Historisch Archief 1877-1940
No. 1528
DEAMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
MAGGI's Soepen in tabletten,
merk Kruisster,
ma&en het mogelijk om in den kortst
mogelijken tijd (10?-25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke borden
Fransehe soepen 10 Ct.
Pikante soepen ...... 13
MAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
MAGGI's Aroma,
merk Kruisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerec hten oogenblikkelijk een verrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrijgbaar in flaeons vanaf 80 Ct.
miiiiilfmiuMiiiimiiiiiiitiiiimmiiiiiiiiiimiMiiiiiiimiiiiiiiiiHiimiiiiiiiii
heeft het te zwaar aangepakt. Je moet niet
overdrijven. Bat heeft hij altijd gezegd, maar
Mimi era Lou ...
lllm MI m" "l" """ uu""
*»*
Lou doet ontevreden haar werk als externe
op de apotheek. Zij is weinig ingenomen
met haar werkkring. Toen zij ervoor sta
deerde, dacht zjj niet erover haar beroep
uit te oefenen, pa en ma hadden voor haar
beslist apothekeres, en zij had 't goed ge
vonden, 't Was immers niet voor de eeuwig
heid. Zij zag er goed uit... haar spiegel
zeide 't haar. Leelyke meisjes bleven zitten,
mooie meisjes trouwden, 't Stond wel goed
een beroep te hebben. Ieder meisje moest
tegenwoordig wat doen. 't Toonde, dat je
niet op een man wachtte] Maar zij zou voor
geen geld haar levenlang op een apotheek
zuchten.
En nu is zij er al 4 jaar l Waar blijft de
tijd. En geen kwestie van een huwelijk. Bij
iedere nieuwe vriendin, die zich, engageert,
denkt zij, dat 't nu haar tijd wordt, maar
jawel! En dat eentonige werk op de apotheek !
Nooit heb je eens vr\jaf. En zelfs je Zondagen
niet viij, En wat verdien je ermee ? Niet
genoeg om voor je toekomst verzekerd te
zijn. Als zy 's avonds ook werkte, zou 't wel
iets meer zijn, maar dat zou zij heelemaal niet
uithouden. Altijd dat staan en alle avonden
bezet l Als zij 't te voren had geweten, dat
zij altijd zou moeten voortsukkelen, had zij
wel een ander baantje gekozen. Gezelschaps
dame bij een reizende dame, of desnoods
verpleegster, of hulp in de huishouding, of
bloemiste... iets waar meer afwisseling was.
Een tijdlang heeft zij een afschuwelijke
angst uitgestaan iemand te vergiftigen. Een
van de geneesheeren schreef zijn recepten
zoo onduidelijk!
Daarover is zij nu wel heen, maar toch
heeft zij diep medelijden met zichzelf, over
haar saaie jeugd, met nooit eens een pretje,
altijd maar werken
Fa en Ma hebben makkelijk spreken! Ma
is toch een paar jaar uitgeweest voor zij
trouwde maar Lou heeft nooit iets gehad.
Van school dadelijk de studie voor apothe
keres en toen aan het werk. Geen eens een
dans- of tennisclub als andere meisjes. Alles
was te duur.
Als zij een jongen was geweest, had zij
natuurlijk een jaartje mogen student-spelen,
maar een meisje moet maar dadelijk ver
dienen! Een jongen geniet tenminste wat
van het leven, maar een meisje moet man
nen werk doen en vrouw-blijven meegewerkt
op de apotheek moest zij nog altijd thuis
helpen, en dan zuinig rondkomen I Een man
rookt en gunt zich zgn bittertje, een vrouw
kan maar niet zoo chocola snoepen als't haar
invalt, zij verdient te weinig."
***
Pa ziet met Spijt, dat zich in zijn jongste
dochter een feministe ontwikkelt. En dat
met zijn opvoeding l
Ma zucht dat de jeugd van tegenwoordig
zoo ontevreden is. De ware hulp heeft ze
ook niet meer aan haar meisjes. De moderne
llllJliiiiillllllliiiliiliiiliHliiimiiiiiimillJililliiiiiiDijjilliiiiiHiiiiiliilii!
UIT DE NATUUR.
CXCI. Naar 't Zuid-Oosten.
Over m'n vorig opstel heb ik heel wat
moeten hooren; lezers, die ook den Harz
kennen en die my tot nu toe met genoe
gen hadden gevolgd", waren teleurgesteld,
sommigen bepaald verontwaardigd, ja boos,
pmdat ik den Broeken niet bovenmenschelijk
mooi en indrukwekkend vond. 'k Kan 't
heusch niet helpen. Gaarne geef ik de moge
lijkheid toe, dat 't aan mij, en misschien ook
de voorafgaande klim gelegen kan heb
ben. Ik voor mij geloof eerder, dat door de
herinneringen aan de lectuur van Faust en
andere sprookjes, de fantasie te sterk bela
den was; en de werkelijkheid daarmee niet
in overeenstemming kon komen.
Trouwens wij waren de eenigen niet, die er
zoo over dachten; ik heb ook menschen ge
sproken, die voor 't eerst en volstrekt niet
vermoeid op de Kuppe uit den trein stapten en
die even teleurgesteld als wy zich boven liepen
te vervelen. Eigenlijk moest je even voor je
boven bent weer terugkeeren, althans bij
zulk zonnig weer en zoo druk bezoek; 't
mooiste heb je dan toch onderweg al gehad.
Maar sedert Goethe en Heine behoort 't be
klauteren van den Broeken nu eenmaal bij
een Harz-reis.
Als men 't treft, da t er zware wolken onder
langs den top drijven, of een onweer ergens
in de diepte losbarst, of dat na een vorst de be
vroren mist armlange slingers om de struiken
legt, ja, dan zal 't wel wat anders zijn. Zoo iets
gaat altijd ver boven de fantasie-voorstelling.
Ook als 't uitzicht volkomen is, en de befaamde
250 KM. van Hannover tot Maagdenburg te
overzien zijn, kun je je tenminste nog kin
derlijk vermaken met orienteeren. Dat gebeurt
evenwel zelden. De eenige vaste aangename ge
waarwording boven, is die van es ist erreicht"
en nu sta je daar maar zoo eventjes 1156 M.
hoog. Ook bedenkt ieder, dat er ik weet niet
hoeveel honderd uren in 't rond geen menscb.
hooger staat en men over alles heen ziet omdat
men 100 meter hooger staat dan de naaste
omgeving. Maar datzelfde verheven gevoel
kan je op den Dom van Utrecht ook
hebben; en dan krijg je de duizeligheid
nog op de koop toe.
Daar is 't gewoonlijk ook zoo vol niet.
Iets, gelukkig, misten wij daar boven op den
Broeken; maar dat wij er niettemin aan dachten
teekent den indruk en de stemming, dat
waren flinke groote aanplakborden met
reclames voor cacao, vulpenhouders, zeep e. d.
Wij verlangden sterk naar een stil hoekje,
ergens in een mooi dal, niet eng en
donker of met rotsen om er het hoofd tegen
te stooten; maar een breede lichte vlakte
met bergen in 't rond, waar je 's avonds een
mooie hemel hebt en daags donkere golvende
lijnen langs de lucht, en dan vooral niet
grootsteedsch of in een touristen-eentrum,
maar een beetje achterlijk nog, zoo'n plekje
wo Mensch den Menschen grützt; vrage excuus
voor de variatie.
En zoo'n plekje hebben we gevonden, twee
denkbeelden zijn er te veel in. Lou spreekt
zelfs van recht van leven, en van... vrije
liefde. Ze weten van alles, maar 't zijn geen
echte vrouwen meer. En zij en pa hebben
zich nog wel zoo'n moeite gegeven ze
echtvrouwelijk te houden.
Je voedt tegenwoordig met verdriet je
kinderen op, op je ouden dag heb je er geen
eens plezier van.
Wat is er van al hun illusies geworden?
Mimi ziet bleek, en Thérèse ziet bleek, en
Lou ziet bleek. Ze zijn altijd moe, altijd
mopperend, altijd prikkelbaar en geagiteerd.
Ze hebben allemaal goed geleerd, maar wat
geeft 't?
En dan... in den grond van haar hart
is ma ook een beetje teleurgesteld. Haar
dochters zijn niet leelijker dan andere meisjes.
Waarom trouwen ze niet? Ze zou ook wel
grootmoeder willen zijn en stemmen van
kleinkinderen om zich heen willen hooren,
nieuwe jeugd.
Man ik geloof toch, als ze getrouwd waren,
dat ze gelukkiger zouden zijn ? ..." waagt zij
schuchter tot haar man.
Hij veinst niet te hooren, trekt gewichtig
aan zijn sigaar.
Weifelend herhaalde zij haar vraag.
Toen barstte hij uit. Gelukkiger ? Ze zouden
haar man het leven zuur maken l 't Zijn geen
vrouwen. Zuurpruimen zijn 't, daarom wil
geen man ze hebben. Ondankbare kinderen !
heb ik ze daarvoor een goede opvoeding ge
geven, dat ze rondloopen ontevreden en on
voldaan. Dat komt alles van die overdrijving !
't Is goed, dat meisjes iets doen, maar...
maar.... Hij staarde in het blauwe, of daar
de kern was van de vrouwenkwestie.
Den Haag 5 Sept. '06.
EDEBA.
Aan de Dames.
Nu het komende najaar iedereen her
innert, zich van herfst- en winterkleeren
te voorzien, doet de Vereeniging tot bescher
ming van Dieren een dringend beroep op
het hart en het verstand der vrouwen. Meer
dan ooit tracht de heerschzuchtige mode
hare dwingelandij door te zetten in het ont
werpen van kleederdrachter, waaraan ten
grondslag ligt, ontzettend lijden van dieren
en gruwelijke wreedheid van menschen.
Op u, vrouwen, rust de plicht, deze mode
te wederstaan. Kiest uwe kleeding zoo be
vallig mogelijk, doch weert, al wat wreed
is. Siert uwe hoeden niet met lijkjes van
ten doode gefolterde vogels; noch met veder
huiden, den vogels bij Ie venden lijve van het
lichaam gestroopt; noch met aigrettes, voor
welk sieraad (?) een vogelmoedertje levend van
haar tooi wordt beroofd. Wilt ge u met
bont kleeden? herinnert u dan, dat voor
sealskin (robbenhuid) de dieren levend wor
den gevild, om u een kleedingstuk der mode
te verschaffen, even zoo het breitschwanz
(breedstaart) waartoe (met opzet ontijdig
geboren) lammetjes levend van hun krullend
velletje worden ontdaan; en er zijn
dagen later, bij Eottleberode. 't Ligt in 't zui
den van den Harz, tusschen Nordhausen en
Stolberg en is met den trein te bereiken.
Bij toeval was ik er in 't vorige jaar op een
voetreis beland. Wie zich kan schikken naar
de omstandigheden, en 's lands wijs'slands
eer" ook laat gelden voor de
keukenaangelegenheden, wie een bediening door het volk
zelf, liever heeft dan door kellners, al gaat 't niet
zoo ving, kan er goed logies vinden; onder
een vorstelijk dak nog wel. Want het
Chauseenige velletjes noodig voor een bontmanteltje.
Zijt goedhartig. Laat al wat goed in u is,
spreken tegen deze gruwelijk
menschonteerende mode. Gebruikt uw verstand, en
stelt u boven de hersenlooze modepoppen,
wier dwaasheid alleen ten doel heeft, de aan
dacht op zich te vestigen en te schitteren (?!)
terwijl zij integendeel slechts haar harteloos
heid en domheid openlijk tentoonstellen, en
dus het tegenovergestelde bereiken van het
doel, wat zij beoogden, daar elk weldenkend
menscb over hare handelingen slechts af
keurend kan oordeelen.
Wij geven dit vermaan van de Vereeniging
tot bescherming van dieren gaarne onzen leze
ressen ter overweging; wij meenen echter dat
voor deze vereeniging een beteren weg open
staat om op het gemoed der dames te werken.
Waarom richt zij zich niet tot de geestelijken
van elk geloof? Indien de predikanten, pas
toors, rabbi's die zoo dikwijlsover de
menschlievendheid tot hun gehoor spreken, opmerk
zaam gemaakt werden op de schoone gele
genheid hun geschonken, om ook deze soort
van dierenbescherming, welke zoo nauw aan
de menschlievendheid verwant is, en onge
twijfeld tot verteedering der harten leidt,
den geloovigen tot plicht te stellen, welk
een krachtige bondgenoot zou de vereeniging
niet gevonden hebben? Wij zijn er zeker van
dat men de godsdienstleeraren maar op de
taak heeft te wijzen om algemeenen bijval te
verwerven, zoodat weldra geen enkele dame,
met de teekenen van ontzettend lijden van
dieren en van gruwelijke wreedheid van
menschen", zich meer ter kerke zou durven
vertoonen. BED.
Sretonsche Liederen. Vrouwen op
ambachtsscholen in Oostenrijk. Sterfte
onder arbeiders en arbeidsters. Katho
lieke Vrouwenbonden. - Huwelijk eener
Amerikaansche met een Chinees.
Armide'\ Adeline Genée.
In Bretonsche Liederen" naar het Fransch
bewerkt door mevrouw E. H. du
Quesnevan Gogh, komen proeven van uitnemende
vertaalkunst voor. Het keurige bundeltje is
verdeeld in Minne- en Feestliederen; Balladen
en Legenden.
Het is der vertaalster menigmaal gelukt,
eenvoud in- woord en klank te behouden. Er
behoort geen geringe volharding toe, zulk
subtiel en lastig vertaalwerk, tot een niet
afgeraffeld of verwrongen eiriije te brengen.
En dit is mevrouw du Quesne gelukt.
Met den herfst-avond, is weer aangebroken
het verrukkelijke lees-uur. Z& die de beko
ring zoeken van het weemoedig, verre lied
van eeuwen her, dat uit net Keltische in
Bretonsch-Fransch tot ons kwam, zullen
mevrouw E. H. du Quesne-van Gogh dank
baar zijn voor het bundeltje, dat zij ons biedt.
De vertaalster verhoogt den, polyglottischen
stempel van haar arbeid, dópr Walter Scott's
woorden te kiezen, tot motto van den
Bretonschen Verzenbundel:
velg en bergen de gezichteinder af; en op een
afstand gezien ligt 't plaatsje tegen de bergen als
een lijsternest onder een tuinmuur. De muur
achter Stempeda, een zestig meter hoog, is
van gips, gekristalliseerd op vele plaatsen in
den vorm van Maria-glas, dat veel van mica
heeft, maar broozer en dikker. Die muur is
de oostrand van den Alter-Stolberg, een
naam die bij de vele plantenvrienden zoo
ongeveer dezelfde gedachten wekt als
Walhalla bij de oude Germanen. Nog nooit heb ik
Come read to me some poem
Some simple and heartfelt lay,
That shall soothe this restless feeling,
And bani»h the thoughts ofday."
Wie onzer heeft niet soms behoefte, te
ontkomen aan kwellende gevoelens, zich te
ontworstelen aan benauwende gedachten ?
Naar afleiding, vertroosting, opbeuring
haken wij allen. Een legende De gordel
van robijnen" toovert voor den geest sterke
borchten, hooge zalen vol wapenschilden en
krijgs-tropheeën. Slanke, blonde (offeren zien
wij bedrijvig aan 't snorrend spinnewiel, zin
gend, neuriënd zoete minneliedekens. Van
aangrijpenden weemoed is de Ballade van
den hertog van Rohan".
Aan de Legenden en Balladen gaat steeds
een verklarende tekst vooraf.
* *
# *
De Weener Kamer van Koophandel heeft
toestemmend geantwoord op de vraag, of zij
het wenschelijk achtte, dat vrouwen op de
ambachtsseholen in Oostenrijk's hoofdstad
werden toegelaten.
Reeds vroeger was in Bohemen en wel te
Praag, deze billijke toelating een uitgemaakte
zaak.
* * *
In de Medjzinische Reform1' houdt dr.
Rosenfeld zich bezig met de vraag, of beroeps
arbeid in bepaalde vakken, ongunstiger is
voor mannen dan vrouwen. Hij komt tot de
conclusie, dat schadelijke invloeden op beider
gezondheid zoo ongeveer gelijk staan. De
bronnen waaruit de medicus zijne statistieken
opmaakte, waren de groote ziekenfondsen der
Oostenrijksche hoofdstad. De volgende be
roepen werden onderzocht: bakkers, boek
binders, leidekkers, boekdrukkers, hand
schoenenmakers, hoedenmakers, juwelieren,
kleermakers, schoenmakers, lithografen,
zijdeverwers, wevers, suikerbakkers.
Tot op 25-jarigen leeftijd, is de sterfte onder
de mannen dikwijls grooter dan onder de
vrouwen, die hetzelfde beroep uitoefenen.
Tusschen 26?30 is het juist omgekeerd. Dr.
Eosenfeld voegt hieraan toe, dat het grootere
sterftecijfer van arbeidsters op
bovengenoemden leeftijd, dikwijls in verband staat met
het moederschap, en de gevaren hieraan ver
bonden.
*
# 4£
De Seminarie-president Lansberg, voor
stander van de katholieke Vrouwenbeweging,
heeft de voorwaarden uiteengezet, waarop
katholieke vrouwen aan die beweging kun
nen deelnemen.
Op denzelfden dag, dat de heer Lansberg
zich hieromtrent in het openbaar uitsprak,
was in een andere afdeeling een vrouw aan
het woord, namelijk de redactrice van De
Christelijke Arbeidster", ijverig secretaresse
van eene volksvereeniging. Deze vrouw, die
voor het eerst in een publieke vergadering
sprak, maakt propaganda voor de stichting
van katholieke arbeidsters-bonden.
Mits zij zich verre houden van politiek,
handelen zij geheel in den geest van haar
sympathieken kerkvader Pius X.
tweede in den Harz bestaat; je verzinkt er
opeens in de zeldzaamheden, net zoo goed
als in de slikkerige, kalkige kleiige
boschpaden ; of je staat pal en verstomd voor een
folvende bergweide, begraasd door
koffieoeien. Een meertje blinkt midden in de wei,
die omspoeld wordt door diepliggende beekjes,
en als ge nog niet weer weggezakt bent in
de brij en daarover verwonderd naar uw
voeten kijkt, bemerkt ge met verbazing dat
ge op een glazen pad loopt, een pad van
see-haus waar wij logeerden (en een ander
logement is er niet voor zoover ik weet)
behoort aan den vorst van Stolberg, dezelfde
die ook eigenaar is van de Wirthschaft op
den Broeken.
Het groote eigenaardige huis zelf, schil
derachtig, niet 't minst door verveloos
heid, kleine mankementen aan vensters en
daken en andere ouderdomskwalen, staat op
een driesprong van twee breede chaussee's met
prachtige boomen. Heerlijke lanen zijn dat,
schaduwrijk ook in de volste zon, vol vogels en
vruchten en zoo glad dat we voor 't eerst
in den Harz weer aan onze fietsen dachten,
en met spijt.
De kortste van de beide cbaussee's leidt
van ons dorp in een half uur naar Stempeda
een ander nog karakteristieker dorp, vol
ganzen, vriendelijke menschen, heerlijke
wilde bloemen en over den weg stroomende
beekjes. Daar bij Stempeda sluiten de
heuin de natuur iets zoo wit gezien als die muur
van gips bij Stempeda; sneeuw is er grauw
bij ; dat lijkt dwaas, maar 't is zoo ; je kunt
er bij zonneschijn geen vijf minuten naar
kijken zonder dat de oogen pijn doen; maar
dat zijn gelukkig maar enkele plekken, en
het passeeren is daar gevaarlijk vooral na
regen, door 't afstorten van de gipsblokken.
't Grootste deel van den muur is begroeid,
mooi bewassen, ja hoe gips en kalk bewassen
kunnen zijn, dat weet alleen een
botaniseerend natuurvriend, n die de flora van Zuid
Limburg, den Eifel en de Lesse kent, en
die weet 't toch nog maar half.
Als ik daar over begon, kwam er vooreerst
geen eind aan deze reisbeschrijving en dit
opstel moet zoo niet 't laatste, dan toch 't
voorlaatste zijn. 'k Zal dan maar zeggen
dat wie de Schlucht bij Stempeda, een nauwe
spleet in den gipsmuur door is, in een bosch
komt, zooals er voor een botanicus geen
kristallen van Maria-glas. Een prachtig bosch
om rond te dolen en bijzonder geschikt om
er in te verdwalen, zooals ons gebeurde;
maar je komt er wel weer uit, al is 't aan
den verkeerden kant van den bergrug, zoodat
je Steigerthal en Nordhausen in den kijker
krijgt in plaats van Rottleberoda of Stempeda.
Een paddestoelen, dat er in dat vochtige
gemengde bosch groeien ! 't is ongeloofelijk;
eetbare soorten zagen wij de eersten dag
weinig, en dit was ook al weer een raadsel
dat gauw werd opgelost. Waren wij in
Bottleberode de eenige badgasten", Stempeda
had ook zijn familie". En van deze hoorde
wij, dat er in den herfst vóór November
haast geen vleesch gegeten werd in Stem
peda en dat paddestoelen er dan 't gewone
volksvoedsel uitmaakten. Slagers zijn er in
Bottleberode trouwens evenmin als in Stem
peda. 't Vleesch komt uit Stolberg.
Nu zou ik voor een vacantieverblijf
BottMejuflrouw Ella Clemons, zuster van de
Amerikaansche mevrouw Howard Gould, is
getrouwd met een Chinees, genaamd Sun Yne.
Terwijl Ella Clemons te San Franciseo, in
het Chineesche kwartier, werkzaam was bij
de Christelijke zending, leerde zij Sun Yue
kennen. Zij draagt een z waren ring aan den
derden vinger van haar rechterhand, den
trouwring, haar door Sun Yue geschonken.
Mevrouw Sun Yue zal nu wel geheel uit
de g/atie zyn bij haar schatrijke zuster Gould,
die haar vijf jaar geleden een schitterende
lijfrente bood, op voorwaarde, dat zij haar
arbeid in de Chineesche stad te San Francisco
zou prijsgeven. Ella wilde hiervan niet hooren.
Zij zegt: De Chineezen worden niet begrepen
en niet gewaardeerd. Door mijn huwelijk, ben
ik een der hunnen geworden, maar ik doe geen
afstand van mij n Christelijke geloofsbelijdenis."
* *
*
Twee jeugdige, Amerikaansche, mooie meis
jes, de gezusters Grace en Marjorie Pinder,
die eenigen tijd van een operette-gezelschap
te Londen deel uitmaakten, hebben het
tooneel verlaten. Niet, omdat zij geen talent had
den en geen opgang maakten. Het tegendeel
is waar. Ook niet, omdat zij door een Peer"
of door zijn erfgenaam voor Hymen's outer
geleid worden, wat tegenwoordig dikwijls ge
beurt, maar, eenvoudig omdat Grace en Mar
jorie zich als costuumnaaister en
hoedenmaakster, te Londen gevestigd hebben. Nog
een ander jong meisje heeft zich bij de zusjes
aangesloten. irmide", de welbekende, be
koorlijke toovenares uit Tasso's meesterstuk,
kozen zij als naam van haar vennootschap.
# *
*
Adeline Genóe, de prima ballerina, de
Deensche, kleine, sierlijke danseres, wier
danskunst tegenwoordig door duizende toe
schouwers in het Empire Theater te Londen
wordt bewonderd, is van oordeel, dat het vél
kunstiger en moeilijker is, te dansen in korte
ballet-rokjes, dan in lange sleepgewaden.
Adeline Genée zegt: In betrekkelijk korten
tijd, kan men leeren dansen in lange rokken,
en, zóó gekleed met succes voor 't publiek
optreden. De lange rokken verhullen allerlei
fouten en tekortkomingen.
De verschillende passen, de vlugge wendin
gen der ballet-danseres vereischen jarenlange,
onafgebroken studie en dagelijksche oefenin
gen. Vastheid en gratie der passen komen
allén tot hun recht in de iraditioneele ballet
rokjes.
Adeline Genée deelt mede, dat het leven
eener ballerina die een hooge, ernstige opvat
ting heeft van danskunst, een leven van zelf
verloochening is. Leven van matigheid en
ingetogenheid.
Elke buitensporigheid in voeding «n ver
maken, het beoefenen van sport, paardrijden,
wielrijden, tennis-spelen en schaatsenrijden
vermijdt het danseresje, omdat zij overtuigd
is, dat al deze dingen een nadeeligen invloed
zouden hebben, op de kunst, die haar boven
alles dierbaar is: de danskunst.
CAPKICE.
leberode niet durven aanraden, als 't dorp
alleen door die 3 KM. lange laan van Stem
peda uit te bereiken was; ik ken 't onaan
gename van altijd een en denzelfden weg te
moeten terug loopen, al ligt die in een
vlakte tusschen bouwland, met bergen rechts
en links. Maar men kan 's morgens de chaussee
nemen en in den namiddag terugkeeren langs
een romantisch pad onder aan den voet van
den Alter-Stolberg; 't is bezaaid met gips
blokken en bespeeld door de Krebsbach, een
flink riviertje. Onderweg tegenover 't dorp
Bottleberode komt men onder langs een
groote ruïne, zoo gezegd uit den Bomeinschen
tijd, zelf verborgen in 't groen, maar met
een heerlijk uitzicht op het groote dal en
de bergen rondom; 't plateau van die oude
heuvel-burcht de Grasburg is begroeid met
Wonderlijke Viooltjes en Turksche Krullelies
n Blauw Parelzaad, raeer behoef ik voor
onze jonge bloemen vrienden niet te zeggen
om ze er met smart naar te doen verlangen.
Vooral 't Wonderlijk Viooltje dat ze in al
onze flora's als aanwezig zien aangegeven
en dat je toch nooit vinden kunt ook niet
aan den Rijn, dat zie je bier bij tientallen.
Midden op de chaussee, een prachtige
etsweg, zooals ik al zeide, is 't gezicht op
de heele vlakte 't mooist; de kom is bijna rond,
met een middeHijn van 3 3, 4 K.M. en inge
sloten door bergen, aan den Stolbergschen
kant met hooge ronde ruggen en toppen,
tot 500 meter; veel lager aan den
Alter-Stolbergsche kant met zijn kloven en passen, wit
glinsterend met donkere strepen. Bij 't station
is een gat in den ringmuur en daar vloeit
de korenvlakte uit in een laag dal vol
vruchtboomen: maar over die boomen heen rijzen in
de blauwe verte al weer bergen op en daar
teekent zich bij helder weer 't monument
op de Kyffhauser af; de raven van
Barbarossa zwerven en krassen ook in de vlakte
van Stempeda.
Bij zoo'n ruimte heb ik vrede met de
bergen.
De tweede chaussee is een heerlijke kastanje
laan, die als een zwarte schaduwstreep door
de zonnige vlakte loopt en die vlak voor het
Chausseehuis, ons logement, de aan naar
Stempeda rechthoekig ontmoet. De boschweg
naar Stolberg is verboden terrein voor auto
mobielen en motorfietsen, niet voor gewone
rijwielen. Daardoor is ons hotel een halte
plaats voor auto's, wat van tijd tot tijd een
gezellige drukte en afwisseling geeft; ook
de omnibussen van 't station naar Stolberg
komen er een paar maal daags dicht langs,
zoodat men om zoo te zeggen voor de deur
kan instappen en naar 't alombekende Stolberg
rijden. Maar dit zou werkelijk jammer zijn
van den mooien weg er heen, dien kan
men niet te langzaam nemen. Daar wil ik
een volgenden keer nog wel iets van ver
tellen en dan, met een groote zwaai om 't
oosten door Selkedal, naar 't Bodedal, en
over Goslar naar huis.
E. HEIMANS.