Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1528
Mr. Willem Bilderdijk.
|Portretten yan dichter mr. f. Bilierfltit l
enraziinejfiiteeclitpnöoten,eiiz,
Van mr. Willem Bilderdijk zijn vele
portretten gemaakt; van zijne beide
eehtgenooten, enkele.
Bilderdijk heeft in 1822 op verschillende
zijner beeltenissen dit vers gedicht:
Or BENE VERZAMELING VAN MIJNE
AFBEELDINGEN (1822).
Een Wildeman, het dolhuis uitgevlogen:
Een goede Hals, maar zonder ziel of kracht:
Een Sukkelaar, die met verwonderde oogen
Om alles met verbeten weerzin lacht:
EenFranschmans lach op half ver wonn en kaken
Die geest beduidt op 't aanzicht van een bloed:
Afbeelding der buste van Mr. WILLEM ^BILDERDIJK, in brons, door den
beeldhouwer Charles van Wijk en geplaatst in de eerezaal van
het Rijksmuseum te Amsterdam.
??'??-Vjk'- ? y^ _ \
LODEWIJK WILLEM BILDEHDI.TK Louis SIBILLE, Portret van CATIIARINA REHECCA,
als kind, zoon van dea dichter oudste dochter van Mr. Willem tweede vrouw van Mr. Willem
en C. R. Woesthoven. Bilderdijk en C. E. Woesthoven. Bilderdijk.
De afbeeldingen der miniaturen zijn ontleend aan het werk: Mr. Willem Bilderdijk, uitgegeven! bij Höveker en Wormser te Amsterdam.
CATHARIXA REBECCA WOESTHOVEN, Bilderdijk's eerste vrouw.
fUit Dr. R. A. Kollewijn's werk ocer^Bilderdijk).
En om 't getal dier fraaiheên vol te maken,
Eens financiers verwaande domme snoet.
En dat moet ik, dat moet een dichter wezen!
Gelooft gij 't ooit, die deze monsters ziet?
Geeft wat ik schreef, n trek daarvan te lezen
Zoo zeg gerust: Hij kent zich zelven niet."
Maar zacht een pooslHoe langer hoeverkeerder!
Men vormt mij nu uit Pottebakkers aard:
Doch de Adamskop beschaamt den
kunstboetseerder ;
En 't zielloos ding is zelfs de klei niet waard.
Nu komt er een, die zal u 't echte leven
In lenig was met volle lijk'nis geven:
En deze held, wat spreidt hij ons ten toon ?
De knorrigheid in eigen hoofdpersoon;
Met zulk een lach van meêlij op de lippen.
Als 't zelfgevoel eens trotsaarts aflaat glippen.
Verachting spreidt met al wat hem omringt,
En, half in spy't, zich tot verneed'ring dwingt.
IHtlllllHMIIIIIIillllllimillllllMHIIIIIIIHHIIIimi ttlllll
BüWijHentoonstelling.
Brief aan mr. Willem Bilderdijk, be
vattende de kiem der wording van
de Anti-revol. partij en van
de Vrije Universiteit.
Gedurende mr. Willem Bilderdijk's ver
blijf van 1817?1827 te Leiden gaf hij aan,
zich afwisselende, groepen, voornamentlijk
bestaande uit studenten, college, een
privatissimum.
A. baron Schimmelpenninck yan der Oye
heeft uit de herinneringen (zijns) vaders"
de volgende eigenaardigheden over die col
leges in het bij Höveker en Wormser ge
denkboek: mr. Willem Bilderdijk" (blz. 169)
medegedeeld.
Bilderdijk kwam veelal nog half in
nachtgewaad, met het bekende hoofdtooisel
binnen. Hij begon met gedempte stem te
spreken en verklaarde, dat hij niet wist,
of zijne krachten zouden toelaten, het college
te houden. Weldra evenwel begon de stem
forsch te worden, en sprak hij met groote
kracht. Het papier, waarop Bilderdijk eenige
aanteekeningen gemaakt had, viel meesten
tijds op den grond, en de groote meester
vervolgde dan zijne rede in schitterende
taal uit het hoofd. Wij teekenden op wat
wij konden, al ging het dikwijls bezwaarlijk
den stortvloed van woorden bij te houden.
Een ander, die bijkans nooit een woord
opteekende, verzocht hem eenmaal een zin
snede over te zeggen, waarin de stadhouder
Willem V hemelhoog werd verheven, en
koning Willem I fel werd bestreden. Bilder
dijk zweeg een oogenblik, en zich toen in
zijne volle lengte oprichtende, en den vrager
bestraffend aankijkende, antwoordde hij:
Niet uit belangstelling stelt gij die vraag,
maar om aan het nageslacht te kunnen
zeggen: zulk een man was Bilderdijk."
De avonden bij Bilderdijk doorgebracht,
als hij ons den Ondergang der eerste wereld
voorlas, zijn mij onvergetelijk. Bijkans allen
zaten wij op den grond, daar het vertrek
van Bilderdijk niet rijk was aan zetels. De
groote vaderlander geleek mij dan een der
oude Israëlitische profeten, omringd door
zijne jongeren, die hem eerbiedig aanstaarden.
Vooral Da Costa, naast wien ik herhaal
delijk zat, zag met bewondering zijnen
meester aan. Een ieder was vrij, hem vragen
te stellen, die op de meest beleefde wijze
steeds door Bilderdijk werden beantwoord.
Wij noemden hem steeds: Professor". Mij
trof de eerbied, waarmede Da Costa den
grooten meester steeds te gemoet trad.
Gelijk alle zenuwachtige menschen was
Bilderdijk des avonds veel opgewekter dan
des morgens, en sprak hij weinig over zijn
naderend einde, hetgeen hij zoo dikwijls
kon doen in de morgenuren.
Ik hoorde Bilderdijk soms de zonderlinge
stelling verdedigen, dat een mensch niet
zou sterven, als hij maar de wilskracht
behield, om in 't leven te blijven, maar dat
er een oogenblik kwam waarop die wils
kracht verlamde.
Een groep voorname jongelui, onder
welke W. H. Schimmelpenninck van der
Oye, die een der jaren, dat Bilderdijk te
Leiden college gaf, dat over vaderlandsche
geschiedenis had bijgewoond, bood hem aan
het einde van het college-jaar twee zakjes
met goudstukken aan, op de meest kiesche
wijze.
In de cursief gedrukte woorden van den
hier volgenden brief ligt het embryo der
Anti-reyolutionnaire partij en der Vrije
Universiteit.
Hooggeachte, en zeer geliefde leermeester,
De verplichting die wij aan Uwe goed
heid hebben is zoo groot en het gevoel
daarvan zoo levendig bij ons allen dat
het eene vergeefsche pooging zoude zijn
om U onze dankbaarheid uit te drukken.
Maanden achtereen hebt Gij ia Uwe
onschatbare voorlezingen en even on
schatbare gesprekken een groot gedeelte
van den tijd, die u zoo kostelijk is ten
onzen beste opgeofferd. Diezelfde zucht
om ons nuttig te zijn heeft u noch
moeite noch vermoeienis doen ontzien,
in het voorstellen van hetgeen naar uwe
overtuiging waarheid is. En deze voor
stelling zelve hoeveel heefc ze niet toe
gebracht tot onze ware verlichting in
de vorming van ons hart ? Niet alleen
hebt gij ons de zoo veel omvattende en
voor ieder Nederlander allergewigtigste
geschiedenis van ons vaderland rondge
leid en ons derzelver zamenhang juist
en treffend voorgesteld; niet alleen hebt
gij ons van zoo vele andere weten
schappen en soorten van kennis die zich
in den loop dier geschiedenis of uwer
gesprekken opdeden uit den schat van
uw genie en geleerdheid de belangrijkste
inzichten en denkbeelden ruimschoots
medegedeeld: maar, wat het voornaamste
is: Gij hebt ons geleerd dat al die we
tenschappen op den Godsdienst moeten
steunen of volmaakt met dezen overeen
stemmen en alleen dienstbaar zijn aan
de ware tn hooge bestemming van den
mensch
Gy ziet hooggeachtte leermeester, dat
wij beseffen hetgeen wy u verschuldigd
zijn en zult dus gaarne geloo ven dat het
nevensgaande in onze oogen geen be
looning is; want) hoe zouden wij u op
deze wyze kunnen beloonen ? Maar
slechts een blijk van de dankbaarheid
die het u aanbiedt en, (dit ten minste
hoopen wij) een middel ter veraangena
ming van uw leven. God, eerwaardige
grysaart, die u als door een wonder voor
het geluk van velen schynt te sparen,
verlenge hetzelve] in gezondheid en tot
bestendig genot uwer zielskracht. Hij
schenke u in alle uwe nieuwe betrek
kingen voornamelijk in die van echtge
noot en vader, de hoogstmogelijke zege
ningen en beloone' u reeds hier beneden
voor uwe pogingen tot ons welzijn door
u te doen zien dat wij uwe lessen op
volgen en ons daardoor uwe vriendschap
trachten waardig te maken.
Het aanbod dezer vriendschap, 't welk
wij erkentelijk hebben aangenomen, doch
ons vertrouwen dat wij derzelver vruchten
bij voortduring zullen mogen plukken,
en in de hoop dat de gelegenheid daartoe
ons dikwijls gunstig zijn zal, hebben wij
de eer en het genoegen van ons met de
meeste hoogachtidg te noemen
Hooggeachte en zeer geliefde Leermeester,
Uw dankbare Leerlingen:
J. P. DE FREMERIJ.
G. GROEN VAX PRIXSTEREN.
A. BRUGMAXS.
S. J. E. RAU.
H. VAN DlJKMEESTER.
W. H. SCHIMMELPENNINCK
VAX DER OYE.
BOREEL VAM HoGELANDEX.
B. A. NAUTA.
Leiden, l Mey 1822,|
WelEd. IIf!oggel. Jleer '.
Den Heer ME. W. BILDEKDMK,
in hand0
met 2 zakjes gcracheteerd a/s dae.
(Wapen van De Frcmery.)
Deze nog onuitgegevenen brief ligt in de
eerste zaal der Bilderdijktentoongtellmg in
het Stedelijk Museum te Amsterdam. Deze
tentoonstelling, voor welke door verschil
lende Bibliotheken, door Maatschappijen en
Genootschappen, door het Rijksmuseum door
's Rijks Prentenkabinet en het Stedelijk
Museum en particulieren, als mr. M. W. L.
D. Bilderdijk; mevr. de Wed- L.
BilderdijkHogerzeil allen te Utrecht, mevr. de wed.
Ten Brummeler Andriessen-Curioni te Ber
gen op Zoom, mevr. de donairière dr. N. Beets,
geb. Foreest te Utrecht; J. F. M. Srerck
J. Postmus, dr. R. A. Kollewijn, dr. P.
Leendertz, mr. F. G. Waller en D. C. Meijer Jr.
te Amsterdam ; H. Hillen te 's-Gravenhage;
mevrouw Gouda-de Vries te Baarn; Hugo
Suringar te Wageningen; mr. M. Tijdeman
te Breda; en A. J. Nijland te Utrecht,
kostbare en hoogst zeldzame inzendingen zijn
gedaan, is uitermate belangrijk en geeft met
de vele portretten en curiosa een goed beeld
van het einde der 18e en den aanvang der
19e eeuw.
iiiiimnitfMiiiiiifimiHiiitiiiiiiiMiHiiiimiiiMimiitHmmtMmimiiii
Sclilerij-Verïoopini in De Bratte Grond"
door C. F. Roos te Amsterdam.
Uit de nalatenschappen van mevr. de
de wed. H. J. de Jong van Erp en mr. P.
M. de Vogelaer en het atelier van G.
H. C. Overman wordt 9 October a. s.
eene verzameling schilderijen, waaronder
vele van beroemde meesters, publiek
ver
A. CASSIOLI. De Page.
kocht, nadat deze Zondag 7 en Maandag
8 October voor ieder ter bezichtig zijn gesteld.
Van de volgende schilders zijn schilderijen
aanwezig: Achenbach; Arntzenius; Bauö'e;
Beauquesne; Van Beek; Van Beever; Ten
Berge; Bilders; Bisschop; Bobeldijk; Th.
de Bock ; Bogman; Broedelet; Cassioli;
Jan v. Essen; Van Everdingen ; Eversen ;
Gabriël; Greive Jr.; Van Haanen; W.
Hamel; Max Heyl; Hobbe Smith; A.
Hugenholtz; John. P. Huik ; Jozelf Israëls; W.
G. F. Jansen; K. Karsen ; Mari ten Kate;
J. S. H. Kever; G. W. Knap; H. Koekkoek ;
A. H. Koning; H. M. Krabbé; G. v. d. Laan;
Alex W. A. Liernur; D. van Lokhorst;
Louis Ludwig; David de la Mar; Sirnon
Maris; A. Markus ; Willy Martens; Anton
Mauve: H. W. Mesdag; T. P. ter Heulen;
Alber Neuhuys; Willem Oppenoorth; J.
IL Otterbeek; G. H. C. Overman; S. Pint;
Geo Poggenbeek; Ben j amin Prins; N. Eiegen;
Louis M. D. Bobbe; Albert Koelofs; Marg.
Rooseboom ; Ph. Sadée ; J. J. van de Sande
Bakhuysen; A. Schelf hout; L J. Schenkel;
P. P. Schiedges; Thérèse Schwartze; Jac.
Snoeck ; L. van Soest; Willem Steelink;
J. F. Sterre de Jong; mevr. A. M.
StorkKruyff; G. J. Sythoff; Paul Thomas; L.
van der Tonge; J. Del Torre; H. Valken
burg ; E. Verboeckhoven; W. Verschuur Jr.;
P^lehanon Verveer; Sam. L. Verveer;H. J.
v. d. Weele; Jan Weissenbruch; J. H.
J