De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 7 oktober pagina 6

7 oktober 1906 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1528 Mr. Willem Bilderdijk. |Portretten yan dichter mr. f. Bilierfltit l enraziinejfiiteeclitpnöoten,eiiz, Van mr. Willem Bilderdijk zijn vele portretten gemaakt; van zijne beide eehtgenooten, enkele. Bilderdijk heeft in 1822 op verschillende zijner beeltenissen dit vers gedicht: Or BENE VERZAMELING VAN MIJNE AFBEELDINGEN (1822). Een Wildeman, het dolhuis uitgevlogen: Een goede Hals, maar zonder ziel of kracht: Een Sukkelaar, die met verwonderde oogen Om alles met verbeten weerzin lacht: EenFranschmans lach op half ver wonn en kaken Die geest beduidt op 't aanzicht van een bloed: Afbeelding der buste van Mr. WILLEM ^BILDERDIJK, in brons, door den beeldhouwer Charles van Wijk en geplaatst in de eerezaal van het Rijksmuseum te Amsterdam. ??'??-Vjk'- ? y^ _ \ LODEWIJK WILLEM BILDEHDI.TK Louis SIBILLE, Portret van CATIIARINA REHECCA, als kind, zoon van dea dichter oudste dochter van Mr. Willem tweede vrouw van Mr. Willem en C. R. Woesthoven. Bilderdijk en C. E. Woesthoven. Bilderdijk. De afbeeldingen der miniaturen zijn ontleend aan het werk: Mr. Willem Bilderdijk, uitgegeven! bij Höveker en Wormser te Amsterdam. CATHARIXA REBECCA WOESTHOVEN, Bilderdijk's eerste vrouw. fUit Dr. R. A. Kollewijn's werk ocer^Bilderdijk). En om 't getal dier fraaiheên vol te maken, Eens financiers verwaande domme snoet. En dat moet ik, dat moet een dichter wezen! Gelooft gij 't ooit, die deze monsters ziet? Geeft wat ik schreef, n trek daarvan te lezen Zoo zeg gerust: Hij kent zich zelven niet." Maar zacht een pooslHoe langer hoeverkeerder! Men vormt mij nu uit Pottebakkers aard: Doch de Adamskop beschaamt den kunstboetseerder ; En 't zielloos ding is zelfs de klei niet waard. Nu komt er een, die zal u 't echte leven In lenig was met volle lijk'nis geven: En deze held, wat spreidt hij ons ten toon ? De knorrigheid in eigen hoofdpersoon; Met zulk een lach van meêlij op de lippen. Als 't zelfgevoel eens trotsaarts aflaat glippen. Verachting spreidt met al wat hem omringt, En, half in spy't, zich tot verneed'ring dwingt. IHtlllllHMIIIIIIillllllimillllllMHIIIIIIIHHIIIimi ttlllll BüWijHentoonstelling. Brief aan mr. Willem Bilderdijk, be vattende de kiem der wording van de Anti-revol. partij en van de Vrije Universiteit. Gedurende mr. Willem Bilderdijk's ver blijf van 1817?1827 te Leiden gaf hij aan, zich afwisselende, groepen, voornamentlijk bestaande uit studenten, college, een privatissimum. A. baron Schimmelpenninck yan der Oye heeft uit de herinneringen (zijns) vaders" de volgende eigenaardigheden over die col leges in het bij Höveker en Wormser ge denkboek: mr. Willem Bilderdijk" (blz. 169) medegedeeld. Bilderdijk kwam veelal nog half in nachtgewaad, met het bekende hoofdtooisel binnen. Hij begon met gedempte stem te spreken en verklaarde, dat hij niet wist, of zijne krachten zouden toelaten, het college te houden. Weldra evenwel begon de stem forsch te worden, en sprak hij met groote kracht. Het papier, waarop Bilderdijk eenige aanteekeningen gemaakt had, viel meesten tijds op den grond, en de groote meester vervolgde dan zijne rede in schitterende taal uit het hoofd. Wij teekenden op wat wij konden, al ging het dikwijls bezwaarlijk den stortvloed van woorden bij te houden. Een ander, die bijkans nooit een woord opteekende, verzocht hem eenmaal een zin snede over te zeggen, waarin de stadhouder Willem V hemelhoog werd verheven, en koning Willem I fel werd bestreden. Bilder dijk zweeg een oogenblik, en zich toen in zijne volle lengte oprichtende, en den vrager bestraffend aankijkende, antwoordde hij: Niet uit belangstelling stelt gij die vraag, maar om aan het nageslacht te kunnen zeggen: zulk een man was Bilderdijk." De avonden bij Bilderdijk doorgebracht, als hij ons den Ondergang der eerste wereld voorlas, zijn mij onvergetelijk. Bijkans allen zaten wij op den grond, daar het vertrek van Bilderdijk niet rijk was aan zetels. De groote vaderlander geleek mij dan een der oude Israëlitische profeten, omringd door zijne jongeren, die hem eerbiedig aanstaarden. Vooral Da Costa, naast wien ik herhaal delijk zat, zag met bewondering zijnen meester aan. Een ieder was vrij, hem vragen te stellen, die op de meest beleefde wijze steeds door Bilderdijk werden beantwoord. Wij noemden hem steeds: Professor". Mij trof de eerbied, waarmede Da Costa den grooten meester steeds te gemoet trad. Gelijk alle zenuwachtige menschen was Bilderdijk des avonds veel opgewekter dan des morgens, en sprak hij weinig over zijn naderend einde, hetgeen hij zoo dikwijls kon doen in de morgenuren. Ik hoorde Bilderdijk soms de zonderlinge stelling verdedigen, dat een mensch niet zou sterven, als hij maar de wilskracht behield, om in 't leven te blijven, maar dat er een oogenblik kwam waarop die wils kracht verlamde. Een groep voorname jongelui, onder welke W. H. Schimmelpenninck van der Oye, die een der jaren, dat Bilderdijk te Leiden college gaf, dat over vaderlandsche geschiedenis had bijgewoond, bood hem aan het einde van het college-jaar twee zakjes met goudstukken aan, op de meest kiesche wijze. In de cursief gedrukte woorden van den hier volgenden brief ligt het embryo der Anti-reyolutionnaire partij en der Vrije Universiteit. Hooggeachte, en zeer geliefde leermeester, De verplichting die wij aan Uwe goed heid hebben is zoo groot en het gevoel daarvan zoo levendig bij ons allen dat het eene vergeefsche pooging zoude zijn om U onze dankbaarheid uit te drukken. Maanden achtereen hebt Gij ia Uwe onschatbare voorlezingen en even on schatbare gesprekken een groot gedeelte van den tijd, die u zoo kostelijk is ten onzen beste opgeofferd. Diezelfde zucht om ons nuttig te zijn heeft u noch moeite noch vermoeienis doen ontzien, in het voorstellen van hetgeen naar uwe overtuiging waarheid is. En deze voor stelling zelve hoeveel heefc ze niet toe gebracht tot onze ware verlichting in de vorming van ons hart ? Niet alleen hebt gij ons de zoo veel omvattende en voor ieder Nederlander allergewigtigste geschiedenis van ons vaderland rondge leid en ons derzelver zamenhang juist en treffend voorgesteld; niet alleen hebt gij ons van zoo vele andere weten schappen en soorten van kennis die zich in den loop dier geschiedenis of uwer gesprekken opdeden uit den schat van uw genie en geleerdheid de belangrijkste inzichten en denkbeelden ruimschoots medegedeeld: maar, wat het voornaamste is: Gij hebt ons geleerd dat al die we tenschappen op den Godsdienst moeten steunen of volmaakt met dezen overeen stemmen en alleen dienstbaar zijn aan de ware tn hooge bestemming van den mensch Gy ziet hooggeachtte leermeester, dat wij beseffen hetgeen wy u verschuldigd zijn en zult dus gaarne geloo ven dat het nevensgaande in onze oogen geen be looning is; want) hoe zouden wij u op deze wyze kunnen beloonen ? Maar slechts een blijk van de dankbaarheid die het u aanbiedt en, (dit ten minste hoopen wij) een middel ter veraangena ming van uw leven. God, eerwaardige grysaart, die u als door een wonder voor het geluk van velen schynt te sparen, verlenge hetzelve] in gezondheid en tot bestendig genot uwer zielskracht. Hij schenke u in alle uwe nieuwe betrek kingen voornamelijk in die van echtge noot en vader, de hoogstmogelijke zege ningen en beloone' u reeds hier beneden voor uwe pogingen tot ons welzijn door u te doen zien dat wij uwe lessen op volgen en ons daardoor uwe vriendschap trachten waardig te maken. Het aanbod dezer vriendschap, 't welk wij erkentelijk hebben aangenomen, doch ons vertrouwen dat wij derzelver vruchten bij voortduring zullen mogen plukken, en in de hoop dat de gelegenheid daartoe ons dikwijls gunstig zijn zal, hebben wij de eer en het genoegen van ons met de meeste hoogachtidg te noemen Hooggeachte en zeer geliefde Leermeester, Uw dankbare Leerlingen: J. P. DE FREMERIJ. G. GROEN VAX PRIXSTEREN. A. BRUGMAXS. S. J. E. RAU. H. VAN DlJKMEESTER. W. H. SCHIMMELPENNINCK VAX DER OYE. BOREEL VAM HoGELANDEX. B. A. NAUTA. Leiden, l Mey 1822,| WelEd. IIf!oggel. Jleer '. Den Heer ME. W. BILDEKDMK, in hand0 met 2 zakjes gcracheteerd a/s dae. (Wapen van De Frcmery.) Deze nog onuitgegevenen brief ligt in de eerste zaal der Bilderdijktentoongtellmg in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Deze tentoonstelling, voor welke door verschil lende Bibliotheken, door Maatschappijen en Genootschappen, door het Rijksmuseum door 's Rijks Prentenkabinet en het Stedelijk Museum en particulieren, als mr. M. W. L. D. Bilderdijk; mevr. de Wed- L. BilderdijkHogerzeil allen te Utrecht, mevr. de wed. Ten Brummeler Andriessen-Curioni te Ber gen op Zoom, mevr. de donairière dr. N. Beets, geb. Foreest te Utrecht; J. F. M. Srerck J. Postmus, dr. R. A. Kollewijn, dr. P. Leendertz, mr. F. G. Waller en D. C. Meijer Jr. te Amsterdam ; H. Hillen te 's-Gravenhage; mevrouw Gouda-de Vries te Baarn; Hugo Suringar te Wageningen; mr. M. Tijdeman te Breda; en A. J. Nijland te Utrecht, kostbare en hoogst zeldzame inzendingen zijn gedaan, is uitermate belangrijk en geeft met de vele portretten en curiosa een goed beeld van het einde der 18e en den aanvang der 19e eeuw. iiiiimnitfMiiiiiifimiHiiitiiiiiiiMiHiiiimiiiMimiitHmmtMmimiiii Sclilerij-Verïoopini in De Bratte Grond" door C. F. Roos te Amsterdam. Uit de nalatenschappen van mevr. de de wed. H. J. de Jong van Erp en mr. P. M. de Vogelaer en het atelier van G. H. C. Overman wordt 9 October a. s. eene verzameling schilderijen, waaronder vele van beroemde meesters, publiek ver A. CASSIOLI. De Page. kocht, nadat deze Zondag 7 en Maandag 8 October voor ieder ter bezichtig zijn gesteld. Van de volgende schilders zijn schilderijen aanwezig: Achenbach; Arntzenius; Bauö'e; Beauquesne; Van Beek; Van Beever; Ten Berge; Bilders; Bisschop; Bobeldijk; Th. de Bock ; Bogman; Broedelet; Cassioli; Jan v. Essen; Van Everdingen ; Eversen ; Gabriël; Greive Jr.; Van Haanen; W. Hamel; Max Heyl; Hobbe Smith; A. Hugenholtz; John. P. Huik ; Jozelf Israëls; W. G. F. Jansen; K. Karsen ; Mari ten Kate; J. S. H. Kever; G. W. Knap; H. Koekkoek ; A. H. Koning; H. M. Krabbé; G. v. d. Laan; Alex W. A. Liernur; D. van Lokhorst; Louis Ludwig; David de la Mar; Sirnon Maris; A. Markus ; Willy Martens; Anton Mauve: H. W. Mesdag; T. P. ter Heulen; Alber Neuhuys; Willem Oppenoorth; J. IL Otterbeek; G. H. C. Overman; S. Pint; Geo Poggenbeek; Ben j amin Prins; N. Eiegen; Louis M. D. Bobbe; Albert Koelofs; Marg. Rooseboom ; Ph. Sadée ; J. J. van de Sande Bakhuysen; A. Schelf hout; L J. Schenkel; P. P. Schiedges; Thérèse Schwartze; Jac. Snoeck ; L. van Soest; Willem Steelink; J. F. Sterre de Jong; mevr. A. M. StorkKruyff; G. J. Sythoff; Paul Thomas; L. van der Tonge; J. Del Torre; H. Valken burg ; E. Verboeckhoven; W. Verschuur Jr.; P^lehanon Verveer; Sam. L. Verveer;H. J. v. d. Weele; Jan Weissenbruch; J. H. J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl