De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 30 september pagina 2

30 september 1906 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

. l? ?' D P: AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Np. 1527 ?oren van dit bekende geluid heft de offl»r het hoofd op, ziet hen op twee meter fstand, onbewegelijk en met de hand aan de pet voor zich staan, begrijpt de'bedoe ling, geeft zonder iets te seggen eea bijna onmerkbaar teeken van toestemming en de jongelui draaien zich om. : i Maar de" Duïtsche discipline heeft niet'! «liet n dezen uit erlijken vorm. Zij is verspreid ever de geheele oppervlakte van het land en niet alleen zichtbaar in de houding van «He wezens in uniform, douane-beambten, brievenbeatellers, spoórwegbeambten, tratneojjducteurs, politie-agenten, nacht wachters, >tT»atvegers maar voelbaar en werkelijk in [al!e onderdeelen van het volksleven. Jk was in Danzig op het tijdstip dat er *en|congres van houtvesters werd gehouden. Een van hen vettelderjriij.jdat.de.wilddieverij, die)' de plaag is van de Fransche bosschen, in Duitscliland om zoo te zeggen niet bestaat. Rondom bijna alle steden, letterlijk tot voor de poorten, krioelen de jachtterreinen van ween, hazen en patrijzen. De wet wordt door iedereen gehoorzaamd «n op iedereen toe gepast. De directeur-generaal van de douane te Hamburg kan u vertellen, dat er in de vrijhaven, die ren omtrek van 12 K.M. heeft, , geen bedriegerij en geen smokkelary plaats »«adf.' Het zou voor de 15000.arbeiders, die elkenjdag de vrijhaven verlaten gemakkelijk lijn, hun zakken te vullen met cacao, koffie f f .vanille. Waar zij doen het niet. Als een werkman het waagde en als het door zijn makkers werd gezien, zouden zij hem oogenBbkkeljjk aangeven. Zij stelen niet, maar zij ?willen ook met, dat een ander steelt! Stel n eers e?en ern vrij'-aven in Marseille voorl DeJ smokkelaars zouden er een syndicaat v-ormeL ! De strengheid waarmede in geheel Duitschfcnd de wet op de schoolplicht wordt toe gepast, is bijna ongeloofelijk. Als een kind nmaal de cchool verzuimt, worden de ouders gewaarschuwd. Wanneer er geen gel dige verontschuldiging voor is, en slechts »eer ernst!ie redenen vormen een geldige ver ontschuldiging wordt een boete van 20 Pfen»ig opgelegd. Bij een tweede verzuim wordt d*j boete verdubbeld. Bij een derde wordt fcetj kind zyn vrjjen Zondaz ontnomen. En als dit nog niet helpt, wordt de weerspan nige door de politie uit de ouderlyke woning gehaald en naar school gebracht. * * # Deze algemeene onderworpenheid brengt in Duitgcnland overal een bewonderen waar dige orde tot stand Gr durende zeven maanden eb- ik-, zelfi in de grootste steden, ondanks let | drukke en levendige veikeer op straat, nooit een enkele opstopping" gezien. Dat komt doordat evenals in Londen de policeman, de Sffiüdmann, hier koning en alleenheerscher is. Trouwens iedereen is hier koning en alleenieerscher in zijn eigen betrekking. En het pnbli« k betoont evenveel eerbied aan een framcondncteur als aan dtn meest indiukwekkenden uniformdrager. De Belgische «onsul te Keulen heeft mij verteld, dat toen lij] opj ten keer op een reeds in beweging Hjnde} nam 'was gesprongen, de conducteur den wagen liet stoppen. Niet omdat er geen plaats was, maar eenvoudig omdat hij tegen iet reglement had gezondigd: het is verfcoden in of uit een in beweging zijnde tram ,1e stappen. * Jn Düsseldorf sprong een.jong meisje nit *en{stiis'aandtn tiam'wagen, gleed uit op den neg en brak het een of ander: proces, JÏe maatschappij werd veroordeeld tot het Betalen van schadevergoeding Een pade man frtapt uit den zelfden wagen, terwijl hij nog jjaist even in beweging is, en valt zonder yieh'fte bézeeren: de politie is dadelijk ter plaatse en maakt proces-verbaal op tegen den Jouden man. Dominés en pastoors weten zich ook te doen gehoorzamen. De pastoor vandeMinoritenkeik te Keulen ziet een paar gemeente leden binnenkomen juist als hij met zijn preek- wil beginnen, en spreekt hen aldus aan: Ziet gij God's huis aan voor een herberg, waarin! gij kunt gaan en komen, wanneer gij wilt?' Gedurende een lange preek kijkt een geaneentelid, dat zich blijkbaar wat verveelt, cp zyn horloge en mompelt zachtjes een paar woorden. Een zijner buren komt naar hem toe, zegt: A!s gij daarmee niet ophoudt, pak ik u bijfden kraag en zet u aan de deur." In den schouwburg gait het al net zoo. Kiemand verroert zich, niemand, zegt een woord, zelfs niet in een Café-concert. Ze komen daar niet om te praten, maar om te Slist eren, naar hetgeen er wordt opgevoerd. In elk land bestaan vele: Verboien te.... Maar in Frankrijk wordt weinig acht geflagen op die verboden, vooral als zij be trekking hebben op zaken van weinig belang. Jn.. Spanje staat zoo'n verbod gelijk met een vergunning. Ik denk hierbij aan de trams in Barceiona, waar niet dikke .letters staat,. dat het verboden is te rooken, en waar elke fpanjaard een, gewoonlijk bijzonder groote, iigaar zit te rooken. Als ik dit aan een >uitscber vertel staat hij verstomd. Dat is «en manier van optreden, tegenover wetten fn autoriteit, die zijn verstand te hoven gaat. Ia Duitschland krioelt het van de verbeden, en ik verzeker u, dat niemand er ?ver denkt, zich er tegen te zetten. Pe eerlijkheid gebiedt mij, te erkennen, dat zij gewoonlijk een zeer geldige reden van !>e?taan hebben, 't Is alleen maar hun over vloedigheid "die hen min of meer belachelijk maakt. Men kan in een tram zijn oogen niet «pslaan, zonder minstens zeven Ve boten te lezen : Ie verboden te rooken, 2e verboden te {spuwen, 3e verboden het hoofd naar buiten fe steken, 4e verboden- de plaats van den conducteur op het balcon in te nemen, 5e »eiboden onder het rijden in of uit te «tappen, Oe verboden de deuren van den wagen te sluiten, behalve tusschen den len Ortober en den 3 len Maart, 7e verzoek de Mljetten te bewaren (voor de controle, die in sommige, steden vrij dikwijls plaats vindt). ? Op alle bruggen is het absoluut verboden anders dan rechts te houden. Als een politie agent u op links loopen betrapte, zou hij u noodzaken, aan de overzijde to gaan loopen. Ik heb eenise van de meest typische Vero'*n verzameld. Ziehier een paar staaltjes staaltjes ervan. Tö-'Berlijn, in een koffiehuis op den Potsrlamer Platz. is het Verboden, in den tuin de ? onrant te lezen. Men moet zich daarvoor aarar de eerste verdieping begeven ! In hetxelfdeJCaféis het Verboden losloopende hon(fenjraee te brengen, aan de kas zijn honekettingen te leen te krijgen! In Düsseldorf zijn in de openbare parken lanen, -waarin het verboden is, met kinder wagens te ryden. Daarentegen zijn de banken gereserveerd voor kindermeisjes en kinderen; waarop andere wandelaars niet mogen plaats nemen. Andere banken weer zyn verboden voor kindermeisjes en kinderen. Men kan, als ik mij niet vergis voor 3 Mvfk, het recht koopen, met een kinder wagen over de trottoirs te rijden. Wie zich die uitgave niet wil getroosten, is genoodzaakt, met zijn kinderen op den rijweg te blijven. In het Harburger bosch, dicht by Ham burg, is het verboden te rooken. In Wiesbaden en Stuttgart is het verboden op sommige wegen van de publieke parken te loopen. In Berlijn H het verboden on Ier de middelste boog van den Biandenburger Thor door te rijden, die wordt gereservee d voor den Keizer! Gedurende de zomermaanden moeten in geheel Duitschland alle honden van muil korven voorzien zijn en aan kett ingen of riemen worden vastgehouden. In Düsseldorf is het verboden vruchtenschillen op de paden en grasperken der par ken neer te werpen. Tegen een vrouw uit het volk, die een sinaasappelschil op een grasperk liet vallen, werd proces-verbaal opgemaakt. Zij werd ver oordeeld tot het betalen van een kleine boete. In de groote gehoorzaal van de universi teit te Göttingen, heb ik de volgende, door den rector onderteekende waarschuwing zien hangen: Het is verboden de tafels te ver minken door er namen in''te snijden of op te teekenen. Z\j, die hier mede in strijd handelen, zullen worden gestraft". In Zoppott, een badplaats aan de Oostzee, niet ver van Danzig, staat ergens op het havenhoofd te lezen: Men wordt verzocht rechts te houden en niet te blijven stilstaan". En in den tuin van het Ca-ino: Het is verboden de stoelen te reserveeren". In de dierentuinen is het verboden te fo tografeeren. Het klassieke Verboien, dat in Duitschland dikwijls wordt aangehaald, is liet volgende: Deze weg is geen weg. Hij, die er trebruik van maakt, moet een boete van 3 Mark be talen, of een dag gevangenisstraf ondergaan. De aanbrenger ontvangt de helft van de boete". Op particuliere jachtterreinen is het verb >den te rooken, behalve uit een met deksel voorziene pijp. In een park doet een k'ein kind een plasje op den rand van een grasperk, de parkwachter komt de moeder of de kinder meid een terechtwijzing geven... Dat is het voorschrift! O, die voorschriften ! Ze nemen in dit land ontzagwekkende afmetingen aan l Ik be zocht eens een kerk in Danzig; ten meisje van veertien jaar leidde het troepje, waartoe ik behoorde, rond. Toen zij ons had binnen gelaten sloot zij de deur af. Na een kwar tiertje, toen ik hoegenaamd geen belangstel ling meer voelde in het gebouw, wilde ik weggaan. Ik deelde mijn verlangen mede aan de jonge maagd, die koeltjes antwoordde : Een oogenblik" En ik moet nog een vol half uur tegen mijn zin opgesloten blyven .... Ziehier tot slot de fraaiste van al die verboden, die ik heb gelezen in eenpubliek cabinet d'aiwnce: Het "is verboden bier te zineen en langer dan een uur te blijven." Maar vanwaar komt dit in Duitschland zoo algemeene gevoel van onderworpenheid aan de autoriteit? 'Wij zullen eens trachten dat na te gaan. (Wordt vervolgd}. Houding van de Nederlandsche Regeering tegenover rijkswerklieden. Men schrijft ons : Het mag een verblijdend verschijnsel genoemd worden, dat de tegenwoordige minister van oorlog er toe overgaat, onnutte en bovendien veel geld verslin lende militaire inrichtingen op te doeken. We bepalen ons te wijzen op de militaire hospitalen en de bakkerijen. Beide soort inrichtingen zijn voor verreweg het grootste gedeelte uit den tijd. Sedert jaren wordt dan ook van ver schillende zijden op opheffing aangedrongen. Onze militaire administratie trachtte het goede doel tegen te houden (en met succes) omdat ze nu eenmaal niet gaarne ziet, dat haar nog meer veeren worden uitgetrokken. Eindelijk is ze moeten zwichten voor den wil van den minister Staal. Jïeeds verleden jaar toch werd reeds begonnen met onnutte militaire hospitalen op te heffen en wordt nu gebruik gemaakt van de meer en meer aan de eischen des tijds voldoende burgerziekeninrioh tingen. X u schijnen m litaire bakkerijen aan de beurt te komen, ten minste als men geloof kan slaan aan de berichten, welke daar omtrent in de pers de rondte doen. Kr worden er reeds met name genoemd, welke binnenkort opgeheven worden. Hoe gelukkig het in deze tegen de admi nistratie optreden genoemd kan worden, het is intusschen te hopen, dat de minister het beoogde doel verkrijgen van bezui niging niet voorbij zal streven. We hebben hierbij 't oog op het personeel dat aan de militaire inrichtingen, welke voor opheffing in aanmerking komen, ver bonden is. Kn daar we iu deze niet geheel gerust zijn, achten we het tot onzen plicht de belangen van dat personeel voor te staan. Onze mindere gerustheid is een gevolg van het bericht, dat in de pers de rondte doet, nl. dat binnenkort een aantal rijks werk lieden in militaire bakkerijen dienst doende, zal worden ontslagen, wegens sterke verniin lering van het onder de wapenen blij ven l gedeelte. Als dit bericht waarheid bevat en daar voor bestaat groote zekerheid, wordt tegen over dat j ersoneel bijzonder hard gehandeld. De minister bedenke toch hierbij, dat hek tegen den winter gaat en het 'over het algemeen menschen (gewezen militairen) geldt, die elders inoeielijk een werkkring kunnen bekomen. Het werk in de militaire bakkerijen maakt hun eerder ongeschikt dan geschikt om in de naar de eischen des tijds ingerichte particuliere bakkerijen werkzaam te zijn, terwijl ze niet aan voort durend nacht- en loopwerk gewend zijn. De Itegeering zou in deze mensehliêvend moeten optreden, eerstens door de ontsla genen, zooveel mogelijk, in eene Hijksbetrekking (e herjlaatsen en de overigen gedurende den winter in liijks dienst te houden. Voor die arme drommels met groote gezinnen zal toch wel werk door de admi nistratie gevonden kunnen worden. Nog onder den indruk van de treffende verhalen, welke de rondte doen aangaande de zestig zoo zwaar beproefde slachtoffers der opgeheven waskaarsenfabriek te Amfterdam, wenschen we een poging zij het dan ook een zwakke aan te wenden om van de Regeering te verkrijgen, dat zij in deze aangelegenheid déNederlandsche werkgevers eens een kranig voorbeeld geefc. Moge het daartoe komen. miiiiiiuiiiiiHiiimimiiiiiiiHiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiMiHtiiiii in. Mevrouw ANXA LAMBRECIITS?Vos. Het Boekje van Tante An. De Muiiekuitgevers Maatschappij, lt tteidam. Mevrouw H LIENDERS?FUACKEI.S. Ver geet mijnietjes. (T. B. van Eek, 'j (ira ven hage. JoHANX.i VETII Tom'seerstePiano'-.oekje: De vroolijke Xoteuleer. De Nieuwe Muziekhandel, Amsterdam. J. VELDKAMP. Naar Ruiten. Tvvaalf Wandeliiederen. P. Noordtiolf, Gro ningen. G. H. G. VOM Bnvc'KES FOCK. Tn~ee en twintig geestelijse Liedeie.n voor een solostem en gemengd koor op. 17. Job. de Heer, K-jtterdam. PIL LOOTS. Missa voor Alt, Tenor en twee Bassen, op 44 Pu. LOOTS. Missa Festina in honorem rit. Antonii de Padua, voor twee tenoren en twee bassen, op. 46 Het koor Benedicamus Djmino, Haarlem Een allerliefst werkje is het Boekje van Tante An". Aardige versjes op aardige muziek. Het een zoowel als het SE der van mevr. Lambrechts?Vos. Ook de illustraties van W. Haidenberg. .. maar neen d lar mag ik niet over schrijven, anders zou ik fjraig erkennen dat die aan het geheel een erg aantrekkelijk uiterlijk geven. Ook me?r. Lienders?Frackers za! wel zelf de versjes gemaakt hebben voorhaar kinderliedjes. De meeste nummers zijn zeer goed geslaagd en belpen het gro'te aantal liedjes voor de jeugd, dat in den laatsten tijd verschenen i?, op niet onwelkome wijze vergrooten. Het naspel achter het eerste stukje is minder op zijn plaats; en in Zon laamorgen" hird.jrt mij wel de voortdurend terugkeerende rhythmua van drie achtste noten pmiat. Mejuffrouw Johanna V"th. aan wie men op paedigogisch gebied reeds zooveel te danken heeft, komt ons thans zoowaar verrassen met een notenleer op rijm, volgens liet systeernde Somaville. Het is werkelijk alleraardigst zooals uiej. Veth die versjes heef; uitgedacht. In aanmerking penompn, d ; ^Ciiiakkelijkheid waarmt-êkitidereti versjes leeren, ni^g men wel zeggen dat het,.den kleintjes hoe langer hoe smakelijker wordt gemaakt. De heer J. Veldkamp heeft met zijn verzameling Naar Builen" gepooid ten aantal liederen faam te stellen, die bestemd zijn op school, wan "dingen en reisjes gezon gen te worden. De heer Veldkamp is er werkelijk in geslaagd een twaa'fail melod een en teksten te vinden, die in hare twee- of driestemmige zetting en met haar marschmatig karakter, ongetwijfeld een opgewekte en frnsche stemming moeten verschallen aan het joiiga volkje. Ten zeerste juich ik het sfreven van len heer Veldkamp toe. Wanneer il nke liederen in de jeugd met liefde worden geleerd en beoefend, dan zullen ze er toe meileA'erken ellendige straaldennen langzamerhand te vei dringen. Volkomen ben ik het mtt den heer Veldkamp eens, dat het wenschelijk is zijn. bundel op de normaal- en kweekscholen t« zien ingevoerd, opdat de aanstaande onder wijzers reeds daar kennis maken met deze en dergelijke liederen. Voor bet meerendeel beeft de heer Von Brucken I'ork ?e;f de teksten gemaakt zijner geeslelijke liederen. De melodieën zijn zeer eenvoudig en de begeleidingen voor piano en harmonium eveneens niet moeilijk te spelen ; bovendien is steeds een zekere vootnaamheid gehaudhaaf l, zooals dat van een vooitrell'elijk musicus als Von Brucken Fock vernacht kan worden. Alles te samen genomen dus een bundel die bij belangstel lenden gereden ingang zal vinden. Twee missen van Pb. Liols liggen voor mij ter beoordeeling. Beide werken ken merken zich door een geest van wij ling, die den tekst volkomen recht doei wedervaren; zoodat, na de zuivering, welke de K. C. kerkmuziek ondergaan heeft, beide missen zeker in een behoefte voorden. Opus 41, voor alt, tenor en twee bassen, zal misschien door de aanwending der knapenstemmen mér afwisseling aanbieden in d*'n klankopus 40 komt rnij voor van feestelijker stemming te zijn, ook is de beweging der twee tenoren en twee bassen van gruote leven .iigheid. Xituurlijk kenmerken zich beide missen door volkomen beheerschiug van den koorsatz. AXT. AVKRKAMI'. Nieuwe Muziekuitgaven. Bij de Algemi eneMu'.iekhandel v h S hun pil* it Koning" te Amsterdam, verschijnen binnen kort de navolgende werken: Alberto Biicbmann 4 morceanx pour violen et piano; Joh. v. d. Bergh, Herinnering, voor xang en piano; Hemiette J. van den Brandcler, 5 liederen; Jeanne Bottger, Traeumereicn, cyclus klavierstukken ; A. D. Lornau Jr., 2 chansons; C!. F. Hendriks Jr., a lagU pour violoncel en mouvement de va'.se pour violoucel; Bernard Zvveers, ouverture Saskia; Siduey, valse Caprice pour piano. heer De Koo zou prachtig wezen. Maar er kan niets van komen. De familie Six staat immers haar schilderijen niet af, en de mu seums doen 't ook niet. Laat ik bij het Maurits huis bly'ven. Als dat zgn Rembrandts af gaf, zou de groote glorie ons museum uitgaan. Neen, dat lukt niet. Maar ik heb een andere réve. Ergens een huis, of een klein museum, waar blijvend bewaard wordt wat er nu in het Leidsche Universiteitsgebouw te zien is geweest, en dan nog comp'eter. De beste reproducties van liembrandi's heele oeuvre moesten er komen, chronologisch gerangschikt, en bij elke 83hildertj de stud.es en de voorstudies. Dat zo a bijzonder leer/aam wezen." Al zou het oogenblik misschien niet on geschikt iüogen hoeten, nu de oplossing der Nachtwaclit-quaestie ' zoo zeer gewraakt wordt, om opnieuw over een Kembrandtmuseum te schrijven, wij zullen ons voorloopig bepalen tot de opmerking dat die an,!e;e ré.e" van onzen vriend Bredius, reeds van den aanvang af wede de onze is geweest. Wij schreven immers Augustus 1890 na gesproken te hebben van de schilderijen, etsen e:i teekeningen. Een Rembrandt-Huis, gebo jwd voor Kembrandt alleen. Een woning, waarin hij en zijn Kunst zich tehuis kunnen gevoelec. Naar het uitwendige en inwendige den stempel dragende van het leven d, r zeventiende eeuw, dat zijn penseel be/.ield heeft. Geen paleis, kerkelijk of wereld.-ch, met eerezalen, salons en loges, nuar een huis met kamers, in het karakter en met de stoö'eering van Kerabiandts tijd. Daar vinde men de schilderijen, die wij Ntd'rlanders nog van hem be/ïitten. Welk een verzameling! De wereldberoemde stukken van de gemeente Amsterdam en van het Kijk, en daaraan topgevoeüd de) 4 van de Heeren Six, dn 5 van Dr. Bredius. en de stukkm van Jlir. St engracht v. Duivenvoorde, van de familie Weede van Dijkveld, van Jhr. llarinxma Tiioe Hooten, deze drie ieder eigenaar van n zijner werken; daarbrenge men zijn -rtsen. zijn teekeningen en, eindelijk, diiar wordt; in dt-n uitnem^ndsten vorm, waar over de rt'prod'tc/'itvi', Kuntt omer d-i^en' beschikt, een viMtdig overzicht geschonken, ven heigeen het buitenland ran Htmbrandts kunst oris hei f t onlk'iapt of afgek cht. Een Hui» das, W larin m,en Renbrandt in zijn tyW, in z'ijn ontwikkeling, in zijn volle 6e/c keids J(t( lunwn aanw'iou ner>; een Huis dat in zijn geheel ons het beeld van ue^en schil lerkoning te zien geeft, levens^roo^, ten voeten uit. En. in of na'int d J Jtembrai.dtHn'is een Rembrandt B bliothetk. Het degelijkst monument, dat men voor een geniaal man kan stichten, is de boekerij, waarin tesamen is gevormd, wat tijgenoot en na geslacht over zijn persoon en werk hebben geschreven. Daar liggen onverwelkt de lauwerkransen, die oprechte eorbie l, dank baarheid en geestdrift hem hebben toege dacht. Wat spreekt luider van Rombrandt's grootheid, van de kracht, die van hem is uitgegaan, »van den invlo d. die in toene mende mate door hem wordt geoef-nd, dan de studie, aan zijn werken gewijd door de beschaafden uit alle volkeren der wereld? Ziedaar het hul lebetoon, d.it de ei ii.u'ti door aangroeit, door de waardigsten hem aangeboden, en dat niet door den nijd of de onverschilligheid van onwaardigen kan worden aangetast. Een R^mbrandt-Biblio theek, dn1, wil zeggen: een onafzienbare rij van getuigen, spreken ie het oordeel van twee eeuwen; de Rembrand'-figuu ? gezien in het licht der tijden, óók iii het licht van onzen tij-i." Ten ante lêe. d)c verdienstelijke man van Onder de menschen1' in de JV. Jt. Ct. geeft in hot N r. van 20 September, o. a. verslag van een onderhoud met dr. Bredius over de Leidsche tentoonstelling. Daarin komt hot volgende voor : Nu gaan ook die-Ksmbrandl's ons land weer uit. Ja, dat Rembrandt-buis van den Wi'leiEl]soTer ViüenBil lii.lilerdijh', Bloemlezing met inleiding en opmerkingen door WN.I.EM Ki.oos. G. S'jhreuders, Amsterdam. Wij wisten het allen wel: er was een reus in onze literatuur oflaten we liever zeg gen: in het meest vlakke land onzer litera tuur was een berg, een hooggebergte; tmsjhen allerlei lagere bergjes en hcuveltoppni in. Maar wie van ons had ooit dat hooggebergte beklommen of' ook maar uit de dalen en vlakten er rondom goed gekeken, of liet aai\ alle kanten door kale rotswanden ontoegankelijk was gemaakt, dan wel of erookschoone berg weiden tegen op glooiden, trotsche wonden er tegen op klauterden, snelle boekjes er af' murmelden en kla terden of wat voor andere heerlijkheden zich om hooggebergten plegen heen to reien of er af te vloeien!' liet was en bleef voor ons een berggevaarte, in mistige verte gezien, noch in onderdeelen noch in om trekken juist aan oris bekend. Maar zie. een gids hoeft in eenzame stilte een groot werk voor wis volbracht. Hij heeft don berg van rondom opgenomen, de begaanbare paden er ontdekt, de mooie punten voor vergezichten of' woudeenzuamhoiit door wegwijzers voor ons meer vind baar g 'maakt, ook van do toppen er 0:11 lieen, waar hij uit/.icht op geeft, (ie juiste ligging en hoogto berekend en voor ieder is nu, door zijn aau»ij/,ing of persoonlijk geleidt!, liet spoelreisje mogelijk naar de vroeger ontoegankelijke hoogten, ieder kan nu het gebergte in zijn liefelijkheid