. 's Middags was hij aardig, flink eerste jaartje, dat by ouderen vriendelijk ontvangen werd hier en daar bij lui. waar hij erg veel van verwachtte even opgeloopen, om te vragen : hoe laat ga jij van avond ? wat ben je van plan te doen " En dan bad hij, of van de juffrouw gekregen : nee meneer, meneer ia al naar huis, voor vanavond," of hij had den man bezig gevonden allerlei vieemd uit ziende voorwerpen in zijn kofl'er opeen te persen. Wat doe je nou, kerel?'' Ik pak ... Ach ga jij hier 's even op zitten; dat springt aldoor op, en daarom wil de koffer niet dicht." Maar wat zit er in godsnaam allemaal in? Ga je er van door?" Surprises, cadeautjes natuurlijk voor de heele familie. Als ik thuis kom, moet ik de kleintjes aan de surprise voor pa en ma hel pen ; dus ik moet klaar zy'n. Kun jij niet naar huis ? Beroerd. Nou, 'n volgend jaar dan," Beroerd." Dat dacht hij nu telkens ook. Laö. Beroerd. Waarom heb ik het gedaan? Ik dacht, dat niemand gaan zou, dan 'n moeders pappot-kindje ... en nu schijnen juist veel eeiste-jaars te blijven; de ouderen trek ken weg, houden mier van hun huis, dan van de vrijheid." G'yn, Ambrosine's overpeinzingen. Cenato?, Keu Doekenpraatje. L)r. E., Populair weten schappelijk overwicht. Gat o E. Levie, De vorige maand. D, Levende Natuur, afl. 6 : De bokken-orchis, door Jac. f. Thijsse. Vleermuizen, door J. J. van Heekereu. De nestbouw van onze vogels, door P. Tesch. Excursies op Schou wen en Duivelaud, door K. J. D'huy en F. K. van Iterson. Opruimers, dor S. Leef man s. Lente in het Geuldal, vervolg, door H. C. Dels man Jr. Het Naardermeer, door Jac. P. Thijsse. Een kwikstaartjes historie, door J. L. F. de Meiere. Benige jaren bij de tabak in Deli, vervolg, door Taukeb. Wanneer heb ben on«e vogela eieren, door T. Vragen en korte mededeelingen. liet Hui*, Oud en Nieuw. I. Het Nederl. In disch bamboe ornament, door J. A LoeberJr. II. Toelichting bij de platen1 III. Boekainkondiger. Toonkunst, No. 3ó : Over de zuiverheid van den styl, door K. A Textor. De kromarograaf Verschillende Barbiers van Sevil a. Iets over het dirigeeren. Een brief van Beet hoven. Varia. Beric iten en uae-iedeeiingen. Uit het vereenigingsleven. De Volksgezondheid. No. 9: Het bezoeken van 't Congres voor openbare gezond heids regeling verboden. Het handhaven der bouwverordeningen. Keuring .van vleesch (Ontwerp van Wet). HuUfilters. Wouingtoes tanden in Nederland. (Ge'derland). Apel doorn, Bergh, Doesburg, Driel (^em. Heteren), Tiel. (Utrecht): Utrecht. Handelingen der Gezondheidscommiesiën (Medisch schooltoe zicht). Drank best Tijding. Maatregelen ter bevordering der Open bare Gezondheid in het buitenland (Wet ter bevordering der Open bare gezondtiuid ) Verrcbeidenheden. \laanderen ept. 1906: De twee vrienden, door Herman Teirtinek. Z tmerverzen, door Karel van de Woeatyne. Het Raadsel, (slol). door Guataaf Verrneeisch. Leven en Kunst: De gedichten, Letterkunde, Roman Literatuur. E:gi-n Haard, No 37: Een Peest acht, door G., I. Willetn Lodewyk van Nassau, niet afb. De bovenbouw van de Westelijke viaduct, door W. Rinulever, met afb. Tijdelijk. Schets, door Han Hage. Onze booinen, door dr. A. J. M. Garjeanne, met afb. I. Een nidtoriêche herinnering, door "J. Abratnsz, met afb. Dr. C. Easton, met ponret. Feuilleton. VOOR DAMES. Iillü. v. In een werkmanagezin, waarin ik belang stel, was een zoon geboren; hij had ver scheiden broertjes en zusjes. Tientje, de oudste dochter, had ik jaren geleien wel met Guus en Helmoet, thans acht jaar oud, zien spelen; beiden waren haar toen de baas; ze was te goedig en niet gevat, vtel te braaf om bijtijds in te zien, wanneer de knaapjes jokten, hun snoepen te voorkomen. Ik was benieuwd te weten of zij thans de zorg voor den zuigeling gedeeltelijk op zich u iiiiniiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimimiiii iiniii min Hij had er nog even over gedacht om toch naar huis te gaan. Dit was toen hij een vriend, die bizonder be'aden was, z'n cadeautjes en verrassingen naar 't sla'ion hielp dragen De vrietd was een bekend jolig type, die nooit een ernstig woord zei, en van dwaasheid in dwaasheid rolde; maar nu, al onder den invloed van de eenvoudige eerlijkheid thuis, 't mannetje naast, zich niet voelend ah student maar als huiselijK vriendje, had hij hem van alles over z'n familie ver e d, eu over, hoe zy' 't altyd vierden, Sint Nicolaas... Toen was 't verlangen opeens zóó sterk geworden naar zijn moeder, naar zijn broertjes en zusjes en hun manier van feestvieren, dat hij onwillekeurig zei: Ja, 't is wel een feett, dat je eigenlijk thuis moet vieren." Waarom ga je dan niet ?" had de ander gezegd. Och, ik heb nu eenmaal geschreven, dat 'k niet kom." Kerel, juist leuk. Dan ben je een levende surprise." En hy hid 't even gezien heel verleide lijk , hoe 't zijn zoa, als hij ging; hoe de oude meid lachen zou en zeggen: kyk, daar is de jongeneer nou toeti; dat 's aardig; hoe z'n zusjes om 'm heen zouden springen... En moeder zon bleek worden, zooals altijd, wanneer ze ergens heel blij over was, en 'm zoenen... Ach nee," had hij toen langzaam gezegd. Ik heb hier met lui afgesproken, en 't zal vanavond op de kroeg tich wel lollig zijn." Ja, om 's ns mee te maken..." Nu h d hij er weer spijt van, pijnende spijt, dat hij maar niet ineens in den trein was gestapt, toen 't nog mogelijk was, dat hij er zich aan gestoord had, wat z'n vrinden zouden zeggen, en teruggesehrikt was van de gedachte, dat, els hij toch thuis kwam, hij opeens weer heelemaalVmoeder's lieve, oudste jongen" zou zijn, niet langer de zelfi-tandige student met z'n gewichtige corps-verplichtingen. Had hij niet best tegen de jongens niet 'n deftig gezicht kunnen zeggen, dat niemand bleef, du> dat hij toen maar liever naar de oude'ui was gegaan? En zou hij 't niet be'er hebben ge vonden nu als'n verwachtende, Vilije jongen, als 'n kind order de kinderen, thuis «e',ell^ om de tafel te zitten in 't heldere licht, daa hier te loopen in den killfn avond, in schijn 'n man, maar klein en bedroefd in z u hart, tusschen de statige strengheid van de hooge huizen." Hij tikte met z'n nuppel tegen z'n b*n, en schudde het hoofd, weemoedig: niets te geven, niets te krijgen op 'n dag als de^en ; alleen te zijn op z'n stille kamer, onder 't schijnsel van z' studeerlamp ; toen dacht hy aan z'n hond, en in 'n groote verteedenng ging hij den weg naar de Haarlemmerstraat op, om bij 'n vleeschhouwer 'u stuk worst voor 'm te balen. Hij had, als gewoonly'k, met 'n club samen op de kroeg gegeten. Maar 't was niet, als gewoonlijk, gezellig geweest. Twee ontbraken, die naar huis wa'-en ge gaan ; de vier anderen deden onrustig ; of was dat slechts verbeelding van hém, die voor't eerst het gemis van z'n thuis heel diep voelde. De zaal had hem leeger en ongezelliger, de gesprekken laffer en onbelangrijker ^e.eken. Vlug was de maaltijd afgeloopen, terwijl ze anders, onder koffie en poui-jes uren lang konden blijven hangen, verdiept in nooitzon nemen, en welken toon zy jegens Louize en Jan, die nog niet school gingen, aansloeg. Ik vond haar in de huiskamer, met het kindje op schoot. Moe is een beetje gaan liggen", zei ze «meewarig, moe blijft zóó zwak l" Zie u eens, wat een jongen! ik ben er trotsch op. Het was een stevig, gezond kind, dat gretig at van de pap die ze hem voerde l Helaas l 't was te voorzien dat zulk voedsel, hem zoo spoedig reeds gegeven, hem niet goed zou bekomen op den duur. Maar 't kon niet anders. Waarom ze het kind in het warme vertrek een wollen dekentje over het hoofd bad ge trokken en het reeds kousjes, zw art wollen kousjes droeg, begrijp ik niet. Of het moet zy'n dat er verzuimd was tijdig voor geschikter bedekking van hoofdje en voetjes te zorgen. Ik moet zeggen, Tientje dee l zou vrouwelijk met de kleine, dat de kraamvrouw zich ryk mocht achten; het 17-jarig substituut-moe dertje was met heel haar ziel bij de taak. Wat een ernst, wat een innigheid, sprak uit woord en blik I Later hoorde ik dat ze het kleintje o >k verscheiden maal 's nachts bij zicb nam, opdat moe rustig zou doorslapen. Is dat geen verbazende opoffering van haar geweest? Een 17-jarige kan zooveel en zoo diep slapen. Bij het venster zat de 13 jarige Bertha aan een kan je te baken. Ik vroeg waarvoor het moest dienen. 't Worden strookjes voor een broek van Louize'." Louize 5 jaar, kwam binnen schuiven, bleef met den vinger in den mond staan. Is moe er niet ? Tien geef me een boter ham. Met suiker. Een dikke. Waar is moe toch ?" . Zeg die mevrouw goeden dag, Louize, dan zal ik ju een boterham gaan snijden, of Bertha kan het doen." Dag mevrouw. Toe, geef mij nu een boter ham, jij moet het doen, niet Bertba." Ze gaf haar een klap over de hand. Wacnt toch even, ik zit nu met broertje." 'k Wil niet wachten, 'k Ga naar moe." Weg was ze; de deur trok ze hard dicht. 't Is een stout kind, mevrouw," sprak Bertha parmantig, niets geen manieren." Maar Bertha liep Louize niet na, om te verhinderen dat ze moe in haar rust stoorde... Ja, ze is erg ongezeggelyk,"klaagde Tientje, ik kan haar niet regeeren." Een oogeu blikje later werd tegen de deur geschopt. Ik zat er dicht bij en deed haar open. Daar stond Jan op zy'a kousen en in zijn onderbroek. Wel, venije," zei ik, kom je half uitge kleed V ' Ik keek de meisjes aan Tien'je kreeg een hooge kleur en bleef sprakeloos. De arme schaamde zich en wilde broertje niet afvallen. Gauw weer weg, Jan," grauwde Bertha heul toe. Waarom?" Daarom." ,,'k Doe het toch niet." Ik was zoo vry den jongen zacht bij den arm te nemen en uit de kamer te zetten. Kom terug met jo klompjes en broekje aan, m^n kind." Met emige verbazing zag ik dat thans de meisjes een lachend gezicht zetten, 't Is een iiiiiiiimiiiiiiiiHiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimHiimiHtiiimii eindigende disputen. Aan andere tafels was 't hier en daar al luidruchtig geweest van voorpret, maar hij voelde de luide lachbuien, de opgillende stemmen als iets opgeschroefde, en, stiller wordend, naarmate de drukte bij de anderen toenam, waren ze eindelijk stil letjes opgestapt, eii naar de dichtst- bij-gelegen kamer gegaan. Daar hadden ze ernsiig en aewichtig zitten thee drinken en toen biertjes, en veei gerookt, en ondertusschen inet be zadigde stemmen wat zitten bjomen over colleges en examens en wie van hun club 't wel het verste zou brengen. Hy vond dat rustig zitten praten op 'n kamer altijd erg prettig. Je voelde dan zoo echt, dat je 'n man werd, rnet 'n meening, die je kon motiveeren; met'n o/ertu ging, waar voor je doodgaan wilde; en hij genoot z'n stuient-zijn veel intenser als hy zoo ernstig zat te praten, met diep-zinnige rimpels in z'n tijn, hoog voorhoofd, en 'n trek van wil om z'n mond, terwijl hij, net als z'n vader, z'n woorden met kleine tikjes tegen z'n sigaar accentueerde, dan wanneer hij, dol uitgelaten, foof en, zooald de menschen zeiden, van z'n vrijheid gebruik maakte." Hy had onder 't praten alleen zoo nu en dan eens op de klok gekeken, en gedacht: Anders zouën we nii beginnen." ,,^u zou de groote ketel met chocolademelk binnen komen," maar verder scheen 't hier binnen met de jongens van alle dag om 'm heen, 'n avond als 'n andere; toen ze tegen elven opgestaan waren, had hij even 't weer gehad: nu zouën we thuis al naar bed gaan, en hier begint 't pas." Daar had hij tóch 'n prettig gevoel van gekregen: vrijheid, blijheid, en dit leven was toch beter dan eenig ander. Slechts in 'n sentimenteele bui kon hij 'r het land aan hebben. Hier kon je zelf je karakter maken, doen, wat je goed leek, zonder door anderer raad gehinderd te worden. Hier werd je 'n wezenlijk, 'n bewust mensch. Hij voelde z'n hoofd weer van goeie plan nen vol : bij wil ie zoo Hink, zoo sterk, zoo buonder worden, 't Leven genieten want waarvoor is 't mooie er anders ? n werken, dat hij later veel zou presteeren in z'n vak. De toekomst \a.{ zoo heerlijk voor 'in open. Er was nog niets bedorven en nog niets groots gedaan. Hij moest 't alles nog maken... In de stille Breestraat, voor hij de stoep van de kroeg opging, bleef hij even staan, keek naar ooven ; de lucht was strak, wittig van sterren ; er was geen wind ; er waren geen wolken De huizen waren meest donker en 't was stil op straat. Alles was eenvoudig en sterk. Hij voelde zich 'n klein mannetje in de groote, stille wereld; 'n niets; maar met 'n wil zóó sterk ; 'n levensm ed zóó groot, dat alles eens zou schijnen om heui alleen te bestaan. Ze zaten allemaal rood en opgewonden achter hun warme glazen punch, gooiden met specu'aas, klommen, dan weer op tafels, gilden en brulden dooreen, zoodat de nuchter bin nenkomenden even, aU verbaasd, aan de deur bleven staan. Het was voller dan Henk had verwacht, maar toen hij rondkeek zag hij vojral veel Indische jongens en lui, wier familie in 't buitenland was; ook 'n paar, waarvan bekend was, dat ze altijd met de oude lui overhoop lagen. Dat gaf'm'n schul dig gevoel; hoe ondankbaar, dat hij, die 'n rare,"zei Bertha, hg wil zich altijd uitkleeden." Vooral wanneer hem iets mankeert," voegde Tientje erbij. Jan heeft veel last van rheumatiek, en verbeeldt zich daarbij dat de kleeren hem pyn geven." Maar meisjes," vroeg ik, denk jullie dat het niet erger zal worden, wanneer hij dun gekleed door de kille gang loopt ? En hoe jammer van de mooie kousjes!" O, die zijn stevig; ze z\jn nog nieuw." , (ïoed," dacht ik, de kinderkopjes die ik bezig ben te bieien, komen niet aan Jan's voeten. Hardop zei ik: Misschien loopt Jan wat veel alleen rond. Kan Bertha hem niet een poosje bezighouden?" Bertha krikte van neen. Ik kan nieU van hem gedaan krijgen. Vader geeft hem wel eens een tik op de ringers, maar dat doe ik liever niet, want dan bijt hij my. Hn voert het liefst kattekwaad uit." Heeft hij dan geen aardig speelgoed? Jij en Tientje hadden genoeg." O I van alles; ze krygen 7eel speelgoed, maar ze smijten alles stuk en dan kan ik de stukken oprapen en weggooien." 't Is te hopen dat Jan een beetje ver standiger zal worden vóór hy' naar school moet, anders maakt hij daar een hard tijdje door,' merkte ik aan. O, maar Janneman is niet dom!" riep Tiertje uit. Heelemaal niet. Hij komt veel by juffrouw Bulten hiernaast. Gister kreeg hy een suikerbal van haar en bleef naar het trommeltje kijken." Wel Jan." zei de juffrouw, hoe is 't met 't broertja?' HltlHMMIIMIIIIIItllllflItlllllllllltlMIIHIIHIMIIIIIHIMMIMIl o/faciawas 40 eent» per r«(«L Prof. Dr C. ^ Eénige Fabrikanten W.Benger Söhne Stultqart HoofddepSt te AMSTERDAM: Kalverstraat 1571 K. F. DEUSCHLE-BENOER. BOUWT te NUNSPEET o/d. VELUWE. Inlicht, b/d. Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland tf Nunspeet. lllllllllllllllllllllllllllltllllllllMIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIinillllllllll familie had, en zóó'n familia. hier nu zat tusschen al die eenzamen, die niets anders ken len, in plaats van thuis... Hij dronk de wa'me punch ernstig op. luisterde droomerig naar 't kabaal om zich heen, en voelde zich warm en soezerig worden in de rookerige omgeving. Hij zag de jongens met roode of strak witte gezichten gesticuleeren, zich op winden, lachen. Hij vond 't d waas en zonder zin, zocht z'n clubgenooten niet de oogen. Die waren ook al luchtig aan 't dazen ge gaan, stonden met bijna vreemde jongens handen te schudden. Het scheen 'n algemeene verbroedering te zijn. Opeens werd 't rumoer stil, en verplechtigden de gezichten: door de wijd-open deur klonk even 'n diepe stem : toen verscheen St. Nicolaas in den wijden rooden mantel, den gouden staf in de hand. Ze waren allemaal opgestaan, en de rookerige zaal stond vol van lange, zwarte lijven. Ze stonden stil en ernstig of er iets heel wichtigs gebeuren ging, en, bij 't inzetten van de piano, klonken krachtig alle stemmen op: Zie de maan schijnt door de boomen, Makkers, staakt uw wild geraas, 't Heerlijk avondje is gekomen, 't Avondje van St. Niklaas. Henk stond tnsschen allemaal in, en balde z'n vuisten. Kou Ie rillingen liepen over z'n rug, en z'n stem klonk benepen en schor. Hij zag weer, hoe ze allemaal op de treden van de trap zaten, hij, de zusjes, kleine broer, hij voelde de spanning z'n keel dichtknijpen, terwijl ze boven, op de logeerkamer, de stap pen hoorden van vader en moeder, die de laatste hand aan de tafel'' legden. Dan riep moeder eindelijk : zing nu maar een liedje voor St. Nicolaas." En dan kwamen hun stemmetjes, smeeken l en verlangend van onder af de donkere t) ap, en daa zongen ze ook: Was het ook niet alle dagen, Vele waien wij toch zoet. Met heffingen en dalingen, gestadig door werd het lied voortgezongen. Er was geen, die zich spotten! aan de plechtigheid ont trok. Henk zag ze allemaal staan rechtop en strak, met huu zingende monden in de ont roerde gezichten ; en hij voelde 't : het was niet alleen, omd.it bij nog maar zoo'n jong ventje was, en voor 't eerst van huis, dat hij zich alles nog zoo precies, zoo levend herin nerde. Dit lied was voor allen 'n evocatie van het verleden, en, welke groote (.f kleine zon den ze na dien tijd ook hadden bedreven, welk zwaar verdriet of hoog geluk hen ook van rie kinderjaren scheidde er was geen, die nu niet 'n lief, vergeten gewaand tafe reeltje, van huiselijk geluk voor z'n oogen zag opkomen, en zichzelf weer -even al- 't kleine jongetje voelde, dat nog niets van 't leven wist. Toen was het uit, opeens. De knecht zeulde de eerste jaars naar 't podium, er werden pepernoolen gegooid, allen grabbelden, rolden over elkaar heen, schreeuwden en lachten, het waren weer de studenten op de kroeg. Henk stond als bedwelmd in het gedrang: er werd 'n voordracht gecommandeerd, en 'n brutaal klein ventje drong naar voren, en declameerde met scherp-geaccentueerde stem 'n stuk uit de Mei." Hij werd met speculaas gegooid, uitgelachen ; toen was er toch weer applaus, en 'n slank Chineesje voerde 'n vreemde dans uit, met schelle krijgskreten, en dan weer eentonig gezang, als 'n water kraan, die moeilijk opendraait. NEDERL-INDU5TRIE VALToruzoriErr IEDER 5TUKD/TT KRIMP ADR. SCHAKEL, Hofl. Amsieidam. Ki-.l'/jhKfinUh', A msterdam. AU f>Ui\ MAKCHÉ, Amsterdam. HE l A N KEK, Den Haag. (y. J. VAN LI&K n u KGH. Leiden. A. KASil-tAflilSK, Utrecht. KA <JHK & C'» , U trecht. KI) ">. TtiUE, Arnhem. Ui. l>n LIUME, Arnhem. A. V A v HOUTK. Zwolle. Gedeponeerd Filialen : SPUI 25, VAN WOUSTRAAT 9. Depots: v. Baerlestraat 38, Joh. Verhulststraat 105, 1ste Gonst. Huygensstraat 92, 1ste Helmersstraat 201, Nasfaukade o()4a, de Clercqatraat 8, Marnixstraat 2*7, Haarlemmer dijk 20, Plantage Kerklaan 15, Von Zesenstraat 29, Javastraat 5, Camperstraat 20, Weesperzyde 74, Watergraafsmeer : Breedeweg l. Echt Victoriawatei OBCRLAHNSTEIM. cht Victoriawate. MiiHiiiiHuiimiiiiiiiiiiniiiiiiiMimiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiimiiiiiMiiiiiHiiu De voordrachten "vielen over elkaar heen met bliksem-snelheid. Henk, opgewonden door 't rumoer om z'n heete hoofd, zong met z'ri nog hooge jongensstem 'n liedje, dat hy 's iu 'n Variétéhad gehoord, lang geleden. Het had uitbundig succes; ze vonden 'm ,,'n leuke, kleine kerel." Hij werd aan 't tafeltje van 'u paar ouderen geroepen, kreeg panchenconjacjes. Nu ging hij 't tóch leuk vinden : dat was nou 's 'n chte fuif. De zaal was over stroomd van licht, en daar klitsten hard de geluiden doorheen, en er was voortdurend druk beweeg in al de zwarte lijven. De oudere jaars begonnen nu met voordrachten. Ze hakenen elkaar op 't podium, (rokken er dan weer n af; telkens moest 'n kellner 'n gebroken stoel, of gezwicht tafeltje wegdragen. Henk voelde zich nu op en top student. Hij hoorde hier thuis onder deze menschen, hij hield van ze. Er was 'n warmte in z'n hart van ze allemaal iets liefs te willen doen. Telkens stond hy op, om handen te geven, en vertrouwelijk te zeggen, dat ze goeie vrien den waren. De ouderen hadden al 't angst wekkende voor hem verloren : ay leunde op hun arm. want de grond golfde vreemd, en dan zei hij: Je bent 'n goeie kerel, 'n beste kerel; geef me 'n hand, je bent 'n beste kerel." Ze gaven 'm overal weer punch, lachten, klop ten 'm op z'n rug, en zeiden, dat hij maar moest gaan zitten. Later merkte hij op, dat ze allemaal dron ken werden ; onzeker stapte hij telkens naar n toe om te zeggen: Beste kerel, jij bent bezopen ; ga toch zitten, jij bent waarachtig bezopen." Hij dronk maar steeds door, verzekerend aan iedereen : 't Is vreemd, maar ik voel niets... alleen m'n tong... heb... ik... verbrand. Toen 't licht begon te worden namen twee ouderejaars 'm gernoede'y'k 01 der den aria en sjouwden 'm naar buiten, 't Was koud, mistig winterweer: alles wit-berypt. De ster ren waren verbleekt, en de straat lag stil en triestig. Ze hielden met moeite het Map-neer hangende lijf tusschen hen tweeën op: de enkele menschen, die voorbij kwamen bleven hun i a staan kijken. Toe, kerel, zet nou toch je voeten op den grond," hijgde de oudste, terwijl ze 'm de trap op trokken We zullen 'm maar op de ranapéleggen, dan kleedt z'n oppasser 'm straks wel uit." Ja maar, maak jij eerst 's even licht." Henk keek als verdwaasd z'n kamer rond. toen hij eenmaal zat. Hij streek met z'n hand over z'n voorhoofd om zich te beginnen, zocut langs de muren, langs f1 en grond. Toen keek hij naar de tafel: daar stonden>vijf pakjes, naast elkaar. En hij wist 't opeens, zonder'11 oogenblik twijfelen : die waren van thuis, van vader en moeder en de twee zusjes en broer Hij wist 't zoo zeker, dat hy zelfs niet meer naar de adressen hoefde te kijken. En opeens boosr hy'z'n hoofd in z'n handen, en barstte in hevig snikken uit. Of-tie 'm ook omheeft!" zeiden ze tegen elkaar. We zullen 'm maar laten, I ; dat xakt wel ! Doe 't licht nit ; dan slaapt-ie in !" Ze stommel ien zachtjes de trap weer af, trokken de deur achter zich toe. Hy hoorde hun stappen wegklinken. En hij zat allten in de schemerende kamer, 't kloppend hoofd in de handen, oatnuchterd door schaamte en berouw...

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl