Historisch Archief 1877-1940
.
l? ?'
D P: AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Np. 1527
?oren van dit bekende geluid heft de
offl»r het hoofd op, ziet hen op twee meter
fstand, onbewegelijk en met de hand aan
de pet voor zich staan, begrijpt de'bedoe
ling, geeft zonder iets te seggen eea bijna
onmerkbaar teeken van toestemming en de
jongelui draaien zich om. :
i Maar de" Duïtsche discipline heeft niet'!
«liet n dezen uit erlijken vorm. Zij is verspreid
ever de geheele oppervlakte van het land
en niet alleen zichtbaar in de houding van
«He wezens in uniform, douane-beambten,
brievenbeatellers, spoórwegbeambten,
tratneojjducteurs, politie-agenten, nacht wachters,
>tT»atvegers maar voelbaar en werkelijk
in [al!e onderdeelen van het volksleven.
Jk was in Danzig op het tijdstip dat er
*en|congres van houtvesters werd gehouden.
Een van hen vettelderjriij.jdat.de.wilddieverij,
die)' de plaag is van de Fransche bosschen,
in Duitscliland om zoo te zeggen niet bestaat.
Rondom bijna alle steden, letterlijk tot voor
de poorten, krioelen de jachtterreinen van
ween, hazen en patrijzen. De wet wordt door
iedereen gehoorzaamd «n op iedereen toe
gepast.
De directeur-generaal van de douane te
Hamburg kan u vertellen, dat er in de
vrijhaven, die ren omtrek van 12 K.M. heeft,
, geen bedriegerij en geen smokkelary plaats
»«adf.' Het zou voor de 15000.arbeiders, die
elkenjdag de vrijhaven verlaten gemakkelijk
lijn, hun zakken te vullen met cacao, koffie
f f .vanille. Waar zij doen het niet. Als een
werkman het waagde en als het door zijn
makkers werd gezien, zouden zij hem
oogenBbkkeljjk aangeven. Zij stelen niet, maar zij
?willen ook met, dat een ander steelt! Stel
n eers e?en ern vrij'-aven in Marseille voorl
DeJ smokkelaars zouden er een syndicaat
v-ormeL !
De strengheid waarmede in geheel
Duitschfcnd de wet op de schoolplicht wordt toe
gepast, is bijna ongeloofelijk. Als een kind
nmaal de cchool verzuimt, worden de
ouders gewaarschuwd. Wanneer er geen gel
dige verontschuldiging voor is, en slechts
»eer ernst!ie redenen vormen een geldige ver
ontschuldiging wordt een boete van 20
Pfen»ig opgelegd. Bij een tweede verzuim wordt
d*j boete verdubbeld. Bij een derde wordt
fcetj kind zyn vrjjen Zondaz ontnomen. En
als dit nog niet helpt, wordt de weerspan
nige door de politie uit de ouderlyke woning
gehaald en naar school gebracht.
* *
#
Deze algemeene onderworpenheid brengt
in Duitgcnland overal een bewonderen waar
dige orde tot stand Gr durende zeven maanden
eb- ik-, zelfi in de grootste steden, ondanks
let | drukke en levendige veikeer op straat,
nooit een enkele opstopping" gezien. Dat komt
doordat evenals in Londen de policeman, de
Sffiüdmann, hier koning en alleenheerscher is.
Trouwens iedereen is hier koning en
alleenieerscher in zijn eigen betrekking. En het
pnbli« k betoont evenveel eerbied aan een
framcondncteur als aan dtn meest
indiukwekkenden uniformdrager. De Belgische
«onsul te Keulen heeft mij verteld, dat toen
lij] opj ten keer op een reeds in beweging
Hjnde} nam 'was gesprongen, de conducteur
den wagen liet stoppen. Niet omdat er geen
plaats was, maar eenvoudig omdat hij tegen
iet reglement had gezondigd: het is
verfcoden in of uit een in beweging zijnde tram
,1e stappen.
* Jn Düsseldorf sprong een.jong meisje nit
*en{stiis'aandtn tiam'wagen, gleed uit op den
neg en brak het een of ander: proces,
JÏe maatschappij werd veroordeeld tot het
Betalen van schadevergoeding Een pade man
frtapt uit den zelfden wagen, terwijl hij nog
jjaist even in beweging is, en valt zonder
yieh'fte bézeeren: de politie is dadelijk ter
plaatse en maakt proces-verbaal op tegen
den Jouden man.
Dominés en pastoors weten zich ook te
doen gehoorzamen. De pastoor
vandeMinoritenkeik te Keulen ziet een paar gemeente
leden binnenkomen juist als hij met zijn
preek- wil beginnen, en spreekt hen aldus aan:
Ziet gij God's huis aan voor een herberg,
waarin! gij kunt gaan en komen, wanneer gij
wilt?'
Gedurende een lange preek kijkt een
geaneentelid, dat zich blijkbaar wat verveelt,
cp zyn horloge en mompelt zachtjes een paar
woorden. Een zijner buren komt naar hem
toe, zegt:
A!s gij daarmee niet ophoudt, pak ik u
bijfden kraag en zet u aan de deur."
In den schouwburg gait het al net zoo.
Kiemand verroert zich, niemand, zegt een
woord, zelfs niet in een Café-concert. Ze
komen daar niet om te praten, maar om te
Slist eren, naar hetgeen er wordt opgevoerd.
In elk land bestaan vele: Verboien te....
Maar in Frankrijk wordt weinig acht
geflagen op die verboden, vooral als zij be
trekking hebben op zaken van weinig belang.
Jn.. Spanje staat zoo'n verbod gelijk met een
vergunning. Ik denk hierbij aan de trams
in Barceiona, waar niet dikke .letters staat,.
dat het verboden is te rooken, en waar elke
fpanjaard een, gewoonlijk bijzonder groote,
iigaar zit te rooken. Als ik dit aan een
>uitscber vertel staat hij verstomd. Dat is
«en manier van optreden, tegenover wetten
fn autoriteit, die zijn verstand te hoven
gaat. Ia Duitschland krioelt het van de
verbeden, en ik verzeker u, dat niemand er
?ver denkt, zich er tegen te zetten.
Pe eerlijkheid gebiedt mij, te erkennen,
dat zij gewoonlijk een zeer geldige reden van
!>e?taan hebben, 't Is alleen maar hun over
vloedigheid "die hen min of meer belachelijk
maakt. Men kan in een tram zijn oogen niet
«pslaan, zonder minstens zeven Ve boten te
lezen : Ie verboden te rooken, 2e verboden
te {spuwen, 3e verboden het hoofd naar buiten
fe steken, 4e verboden- de plaats van den
conducteur op het balcon in te nemen, 5e
»eiboden onder het rijden in of uit te
«tappen, Oe verboden de deuren van den
wagen te sluiten, behalve tusschen den len
Ortober en den 3 len Maart, 7e verzoek de
Mljetten te bewaren (voor de controle, die
in sommige, steden vrij dikwijls plaats vindt).
? Op alle bruggen is het absoluut verboden
anders dan rechts te houden. Als een politie
agent u op links loopen betrapte, zou hij u
noodzaken, aan de overzijde to gaan loopen.
Ik heb eenise van de meest typische
Vero'*n verzameld. Ziehier een paar staaltjes
staaltjes ervan.
Tö-'Berlijn, in een koffiehuis op den
Potsrlamer Platz. is het Verboden, in den tuin de
? onrant te lezen. Men moet zich daarvoor
aarar de eerste verdieping begeven ! In
hetxelfdeJCaféis het Verboden losloopende
hon(fenjraee te brengen, aan de kas zijn
honekettingen te leen te krijgen!
In Düsseldorf zijn in de openbare parken
lanen, -waarin het verboden is, met kinder
wagens te ryden. Daarentegen zijn de banken
gereserveerd voor kindermeisjes en kinderen;
waarop andere wandelaars niet mogen plaats
nemen. Andere banken weer zyn verboden
voor kindermeisjes en kinderen.
Men kan, als ik mij niet vergis voor 3
Mvfk, het recht koopen, met een kinder
wagen over de trottoirs te rijden.
Wie zich die uitgave niet wil getroosten,
is genoodzaakt, met zijn kinderen op den
rijweg te blijven.
In het Harburger bosch, dicht by Ham
burg, is het verboden te rooken.
In Wiesbaden en Stuttgart is het verboden
op sommige wegen van de publieke parken te
loopen. In Berlijn H het verboden on Ier de
middelste boog van den Biandenburger Thor
door te rijden, die wordt gereservee d
voor den Keizer!
Gedurende de zomermaanden moeten in
geheel Duitschland alle honden van muil
korven voorzien zijn en aan kett ingen of riemen
worden vastgehouden.
In Düsseldorf is het verboden
vruchtenschillen op de paden en grasperken der par
ken neer te werpen.
Tegen een vrouw uit het volk, die een
sinaasappelschil op een grasperk liet vallen,
werd proces-verbaal opgemaakt. Zij werd ver
oordeeld tot het betalen van een kleine boete.
In de groote gehoorzaal van de universi
teit te Göttingen, heb ik de volgende, door
den rector onderteekende waarschuwing zien
hangen: Het is verboden de tafels te ver
minken door er namen in''te snijden of op
te teekenen. Z\j, die hier mede in strijd
handelen, zullen worden gestraft".
In Zoppott, een badplaats aan de Oostzee,
niet ver van Danzig, staat ergens op het
havenhoofd te lezen: Men wordt verzocht
rechts te houden en niet te blijven stilstaan".
En in den tuin van het Ca-ino: Het is
verboden de stoelen te reserveeren".
In de dierentuinen is het verboden te fo
tografeeren.
Het klassieke Verboien, dat in Duitschland
dikwijls wordt aangehaald, is liet volgende:
Deze weg is geen weg. Hij, die er trebruik
van maakt, moet een boete van 3 Mark be
talen, of een dag gevangenisstraf ondergaan.
De aanbrenger ontvangt de helft van de
boete".
Op particuliere jachtterreinen is het
verb >den te rooken, behalve uit een met deksel
voorziene pijp.
In een park doet een k'ein kind een
plasje op den rand van een grasperk, de
parkwachter komt de moeder of de kinder
meid een terechtwijzing geven...
Dat is het voorschrift!
O, die voorschriften ! Ze nemen in dit land
ontzagwekkende afmetingen aan l Ik be
zocht eens een kerk in Danzig; ten meisje
van veertien jaar leidde het troepje, waartoe
ik behoorde, rond. Toen zij ons had binnen
gelaten sloot zij de deur af. Na een kwar
tiertje, toen ik hoegenaamd geen belangstel
ling meer voelde in het gebouw, wilde ik
weggaan. Ik deelde mijn verlangen mede
aan de jonge maagd, die koeltjes antwoordde :
Een oogenblik" En ik moet nog een vol
half uur tegen mijn zin opgesloten blyven ....
Ziehier tot slot de fraaiste van al die
verboden, die ik heb gelezen in eenpubliek
cabinet d'aiwnce: Het "is verboden bier te
zineen en langer dan een uur te blijven."
Maar vanwaar komt dit in Duitschland
zoo algemeene gevoel van onderworpenheid
aan de autoriteit? 'Wij zullen eens trachten
dat na te gaan.
(Wordt vervolgd}.
Houding van de Nederlandsche
Regeering tegenover
rijkswerklieden.
Men schrijft ons :
Het mag een verblijdend verschijnsel
genoemd worden, dat de tegenwoordige
minister van oorlog er toe overgaat, onnutte
en bovendien veel geld verslin lende militaire
inrichtingen op te doeken. We bepalen ons
te wijzen op de militaire hospitalen en de
bakkerijen. Beide soort inrichtingen zijn
voor verreweg het grootste gedeelte uit den
tijd. Sedert jaren wordt dan ook van ver
schillende zijden op opheffing aangedrongen.
Onze militaire administratie trachtte het
goede doel tegen te houden (en met succes)
omdat ze nu eenmaal niet gaarne ziet, dat
haar nog meer veeren worden uitgetrokken.
Eindelijk is ze moeten zwichten voor den
wil van den minister Staal. Jïeeds verleden
jaar toch werd reeds begonnen met onnutte
militaire hospitalen op te heffen en wordt
nu gebruik gemaakt van de meer en meer
aan de eischen des tijds voldoende
burgerziekeninrioh tingen.
X u schijnen m litaire bakkerijen aan de
beurt te komen, ten minste als men geloof
kan slaan aan de berichten, welke daar
omtrent in de pers de rondte doen. Kr
worden er reeds met name genoemd, welke
binnenkort opgeheven worden.
Hoe gelukkig het in deze tegen de admi
nistratie optreden genoemd kan worden,
het is intusschen te hopen, dat de minister
het beoogde doel verkrijgen van bezui
niging niet voorbij zal streven.
We hebben hierbij 't oog op het personeel
dat aan de militaire inrichtingen, welke
voor opheffing in aanmerking komen, ver
bonden is. Kn daar we iu deze niet geheel
gerust zijn, achten we het tot onzen plicht
de belangen van dat personeel voor te staan.
Onze mindere gerustheid is een gevolg
van het bericht, dat in de pers de rondte
doet, nl. dat binnenkort een aantal rijks
werk lieden in militaire bakkerijen dienst
doende, zal worden ontslagen, wegens sterke
verniin lering van het onder de wapenen
blij ven l gedeelte.
Als dit bericht waarheid bevat en daar
voor bestaat groote zekerheid, wordt tegen
over dat j ersoneel bijzonder hard gehandeld.
De minister bedenke toch hierbij, dat hek
tegen den winter gaat en het 'over het
algemeen menschen (gewezen militairen)
geldt, die elders inoeielijk een werkkring
kunnen bekomen. Het werk in de militaire
bakkerijen maakt hun eerder ongeschikt
dan geschikt om in de naar de eischen
des tijds ingerichte particuliere bakkerijen
werkzaam te zijn, terwijl ze niet aan voort
durend nacht- en loopwerk gewend zijn.
De Itegeering zou in deze mensehliêvend
moeten optreden, eerstens door de ontsla
genen, zooveel mogelijk, in eene
Hijksbetrekking (e herjlaatsen en de overigen
gedurende den winter in liijks dienst te
houden. Voor die arme drommels met groote
gezinnen zal toch wel werk door de admi
nistratie gevonden kunnen worden.
Nog onder den indruk van de treffende
verhalen, welke de rondte doen aangaande
de zestig zoo zwaar beproefde slachtoffers
der opgeheven waskaarsenfabriek te
Amfterdam, wenschen we een poging zij
het dan ook een zwakke aan te wenden
om van de Regeering te verkrijgen, dat
zij in deze aangelegenheid déNederlandsche
werkgevers eens een kranig voorbeeld geefc.
Moge het daartoe komen.
miiiiiiuiiiiiHiiimimiiiiiiiHiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiMiHtiiiii
in.
Mevrouw ANXA LAMBRECIITS?Vos. Het
Boekje van Tante An. De
Muiiekuitgevers Maatschappij, lt tteidam.
Mevrouw H LIENDERS?FUACKEI.S. Ver
geet mijnietjes. (T. B. van Eek, 'j (ira
ven hage.
JoHANX.i VETII Tom'seerstePiano'-.oekje:
De vroolijke Xoteuleer. De Nieuwe
Muziekhandel, Amsterdam.
J. VELDKAMP. Naar Ruiten. Tvvaalf
Wandeliiederen. P. Noordtiolf, Gro
ningen.
G. H. G. VOM Bnvc'KES FOCK. Tn~ee en
twintig geestelijse Liedeie.n voor een
solostem en gemengd koor op. 17.
Job. de Heer, K-jtterdam.
PIL LOOTS. Missa voor Alt, Tenor en
twee Bassen, op 44
Pu. LOOTS. Missa Festina in honorem
rit. Antonii de Padua, voor twee tenoren
en twee bassen, op. 46 Het koor
Benedicamus Djmino, Haarlem
Een allerliefst werkje is het Boekje van
Tante An". Aardige versjes op aardige
muziek. Het een zoowel als het SE der van
mevr. Lambrechts?Vos. Ook de illustraties
van W. Haidenberg. .. maar neen d lar mag
ik niet over schrijven, anders zou ik fjraig
erkennen dat die aan het geheel een erg
aantrekkelijk uiterlijk geven.
Ook me?r. Lienders?Frackers za! wel zelf de
versjes gemaakt hebben voorhaar kinderliedjes.
De meeste nummers zijn zeer goed geslaagd
en belpen het gro'te aantal liedjes voor de
jeugd, dat in den laatsten tijd verschenen
i?, op niet onwelkome wijze vergrooten. Het
naspel achter het eerste stukje is minder op
zijn plaats; en in Zon laamorgen" hird.jrt
mij wel de voortdurend terugkeerende
rhythmua van drie achtste noten pmiat.
Mejuffrouw Johanna V"th. aan wie men op
paedigogisch gebied reeds zooveel te danken
heeft, komt ons thans zoowaar verrassen met
een notenleer op rijm, volgens liet
systeernde Somaville. Het is werkelijk alleraardigst
zooals uiej. Veth die versjes heef; uitgedacht.
In aanmerking penompn, d ; ^Ciiiakkelijkheid
waarmt-êkitidereti versjes leeren, ni^g men
wel zeggen dat het,.den kleintjes hoe langer
hoe smakelijker wordt gemaakt.
De heer J. Veldkamp heeft met zijn
verzameling Naar Builen" gepooid ten
aantal liederen faam te stellen, die bestemd
zijn op school, wan "dingen en reisjes gezon
gen te worden. De heer Veldkamp is er
werkelijk in geslaagd een twaa'fail melod een
en teksten te vinden, die in hare twee- of
driestemmige zetting en met haar
marschmatig karakter, ongetwijfeld een opgewekte
en frnsche stemming moeten verschallen aan
het joiiga volkje.
Ten zeerste juich ik het sfreven van len
heer Veldkamp toe. Wanneer il nke liederen
in de jeugd met liefde worden geleerd en
beoefend, dan zullen ze er toe meileA'erken
ellendige straaldennen langzamerhand te
vei dringen. Volkomen ben ik het mtt den
heer Veldkamp eens, dat het wenschelijk is
zijn. bundel op de normaal- en kweekscholen
t« zien ingevoerd, opdat de aanstaande onder
wijzers reeds daar kennis maken met deze
en dergelijke liederen.
Voor bet meerendeel beeft de heer Von
Brucken I'ork ?e;f de teksten gemaakt zijner
geeslelijke liederen. De melodieën zijn zeer
eenvoudig en de begeleidingen voor piano
en harmonium eveneens niet moeilijk
te spelen ; bovendien is steeds een zekere
vootnaamheid gehaudhaaf l, zooals dat van
een vooitrell'elijk musicus als Von Brucken
Fock vernacht kan worden. Alles te samen
genomen dus een bundel die bij belangstel
lenden gereden ingang zal vinden.
Twee missen van Pb. Liols liggen voor
mij ter beoordeeling. Beide werken ken
merken zich door een geest van wij ling, die
den tekst volkomen recht doei wedervaren;
zoodat, na de zuivering, welke de K. C.
kerkmuziek ondergaan heeft, beide missen
zeker in een behoefte voorden. Opus 41,
voor alt, tenor en twee bassen, zal misschien
door de aanwending der knapenstemmen
mér afwisseling aanbieden in d*'n
klankopus 40 komt rnij voor van feestelijker
stemming te zijn, ook is de beweging der
twee tenoren en twee bassen van gruote
leven .iigheid. Xituurlijk kenmerken zich
beide missen door volkomen beheerschiug
van den koorsatz.
AXT. AVKRKAMI'.
Nieuwe Muziekuitgaven.
Bij de Algemi eneMu'.iekhandel v h S hun pil*
it Koning" te Amsterdam, verschijnen binnen
kort de navolgende werken: Alberto Biicbmann
4 morceanx pour violen et piano; Joh. v. d.
Bergh, Herinnering, voor xang en piano;
Hemiette J. van den Brandcler, 5 liederen;
Jeanne Bottger, Traeumereicn, cyclus
klavierstukken ; A. D. Lornau Jr., 2 chansons; C!.
F. Hendriks Jr., a lagU pour violoncel en
mouvement de va'.se pour violoucel; Bernard
Zvveers, ouverture Saskia; Siduey, valse
Caprice pour piano.
heer De Koo zou prachtig wezen. Maar er
kan niets van komen. De familie Six staat
immers haar schilderijen niet af, en de mu
seums doen 't ook niet. Laat ik bij het
Maurits huis bly'ven. Als dat zgn Rembrandts
af gaf, zou de groote glorie ons museum
uitgaan. Neen, dat lukt niet.
Maar ik heb een andere réve. Ergens een
huis, of een klein museum, waar blijvend
bewaard wordt wat er nu in het Leidsche
Universiteitsgebouw te zien is geweest, en
dan nog comp'eter. De beste reproducties
van liembrandi's heele oeuvre moesten er
komen, chronologisch gerangschikt, en bij
elke 83hildertj de stud.es en de voorstudies.
Dat zo a bijzonder leer/aam wezen."
Al zou het oogenblik misschien niet on
geschikt iüogen hoeten, nu de oplossing
der Nachtwaclit-quaestie ' zoo zeer gewraakt
wordt, om opnieuw over een
Kembrandtmuseum te schrijven, wij zullen ons
voorloopig bepalen tot de opmerking dat die
an,!e;e ré.e" van onzen vriend Bredius,
reeds van den aanvang af wede de onze is
geweest.
Wij schreven immers Augustus 1890 na
gesproken te hebben van de schilderijen,
etsen e:i teekeningen.
Een Rembrandt-Huis, gebo jwd voor
Kembrandt alleen. Een woning, waarin hij en
zijn Kunst zich tehuis kunnen gevoelec. Naar
het uitwendige en inwendige den stempel
dragende van het leven d, r zeventiende eeuw,
dat zijn penseel be/.ield heeft. Geen paleis,
kerkelijk of wereld.-ch, met eerezalen, salons
en loges, nuar een huis met kamers, in het
karakter en met de stoö'eering van
Kerabiandts tijd. Daar vinde men de schilderijen,
die wij Ntd'rlanders nog van hem be/ïitten.
Welk een verzameling! De wereldberoemde
stukken van de gemeente Amsterdam en van
het Kijk, en daaraan topgevoeüd de) 4 van de
Heeren Six, dn 5 van Dr. Bredius. en de
stukkm van Jlir. St engracht v. Duivenvoorde,
van de familie Weede van Dijkveld, van
Jhr. llarinxma Tiioe Hooten, deze drie ieder
eigenaar van n zijner werken; daarbrenge
men zijn -rtsen. zijn teekeningen en, eindelijk,
diiar wordt; in dt-n uitnem^ndsten vorm, waar
over de rt'prod'tc/'itvi', Kuntt omer d-i^en'
beschikt, een viMtdig overzicht geschonken,
ven heigeen het buitenland ran Htmbrandts
kunst oris hei f t onlk'iapt of afgek cht. Een
Hui» das, W larin m,en Renbrandt in zijn
tyW, in z'ijn ontwikkeling, in zijn volle
6e/c keids J(t( lunwn aanw'iou ner>; een Huis
dat in zijn geheel ons het beeld van ue^en
schil lerkoning te zien geeft, levens^roo^, ten
voeten uit. En. in of na'int d J
Jtembrai.dtHn'is een Rembrandt B bliothetk. Het
degelijkst monument, dat men voor een geniaal
man kan stichten, is de boekerij, waarin
tesamen is gevormd, wat tijgenoot en na
geslacht over zijn persoon en werk hebben
geschreven. Daar liggen onverwelkt de
lauwerkransen, die oprechte eorbie l, dank
baarheid en geestdrift hem hebben toege
dacht. Wat spreekt luider van Rombrandt's
grootheid, van de kracht, die van hem is
uitgegaan, »van den invlo d. die in toene
mende mate door hem wordt geoef-nd, dan
de studie, aan zijn werken gewijd door de
beschaafden uit alle volkeren der wereld?
Ziedaar het hul lebetoon, d.it de ei ii.u'ti
door aangroeit, door de waardigsten hem
aangeboden, en dat niet door den nijd of
de onverschilligheid van onwaardigen kan
worden aangetast. Een R^mbrandt-Biblio
theek, dn1, wil zeggen: een onafzienbare
rij van getuigen, spreken ie het oordeel van
twee eeuwen; de Rembrand'-figuu ? gezien
in het licht der tijden, óók iii het licht
van onzen tij-i."
Ten ante lêe.
d)c verdienstelijke man van Onder de
menschen1' in de JV. Jt. Ct. geeft in hot N r.
van 20 September, o. a. verslag van een
onderhoud met dr. Bredius over de Leidsche
tentoonstelling.
Daarin komt hot volgende voor :
Nu gaan ook die-Ksmbrandl's ons land
weer uit. Ja, dat Rembrandt-buis van den
Wi'leiEl]soTer ViüenBil
lii.lilerdijh', Bloemlezing met inleiding
en opmerkingen door WN.I.EM Ki.oos.
G. S'jhreuders, Amsterdam.
Wij wisten het allen wel: er was een
reus in onze literatuur oflaten we liever zeg
gen: in het meest vlakke land onzer litera
tuur was een berg, een hooggebergte; tmsjhen
allerlei lagere bergjes en hcuveltoppni in.
Maar wie van ons had ooit dat hooggebergte
beklommen of' ook maar uit de dalen
en vlakten er rondom goed gekeken, of liet
aai\ alle kanten door kale rotswanden
ontoegankelijk was gemaakt, dan wel of
erookschoone berg weiden tegen op glooiden,
trotsche wonden er tegen op klauterden,
snelle boekjes er af' murmelden en kla
terden of wat voor andere heerlijkheden
zich om hooggebergten plegen heen to
reien of er af te vloeien!' liet was en bleef
voor ons een berggevaarte, in mistige verte
gezien, noch in onderdeelen noch in om
trekken juist aan oris bekend.
Maar zie. een gids hoeft in eenzame stilte
een groot werk voor wis volbracht. Hij
heeft don berg van rondom opgenomen, de
begaanbare paden er ontdekt, de mooie
punten voor vergezichten of'
woudeenzuamhoiit door wegwijzers voor ons meer vind
baar g 'maakt, ook van do toppen er 0:11
lieen, waar hij uit/.icht op geeft, (ie juiste
ligging en hoogto berekend en voor ieder
is nu, door zijn aau»ij/,ing of persoonlijk
geleidt!, liet spoelreisje mogelijk naar de
vroeger ontoegankelijke hoogten, ieder kan
nu het gebergte in zijn liefelijkheid en
eenzaamheid van dichter-bij genaken.
Vergooi' mij, le^er, deze misschien wat
lang uitgewerkte vergelijking; maar zij is
toch niet au Iers dan de j liste weergave van
den indruk, dien bij mij achterlieten de
weinige uren door mij besteed om Klops'
Inleiding tot zijne Bloemlezing uit Bilderdijk
door to vliegen.
Want doorvliegen doet men ze, die blad
zijden, op elke waarvan tragen worden
beantwoord, die ge wel eens bij u hailt
voelen opkomen, diiist"rlieden opgeklaard,
die in uw donken hadden geheerseht, hot
verband u aangeboden tussi'hcu punten, die
u tot 110^ too onvoreonigbaar toeschenen.
d laar staat UiKlerdijk nu voor u als een
zeer belutignjk persoon in onze letterkunde:
zooals " hij is in zijn eigen persoonlijke
waarde als kunstenaar en als mensch, in
zijn verband mot voorgangers en
tijdgenooton, in zijne nawerking op l ttere schrijvers:
de mensch met een oiitzaggelijk intellect,
maar bij wien niet in daarmede ge
venredigdo mate aanwezig was de niet nader
te omschrijven psychische eigenschap, die
men gevoel noemt, en die alleen in staat
is den mensch van groot intellect ook tot
een groot dichter te maken.
Als kunstenaar wordt hij ons yoor oogen
gestold naar de eigenlijke innerlijke waarde
van zijn schrijverswerk: hoe dit bestaat uit
het kleine deeltje, dat wezenlijke weergave
is van zijne zingende .dichterziel, uit het
overgroote deel dat meer of minder leesbaar
rijmwerk is, meer of minder weergevende
de voor het meerendeel toch groote kwali
teiten van dezen bijzonderen mensch.
Als mensch wordt hij ons voorgesteld,
niet naar eenige bijzonderheden uit zijn
particulier leven, vroeger met de grootste
wijsneuzigheid uitgeplozen en naar
coaventioneele begrippen beoordeeld; maar zooals
hij zich vertoont als denkend en voelend
mensch in zijn werk,als beoordeelaar zoowel
van zijn eigen als van anderen werk, als be
oordeelaar ook van andere menschen.
Bijzonder belangrijk vii.dtik hierin Kloos'
verklaring van B's vereering en verguizing
van zijnen tijdgenoot Napoleon en ook de
opmerking over beider karakter-verwant
schap.
Dan in zijn verband met voorgangers en
tijdgenooten. De ware verhouding wordt
aangegeven, waarin hij staat tot Vondel,
met wien hij zoovaak ook in den laatsten
tij l door onverstandige beoordeelaars op
ne lijn is gesteld; ook zij n verhouding tot
Hooft en Huygens is niet vergeten. De
verdienste wordt hem toegekend van wer
kelijk te hebben bijgedragen tot de ver
lossing van het Hoïlandsche vers uit wat
men wel de windstilte van alle hartstocht,
leven of beweging zou kunnen noemen, die
de Hoïlandsche dichters der 18de eeuw had
gekenmerkt, maar toch wordt hij ook ge
karakteriseerd als de man die slechts terug,
niet naar voren zag.
Voorts zijne verhoulin? tot andere schrij
vers, vooreerst tot die in den vreemle: den
gefiiigeerden maar toch kranigen ssian,tot
den nu weinig meer genoemden J. B.
Rouseau, tot den klas-ucistischen Dryden, tot den
hemelschen muzikant-met-verzen John
Milton; voorts tot zijn tijdgenoot Ky n vis Feith;
tot zijn leerling da Cost*; tot zijn ietwat
verder afstaanden volgeling ten Kate; tot
zijnen b3oordeelaar Djuwei Dikker; tot
hot geslacht van 1880; allen uitspraken,
met welke de toekomende geschiedschrijver
der hollandsche literatuur wijs zal doen
rekening te houden.
Ziehier, meen ik, voor dit Weekblad genoeg
om de aandacht te vestigen van ieder, die
maar iets voelt voor de hollandsche litera
tuur, op deze stuiie van Willem Kloos; eene
studie, waarmede ik vind dat deze kunst
rechter aan het weidsch oprijzend
historischkritisch gebouw zijner literaire Kronieken
eenen trotschen en wijd in het rond zicht
baren trans heeft opgezet, trans, bekroning
van het reeds voltooide, tegelijk onderbouw
voor het geene nog te bouwen is.
Want, zijn de kronieken gewoonlijk be
oordeelingen van enkele werken van nog
levende, dus nog zich ontwikkelende
sohrijvers, of enkele aanduidingen tot nadere
karakteristiek van vroeger geleefd hebbende
meesters: hier geeft hij ons voor het eerst
een geheelen persoon, zooals hij was en zich
ontwikkeld had door zijn eigen aard en door
zijn aanraking mat anderen: een studie,
zooals wij met de grootste belangstelling
van over andere meesters van hier en va:i
ginds, van nu en van straks van Kloos
verwachten.
Ten slofte nog een kleine vraag van
actueel belang. Zal het feit dat deze studie
juist iiii verschenen is, vlakvoor de offuieele
Bilderdijk hulde aan deze niet een prikke
lend smaakje bij zetten, dat ze anders wellicht
in hare offisieele dcftigheid zoude hebben
gemist, nu ieder belangstellend persoon uit
het publiek er zich op kan spitsen na te
gaan welk nut de offijieele huldigers, meest
mannen van veelsoortige en beproefde be
kwaamheden o p allerlei gebied, zullen hebben
getrokken uit dit oordeel over den gehul
digde, dat een r-aktnan wel zoo goed is ge
weest na rijpe studie anderen vaklieden
n leeken mede te deelen ?
H il v., 26 Sept.
Dr. H. J. BOEKK.N.
De Cilfrxle D.tg, van JOII.IXXKS JÖROE.VSEN-,
vertaald met toestejaming van deu
schrijver door KEES MEEIOÜ.,
Im-iterdu:n, C. L van Langeahuijsen, l'JOü.
De uiterste dag", dat is de (Ug, wiarop
Niels Graff ligt op het ziekbed, op bat doods
bed iu het vreemde Sudoma. om, door ieder
een verlaten, eenzaam te sterven. Hij. de
gevierde schrijver van zijn land, de dichter
en prozaïst, Xiels Grall' zou sterven en daar
was niemand die in zijne piaits wilde gaan,
en er wns ook niemand die dat zou kunnen,
en je kon je niet van den dood afdichten
ea je niet van den dood afdroomen en den
dood niet bepraten en den dood niet
beg^kken en den dood niet vluchten.
Niela Grall' ging sterven!
Maar vóór hij uit het leven scheidde,
ontwaakte hij nog eens, sloeg zijns oogen
op en zag .. .
Zïg zijne eerste ontluikende liefde voor
Agnes. zijn huwelijksgeluk en de weelde van
het vaderschap, zijn fee.sten met vrienden en,
kennissen, dictters en kunstenaars als hij, 7.-\*
boe zijn lief Ie zich geleidelijk verdeelde tus
schen Agnes met den kleinen Erik en de ver
leidelijke mevrouw Lily Linden, /.ag hoe bij
treurde om zijn korten zigeunertijd en dat
zoo weinig waren de jaren, dat hij dwaalde
als vrij noma Ie over de oneindige steppen
der jeugd, zilg zijn treurig bestaan na zijn
ontslag op het redac'iebureau, zijn meer en
meer zich hechten aan mevrouw Lily
Linde.n, terwijl hij hunkerde als een roodhuid,
die lieimvvee heeft, naar de wilde woorden.
des 'e .-ens; en begeerde weekelijk onder te gaan
en zich to verliezen in den nacht, die zijn
boo-e golven rolde door de groote stad."
isieis Graü" ging sterven ! ?
Maar, als in een kinematograaf, komen,
in af wisselende-rij, de l mensbeelden voor zijn
brekend oog.
Hij ziet zijn bleken, zijn meube's, bet
nco i/akelijk-te huisraal, ja den zilveren
lepel van kleinen Krik, stuk voor stuk ver
huizen naar den berg van barmhartigheid,"
ziet, boe hij 's nachts blijft drir,ken en klin
ken met vrienden on mevrouw Lüy en als
hij thuis komt en Agnes met kleinen Erik
niet meer vindt, _ hoe dan een grof genoe
gen in hem opstijgt, een lage, lompe blij
heid van eindelijk weer vrij te zijn. En hij
benuttigt die vrijheid en vlucht met me
vrouw Lily naar het Zuiden. De tijd kwam
echter dit Niels ea zijne geliefde zich den
dood toewensc'iten en hunne harten spron
gen bijna van de macht des kwaads in hen,
en ze schreiden tranen van razernij en ze
leefden slechts omdit huane licha nen el
kander begeeren. Totdat het einfe kwam
totdat oen andere man mevroiiiv Lilv trok