en eenzaamheid van dichter-bij genaken. Vergooi' mij, le^er, deze misschien wat lang uitgewerkte vergelijking; maar zij is toch niet au Iers dan de j liste weergave van den indruk, dien bij mij achterlieten de weinige uren door mij besteed om Klops' Inleiding tot zijne Bloemlezing uit Bilderdijk door to vliegen. Want doorvliegen doet men ze, die blad zijden, op elke waarvan tragen worden beantwoord, die ge wel eens bij u hailt voelen opkomen, diiist"rlieden opgeklaard, die in uw donken hadden geheerseht, hot verband u aangeboden tussi'hcu punten, die u tot 110^ too onvoreonigbaar toeschenen. d laar staat UiKlerdijk nu voor u als een zeer belutignjk persoon in onze letterkunde: zooals " hij is in zijn eigen persoonlijke waarde als kunstenaar en als mensch, in zijn verband mot voorgangers en tijdgenooton, in zijne nawerking op l ttere schrijvers: de mensch met een oiitzaggelijk intellect, maar bij wien niet in daarmede ge venredigdo mate aanwezig was de niet nader te omschrijven psychische eigenschap, die men gevoel noemt, en die alleen in staat is den mensch van groot intellect ook tot een groot dichter te maken. Als kunstenaar wordt hij ons yoor oogen gestold naar de eigenlijke innerlijke waarde van zijn schrijverswerk: hoe dit bestaat uit het kleine deeltje, dat wezenlijke weergave is van zijne zingende .dichterziel, uit het overgroote deel dat meer of minder leesbaar rijmwerk is, meer of minder weergevende de voor het meerendeel toch groote kwali teiten van dezen bijzonderen mensch. Als mensch wordt hij ons voorgesteld, niet naar eenige bijzonderheden uit zijn particulier leven, vroeger met de grootste wijsneuzigheid uitgeplozen en naar coaventioneele begrippen beoordeeld; maar zooals hij zich vertoont als denkend en voelend mensch in zijn werk,als beoordeelaar zoowel van zijn eigen als van anderen werk, als be oordeelaar ook van andere menschen. Bijzonder belangrijk vii.dtik hierin Kloos' verklaring van B's vereering en verguizing van zijnen tijdgenoot Napoleon en ook de opmerking over beider karakter-verwant schap. Dan in zijn verband met voorgangers en tijdgenooten. De ware verhouding wordt aangegeven, waarin hij staat tot Vondel, met wien hij zoovaak ook in den laatsten tij l door onverstandige beoordeelaars op ne lijn is gesteld; ook zij n verhouding tot Hooft en Huygens is niet vergeten. De verdienste wordt hem toegekend van wer kelijk te hebben bijgedragen tot de ver lossing van het Hoïlandsche vers uit wat men wel de windstilte van alle hartstocht, leven of beweging zou kunnen noemen, die de Hoïlandsche dichters der 18de eeuw had gekenmerkt, maar toch wordt hij ook ge karakteriseerd als de man die slechts terug, niet naar voren zag. Voorts zijne verhoulin? tot andere schrij vers, vooreerst tot die in den vreemle: den gefiiigeerden maar toch kranigen ssian,tot den nu weinig meer genoemden J. B. Rouseau, tot den klas-ucistischen Dryden, tot den hemelschen muzikant-met-verzen John Milton; voorts tot zijn tijdgenoot Ky n vis Feith; tot zijn leerling da Cost*; tot zijn ietwat verder afstaanden volgeling ten Kate; tot zijnen b3oordeelaar Djuwei Dikker; tot hot geslacht van 1880; allen uitspraken, met welke de toekomende geschiedschrijver der hollandsche literatuur wijs zal doen rekening te houden. Ziehier, meen ik, voor dit Weekblad genoeg om de aandacht te vestigen van ieder, die maar iets voelt voor de hollandsche litera tuur, op deze stuiie van Willem Kloos; eene studie, waarmede ik vind dat deze kunst rechter aan het weidsch oprijzend historischkritisch gebouw zijner literaire Kronieken eenen trotschen en wijd in het rond zicht baren trans heeft opgezet, trans, bekroning van het reeds voltooide, tegelijk onderbouw voor het geene nog te bouwen is. Want, zijn de kronieken gewoonlijk be oordeelingen van enkele werken van nog levende, dus nog zich ontwikkelende sohrijvers, of enkele aanduidingen tot nadere karakteristiek van vroeger geleefd hebbende meesters: hier geeft hij ons voor het eerst een geheelen persoon, zooals hij was en zich ontwikkeld had door zijn eigen aard en door zijn aanraking mat anderen: een studie, zooals wij met de grootste belangstelling van over andere meesters van hier en va:i ginds, van nu en van straks van Kloos verwachten. Ten slofte nog een kleine vraag van actueel belang. Zal het feit dat deze studie juist iiii verschenen is, vlakvoor de offuieele Bilderdijk hulde aan deze niet een prikke lend smaakje bij zetten, dat ze anders wellicht in hare offisieele dcftigheid zoude hebben gemist, nu ieder belangstellend persoon uit het publiek er zich op kan spitsen na te gaan welk nut de offijieele huldigers, meest mannen van veelsoortige en beproefde be kwaamheden o p allerlei gebied, zullen hebben getrokken uit dit oordeel over den gehul digde, dat een r-aktnan wel zoo goed is ge weest na rijpe studie anderen vaklieden n leeken mede te deelen ? H il v., 26 Sept. Dr. H. J. BOEKK.N. De Cilfrxle D.tg, van JOII.IXXKS JÖROE.VSEN-, vertaald met toestejaming van deu schrijver door KEES MEEIOÜ., Im-iterdu:n, C. L van Langeahuijsen, l'JOü. De uiterste dag", dat is de (Ug, wiarop Niels Graff ligt op het ziekbed, op bat doods bed iu het vreemde Sudoma. om, door ieder een verlaten, eenzaam te sterven. Hij. de gevierde schrijver van zijn land, de dichter en prozaïst, Xiels Grall' zou sterven en daar was niemand die in zijne piaits wilde gaan, en er wns ook niemand die dat zou kunnen, en je kon je niet van den dood afdichten ea je niet van den dood afdroomen en den dood niet bepraten en den dood niet beg^kken en den dood niet vluchten. Niela Grall' ging sterven! Maar vóór hij uit het leven scheidde, ontwaakte hij nog eens, sloeg zijns oogen op en zag .. . Zïg zijne eerste ontluikende liefde voor Agnes. zijn huwelijksgeluk en de weelde van het vaderschap, zijn fee.sten met vrienden en, kennissen, dictters en kunstenaars als hij, 7.-\* boe zijn lief Ie zich geleidelijk verdeelde tus schen Agnes met den kleinen Erik en de ver leidelijke mevrouw Lily Linden, /.ag hoe bij treurde om zijn korten zigeunertijd en dat zoo weinig waren de jaren, dat hij dwaalde als vrij noma Ie over de oneindige steppen der jeugd, zilg zijn treurig bestaan na zijn ontslag op het redac'iebureau, zijn meer en meer zich hechten aan mevrouw Lily Linde.n, terwijl hij hunkerde als een roodhuid, die lieimvvee heeft, naar de wilde woorden. des 'e .-ens; en begeerde weekelijk onder te gaan en zich to verliezen in den nacht, die zijn boo-e golven rolde door de groote stad." isieis Graü" ging sterven ! ? Maar, als in een kinematograaf, komen, in af wisselende-rij, de l mensbeelden voor zijn brekend oog. Hij ziet zijn bleken, zijn meube's, bet nco i/akelijk-te huisraal, ja den zilveren lepel van kleinen Krik, stuk voor stuk ver huizen naar den berg van barmhartigheid," ziet, boe hij 's nachts blijft drir,ken en klin ken met vrienden on mevrouw Lüy en als hij thuis komt en Agnes met kleinen Erik niet meer vindt, _ hoe dan een grof genoe gen in hem opstijgt, een lage, lompe blij heid van eindelijk weer vrij te zijn. En hij benuttigt die vrijheid en vlucht met me vrouw Lily naar het Zuiden. De tijd kwam echter dit Niels ea zijne geliefde zich den dood toewensc'iten en hunne harten spron gen bijna van de macht des kwaads in hen, en ze schreiden tranen van razernij en ze leefden slechts omdit huane licha nen el kander begeeren. Totdat het einfe kwam totdat oen andere man mevroiiiv Lilv trok

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl