Historisch Archief 1877-1940
No.
AMSTERDAMMER WEEKBLAD Y O O R N D E R L A N D.
niet, maar een hoofdrol téspelen hu zou
de laatste zijn om het te willen, dunkt me,
al ik zyn houding daar nog eens naga en
overpeia?, hoe hy vroeger geweest is en wat
hjj no wil.
-» SHJ Btond daar in 't begin van z'n loop
baan ah een bestryder van wat lelik was, zoals
er geen geweest was in Nederland; als iemand
die hechtte aan de zielsontle Hngvan deeénling,
de vereerder van het jatoralkjme. In 181)5
beschouwt hy dit laatste als dood en hu
geeft Tot een leveusleer": Ik raad n, naar
de oude leer, u gracelyk vriendelijk te
gevoejeh in de ric'Hüng der menschén; maar
de men?ehheid meer te betrachten dan hare
afionderlyke leden, de meuschheid
sehoonte zien en te willen maken... schooner".
En in 1904 woonde hy voor het eerst een
kongres bij, te Deventer. Maar uit de aard
der zaak is iemand van 3e geaardheid van
Van Deyesel niet de man om zich nu zo
maar te geven; wel gracelijk vriendelijk",
maar daar ligt altyd nog vrij wat hoogheid in.
De lezer moet nu echter goed weten, dat
-*r in Jiet volgende volstrekt geen aanmerking
?<op de heer Alberdingk Thijm gemaakt wordt,
naar wel op laffe in de hoogiestekerij van
«en dagbladkorrespondent.
Lees daar b. v. dat tot een histories m o
ment verheffen van een heel eenvou tig
"?Woordje van v. D. naar aanleiding van de
naam van het kongr^s die dreigde te
ver,:»nderen in Algemeen Nederlands Kongres:
«?Ik (v. D.) zou voorstellen, dat het congres,
%aarover de heer Simons het heeft aehad,
«ou zyn een congres gewijd aan stambclangen
*»et als eerste en belangrykst onderdeel:
Taal en letteren". En nu, letwel, i? dat nu
?gemeend of yerlakkery? Hiermede was de
'nd-.voering afgeloopen en ging L. van Deyssel
?weder zeer rustig zitten. Het was inderdaad
?alles wat moest gezegd worden". Nietwaar?
Ieder die daar leest dat de heer v. D. tot
'driemaal toe opstond ooi het woord te
vra>gen, en dan, na dat eenvoudige woordje.dat
het nu juist daarom te doen wa,-t, dat
dat alleen mankeerde, die vraagt zich af:
ben ik nu zo stom, dat ik het geweldige,
van dat woord niet vat?" Miiar?het enige,
?waardoor het voor de korrespondent een
eerbied waaadig iets wa?, zat 'm er in dat
zjjn vriend v. D. het uitsprak. Van je vrienden
moét,je het heotten. Was het wonder, dat
inljn vriend hier aan voor-de-gek-houderij
dacht. In dat .elfde nummer staat nog dat
de heer L. v. D. zich op de eezellige bijeen
komst keizerlijk scheen te vermaken '. En
weer vroeg mijn vriend : ernst of spot? ge
dachtig aan v. D.'s Caesar; welke gedachte
aangewakkerd werd door de macütige en
leuke Caesarskop" van v. D. onroerend,
maar, men voelt het, vol "van de lolligste
gedachten". En gely'k hy daar zit, rechtop
in de zaal, het hoofd bo^en al die hoofden
nit, zou men zeggen, schynt hy wel te zyn
tut letterkundig hoofd van deze vergadering
en is hy er bepaald het hoofd van al deze
litterators". Nu voelt men toch weer
duidelik dat het ernst is, wat de schrijver be
doelt. Dit in het Eerste Blad A 29 Aug. 1906.
Hiermee is de kongres werkzaamheid van
de heer v. D. blijkbaar afgelopen geweest,
behalve die in de 6e Afisiing" zogenoemd,
die van gezelligheid.
Paar zie ik hem weer zitten, maar nu niet
j*Ween zich keizerlik vermakende maar van
deze Dionysische lyriek de zingende ziel en
mond," me vindt dat het goed is, e-n met
eigen voorbeeld bevestigt dat de gezellige
by eer komsten het gezondste deel van het
1 congre.«een-programma zijn" (2e BI. A, 31
Aug. 1906); en een dag later lees ik: Op
de gezellige byeenkomst die tot den dageraad
duurde, regeerde L. van Deyssel, die toonde
een voorbeeldig congresredeuaar te zijn (Ie
, Blad C, l Sepf. 1906) en ik voeg hier by uit
jhet 2e Blad van l Sept. Karel Thijm, die,
aan den zelfkant van het congres zoo menig
vroolyk oogenblikje heeft beleefd", en de
belofte dat alle letterkunstenaars van Noord
«n Zuid onder leiding van v. D. zullen zyn
op het eerstvolgende kongres. Nu, dit laatste
"?al wel ieder kongressist toejuichen: hoe
smeer geest hoe liever, maar vooral wan
neer ze kotnan vol geestdrift voor de daar
'bepleite belangen zullen ze welkom zijn.
2e moeten niet aan de zelfkant blijven als
v. D. maar van ganser harte zica er aan
;igeven. Dan zullen zij fcnunen rezeren over de
.gezellige by'eenkosnsten, meer dan L. v. D.
deed, al verklaart ook de Rotterdaoise
korrespondent het. Zie hier nl. een staaltje
x;van onwaarheid, voortkomende uit te grote
liefde. Waar regeerde die avond v. D.? Over
n tafeltje in de hoek, waar men zich niet
stoorde aan al wat door anderen gezegd
werd, maar etil, of liever luid op,
door
Oan.si.pe
Een treurig verhaal.
Naar het Dmt&ch, van WILHELM WOLTERS.
-?w*Er was eens een dichter, een werkelijke
echte dithter by Apollo's genade, geen
broodschryver.
Ot de zonneschijn fonkelde in een
goud",=groen wijnglas, of een grauwe motregen op
naakte stoppelen neerzonk: de bloeiende
"viierboom, de in den zomernacht rutschende
boomen, de weiden, waarboven glimwormpjes
gloeiden of blauwe herfstnevels zweefden,
ile bladerlooie populieren voor het kale
tolhuii-je aan den modderigen straatweg, de
storm die over de met glinsterende sneeuw
bedekte heide gierde, het verre lichtje van
de eenzame dorpsmidse, het bruisende
gewemel van .de rustelooze stad, het stampen ven
stalen cylinders achter stoffige vensterruiten,
rookende i'abrieksschoorsteenen, blozende
ineisjeswangen en vereelte vuisten de ge
heele wereld was voor hem een gedicht.
?- Hij lachte met de lauhemlen, hij treurde
(met de treurenden, hij beminde vurig, en
bij haatte gloeiend, haatte vóór alles de
huiclielarij, de preutsche, kruipende, driemaal
vervloekte huichelarij, die de huik naar den
Wind hangt.
Hij -wist, dat hij dichter wa>, en ook zijn
Vrienden wisten het, want hy kon vertellen
als niemand anders, en als zyn hoofd en hart
Vol waren, riep hy vol trots uit: Wacht
maar, ik zal de wereld wel eens laten zien,
wat/ een dichter is!"
Maar tussehen die stoute voornemens en
de uitvoering daarvan Btond een canapé.
Als hy met gloeiende slapen thuis kwam in
zijn mowfi, gezellige, huisely'fce
jonggezellenpraatte. De werkelike leider, fle gemoedelike,
geestige, preltig-gewone Mr. Laraberts
Hurrelbriock. kon zijn gezag niet over hun uit
strekken: het aluerne.n had niets dan
last van die luidruchtigheid en als daar v. D.
de zingende ziel en mond" was, niemand
van de anderen bemerkte daar iets van.
En wat het eerste regeren" betreft, laat ik
dit feit vermelden: ongeveer half twee vroeg
een Vlaming aan een grotendeels Noord Neder
lands tafel je, of er niet iemand eindelik eens
de heer v. D. wou toedrinken ; het gebeurde
toen en om ongeveer k wart voor t w «e sprak
v. D. z'n eerste woord in 't openbaar op deze
bijeenkomsten. Ik gin* daarna weg, maar
hoorde dat v. D. cirka half vier was weg
gegaan. Zijn koninkrijk, gesteld dat is juist
geweest, liéeft dus pi. m. 2 uur geduurd. Zo
laat m^u mensen een grote rol spelen, die
daaraan zelf niet gedacht hebben.
. Afgaande op wat ik van de heer v. D.
gehoord heb is hij wel op weg meer tot de
ziel van de kongressen door te dringen;
maar er-zijn, verre van daar. Andere ver
dienste natuurlik daargelaten, iemand als
mr. Lamberts Hurrelbrinck is veel belangrijker
kongressUt geweest als v. D. Die gaf zich
geheel; die nam de zware taak van (uitste
kende) leiding te geven aan de gezellige
byeenkomst op zich. Maar hoevtel vaker heeft
hij ook de kongressen bijgewoond: daar moet
men ook in groeien, zich aan willen geven.
v. D. mag de mensheid schoon zjen";
hy moet het schooner" willen maken"
van de mensheid, er het leven van te ver
aangenamen door overgave van eigen-ik
nog leren. En dat zal liij te minder doen,
naarmate, hy meer gevleid wordt.
Deze aanmerking moest ik maken op de
verslagen in de ./V. R. Ut., die ik in hun geheel
pas na myn thuiskomst las, te Brusstl was
daar geen tijd voor.
Er w-ren er wel me r: ongeoorloofde
persona'iteiten b.v., maar er is ook veel goeds
in en de uitvoerigheid van zijn verslagen bij
'n tro(.ieae hitte, als wij te Brussel beleefd
hebben, verdient onze bewondering en warme
dank evenals de liefde waarmee iiejchryver
over de \errukkelike avond te Mechelen
schreef: daar was geen woord te veel in. Zo
is er wel vooruitgang op te me ken, als men
de/.e verslagen vergelijkt met de nodeloos
seherpe van Kortrijk b.v., maar de
verslagschrijver moet zich beheersen en ons geen
idee flxe willen opdringen.
Haarlem. J. B. SCHEPERS.
1) Deze uitdrukking is volkomen juist
karakteriseiend en staat in dezelfde 'N.K.L't.
maar van l Sept. 1.1. Tweede Blad Ook hier
staat boven van onzen correspondent'. Als
dit dus dezelfde is, en ik zou het haast wel
denken, spreekt hij zich zelf, zoals men
zal kunnen zien, hier in tegen. Wie aan de
zelfkant staat kan onmogelijk zo'n gewich
tige plaats innemen als er Geweerd wordt.
FantiüLatonr
Twee bloemstukken (van Grogh-*Reballio,
den Haag).
De meeste andere Fchildprijpn waren al te
zien in den Haag. Het kinderkopje is mij
nog te week, de kleur is niet klaar genoeg
het is niet in allen deelen levend
maar de tweede bloemstukken de
Chry.-antbèmes pompons uit 75 (08 X 02) die ik eerst
voor Asters aanzasr, en de Rozen zijn voortref
felijk. De chrysanthen zijn het schoonst.
Wellicht omdat de stijging van het geheel
zoo groot' is, wellicht om lat het zich
uitt>reiden" zoo vol en klaar is. De bloemen
staan in een steenen kan, die donker is. De
achtergrond is licht. Daarvoor staau de
bloemen: roode,'witte, etc. De kleur is volop
gegeven en bleef helder. De vormen zijniii
de verf uitgeduid. Dit stilleven dunkt me
beter dan de Flox en de Fleur s de
Normandiëdie op de tentoonstelling van de werken
uit de collectie Wesselingh hier in den Haag
waren. Het tweede werk is Rozen. Koode,
eu rosa-rozan, geie etc. Er is een vulling van
het schilderij door al deze bloemen zoodat er
weinig overblijft van den etten achtergrond
De chrysanthen zijn me?r innerlijk dan deze
bloemen nog. Er beeft een grooter adem ain.
Het is stiller, meer weeuhouden. Het is een
Fantin Latour op zijn prachtigst, zwygendst
en grootst. Maar er zijn tussehen diu rozen
een gele met tal haar blaadjes komend uit
het bart en een roo.s die bij donker roode
staat die praalvol zijn. Bij de chrysanthemen
hangen de bloem met lichte kleuren tegen
dien klaren schtergrond alsof werkelijk de
droom ze omhing gansch omvong van den
MMMlmHMNIIWIMMIIIIMIIIIMIHtWmlMUIIItMtlllHIMtMII
maker. Floris Verster zag den gloed der
Floxen, meer impres ionistifcb, Baibaravan
Houten vond in haar groote ets van de
zonnebloem praal en hartstocht Fsmt-n de
diepzinnigste, gaf de bette bloemstukken
die hij maakte en in sommige portretten die
hij schilderde, op fransche wij/e, dat is mij
grootsch en edel kleuren en innerlijkheid
saam die hem tevns zetten tot een gedachte- vol
afbeelder van menschén (niet kunstig, maar
kunst-vol); van nit welke portretteu de ziel
als uit een venster zich buigt en aanziet.
PLASSCHAERT
VOOR DAMES.
kamer ? voor zij n geestesoo^stord het gedicht
alkanten klaar op het papier en tiij ging voor
zijn schrijftafel zitten, om zijn gedachten met
pen en inkt vast te leggen, dan kreeg hij
plotseling een loodzwaar gevoel in zijn geheele
lichaam en voelde hij zich gedrongen op te
staan om een beetje uit te rusten en zich voor
dat minderwaardige klerkenwerk te sterken
door een kort dolce f ar nienle op de canapé.
Maar als hij eenmaal een kwartiertje droo
mend op de canapéhad geleuen, kon hij niet
meer weg komen van de zachte kussens. Het
was te heerlijk, te verleidelijk, zoo in volle
lengle uitgestrekt, ontheven van alle aardsche
zwaarte, de gedachte-draden samen te weven
en de blauwe rookwolken van een sigaret
omhoog te sturen naar het plafond. En op
schrijven kon hij het immers even goed
morgen.
Boven de c napéhing. scheef aan den
muur, in een bretde, zwart gepolitoerde,
zware houten lijst, Raphael's op de woiken
tronende, met lauweren gekroonde Poësis"
tusschen de twee engelen met de steenen
tafelen, met het opschrift: Numine afllatur".
Als hij op de canapélag, kon hij de Poëzie,
die zich over hem heen boog, juist in 't
gez:cht zien, en de -beide engelen hielden
hem waarschuwend de tafelen voor de oogen:
Numine afflatur" l Slechts als de geest over
u komt, moogt gij, een rein priester, uw
godin dienen.
Hij was begonnen aan een groot werk,
het werk van zijn leven, zooals hij aan zyn
vrienden vertelde in lijn hoofd, wa-nt in
het opschrijven werd hij verhinderd door
de canapé. Een paar dozijn beginnen lagen
op zijn schrijftafel maar verder dan het
begin bracht hij het nooit, en dat was de
schuil van die verduivelde canapé.
Toen kreeg hy op een dag eeniaanval van
woede, riep zyn hospita binnen en beval haar,
de canapéweg te nemen uit zijn kamer.
De goede juffrouw Weinhold was ontzet.
Een
In den regel verschijnt in druk wat ver
handeld werd op nationale en interna ionale
congressen met de bedoeling om de belang
stelling levendig te houden, zoo mogelijk te
vermeerderen. Met deze gewoonte in over
eenstemming besloten de afgevaardigd -n van
den Wereldbond voor Vrouwen
kiesrecht te Kopenhagen, Augustus j. 1.
bijeengekomen, een rapport te doen ver
schijnen van wat gesp oken werd en gedaan,
terwijl zij de uitvoering van het besluit aan
het bestuur opdroegen. Dit had b ijkba r
tlie opdracht voorzien en. even kennelijk,
twijfelde het aan het nut, dat zulke verslagen
gemeenlijk stichten, althans in verhouding
tot de uitgaven, waartoe ze, leiden. Zoekende
naar de oorzaak van dien ongewenschten
uitslag werden er twee redenen gevonden.
l. De verslagen waren veel te omvangrijk,
dikwijls meerdan n lij vig boekdeel vormende,
zoodat haast niemand tijd of lust had om al
dat rijpt n en groen nogmaals onder zijn aan
dacht te brengen. 2. De late verschijning
van die verdagen ; zoodat in de vele, maanden,
somtijds z^lfs wel een jaar, de indrukken,
ook al waren zij vrij diep geweest, door
andere indi ukken werden uit^ewischt. Om
te ontkomen aan beide bezwaren ontvingen
allen, die als spreeksters zcii'len optreden,
tijdig de rnededeeling, dat zij voor het rapport
haar re Ie, waarvoor twintig minuten werd
gegeven, zouden concentreeren tot den
zakelijken inhoud ?an niet meer dan t - ee, of drie
bladzijden druk*, en zelfs dit nog verkorten
tot een omvang, die het de dagbladpers
mogelijk zou maken het in zijn geheel op te
neimn, of zich daardoor althans te hoeden
voor het zeggen van dingen in strijd met de
waarheid. Beide documenten moesten twee,
drie weken vóór den aaiifaug vaii het congres
woiden toege/,oi dt-n.
Deze practische kijk op de dingen, die
aanstiande waren, en de;e alleen, heeft moge
lijk gemaakt, wat zoover we weien nog nooit
is geschied, dat binnen drie weken
na beëindiging van al het voorgenomen werk,
klaar was en verspreid over heel Europa de
rapporten, notulen, en namen van bestuurs
leden, afgevaardigden, spn eksters en
commissiën, vergezeld van de
woidiDg!-ge.cct,iedenis van den Wereldbond, den groei en bloei
van deze iliiance, tinanou el rapport, bt nevens
een overzicht der fees'elijkheden, terwijl het
geheel toch niet meer dan 118 hlz. telt. Eere
zij, die dit wrochtten !
Hier vol^e thans een kijkje in dit rapport
the Intern. Woman ISuft'rage Alliance
Keport hetwelk niet in den handel is ge
bracht, maar wairvan misschien nog enkele
exemplaren tegen 2 kronen ?1.34 iccl.
port zijn te bekomen bij mevr. AI. (j.
Kramers, Rotterdam, 2 Kruiskade.
Op de eerste bla izijde vinden we een af
beelding van het insigne door de stemge
rechtigden als bondsteeken aangenomen. Het
stelt voor; Justitia met de woorden ,Jus
Suffragii. Het werd ontworpen door .Johanne
Pedergeii Dan, een Kopeiihaag>clie vrou^,
die ook voor de uitvoering zal zorgen. Het
heeft ongeveer de. grootte van een twee en
een haif cent stuk met spe'd aan
deacht'r'*zijde en is van brojis, zooJat het in \e Ierland
O 0.3 zal kosten. Tot het dra jen van dit insigne
is gerechtigd verklaard iedere persoon dus
ook man die lid is van een Vereenigirig
voor Vrouwenkiesrecht, waar ook. ,
Het blaadje omslaande vinden wij de
beginselveiklaring. Deze julit:
1. Dat mannen en vrouwen beiden geboren
zijn als gelijkelijk rrije en onafhankelijke
leden van 't nn'nschenras; gelijkelijk begiftigd
met verstand en bekwaamheid, en gelijkelijk
De canapé1 Die mooie, lieve, ou Ie canapé!?
Maar wat heefi de canapéu dan g-daiin?"
Dat kan ik u niet uitletrgen !" bulderde
hij de arme hospita toe. Maak, dat je weg.
komt.'"
Kr bleef juffrouw Weinhold niets anders
over, dan twee kruiers te halen eu de cdiiap
uit de kamer van haar huurder te laten
wegbrenzen.
Rusteloos liep de lichter in zijn kamer
heen en weer, ging nu eeu op een stoel bij
de deur zitten, dan weer op een stoei bij
het raam en dan weer op dim bij de deur.
Hij voelde zich niet op zijn gemak in de
kamer, die door de leege plek, waar vroe
ger de canapéhad geslaan, heele maal be
dorven was. Hij hesloot, een van zijn vrienden
te gaan bezoeken.
Een hemelsch gevoel van welbehagen
doorstroomde, hom, toen hij zich in de kamer
van zijn vriend in een hoekje van de canap
had neergevlijd. En juist dezen vriend, zoo'n
besten, geestigen jongen, had hij in den
laatsten tijd zoo veronachtzaamd ! Dat moest
weer worden goedgemaakt. Van dien dag af
zat, hij dikwijls op de canapévan dien vriend.
Maar ook al zijn andere vrienden bezaten
canapé's. Sedert vier weken had hij zijn eigen
kamer alleen nog maar 's nachts gezien. Die
vervloekte canapél E<-n Berlynsch criticus
heeft eens geschreven over een tooneelspelt-r,
die door zijn plotseling af/.eggen een voor
stelling onmogelijk had gemaakt : De heer
IJ. liteft tot nu toe altijd gestoord door mee
te spelen ; gisteren stoorde hij door niet mee
te spelen. Daaraan moest hij telkens denken.
Nu werd hij verhinderd te tchrijven door de
eanapé, die er niet was.
Het is onzin, zich tot den slaaf van een
meubelstuk te tnafcen," dacht hij. Een canap
op zich zelf beschouwd is niets. Het komt
er alleen maar opaan, in welke verhouding
iemand zich ertoe stelt. Ik wil toch wel
eens zien wie er sterker is, de canapéof ik !"
bevopgd tot de vry'e uitoefening van hun
individueele rechten en vrijheid.
2. Dat de natuurlijke betrekking der beide
geslachten i» die van wederzijdsche afhan
kelijkheid en samenwerking, en dat de ver
krachting van de rechten en vryheid van ten
sekee. onvermijdelijk nadeel toebrengt, aan
de andere, en dientengevolge aan.het g
heele ras.
3. Dat in alle landen, die watten, geloofs
overtuigingen en gebruiken, die er toe geleid
hebben de vrouwen in een afhankelijke
positie te brengen ; te ontmoedigen haar op
leiding ; te bemoeilijken de ontwikkeling
harer natuurlijke gaven, en te onderdrukken
haar individualiteit, gegrond zijn op onware
theoriën, en hebben voortgebracht een ge
kunstelde en onjuiste verhou^ng der geslach
ten in de nuderne samenleving.
4. Dat zelfoestuur, zoo in het gezin als in
den Staat, het onverneembaar recht is van
ieder normaal volwassen men»ch, en dstt de
weigering van dit recht betreffende vrouwen
heefi geleid tot maatschappelijke, wettelijke
en economische onrechtvaardigheid tegenover
haar en óók verscherpt heeft de bestaande
economische verstoringen de heele wereld o ver,
5. Dat besturen, die belas ingen en wetten
opleggen aan de vrouwelyke burgerij zonder
haar dat recht van goed- of afkeuring te
geven, hetwelk toegekend wordt aan alle
manlijke burgers, een tirannie uitoefenen,
onbestaanbaar met rechtvaardig regeeren.
6. Dat tiet stembiljet het eenig wettig en
afdoend middel is tot verdediging van het
recht op: leven, vrijheid en streven naar
geluk'' als onvervreemdbaar verklaard door
de Ameiican Declaraüon of Independence",
en als onvervreemdbaar overgenomen door
alle beschaafde volkeren. Voor elk vertegen
woordigend regeeringscollege moesten der
halve de vromven bezioten alle politieke
rechten en privileges aan het kiezerschap
verbon 'en.
Bij de opening der samenkomsten waren
bij de Int. Woman Sull'-age Alliance tien
lauden aangesloten Australië, Canada,
Denemarken, Dmtschland, Groot-Britanje,
Hongarije, de ?s t der landen, Noorwegen, Ver.
Staten van Ameiika en Zweden en in die
week traden nog toe: Italiëen Rusland,
terwijl de Vereuniging voor Vrouwenkies
recht van iedere andere natie dit zal kunnen
doen. Mrft het oog op de politieke posite van
het eiland Man, IJsland, verschillende
Duitsche staten en/, rees de vraag : wanneer is
een laud, of staat, als een natie te beschou
wen? Het resultaat van een learned de.bate"
is, dat met algemeene stemmen de v. Igendo
resolute werd aangenomen : Lder land ook
al bezit het geou volkomen onafhankelijke
regeering bezittende de macht zijn vrouwelijke
bevolking hel, vullediij l.ii-srtclit toe,'e kennen, zal
door c/e /. IK. N. A. erkn.d worden als een natie en
als zoodanig de, lievui'gdlieiil l/ebben ern l'er.v.
Vroawtnkit srecht te vo men, die door den B md ah
medtstreidtter krm irorttoi erkend."
Doorzien wij mrt aandacht het lijstje der
aangesloten landen, dan moet het wel treffen
daarop natiën als Frankrijk en Zwitserltnd
te missen. Wel zijn daar, zoowel in het eene
rijk als in het andere, vrouwen met kracht
en ernst bezig een vereeniging voor vrouwen
kiesrecht te vormen, tn hopen zij op wei
slag.-n. maar gelukt is het haar tot nu toe
niet den stapel moeilijkheden uitdenwegte
ruimen. Naar aanleiding van deze feiten en
ter weer'eiuing van veler verheerlijking van
den ? republikeiu^chen regeeringsvorui, zegt
mrs. Carrie Cliapmau ('at in haar
ljresident's Mescage: Dat wij even stilstaan
om de aandacht te vestigen op het opuierke
lijke, feit, dat in de eenige republieken van
Europa. Frankrijk en Zwi serland, 4e bewe
ging voor vrouwen t it-si echt minder gevorderd
is dan in een van de noordelijke monarchieën.
In deze twee lai.den hebben de mannen
"?MMftniiitiiiiiiiiiiHiiiiiitiiuiiiimHiiiiimimiiiiiiiiiutMiiiiiiifimfiMfiiii
40 cent» pet regel.
mEHiiiiiMtiiimiiiiiiiiMiimiiiiHiiilliiiiiiiiHiHiiiiiummMfc,
EC ht V i c tori awa t e i
OBERLAHNSTEI
cht ?Victo.'ria'vtöate.
Waar hebt u de canapéeigenlijk gelaten ?"
vroeg bij aan zijn hospita.
Op de vliering"
Op de vliering ?"
Ik heb nergens anders plaats .'"jammerde
juffrouw Weinhold
Maar daar zal zij misfchien bederven."
Ta, dat zal zij zeker," bevestigde juffrouw
Weinhold op klageiijken toon.
Ik wil het niet op mijn geweten hebben,
dat uw uieuiielen bederven", zeide de onzelf
zuchtige dichter. Als de zaken zoo staan,
laat dan in Godsnaam de canapémaar weer
in mijn kamer zetten."
's Middags stond de canapëweer op haar
gewone plaats in de kamer van den dichter.
,.De kamer ziet er werkelijk tweemaal zoo
gezellig uit", dacht de dichter. En nu aan
het werk."
En hij ging voor zijn schryftafel zitten en
doopte zijn pen in den inktkoker. Maar hij
legde ze weer neer, stond op, liep de kamer
eens op en neer, en bleef toeu voor de
canapéstaan,
Neen," z.eide hij hard op, dat satansche
ding zal me er niet weer onder krijgen!
Vandaag is het voor het laatst ! Voor het
aller.'aatst' Niet langer dan een kwartierde,
anders mag de duivel mij halen l"
En met een zucht van verlichting, van
innerlijke bevrijding, ging hij op de canap
zitten en kerk met een ge ukkigen glimlach
op naar het ernstige gezicht van Raphael's
Poene.
Het was Zondag. Een paar laatste zonne
stralen drongen door het open venster naar
binnen, wierpen een gouden glans op het
glas van de ets en blonken op de breede,
zwart gepolitoerde houten lijst.
Zachtjes trilde de hanglamp in het midden
van de kamer. Door het plafond heen drong
het gedempte geluid van zware voetstappen.
Dat is de besteller van de aangeteekende
brieven, die op de vierde verdieping woont,"
Cailler
de c
NEDERUINDUSTRIE
IEDER 5TUK D/JT KRIMPT
WORDT TERUTjQEMOMEIl
H. MEIJER, Hofl. Amsterdam.
Mag. H hïANKER, Den Haag.
SA c ?/?> (V Co., U ireciit.
flh'L' HI~KKER Apeldoorn.
J. (VW.~iftA.Wr., Haarlem.
VAiV .i.vvfc'//j' ABROU n ERF. Zwolle.
' ?/, Leeuwarden.
H fit,'KM.-l v.V, Groningen.
M. /i. " «ftft.s'.lf4N, Groningen.
Jl!l,llt* tli i'. Den Helder.
Gedeponeerd.
Filialen: SPUI 25, VAN WOU8TRAAT 9.
Depots: v. Baerlestraat 38, Job.
Verhulststraat 105, 1ste Gonst. Huygensstraat 92,
1ste Helmersstraat 201, Nassaukade 304o, de
Clercqstraat 8, Marnixstraat 2*7, Haarlemmer
dijk 20, Plantage Kerklaan 15, Von Zesenstraat
29, Javastraat 5, Camperstraat 20,
Weesperzijde 74, Watergraafsmeer : Bretdeweg 1.
BOUWT te NUNSPEET
o/d.
VELÜWE.
Inlicht, b/d. Vereeniging Kantoren
voor Vaste Goederen in Nederland te
Nunspeet.
dacht de dichter al half in den droom, hij
heeft vandaag een viijen dag..,, en tuch
moet bij ronddraven .... ja, ja, wat de ge
woonte al niet doet hij zal het plafond
nog eeES instampen.... de men?chen ziju
toch zonderlinge wezens zoiiderliuge
wezens .. .."
Toen deed hij zijn oogen dicht en viel in
slaap, en de gedachte aan den besteller van
aangeteekende brieven, die boven hem
woonde, zette zich in zijn droomen voort, in
den aanblik van reusachtige stapels goud
stukken, die de overal welkome man van
de vierde verdieping hem op iijn schrijftafel
uittelde... het honorarium voor d»n«-ersten
druk van zyn grooten roman, zijn levens
werk . ..
Toen juffrouw Weinhold den voleindtn
morgen haar huurder zijn ontbijt wilde bren
gen, kreeg zij geen antwoord op haar kloppen.
Eindelijk deed zij toch maar de deur open.
Juffrouw Weinhold had bijna het koffieblad
laten vallen. Haar huurder lag nit;t, zooais
gewoonlijk in bed, maar geheel aangekleed
. op de canapé. De groote ets, die boven htm
aan den muur had gehangen, was verd w f-ren.
Glasscherven glinsterden op het t?pijt. De
ets lag tusschen de tafel en de cai apé. De
dichter verroerde zich niet.
Jezus !" gilde juffrouw Weinl.o'd en kwam
naderbij. Haar knieën knikten. Uit de snap
van den jongen man siepelde bloed
Jezus! mijn goeie mijnheer is dooU! De
schilderij hefft hem doodgeslagen !"
De duivel had den dichter werkelyk ge
haald. De duivel als beeltenis van de Poëzie.
Ronduit gezegd was dat een leelijkeMneii
van de Poëzie, want anders zou de dichter
zonder twijfel nog wel aan de wtreld heLbeu
getoond, wat een dichter is.