De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 23 september pagina 3

23 september 1906 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. AMSTERDAMMER WEEKBLAD Y O O R N D E R L A N D. niet, maar een hoofdrol téspelen hu zou de laatste zijn om het te willen, dunkt me, al ik zyn houding daar nog eens naga en overpeia?, hoe hy vroeger geweest is en wat hjj no wil. -» SHJ Btond daar in 't begin van z'n loop baan ah een bestryder van wat lelik was, zoals er geen geweest was in Nederland; als iemand die hechtte aan de zielsontle Hngvan deeénling, de vereerder van het jatoralkjme. In 181)5 beschouwt hy dit laatste als dood en hu geeft Tot een leveusleer": Ik raad n, naar de oude leer, u gracelyk vriendelijk te gevoejeh in de ric'Hüng der menschén; maar de men?ehheid meer te betrachten dan hare afionderlyke leden, de meuschheid sehoonte zien en te willen maken... schooner". En in 1904 woonde hy voor het eerst een kongres bij, te Deventer. Maar uit de aard der zaak is iemand van 3e geaardheid van Van Deyesel niet de man om zich nu zo maar te geven; wel gracelijk vriendelijk", maar daar ligt altyd nog vrij wat hoogheid in. De lezer moet nu echter goed weten, dat -*r in Jiet volgende volstrekt geen aanmerking ?<op de heer Alberdingk Thijm gemaakt wordt, naar wel op laffe in de hoogiestekerij van «en dagbladkorrespondent. Lees daar b. v. dat tot een histories m o ment verheffen van een heel eenvou tig "?Woordje van v. D. naar aanleiding van de naam van het kongr^s die dreigde te ver,:»nderen in Algemeen Nederlands Kongres: «?Ik (v. D.) zou voorstellen, dat het congres, %aarover de heer Simons het heeft aehad, «ou zyn een congres gewijd aan stambclangen *»et als eerste en belangrykst onderdeel: Taal en letteren". En nu, letwel, i? dat nu ?gemeend of yerlakkery? Hiermede was de 'nd-.voering afgeloopen en ging L. van Deyssel ?weder zeer rustig zitten. Het was inderdaad ?alles wat moest gezegd worden". Nietwaar? Ieder die daar leest dat de heer v. D. tot 'driemaal toe opstond ooi het woord te vra>gen, en dan, na dat eenvoudige woordje.dat het nu juist daarom te doen wa,-t, dat dat alleen mankeerde, die vraagt zich af: ben ik nu zo stom, dat ik het geweldige, van dat woord niet vat?" Miiar?het enige, ?waardoor het voor de korrespondent een eerbied waaadig iets wa?, zat 'm er in dat zjjn vriend v. D. het uitsprak. Van je vrienden moét,je het heotten. Was het wonder, dat inljn vriend hier aan voor-de-gek-houderij dacht. In dat .elfde nummer staat nog dat de heer L. v. D. zich op de eezellige bijeen komst keizerlijk scheen te vermaken '. En weer vroeg mijn vriend : ernst of spot? ge dachtig aan v. D.'s Caesar; welke gedachte aangewakkerd werd door de macütige en leuke Caesarskop" van v. D. onroerend, maar, men voelt het, vol "van de lolligste gedachten". En gely'k hy daar zit, rechtop in de zaal, het hoofd bo^en al die hoofden nit, zou men zeggen, schynt hy wel te zyn tut letterkundig hoofd van deze vergadering en is hy er bepaald het hoofd van al deze litterators". Nu voelt men toch weer duidelik dat het ernst is, wat de schrijver be doelt. Dit in het Eerste Blad A 29 Aug. 1906. Hiermee is de kongres werkzaamheid van de heer v. D. blijkbaar afgelopen geweest, behalve die in de 6e Afisiing" zogenoemd, die van gezelligheid. Paar zie ik hem weer zitten, maar nu niet j*Ween zich keizerlik vermakende maar van deze Dionysische lyriek de zingende ziel en mond," me vindt dat het goed is, e-n met eigen voorbeeld bevestigt dat de gezellige by eer komsten het gezondste deel van het 1 congre.«een-programma zijn" (2e BI. A, 31 Aug. 1906); en een dag later lees ik: Op de gezellige byeenkomst die tot den dageraad duurde, regeerde L. van Deyssel, die toonde een voorbeeldig congresredeuaar te zijn (Ie , Blad C, l Sepf. 1906) en ik voeg hier by uit jhet 2e Blad van l Sept. Karel Thijm, die, aan den zelfkant van het congres zoo menig vroolyk oogenblikje heeft beleefd", en de belofte dat alle letterkunstenaars van Noord «n Zuid onder leiding van v. D. zullen zyn op het eerstvolgende kongres. Nu, dit laatste "?al wel ieder kongressist toejuichen: hoe smeer geest hoe liever, maar vooral wan neer ze kotnan vol geestdrift voor de daar 'bepleite belangen zullen ze welkom zijn. 2e moeten niet aan de zelfkant blijven als v. D. maar van ganser harte zica er aan ;igeven. Dan zullen zij fcnunen rezeren over de .gezellige by'eenkosnsten, meer dan L. v. D. deed, al verklaart ook de Rotterdaoise korrespondent het. Zie hier nl. een staaltje x;van onwaarheid, voortkomende uit te grote liefde. Waar regeerde die avond v. D.? Over n tafeltje in de hoek, waar men zich niet stoorde aan al wat door anderen gezegd werd, maar etil, of liever luid op, door Oan.si.pe Een treurig verhaal. Naar het Dmt&ch, van WILHELM WOLTERS. -?w*Er was eens een dichter, een werkelijke echte dithter by Apollo's genade, geen broodschryver. Ot de zonneschijn fonkelde in een goud",=groen wijnglas, of een grauwe motregen op naakte stoppelen neerzonk: de bloeiende "viierboom, de in den zomernacht rutschende boomen, de weiden, waarboven glimwormpjes gloeiden of blauwe herfstnevels zweefden, ile bladerlooie populieren voor het kale tolhuii-je aan den modderigen straatweg, de storm die over de met glinsterende sneeuw bedekte heide gierde, het verre lichtje van de eenzame dorpsmidse, het bruisende gewemel van .de rustelooze stad, het stampen ven stalen cylinders achter stoffige vensterruiten, rookende i'abrieksschoorsteenen, blozende ineisjeswangen en vereelte vuisten de ge heele wereld was voor hem een gedicht. ?- Hij lachte met de lauhemlen, hij treurde (met de treurenden, hij beminde vurig, en bij haatte gloeiend, haatte vóór alles de huiclielarij, de preutsche, kruipende, driemaal vervloekte huichelarij, die de huik naar den Wind hangt. Hij -wist, dat hij dichter wa>, en ook zijn Vrienden wisten het, want hy kon vertellen als niemand anders, en als zyn hoofd en hart Vol waren, riep hy vol trots uit: Wacht maar, ik zal de wereld wel eens laten zien, wat/ een dichter is!" Maar tussehen die stoute voornemens en de uitvoering daarvan Btond een canapé. Als hy met gloeiende slapen thuis kwam in zijn mowfi, gezellige, huisely'fce jonggezellenpraatte. De werkelike leider, fle gemoedelike, geestige, preltig-gewone Mr. Laraberts Hurrelbriock. kon zijn gezag niet over hun uit strekken: het aluerne.n had niets dan last van die luidruchtigheid en als daar v. D. de zingende ziel en mond" was, niemand van de anderen bemerkte daar iets van. En wat het eerste regeren" betreft, laat ik dit feit vermelden: ongeveer half twee vroeg een Vlaming aan een grotendeels Noord Neder lands tafel je, of er niet iemand eindelik eens de heer v. D. wou toedrinken ; het gebeurde toen en om ongeveer k wart voor t w «e sprak v. D. z'n eerste woord in 't openbaar op deze bijeenkomsten. Ik gin* daarna weg, maar hoorde dat v. D. cirka half vier was weg gegaan. Zijn koninkrijk, gesteld dat is juist geweest, liéeft dus pi. m. 2 uur geduurd. Zo laat m^u mensen een grote rol spelen, die daaraan zelf niet gedacht hebben. . Afgaande op wat ik van de heer v. D. gehoord heb is hij wel op weg meer tot de ziel van de kongressen door te dringen; maar er-zijn, verre van daar. Andere ver dienste natuurlik daargelaten, iemand als mr. Lamberts Hurrelbrinck is veel belangrijker kongressUt geweest als v. D. Die gaf zich geheel; die nam de zware taak van (uitste kende) leiding te geven aan de gezellige byeenkomst op zich. Maar hoevtel vaker heeft hij ook de kongressen bijgewoond: daar moet men ook in groeien, zich aan willen geven. v. D. mag de mensheid schoon zjen"; hy moet het schooner" willen maken" van de mensheid, er het leven van te ver aangenamen door overgave van eigen-ik nog leren. En dat zal liij te minder doen, naarmate, hy meer gevleid wordt. Deze aanmerking moest ik maken op de verslagen in de ./V. R. Ut., die ik in hun geheel pas na myn thuiskomst las, te Brusstl was daar geen tijd voor. Er w-ren er wel me r: ongeoorloofde persona'iteiten b.v., maar er is ook veel goeds in en de uitvoerigheid van zijn verslagen bij 'n tro(.ieae hitte, als wij te Brussel beleefd hebben, verdient onze bewondering en warme dank evenals de liefde waarmee iiejchryver over de \errukkelike avond te Mechelen schreef: daar was geen woord te veel in. Zo is er wel vooruitgang op te me ken, als men de/.e verslagen vergelijkt met de nodeloos seherpe van Kortrijk b.v., maar de verslagschrijver moet zich beheersen en ons geen idee flxe willen opdringen. Haarlem. J. B. SCHEPERS. 1) Deze uitdrukking is volkomen juist karakteriseiend en staat in dezelfde 'N.K.L't. maar van l Sept. 1.1. Tweede Blad Ook hier staat boven van onzen correspondent'. Als dit dus dezelfde is, en ik zou het haast wel denken, spreekt hij zich zelf, zoals men zal kunnen zien, hier in tegen. Wie aan de zelfkant staat kan onmogelijk zo'n gewich tige plaats innemen als er Geweerd wordt. FantiüLatonr Twee bloemstukken (van Grogh-*Reballio, den Haag). De meeste andere Fchildprijpn waren al te zien in den Haag. Het kinderkopje is mij nog te week, de kleur is niet klaar genoeg het is niet in allen deelen levend maar de tweede bloemstukken de Chry.-antbèmes pompons uit 75 (08 X 02) die ik eerst voor Asters aanzasr, en de Rozen zijn voortref felijk. De chrysanthen zijn het schoonst. Wellicht omdat de stijging van het geheel zoo groot' is, wellicht om lat het zich uitt>reiden" zoo vol en klaar is. De bloemen staan in een steenen kan, die donker is. De achtergrond is licht. Daarvoor staau de bloemen: roode,'witte, etc. De kleur is volop gegeven en bleef helder. De vormen zijniii de verf uitgeduid. Dit stilleven dunkt me beter dan de Flox en de Fleur s de Normandiëdie op de tentoonstelling van de werken uit de collectie Wesselingh hier in den Haag waren. Het tweede werk is Rozen. Koode, eu rosa-rozan, geie etc. Er is een vulling van het schilderij door al deze bloemen zoodat er weinig overblijft van den etten achtergrond De chrysanthen zijn me?r innerlijk dan deze bloemen nog. Er beeft een grooter adem ain. Het is stiller, meer weeuhouden. Het is een Fantin Latour op zijn prachtigst, zwygendst en grootst. Maar er zijn tussehen diu rozen een gele met tal haar blaadjes komend uit het bart en een roo.s die bij donker roode staat die praalvol zijn. Bij de chrysanthemen hangen de bloem met lichte kleuren tegen dien klaren schtergrond alsof werkelijk de droom ze omhing gansch omvong van den MMMlmHMNIIWIMMIIIIMIIIIMIHtWmlMUIIItMtlllHIMtMII maker. Floris Verster zag den gloed der Floxen, meer impres ionistifcb, Baibaravan Houten vond in haar groote ets van de zonnebloem praal en hartstocht Fsmt-n de diepzinnigste, gaf de bette bloemstukken die hij maakte en in sommige portretten die hij schilderde, op fransche wij/e, dat is mij grootsch en edel kleuren en innerlijkheid saam die hem tevns zetten tot een gedachte- vol afbeelder van menschén (niet kunstig, maar kunst-vol); van nit welke portretteu de ziel als uit een venster zich buigt en aanziet. PLASSCHAERT VOOR DAMES. kamer ? voor zij n geestesoo^stord het gedicht alkanten klaar op het papier en tiij ging voor zijn schrijftafel zitten, om zijn gedachten met pen en inkt vast te leggen, dan kreeg hij plotseling een loodzwaar gevoel in zijn geheele lichaam en voelde hij zich gedrongen op te staan om een beetje uit te rusten en zich voor dat minderwaardige klerkenwerk te sterken door een kort dolce f ar nienle op de canapé. Maar als hij eenmaal een kwartiertje droo mend op de canapéhad geleuen, kon hij niet meer weg komen van de zachte kussens. Het was te heerlijk, te verleidelijk, zoo in volle lengle uitgestrekt, ontheven van alle aardsche zwaarte, de gedachte-draden samen te weven en de blauwe rookwolken van een sigaret omhoog te sturen naar het plafond. En op schrijven kon hij het immers even goed morgen. Boven de c napéhing. scheef aan den muur, in een bretde, zwart gepolitoerde, zware houten lijst, Raphael's op de woiken tronende, met lauweren gekroonde Poësis" tusschen de twee engelen met de steenen tafelen, met het opschrift: Numine afllatur". Als hij op de canapélag, kon hij de Poëzie, die zich over hem heen boog, juist in 't gez:cht zien, en de -beide engelen hielden hem waarschuwend de tafelen voor de oogen: Numine afflatur" l Slechts als de geest over u komt, moogt gij, een rein priester, uw godin dienen. Hij was begonnen aan een groot werk, het werk van zijn leven, zooals hij aan zyn vrienden vertelde in lijn hoofd, wa-nt in het opschrijven werd hij verhinderd door de canapé. Een paar dozijn beginnen lagen op zijn schrijftafel maar verder dan het begin bracht hij het nooit, en dat was de schuil van die verduivelde canapé. Toen kreeg hy op een dag eeniaanval van woede, riep zyn hospita binnen en beval haar, de canapéweg te nemen uit zijn kamer. De goede juffrouw Weinhold was ontzet. Een In den regel verschijnt in druk wat ver handeld werd op nationale en interna ionale congressen met de bedoeling om de belang stelling levendig te houden, zoo mogelijk te vermeerderen. Met deze gewoonte in over eenstemming besloten de afgevaardigd -n van den Wereldbond voor Vrouwen kiesrecht te Kopenhagen, Augustus j. 1. bijeengekomen, een rapport te doen ver schijnen van wat gesp oken werd en gedaan, terwijl zij de uitvoering van het besluit aan het bestuur opdroegen. Dit had b ijkba r tlie opdracht voorzien en. even kennelijk, twijfelde het aan het nut, dat zulke verslagen gemeenlijk stichten, althans in verhouding tot de uitgaven, waartoe ze, leiden. Zoekende naar de oorzaak van dien ongewenschten uitslag werden er twee redenen gevonden. l. De verslagen waren veel te omvangrijk, dikwijls meerdan n lij vig boekdeel vormende, zoodat haast niemand tijd of lust had om al dat rijpt n en groen nogmaals onder zijn aan dacht te brengen. 2. De late verschijning van die verdagen ; zoodat in de vele, maanden, somtijds z^lfs wel een jaar, de indrukken, ook al waren zij vrij diep geweest, door andere indi ukken werden uit^ewischt. Om te ontkomen aan beide bezwaren ontvingen allen, die als spreeksters zcii'len optreden, tijdig de rnededeeling, dat zij voor het rapport haar re Ie, waarvoor twintig minuten werd gegeven, zouden concentreeren tot den zakelijken inhoud ?an niet meer dan t - ee, of drie bladzijden druk*, en zelfs dit nog verkorten tot een omvang, die het de dagbladpers mogelijk zou maken het in zijn geheel op te neimn, of zich daardoor althans te hoeden voor het zeggen van dingen in strijd met de waarheid. Beide documenten moesten twee, drie weken vóór den aaiifaug vaii het congres woiden toege/,oi dt-n. Deze practische kijk op de dingen, die aanstiande waren, en de;e alleen, heeft moge lijk gemaakt, wat zoover we weien nog nooit is geschied, dat binnen drie weken na beëindiging van al het voorgenomen werk, klaar was en verspreid over heel Europa de rapporten, notulen, en namen van bestuurs leden, afgevaardigden, spn eksters en commissiën, vergezeld van de woidiDg!-ge.cct,iedenis van den Wereldbond, den groei en bloei van deze iliiance, tinanou el rapport, bt nevens een overzicht der fees'elijkheden, terwijl het geheel toch niet meer dan 118 hlz. telt. Eere zij, die dit wrochtten ! Hier vol^e thans een kijkje in dit rapport the Intern. Woman ISuft'rage Alliance Keport hetwelk niet in den handel is ge bracht, maar wairvan misschien nog enkele exemplaren tegen 2 kronen ?1.34 iccl. port zijn te bekomen bij mevr. AI. (j. Kramers, Rotterdam, 2 Kruiskade. Op de eerste bla izijde vinden we een af beelding van het insigne door de stemge rechtigden als bondsteeken aangenomen. Het stelt voor; Justitia met de woorden ,Jus Suffragii. Het werd ontworpen door .Johanne Pedergeii Dan, een Kopeiihaag>clie vrou^, die ook voor de uitvoering zal zorgen. Het heeft ongeveer de. grootte van een twee en een haif cent stuk met spe'd aan deacht'r'*zijde en is van brojis, zooJat het in \e Ierland O 0.3 zal kosten. Tot het dra jen van dit insigne is gerechtigd verklaard iedere persoon dus ook man die lid is van een Vereenigirig voor Vrouwenkiesrecht, waar ook. , Het blaadje omslaande vinden wij de beginselveiklaring. Deze julit: 1. Dat mannen en vrouwen beiden geboren zijn als gelijkelijk rrije en onafhankelijke leden van 't nn'nschenras; gelijkelijk begiftigd met verstand en bekwaamheid, en gelijkelijk De canapé1 Die mooie, lieve, ou Ie canapé!? Maar wat heefi de canapéu dan g-daiin?" Dat kan ik u niet uitletrgen !" bulderde hij de arme hospita toe. Maak, dat je weg. komt.'" Kr bleef juffrouw Weinhold niets anders over, dan twee kruiers te halen eu de cdiiap uit de kamer van haar huurder te laten wegbrenzen. Rusteloos liep de lichter in zijn kamer heen en weer, ging nu eeu op een stoel bij de deur zitten, dan weer op een stoei bij het raam en dan weer op dim bij de deur. Hij voelde zich niet op zijn gemak in de kamer, die door de leege plek, waar vroe ger de canapéhad geslaan, heele maal be dorven was. Hij hesloot, een van zijn vrienden te gaan bezoeken. Een hemelsch gevoel van welbehagen doorstroomde, hom, toen hij zich in de kamer van zijn vriend in een hoekje van de canap had neergevlijd. En juist dezen vriend, zoo'n besten, geestigen jongen, had hij in den laatsten tijd zoo veronachtzaamd ! Dat moest weer worden goedgemaakt. Van dien dag af zat, hij dikwijls op de canapévan dien vriend. Maar ook al zijn andere vrienden bezaten canapé's. Sedert vier weken had hij zijn eigen kamer alleen nog maar 's nachts gezien. Die vervloekte canapél E<-n Berlynsch criticus heeft eens geschreven over een tooneelspelt-r, die door zijn plotseling af/.eggen een voor stelling onmogelijk had gemaakt : De heer IJ. liteft tot nu toe altijd gestoord door mee te spelen ; gisteren stoorde hij door niet mee te spelen. Daaraan moest hij telkens denken. Nu werd hij verhinderd te tchrijven door de eanapé, die er niet was. Het is onzin, zich tot den slaaf van een meubelstuk te tnafcen," dacht hij. Een canap op zich zelf beschouwd is niets. Het komt er alleen maar opaan, in welke verhouding iemand zich ertoe stelt. Ik wil toch wel eens zien wie er sterker is, de canapéof ik !" bevopgd tot de vry'e uitoefening van hun individueele rechten en vrijheid. 2. Dat de natuurlijke betrekking der beide geslachten i» die van wederzijdsche afhan kelijkheid en samenwerking, en dat de ver krachting van de rechten en vryheid van ten sekee. onvermijdelijk nadeel toebrengt, aan de andere, en dientengevolge aan.het g heele ras. 3. Dat in alle landen, die watten, geloofs overtuigingen en gebruiken, die er toe geleid hebben de vrouwen in een afhankelijke positie te brengen ; te ontmoedigen haar op leiding ; te bemoeilijken de ontwikkeling harer natuurlijke gaven, en te onderdrukken haar individualiteit, gegrond zijn op onware theoriën, en hebben voortgebracht een ge kunstelde en onjuiste verhou^ng der geslach ten in de nuderne samenleving. 4. Dat zelfoestuur, zoo in het gezin als in den Staat, het onverneembaar recht is van ieder normaal volwassen men»ch, en dstt de weigering van dit recht betreffende vrouwen heefi geleid tot maatschappelijke, wettelijke en economische onrechtvaardigheid tegenover haar en óók verscherpt heeft de bestaande economische verstoringen de heele wereld o ver, 5. Dat besturen, die belas ingen en wetten opleggen aan de vrouwelyke burgerij zonder haar dat recht van goed- of afkeuring te geven, hetwelk toegekend wordt aan alle manlijke burgers, een tirannie uitoefenen, onbestaanbaar met rechtvaardig regeeren. 6. Dat tiet stembiljet het eenig wettig en afdoend middel is tot verdediging van het recht op: leven, vrijheid en streven naar geluk'' als onvervreemdbaar verklaard door de Ameiican Declaraüon of Independence", en als onvervreemdbaar overgenomen door alle beschaafde volkeren. Voor elk vertegen woordigend regeeringscollege moesten der halve de vromven bezioten alle politieke rechten en privileges aan het kiezerschap verbon 'en. Bij de opening der samenkomsten waren bij de Int. Woman Sull'-age Alliance tien lauden aangesloten Australië, Canada, Denemarken, Dmtschland, Groot-Britanje, Hongarije, de ?s t der landen, Noorwegen, Ver. Staten van Ameiika en Zweden en in die week traden nog toe: Italiëen Rusland, terwijl de Vereuniging voor Vrouwenkies recht van iedere andere natie dit zal kunnen doen. Mrft het oog op de politieke posite van het eiland Man, IJsland, verschillende Duitsche staten en/, rees de vraag : wanneer is een laud, of staat, als een natie te beschou wen? Het resultaat van een learned de.bate" is, dat met algemeene stemmen de v. Igendo resolute werd aangenomen : Lder land ook al bezit het geou volkomen onafhankelijke regeering bezittende de macht zijn vrouwelijke bevolking hel, vullediij l.ii-srtclit toe,'e kennen, zal door c/e /. IK. N. A. erkn.d worden als een natie en als zoodanig de, lievui'gdlieiil l/ebben ern l'er.v. Vroawtnkit srecht te vo men, die door den B md ah medtstreidtter krm irorttoi erkend." Doorzien wij mrt aandacht het lijstje der aangesloten landen, dan moet het wel treffen daarop natiën als Frankrijk en Zwitserltnd te missen. Wel zijn daar, zoowel in het eene rijk als in het andere, vrouwen met kracht en ernst bezig een vereeniging voor vrouwen kiesrecht te vormen, tn hopen zij op wei slag.-n. maar gelukt is het haar tot nu toe niet den stapel moeilijkheden uitdenwegte ruimen. Naar aanleiding van deze feiten en ter weer'eiuing van veler verheerlijking van den ? republikeiu^chen regeeringsvorui, zegt mrs. Carrie Cliapmau ('at in haar ljresident's Mescage: Dat wij even stilstaan om de aandacht te vestigen op het opuierke lijke, feit, dat in de eenige republieken van Europa. Frankrijk en Zwi serland, 4e bewe ging voor vrouwen t it-si echt minder gevorderd is dan in een van de noordelijke monarchieën. In deze twee lai.den hebben de mannen "?MMftniiitiiiiiiiiiiHiiiiiitiiuiiiimHiiiiimimiiiiiiiiiutMiiiiiiifimfiMfiiii 40 cent» pet regel. mEHiiiiiMtiiimiiiiiiiiMiimiiiiHiiilliiiiiiiiHiHiiiiiummMfc, EC ht V i c tori awa t e i OBERLAHNSTEI cht ?Victo.'ria'vtöate. Waar hebt u de canapéeigenlijk gelaten ?" vroeg bij aan zijn hospita. Op de vliering" Op de vliering ?" Ik heb nergens anders plaats .'"jammerde juffrouw Weinhold Maar daar zal zij misfchien bederven." Ta, dat zal zij zeker," bevestigde juffrouw Weinhold op klageiijken toon. Ik wil het niet op mijn geweten hebben, dat uw uieuiielen bederven", zeide de onzelf zuchtige dichter. Als de zaken zoo staan, laat dan in Godsnaam de canapémaar weer in mijn kamer zetten." 's Middags stond de canapëweer op haar gewone plaats in de kamer van den dichter. ,.De kamer ziet er werkelijk tweemaal zoo gezellig uit", dacht de dichter. En nu aan het werk." En hij ging voor zijn schryftafel zitten en doopte zijn pen in den inktkoker. Maar hij legde ze weer neer, stond op, liep de kamer eens op en neer, en bleef toeu voor de canapéstaan, Neen," z.eide hij hard op, dat satansche ding zal me er niet weer onder krijgen! Vandaag is het voor het laatst ! Voor het aller.'aatst' Niet langer dan een kwartierde, anders mag de duivel mij halen l" En met een zucht van verlichting, van innerlijke bevrijding, ging hij op de canap zitten en kerk met een ge ukkigen glimlach op naar het ernstige gezicht van Raphael's Poene. Het was Zondag. Een paar laatste zonne stralen drongen door het open venster naar binnen, wierpen een gouden glans op het glas van de ets en blonken op de breede, zwart gepolitoerde houten lijst. Zachtjes trilde de hanglamp in het midden van de kamer. Door het plafond heen drong het gedempte geluid van zware voetstappen. Dat is de besteller van de aangeteekende brieven, die op de vierde verdieping woont," Cailler de c NEDERUINDUSTRIE IEDER 5TUK D/JT KRIMPT WORDT TERUTjQEMOMEIl H. MEIJER, Hofl. Amsterdam. Mag. H hïANKER, Den Haag. SA c ?/?> (V Co., U ireciit. flh'L' HI~KKER Apeldoorn. J. (VW.~iftA.Wr., Haarlem. VAiV .i.vvfc'//j' ABROU n ERF. Zwolle. ' ?/, Leeuwarden. H fit,'KM.-l v.V, Groningen. M. /i. " «ftft.s'.lf4N, Groningen. Jl!l,llt* tli i'. Den Helder. Gedeponeerd. Filialen: SPUI 25, VAN WOU8TRAAT 9. Depots: v. Baerlestraat 38, Job. Verhulststraat 105, 1ste Gonst. Huygensstraat 92, 1ste Helmersstraat 201, Nassaukade 304o, de Clercqstraat 8, Marnixstraat 2*7, Haarlemmer dijk 20, Plantage Kerklaan 15, Von Zesenstraat 29, Javastraat 5, Camperstraat 20, Weesperzijde 74, Watergraafsmeer : Bretdeweg 1. BOUWT te NUNSPEET o/d. VELÜWE. Inlicht, b/d. Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland te Nunspeet. dacht de dichter al half in den droom, hij heeft vandaag een viijen dag..,, en tuch moet bij ronddraven .... ja, ja, wat de ge woonte al niet doet hij zal het plafond nog eeES instampen.... de men?chen ziju toch zonderlinge wezens zoiiderliuge wezens .. .." Toen deed hij zijn oogen dicht en viel in slaap, en de gedachte aan den besteller van aangeteekende brieven, die boven hem woonde, zette zich in zijn droomen voort, in den aanblik van reusachtige stapels goud stukken, die de overal welkome man van de vierde verdieping hem op iijn schrijftafel uittelde... het honorarium voor d»n«-ersten druk van zyn grooten roman, zijn levens werk . .. Toen juffrouw Weinhold den voleindtn morgen haar huurder zijn ontbijt wilde bren gen, kreeg zij geen antwoord op haar kloppen. Eindelijk deed zij toch maar de deur open. Juffrouw Weinhold had bijna het koffieblad laten vallen. Haar huurder lag nit;t, zooais gewoonlijk in bed, maar geheel aangekleed . op de canapé. De groote ets, die boven htm aan den muur had gehangen, was verd w f-ren. Glasscherven glinsterden op het t?pijt. De ets lag tusschen de tafel en de cai apé. De dichter verroerde zich niet. Jezus !" gilde juffrouw Weinl.o'd en kwam naderbij. Haar knieën knikten. Uit de snap van den jongen man siepelde bloed Jezus! mijn goeie mijnheer is dooU! De schilderij hefft hem doodgeslagen !" De duivel had den dichter werkelyk ge haald. De duivel als beeltenis van de Poëzie. Ronduit gezegd was dat een leelijkeMneii van de Poëzie, want anders zou de dichter zonder twijfel nog wel aan de wtreld heLbeu getoond, wat een dichter is.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl